Denis Diderot (1713-1784) wel en geen Spinozist

Of, en zo ja, de mate waarin Denis Diderot Spinozist was, zal wel altijd onderwerp van discussie blijven. Zo meende Isaiah Berlin: “Diderot’s essay on Spinoza is by no means an unqualified eulogy of his views, or of the vast differences between Spinoza’s and Newton’s universes.” 1) Voor Jonathan Israel, die uiteraard in dezen een grotere autoriteit is, bestaat er geen twijfel dat hij het was, en niet zo’n beetje. Voor hem was Diderot een spilfiguur van de radicale Verlichting. Maar je kunt ook te ver gaan en, zoals de jonge Franse Spinoza-geleerde Maxime Rovere deed, Spinoza ‘de Nederlandse Diderot’ noemen. (In: Le magazine littéraire, n° 493). In dat geval vraag je je af waar Spinoza’s ‘loslippige sieraden’* dan gebleven zijn.

 

Denis Diderot was filosoof; dichter, theaterschrijver en kunstcriticus. Ook hield hij zich bezig met politiek. Diderot was goed in ‘netwerken’, was een goed causeur en werd een invloedrijk opiniemaker. Hij was verzot op ‘filosofische’ café’s en had goed contact met drukkers en uitgevers. Hij leerde Engels en Italiaans en ging vertalen en redigeren. O.a. vertaalde hij Shaftesbury’s ‘Essay concerning virtue and merit’ (1745), die met zijn deïsme en ‘moreel gevoel’ invloed kreeg op Diderot’s denken. De concepten ‘gevoel’ en ‘harmonie’ worden belangrijk voor Diderot. En er is de allesomvattende natuur-gedachte. De morele vraag “Hoe kan wat natuurlijk is, verkeerd zijn?”dringt zich hieruit op. Het werk van Spinoza kan dit versterkt hebben.

Diderot werd een belangrijke denker van de Verlichtingstijd door het schrijven en het publiceren samen met andere denkers zoals Voltaire, Rousseau en D’Alembert van de beroemde Encyclopédie – als het ware icoon van de Verlichting. Van 1749 tot 1776 was Diderot samen met D’Alembert redacteur van deze Encyclopédie. Hij noemde daarin zijn partij ‘les Spinozistes modernes’ en ‘nouveaux Spinozistes.’ Diderot volgde aanvankelijk het spoor van Voltaire, maar midden jaren 1740 brak hij samen met de meeste jonge philosophes met het voltairianisme.

Diderot heeft in zijn Entretien entre D’Alembert et Diderot (1769) zijn denken verwerkt in een waarschijnlijk fictieve dialoog tussen hem en zijn vriend. Ook in de Droom van d’Alembert (1769) heeft Diderot zijn denken uiteengezet via spreekbuis D’Alembert. In de Entretien zijn overeenkomsten te zien tussen het denken van Diderot en dat van Spinoza. In de Entretien lijkt Diderot te verwijzen naar belangrijke elementen uit de Ethica, zaken als de uitgebreidheid van de substantie en het feit dat alles in de wereld onderdeel is van deze substantie. Daarbij concludeert hij dat hierdoor een ‘steen moet voelen’, hetgeen echter weer niet zo direct volgt uit Spinoza’s filosofie zelf (zie o.a. diens gedachte-experiment “stel dat de steen zou kunnen denken…”)

In het volgende citaat uit de Entretiens, bespreekt Diderot het monisme van Spinoza (zonder hem te noemen), een redelijk correcte weergave:

La serinette‘Il n’y a plus qu’une substance dans l’univers, dans l’homme, dans l’animal. La serinette est de bois, l’homme est de chair. Le serin est de chair, le musicien est d’une chair diversement organisée ; mais l’un et l’autre ont une même origine, une même formation, les mêmes fonctions et la même fin." [“Er is slechts één stof in het heelal, in de mens, in het dier. De Serinette (kanarieorgeltje) is van hout, de mens van vlees. De kanarie is van vlees, de muzikant is van een anders georganiseerd vlees, maar beiden hebben dezelfde oorsprong, dezelfde formatie, dezelfde functies en hetzelfde doel."] Dit citaat geeft duidelijk Diderots interesse in Spinoza’s denken aan. Ook in andere delen van Diderots oeuvre, blijft hij verwijzen naar Spinoza en vertoont zijn denken overeenkomsten met dat van Spinoza.

De roman ‘Jacques le fataliste et son maître’ behandelt de kwestie van de vrije wil - als een soort Spinoza-voor-het-volk. Opvallend is dat de knecht bij naam wordt genoemd en centraal staat, terwijl zijn meester er enigszins bij hangt. Om zijn meester-knecht-theorie van een voorbeeld te voorzien zal Hegel later naar deze roman van Diderot verwijzen om te laten zien dat de meester niet zonder de slaaf kan.

