Adèle Meijer over "De samenstelling van de mens volgens Spinoza"

Adèle Meijer stuurde mij een artikel toe dat ze als een soort vervolg brengt op het blog van 18-11-20 dat van mij de titel meekreeg “Adèle’s poging tot onderbouwing van het bewijs dat de mens in essentie God is”. Daar kwamen wel 90 reacties op. Bij dit nieuwe artikel schrijft ze: “Ik hoop dat deze nieuwe bijdrage licht zal werpen op enkele problemen die vorig jaar op je blog bediscussieerd zijn: fasten your seat belt!”

Dat laatste, fasten your seat belt!, zal niet alleen voor mij gelden, maar voor alle bezoekers die zich door haar mee op reis willen laten nemen in een tekst die een hoge vlucht neemt. De tekst is te omvangrijk om in een blog op te nemen en is daarom elders op internet als een DOCX [gewijzigd in:] PDF geplaatst. Hier volgen – om een idee te geven - de openingsalinea’s van het artikel. In het volgende is dus Adèle aan het woord:

Spinoza beschrijft God als een uniek, oneindig, eeuwig, ondeelbaar, onveranderlijk en perfect wezen, dat bestaat als substantie en dat vanuit zijn macht, door zijn denken, alles heeft veroorzaakt: zowel de gemanifesteerde als de ongemanifesteerde natuur c.q. substantie. God heeft zichzelf veroorzaakt en is. Tegelijkertijd is daarbinnen echter alles in beweging: dingen die zowel eeuwig als eindig zijn, verschijnen en vergaan er onophoudelijk. Alles handelt daarbij zoals door God bepaald is, naar zijn onveranderlijke wetten, maar alles ontwikkelt zich tot vrijheid. Spinoza beschrijft dit complexe geheel uiterst beknopt en met een strenge consistentie, die tegelijkertijd tal van paradoxen en complexe beschrijvingen oplevert. Nergens is dat zo duidelijk als in de beschrijving van de mens.

Dit artikel beoogt helderheid te brengen in de vraag: wat is de mens volgens Spinoza? Daartoe ontwikkel ik hier twee concepten: de stratificatie van de substantie, en de triangulatie van de modi. Hierbij maak ik gebruik van enkele algemene begrippen uit de fysica. De mens blijkt dan in kaart gebracht te kunnen worden als een samenstelling van alle attributen en modi die genoemd worden, plus de essentie van God. Op God zelf na, vormt hij zo de enige synthese van de substantie. Aan het einde van het artikel is deze samenstelling in een schema weergegeven. In de voetnoten verwijs ik verder naar parallelle begrippen uit met name het Hindoeïsme. [cf. PDF]

Eventuele discussiebijdragen of andere reacties kunnen uiteraard op dit blog ingebracht worden.

                                _______________________

Op 26 februari had ik, Stan Verdult, een reactie met een uitvoerig commentaar ingegeven. Daarop heeft op haar beurt Adèle Meijer weer per onderdeel gereageerd. Het leek het handigst om die reacties in één document bijeen te brengen. Dit PDF komt dus in de plaats van de reacties in het reactieformulier (die worden gewist).

Reacties

Van een document waar zo veel 'eten en drinken' aan is, kan en mag je bij een eerste lezing niet zo veel zeggen, behalve een eerste en algemene indruk. Originaliteit en gedurfdheid: allebei 10 op 10. Andere aspecten? Ik las onlangs in een blog van Eric Schliesser dat in het academisch filosofisch milieu 'broad' gelijk staat aan 'niet goed'. Dit artikel is ongelooflijk 'broad', maar de grondige onderbouwing toont dat het wel ambieert om goed te zijn. Het speelt in een andere Liga dan de academische! Ik ga er met veel plezier een aantal reacties op schrijven, maar het zal wel even duren.

Hierbij meld ik even dat Adèle nog enige onvolkomenheidjes in haar stuk heeft verbeterd en er toch voor koos liever een PDF te plaatsen.

Eerdere reacties van Stan en antwoorden van Adèle zijn - ter betere leesbaarheid - ondergebracht in een PDF dat aan het eind van het blog aangeklikt kan worden.

