Bart Wallet in de Nederlands-joodse historiografie - "Jewish History & Yiddish Studies"

Spinoza in de Nederlands-joodse historiografie #2 Bart Wallet

Zoals een week geleden bleek, ben ik een serie begonnen over “Spinoza in de Nederlands.-joodse historiografie.” En het tweede blog brengt meteen al een anomalie: Bart Wallet. Hij hoort hier eigenlijk om twee redenen niet in thuis. De eerste is: hij is geen joodse historicus maar een protestants-christelijke. Hij is echter, wat toch wel opmerkelijk is, gespecialiseerd in Nederlands-joodse historiografie én als zodanig in de joodse wetenschappelijke wereld geaccepteerd, zoals zo dadelijk zal blijken.
Hij hoort hier om nóg een reden niet thuis, daar hij voor zover ik heb kunnen nagaan, nog niets over Spinoza schreef (ook niet waar dat wel zou hebben gekund; ik kom daar nog op). Toch heb ik een motief om wél een blog aan hem te wijden, namelijk doordat het wel interessant is te merken dat een niet-jood gespecialiseerd is in joodse geschiedschrijving. Ik vermoed dat het voor een christelijke wetenschapper extra moeilijk is om – in die omgeving - over Spinoza te schrijven (als hij dat al zou willen). Vooral niet doordat, zoals nog zal blijken, er door Nederlandse joodse geschiedwetenschappers nauwelijks (en indien wel, nauwelijks in positieve zin) over Spinoza werd en wordt gepubliceerd. Daarop kom ik later,  aan het eind van de reeks, uitvoeriger terug.

Joodse geschiedfilosofie
Een duidelijke aanleiding om Bart Wallet op te nemen in een blog over joodse historiografie vond ik in mijn ontdekking dat hij in het half jaar voorafgaande aan mijn reeks over “Spinoza in de joodse historiografie”, waarin het vooral om Amerikaanse, Israëlische en Duitse historiografen ging [cf overzicht en aanvullend], bij het Levisson Instituut een lessenreeks over Joodse Geschiedfilosofie gaf, waarvan notabene de video-opnamen op de website van dat instituut zijn geplaatst – precies dus waar ik naar op zoek was, maar waar ik van google geen hit naar kreeg. Pas toen ik – om het deftig te zeggen – met mijn internet-research bezig ging naar Spinoza in de specifiek Nederlands-joodse historiografie, kwam ik het Levisson-instituut en Wallet tegen.

Joodse geschiedenis
Voor Crescas geeft hij een cursus “3500 Jaar Joodse geschiedenis” - een online cursus van 13 lessen in 4 modules. Ook weer zo opmerkelijk: bij Crescas kunnen in het algemeen alleen diegenen die kunnen aantonen dat ze jood zijn aan cursussen deelnemen, maar deze docent is ‘goj’. Er gebeuren merkwaardige dingen…
 
Hier Bart Wallet voor de Montelbaanstoren in Amsterdam waar de joodse geschiedenis in Nederland zou zijn begonnen (een videostill uit de aankondiging van die cursus).

Op 2 maart 2012  promoveerde hij in de Faculteit der Geesteswetenschappen op: Bart Wallet, Links in a chain: Early modern Yiddish historiography in the northern Netherlands (1743-1812). Proefschrift. Univ. van Amsterdam, 2012

Het gaat vooral over Sheyris Yisroel (1743) van Menachem Amelander. Ik ‘ontdekte’ Wallet bij het werken aan mijn komende blog over deze Menachem Amelander. Zijn proefschrift heeft al wel een plek op de website van de UvA, maar is nog niet te downloaden; er rust een embargo op tot september volgend jaar. Waarom dat is, weet ik niet. Ik geloof niet daar er een handelsuitgave van op de markt werd gebracht.

Dat gebeurde wel met zijn doctoraalscriptie. Daarop werd namelijk gebaseerd zijn boek Bart Wallet, Nieuwe Nederlanders, de integratie van de joden in Nederland (1814-1851). Amsterdam: Bert Bakker, 2007 [ISBN 9789035131309] Daarvoor deed hij studie naar de archieven van de "Hoofdcommissie tot de zaken der Israëliten," die door Willem I werd ingesteld met het doel de integratie in het Nederlandse staatsbestel te bevorderen én om vanuit de staat een zekere ordenende greep te krijgen op de joodse religie en de joden, die in 1796 door het Bataafse besluit inzake “De Gelykstaat der Joden” het burgerschap hadden gekregen - een maatregel die Willem I handhaafde. Maar dat betrof alleen de juridische gelijkstelling. De volledige maatschappelijke emancipatie en erkenning vergde nog vele jaren en vele maatregelen. Daarvoor was die Hoofdcommissie bedoeld. Het boek heeft door de aard van het materiaal sterk de geur van een beleidsrapport, maar geeft een goed inkijkje in de spanningen die die emancipatie met zich meebracht. Niet alleen moest er tegen weerstand bij lagere overheden en in de maatschappij opgebokst worden, ook vele joden zelf (orthodoxe en eenvoudige joden) waren er bepaald niet op gebrand het Nederlandse burgerschap te krijgen en zo toegang tot alle beroepen en functies te verwerven, maar in ruil daarvoor de vrijheid om als relatief zelfstandige natie de dingen in eigen kring te regelen, kwijt raakten. Het boek gaat over de periode 1814 tot 1851 en die archieven geven kennelijk geen aanleiding iets over Spinoza aan de orde te hebben. Diens naam komt dus in het boek niet voor.