Volgens Vernière (1954) komt de invloed van Spinoza op het denken van Diderot ook naar voren in La promenade du sceptique (1747, onuitgegeven). Daarin behandelt Diderot het denken van de sceptici, de atheïsten, de deïsten en de pantheïsten. Opvallend is dat Diderot hier het denken van Spinoza niet interpreteert als atheïstisch – zoals veel van zijn tijdgenoten wel deden -, maar als pantheïstisch. Vernière ziet de Promenade als zoektocht naar de ‘ware filosofie’ van een Diderot die graag het beste uit de verschillende stromingen wil halen. Zijn droom daarbij is dat de verschillende stromingen worden verenigd tot één harmonieus filosofisch systeem: “C’est là que j’ai vu le pyrrhonien embrasser le sceptique, le sceptique se réjouir des succès de l’athée, l’athée ouvrir sa bourse au déiste, le déiste faire des offres de service au spinoziste ; en un mot toutes les sectes de philosophes rapprochées et unies par les liens de l’amitié." [„Het is daar dat ik het pyrrhonisme het sceptisisme zag omarmen, de scepticus zich over de successen van de atheïst heb zien verheugen, de atheïst zijn beurs zien openen voor de deïst, de deïst z’n diensten aan de spinozisten zien aanbieden; in een woord alle sekten van filosofen dichter bij elkaar gebracht en verenigd door de banden van vriendschap."]

De Encyclopédie

Diverse begrippen die in de Encyclopédie worden behandeld, verwijzen naar de leer van Spinoza. Ook wordt er frequent verwezen naar ‘Spinozisme’. Het is overigens onduidelijk wie het lemma over Spinoza heeft geschreven. Tegenwoordig gaat men er vanuit dat het niet door Diderot geschreven is. Wel zou zeker zijn dat de lemmata over het ‘naturalisme’ en het ‘spinozisme’, waar expliciet wordt verwezen naar Spinoza, door Diderot zijn geschreven. Ook in het Lemma dat Diderot over Hobbes schreef, verwijst hij naar Spinoza: “S’il ne fut pas athée, il faut avouer que son dieu diffère peu de celui de Spinoza." ["Als hij geen atheïst was, moet men toegeven dat zijn god weinig verschilt van die van Spinoza."]

Ook hier stelt Diderot dus dat Spinoza geen atheïst was, maar dat hij een conceptie van God had die anders was dan de gangbare. In de definitie van naturalisme, stelt Diderot echter het Spinozisme gelijk aan het atheïsme.  

In het lemma ‘Spinozisme’ maakt Diderot een onderscheid tussen ‘oude Spinozisten’ en ‘moderne Spinozisten’. Hij geeft daarin alleen aan waarin de 'moderne' Spinozisten verschillen van de 'oude':

             
Uit deel 31 van de‘Encyclopédie, ou Dictionnaire raisonné des sciences, des arts et des métiers’, nouvelle édition, Genève, Pellet, 1778

Spinoziste
“Sectateur de la philosophie de Spinoza. Il ne faut pas confondre les spinozistes anciens avec les spinozistes modernes. Le principe général de ceux-ci, c’est que la matière est sensible, ce qu’ils démontrent par le développement de l’œuf, corps inerte, qui par le seul instrument de la chaleur graduée passe à l’état d’être sentant et vivant, et par l’accroissement de tout animal qui dans son principe n’est qu’un point, et qui par l’assimilation nutritive des plantes, en un mot, de toutes les substances qui servent à la nutrition, devient un grand corps sentant et vivant dans un grand espace. De là ils concluent qu’il n’ya que de la matière, et qu’elle suffit pour tout expliquer ; du reste ils suivent l’ancien spinozisme dans toutes ses conséquences."

Spinozisme
Sekte van de filosofie van Spinoza. Men moet de vroegere spinozisten niet verwarren met de moderne spinozisten. Het algemene beginsel van de laatsten is dat de materie gevoelig is, wat zij aan de ontwikkeling van het ei bewijzen, inert lichaam, dat alleen door het instrument van warmte trapsgewijs in de toestand van voelend en levend wezen overgaat, en door de groei van elk dier dat in principe slechts een punt is, en dat door voedselopname van planten, kortom, van alle stoffen die tot voeding dienen, een groot voelend en levend lichaam in een grote ruimte wordt. Vandaar dat zij concluderen dat er alleen materie is, en dat het voldoende is om alles uit te leggen, voor de rest volgen ze het oude spinozisme in al zijn consequenties."  

