E.E. Powell over de intellectus infinitus, de idea Dei en de absoluta cogitatio

Over deze onderwerpen – vooral de eerste twee – waarop het in vele blogs en reacties is gegaan, kwam ik een tekst tegen die 110 jaar geleden verscheen van iemand die het (als methodist) uiteindelijk niet met Spinoza eens is, maar die hem wel zeer grondig en ‘charitable’ heeft bestudeerd en – een grote extra verdienste – zeer helder schrijft over wat hij bij Spinoza heeft gelezen.

Het gaat om Elmer Ellsworth Powell (1861- 1947) over wie ik op 05-09-2012 een blog had: Methodist schreef "Spinoza and Religion." In dat blog is alles over hem te lezen – ik hoef hem hier niet nader te introduceren. Van de week ontdekte ik dat hij in dat boek Spinoza and Religion dat in 1906 verscheen en in 1941 een herziene herdruk kreeg, uitgebreid en zeer helder ingaat op de in de kop van dit blog genoemde onderwerpen. Zo vaak heb ik gezocht naar goede uiteenzettingen, waarin op die onderwerpen en m.n. op de eerste stellingen van deel II van de Ethica wordt ingegaan, maar zo weinig is daarover te vinden. In dit en volgende blogs neem ik twee paragrafen over (het derde is te lang) van het zesde hoofdstuk van Spinoza and Religion:

 

Zo enthousiast ben ik over zijn boek dat ik een van de vele nadrukken die er inmiddels van bestaan, heb besteld. Hier om een indruk te krijgen Powell’s Voorwoord

Preface

A German translator and expounder of Spinoza's works declares that in the whole history of human thought there is not to be found a system more difficult to understand and to explain. After studying the system in its details, I am disposed to accept this assertion as probably true. I have blinked no difficulties, however; but have felt it my duty to study each one until I have succeeded either in harmonizing it with the system as a whole, or in clearly showing it to be a logical inconsistency. Spinoza's logical inconsistencies are of two kinds: (1) fallacies of reasoning, and (2) the acceptance of contradictory propositions which are correctly deduced, although from different and incompatible presuppositions.

My excuse for adding another book to the already formidable pile of literature on Spinoza is the fact that his relation to religion has not yet been made the subject of specific, comprehensive, and candid treatment; and that consequently there prevail not only among intelligent people in general, but even among students of philosophy, the vaguest possible notions in regard to this matter. Anyone who may feel disposed to think that I am performing a work of supererogation, is asked to suspend his judgment until he has read Chapter II. of my "Introduction."

In order to go to the bottom of the question and attempt to settle it, it has been necessary to pass beyond Spinoza s specific utterances in regard to religion, and to subject his metaphysics to careful analysis. Those who are not used to abstract thinking (if any such should do me the honor of reading my book), will doubtless find my exposition of Spinoza s metaphysics in some parts difficult, perhaps dull; although I have spared myself no pains, in order to attain the utmost clearness.

In conducting my investigations and in presenting the results, I have endeavored to maintain a strictly impersonal attitude, aiming solely to determine (1) what Spinoza taught and (2) how his doctrine is related to the religious consciousness. Accordingly, I must disappoint those who seek in the present work either a polemic against Spinoza or an apology  for him. I will not deny, however, that my book is after all a polemic, a polemic against a mistaken interpretation of Spinoza s philosophy and person ality.

While, as the basis of my judgments, I have taken, of course, Spinoza s own writings (in the original Latin where extant, and in the Dutch translation where the Latin is lost), I have derived valuable hints from several of his expounders. My obligations are acknowledged in the foot-notes to the text. The “Biographical Sketch” is the part for which I claim the least merit; for, considering it as of minor importance for the question at issue, I have been willing to accept, in regard to the original sources, the critical labor of others, save when facts significant for our estimate of Spinoza s personality were involved. In this part I am most indebted to Dr. Freudenthal of Breslau, who has done so much in recent years to enrich our scanty knowledge of Spinoza s life; although I have sometimes been led to express quite other judgments on the facts. In a general way, I owe most to my former instructor in philosophy, Professor Benno Erdmann, although he should not be held responsible for the point of view here represented.

Spinoza’s works I have cited according to Van Vloten and Land’s edition: “Benedicti de Spinoza Opera,” The Hague, 1895.

E. E. POWELL.

March, 1906.

                                                       * * *

In een reactie op het eerste blog van een reeks die ik in 2012 over Causa sui schreef, gaf Henk Keizer een reactie waarin hij, verwijzend naar het boekje van Robert Misrahi, Spinoza, Une philosophie de la joie, schreef:

“Misrahi zegt dat Spinoza's taal een 'gecodeerde' taal is, d.w.z. hij gebruikt uit voorzichtigheid een traditioneel vocabulair om de aandacht van zijn lezers te verkrijgen. En hij citeert Spinoza: 'Ik weet heel goed dat deze woorden een andere betekenis hebben dan in de gangbare taal. Maar het is niet mijn bedoeling om de betekenis van woorden uit te leggen, maar de natuur van de dingen en deze aan te duiden door woorden waarvan de gebruikelijke betekenis zich niet geheel en al verzet tegen de zin waarin ik ze wil gebruiken. Deze ene waarschuwing moge voldoende zijn.' (3/Def. Aff. XX Expl.) We zouden de Ethica moeten lezen, zegt Misrahi, zoals Spinoza de Bijbel leest: de termen en begrippen begrijpen binnen de Ethica zelf en door de Ethica. Dit is natuurlijk niet nieuw of origineel, maar het vestigt de aandacht er nog eens op dat, om Spinoza te begrijpen, het niet nodig is om te weten wat anderen met die termen hebben bedoeld. De betekenis moet duidelijk worden binnen de Ethica. (Het helpt niet als we weten wat Descartes met de termen "God" en "attribuut" bedoeld heeft.). Om een vergelijkbare reden geeft Pautrat bij zijn voortreffelijke vertaling van de Ethica geen notenapparaat. Ik wil maar zeggen, Stan, leerzaam, maar je zoektocht zal ons waarschijnlijk niet helpen om beter te begrijpen wat Spinoza met "causa sui" bedoeld heeft.”

Ik heb na die zoektocht, die mij in ieder geval veel achtergrond aan filosofiegeschiedenis opleverde om Spinoza over dat begrip beter te begrijpen, hem niet meer gehoord. Ik ben het er uiteraard mee eens dat het uiteindelijk erop aankomt te zien wat Spinoza bedoelt en hoe hij zijn begrippen gebruikt. Maar hij reageert – meestal onuitgesproken – zo op vroegere filosofen, dat het erg kan helpen zijn aanpak beter te begrijpen als je iets van die eerdere benaderingen in theologie en filosofie weet. Powell is iemand die flink wat scholastieke achtergrondkennis in z’n bagage heeft en daarmee kan hij degenen die ervoor open staan helpen Spinoza mogelijk beter te begrijpen.  

 

In een volgend blog breng ik zijn tekst over de intellectus infinitus.