Dat is wel opmerkelijk in het gedeelte waar gesproken wordt over de afschaffing van de ban. Daar de godsdienst een vrijwillige zaak moest zijn mochten de parnassiem en/of rabbijnen zich niet meer met het privéleven buiten de kerk van hun gemeenteleden bemoeien; daarom moest ook de ban worden afgeschaft. De ban gaf de religieuze autoriteiten immers teveel macht over het persoonlijk leven van de gemeenteleden. Dus werd dat principe in diverse documenten vast gelegd. Dat was een diepingrijpend onderwerp, waarover Moses Mendelssohn als eerste indringend geschreven had, hetgeen hij ná diepgaande studie van de TTP deed in Jerusalem oder über religiöse Macht und Judenthum (1783). Ik kan me nauwelijks voorstellen dat in die archieven met zovele brieven en stukken in de discussies daarover niets over Mendelssohn en Spinoza zou zijn gezegd. Het is in dit boek niet te vinden.

Ik vermeld nog:
Hetty Berg en Bart Wallet (red.), Wie niet weg is, is gezien. Joods Nederland na 1945. Uitgeverij Waanders, Amsterdam,
2010 - 224 pagina's - ISBN 9789040077159 - € 29,95
De uitgever: "In elf essays wordt het thema van de gelijknamige tentoonstelling door diverse auteurs op toegankelijke wijze verder uitgediept. Met de vele illustraties die dit boek rijk is geeft het een uitvoerig beeld van de naoorlogse Nederlands-joodse geschiedenis.
Na 1945 vroegen veel joden zich af of er voor hen nog wel toekomst was in Nederland. Enkele duizenden vertrokken, met name naar de Verenigde Staten en Israël, veruit de meesten besloten echter in Nederland te blijven. Over die blijvers, hun moeite om het leven weer op te pakken, de wederopbouw van het joodse leven en nieuwe vitaliteit en verscheidenheid gaat Joods Nederland na 1945." [cf hier]

Enfin, duidelijk is dat Bart Wallet geheel geaccepteerd is als deskundige inzake de joodse historiografie, maar ook in de protestantse; om slechts naar één boek te verwijzen:
George Harinck, Herman Paul, Bart Wallet, Het gereformeerde geheugen. Protestantse herinneringsculturen in Nederland 1850-2000 [Bert Bakker, 2009].

Tot slot vermeld ik nog dat hij bestuurslid en co-secretaris is van het Nederlands Genootschap voor Joodse Studiën [hier] én hoofdredacteur van Wapenveld, het christelijke culturele tijdschrift, waarvoor hij samen met Herman Paul in 2003 een interview met Victor Kal had [hier].

Enfin, genoeg informatie over Bart Wallet, die we al in het eerste blog tegenkwamen en ook nog wel eens in de komende serie blogs over Spinoza in de Nederlands-joodse historiografie zullen tegenkomen.  In dat eerste blog wees ik op Hanna Blok & Bart Wallet (Red.). Bibliografie over het jodendom en Israël voor het Nederlandse taalgebied: 1992-2006 [Peeters Publishers, Leuven, 2007 - books.google], waarin (vele) boeken over Spinoza die in deze periode verschenen zijn, werden opgenomen. Duidelijk signaal: Spinoza hoort erbij als het over het jodendom gaat!

Nog één ding dan is wel aardig om nog te vermelden. In de Trouw-bijlage Letter & Geest van 25 juni 2011, schreef hij een essay "De Joodse Oranjemythe". Dit n.a.v. de commotie die ontstond over de aanbeveling van Frits Bolkestein n.a.v. het (vermeende?) weer groeiende antisemitisme, dat joden beter het land konden verlaten. Dat essay heeft hij opgenomen op zijn website.

____________-

Spinoza in de Nederlands-joodse historiografie #1