De materie is niet dood: zij leeft.

Tot slot
In het werk van Diderot zijn meerdere verwijzingen naar Spinoza aan te treffen. Ook zijn zodanige overeenkomsten tussen het denken van Diderot en Spinoza aan te wijzen, dat die het aannemelijk maken dat Diderot bekend was met het denken van Spinoza. Hij was overigens zeker niet ‘zuiver’ Spinozistisch. Hij was te creatief en een te veelzijdige en luciede auteur dan dat hij zich binnen één filosofie bij wijze van spreken gevangen kon houden. Vandaar de titel van dit blog: wel en geen Spinozist.
En het blijft de vraag of hij het werk van Spinoza zelf gelezen heeft of dat hij zich baseerde op wat hij bij anderen erover las. Diderot las vele filosofische en wetenschappelijke werken en ondervond de invloed van het naturalisme (en fatalisme) van zijn tijd.

*) De loslippige sieraden is een luciede en frivole vertelling van Diderot (momenteel in de ramsj bij De Slegte)

Bronnen

1) Isaiah Berlin, In: REVIEW OF GEORGE L. KLINE, SPINOZA IN SOVIET PHILOSOPHY [PDF]

Jonathan Israel heeft zowel in de Radicale Verlichting als in Verlichting onder vuur een apart hoofdstuk over Denis Diderot en verder biedt hij doorheen beide boeken op nog vele tientallen plaatsen informatie aan.

Ik heb veelvuldig en dankbaar gebruik gemaakt van de studie van Martine Berenpas, Sporen van Spinoza. Kennis van Spinoza's Metafysica en Kenleer in Franse filosofen tussen 1700-1750 [in het kader van het Honours Research Programme, Universiteit van Leiden, 2009 door haar op internet gebracht]

Philipp Blom: Het verdorven genootschap. De vergeten radicalen van de Verlichting [Vertaling Pon Ruiter. De Bezige Bij, 2010], droeg ook bij aan mijn kennis van Diderot (zie het blog over dit boek). 

Johan Velter, werkzaam bij de Openbare Bibliotheek Gent, ondermeer als IT-verantwoordelijke, is vooral bekend als uitgever te Gent van bibliofiele edities en organisator van DRUKsel, een van 1998 tot 2006 gehouden internationale beurs van aparte boekenmakers, bibliofiele drukkers en kleine uitgevers.
Blijkbaar is hij groot liefhebber van Denis Diderot. Op zijn website geeft hij in een 20-tal blogs onder de titel Het naleven van Diderot, uitvoerig de receptie weer in Nederland en België van uitgaven van Diderot. Ik heb enige van zijn gegevens hier kunnen gebruiken. O.a. de afbeelding uit de Encyclopédie met de lemmata Spinoza en Spinosiste heb ik van hem geleend. [zie het eerste blog 1 en het laatste, blog 20 als u de getallen 1 t/m 20 invult in de adresregel komt u bij elk blog van de aardige reeks Het naleven van Diderot.
[Ik had eerder een kritisch blog over hem n.a.v. zijn recensie van Spinoza. Filosoof van de blijheid. Met deze Diderot-reeks maakte hij weer veel goed]

Niet veel kon ik aanvangen met Louise Crowther, Diderot, Spinoza, and the Question of Virtue, maar ik geef de link naar de PDF uiteraard graag door.

Reacties

De positie die Diderot in nam is niet eenduidig te bepalen. Ik zie hem als een soort flipperbal in een driehoek van atheïsme, deïsme en scepticisme. Desalniettemin presenteert hij zich m.i. met name in zijn latere werk als een Spinozist.
Wat Le rêve d'Alembert nog interessanter maakt is dat Diderot hierin een voorafschaduwing geeft van de evolutieleer. Wat Darwin 60-80 jaar later proefondervindelijk zou vastleggen, werd door Diderot al in 1769 (postuum gepubliceerd in 1820) rationeel neergepend. Er gaat een heel boeiende lijn van Spinoza naar Darwin en Diderot weet zich daar tussen te wringen.
Les bijoux indiscrets heeft niets met Spinoza van doen. Helaas niet, want ik zou wel willen weten wat die loslippige sieraden gezegd zouden hebben over Spinoza, die voor zover bekend geen omgang had met vrouwen.

Je kunt je Spinoza als auteur van zoiets als ‘loslippige sieraden’ volstrekt niet voorstellen. Vandaar dat hem "de Nederlandse Diderot" noemen zeer ongepast is. Zo'n boekje van hem zou ik ook niet hoeven, overigens; wel zou 't mooi zijn als er eens een fraai geschreven autobiografie boven water zou komen.