Ik heb een aantal detailbemerkingen rechtstreeks naar Adèle gestuurd, omdat ik denk dat het weinig zinnig is deze hier ter discussie te brengen. Ik beperk me in het volgende dan ook tot globale bedenkingen.
1. Adèles artikel is enorm ambitieus. De titel “De samenstelling van de mens volgens Spinoza” laat op het eerste gezicht een beperking vermoeden, maar, zoals “Bartuschat in “Spinozas Theorie des Menschen” aantoonde, is de mens het centrum van Spinoza’s filosofie, en neem je dus die hele filosofie mee zodra je zijn begrip van het mens-zijn wil behandelen. Maar dit maakt het artikel voor mij erg boeiend: het is een gelegenheid om de samenhang van de hele filosofie te overdenken. Gezien echter de breedte van de scope, zou het eerder een boek moeten worden dan een artikel.
2. Mijn globale beoordeling is dat Adèle hier Spinoza volledig in het denkkader van de esoterische filosofie “binnenduwt” (blijkbaar de filosofie van Alice Bailey, die me tevoren niet bekend was). Hiervoor interpreteert ze heel wat stellingen van Spinoza op een manier die ik niet kan volgen. Ik herken de esoterische Spinoza niet. Ik had liever gezien dat resp. Spinoza, Bailey, het Hinduïsme en de moderne natuurkunde naast mekaar zouden geplaatst worden, om dan de gelijkenissen (die er zijn) en de verschillen (die er ook zijn, maar die in het artikel niet aan bod komen) te behandelen.
3. Het grote verschil tussen de esoterische Spinoza en “mijn” Spinoza is dat ik de spinozistische filosofie zie als enorm evenwichtig: het is een samenbrengen van wetenschap, spiritualiteit, religie, filosofie… op een unieke en geïntegreerde manier waarbij ieder aspect gerespecteerd wordt en er toch een eenheid ontstaat. Ik hou dan ook evenmin van de eenzijdig rationele interpretatie van Spinoza, zoals denk ik deze van professor E. Vermeersch, die in een interview de God van Spinoza gelijk stelde aan de rede.

Mark,
Onze reacties komen behoorlijk overeen, ook in hetgeen je onder punt 3 schrijft (alleen zou ik de term spiritualiteit in verband met Spinoza niet gauw gebruiken, daar dat snel tot misverstand leidt).

Stan, akkoord dat onze reacties behoorlijk gelijk opgaan. Maar onze Spinoza interpretatie valt niet helemaal samen - ik heb geen probleem om bij Spinoza ook de term spiritualiteit te gebruiken omdat het attribuut Denken bij Spinoza wel degelijk een bepaalde mate van 'superioriteit' heeft t.o.v. de andere attributen.

Ik heb de blauwe tekst met antwoorden en toevoegingen gelezen en zonder op de inhoud in te gaan hou ik wel van mensen die Spinoza lezen en daar een zinvolle omgang mee willen aangaan. Natuurlijk kan je niet zomaar vanalles beweren en moet de geest van Spinoza bewaard blijven, maar toch kan dat nog vreemde wegen uitgaan. En boeiende vreemde wegen zoals bij Adèle via wetenschap en spiritualiteit. En als dan iets niet ‘correct’ is maar wel ‘zinvol’ vind ik het prachtig. Het is het koppelen van Spinoza aan je levenshouding dat je denken kracht geeft. Weinige 'gewone lezers' spitten het uit zoals Adèle en dat vind ik mooi.

@Mark 28-02-2016: 15:47
Voor mij is de filosofie van Spinoza diep esoterisch, en die ‘duw ik niet in de esoterie’, maar die esoterie haal ik eruit. Tenminste dat probeer ik, want het blijven grote en zeer gecompliceerde vraagstukken. Zijn filosofie heeft dat niet nodig, maar zo begrijp ik zijn filosofie beter. En ik span mij in dat met jullie te delen. Er verandert geen woord, en geen stelling door. Het enige wat verandert is de interpretatie ervan. Ik heb een groot en diepgeworteld respect voor hem en zijn filosofie. Je zult mij niet horen zeggen dat Spinoza iets niet duidelijk zegt, vaag is, verkeerd ziet, zichzelf tegenspreekt, nog te godsdienstig is, te materialistisch is, of dat iets waardeloze rommel is. Maar gemakkelijk … nou nee dat niet echt (al heb ik dat ooit in mijn onnozelheid en overmoed een keer gezegd).

Adèle, voor zover daar twijfel over zou zijn: ik respecteer niet alleen je interpretatie en de moeite die je gedaan hebt om die over te brengen en te onderbouwen, maar ik vind ze ook nuttig en heb er van geleerd. Op een bijeenkomst van de vereniging 'Het Spinozahuis' hoorde ik eens van de voorzitter dat de vereniging als 'Spinoza politie' had moeten optreden om foute interpretaties te corrigeren. Dit lijkt me volledig in te gaan tegen de werkwijzen van Spinoza zelf. Laat ieder zijn mening geven, want de waarheid is sterk genoeg om zich zelf te bewijzen.

Is OK. Weet je zeker dat dat geen grapje was? De huidige voorzitter heeft tot mijn grote vreugde een verfrissend gevoel voor humor.
Ter zake. 1. Jij en Stan storen zich eraan dat ik het hoger denken en de intuïtie als indirecte eeuwige modi van de idee van God heb betiteld, zonder onderbouwing. Als ze dat niet zijn, wat dan wel? Het is toch gemakkelijk af te leiden uit het eeuwige karakter van die manieren van kennen en hun relatie tot de idee van God? Als verstand type 1 en emoties/gevoelens wel als modi geoormerkt worden, waarom dan niet het hoger denken en de intuïtie? 2. Jullie vinden ook het adagium: ‘Geest is materie op zijn hoogste punt, en Materie is geest op haar laagste’, onspinozistisch omdat dat de scheiding van de attributen zou negeren. Maar mag ik erop wijzen dat de mate van denken (geest) ook bij Spinoza toeneemt, naarmate zijn begrippen hoger in de reeks staan? Het is juist heel erg spinozistisch omdat het de beide attributen bij elkaar houdt: het is natura sive Deum.

Adèle,
Hierbij poging tot antwoord op je vragen.
1. Ik heb de indruk dat je de bewijslast hier omkeert: jij stelt een interpretatie voor waar in de teksten van Spinoza bij mijn weten nergens een aanwijzing voor is, en dan vraag je aan ons te bewijzen dat je ongelijk hebt. Maar goed, we zijn hier niet in de rechtbank en ik wil me dus niet op een advocatenargument beroepen. Een indirecte modus vormt de overgang tussen directe modus en de eindige modi. Zo is de indirecte modus onder het attribuut Uitgebreidheid de "facies totius universi", de gedaante vn het universum als geheel. De indirecte modus onder het attribuut Denken zou een soort verzameling moeten zijn van alle eindige ideeën (spijtig genoeg heeft Spinoza dit nergens vermeld). Het hoger denken (ik neem aan dat je daarmee kennis van de 2e soort bedoelt) en de intuïtieve kennis (kennis van de 3e soort) kunnen dezelde inhoud hebben, alleen de manier waarop de mens tot die inhoud gekomen is, is anders.
2. Een ding beschouwd onder de Uitgebreidheid of beschouwd onder her Denken, of onder één van het oneindig aantal andere attributen: steeds is het hetzelfde ding. Er is geen hiërarchie onder de attributen.

Bij het herlezen merk ik dat mijn argument onder 2 geen goed antwoord is op je vraag. Ik zal het morgen eens beter proberen formuleren, na een nachtje slaap :-)

Zo, hierbij herneem ik het tweede deel van mijn reactie hoger.
Ik geef toe dat er wel een bepaalde vorm van hiërarchie in de attributen zit. Het attribuut Denken heeft een bepaalde superioriteit, zoals Bartuschat zegt. Dat komt door de aard van de modus 'idee', die een object heeft, m.a.w. ergens over gaat. Dit kenmerk bestaat onder geen enkel ander attribuut. Hierdoor wordt de tweede helft van E5 mogelijk, die voor (pseudo)materialisten vrij onverteerbaar is. Er is bij Spinoza dus wel een aspect dat raakvlakken heeft met de esoterische zienswijze. Maar tegelijk benadrukt Spinoza de noodzaak van het lichaam om tot een ontwikkelde geest te komen. De materie is geen lagere vorm van zijn die evolueert naar een hoger niveau toe, het geestelijke. Een grote geest hoort bij een groot lichaam (5/39). De attributen blijven ook gescheiden, in de zin dat je geen overgang kan hebben van bv. materie naar denken: het zijn gewoon twee kanten van dezelfde medaille.
In de esoterie maakt men vaak de vergelijking met de fysica, waar je ook een stoffelijk verschijnsel (materie) hebt en een onstoffelijk (energie), waarbij energie dan als een verschijnsel van een hogere aard wordt beschouwd dan materie. Maar in tegenstelling tot denken en uitgebreidheid kan materie wel in energie overgaan en omgekeerd. En energie als van een hogere aard beschouwen dan materie, vind je in geen enkel fysica boek.