Een Spinozistisch raadseltje

Al surfend naar Spinozistische wetenswaardigheden en nieuwtjes kwam ik op een site het volgende motto tegen:

'De vrije mens begeert het goede rechtstreeks.'
Benedictus de Spinoza (1632 - 1677)

In eerste instantie fronste ik mijn wenkbrauwen. Is dit een omdraaiing van “wat Spinoza ons leert”. Is dit een poging om Spinoza tóch te laten zeggen dat wij, althans als we wijs zijn, onmiddellijk naar het goede streven? Iedereen kent immers Spinoza’s benadrukking op diverse plaatsen, eerst in het scholium bij IIIp9: ”Uit dit alles blijkt, dat wij niets nastreven, willen, verlangen of begeren omdat wij van mening zijn dat het goed is. Integendeel, wij zijn van mening dat iets goed is omdat wij het nastreven, willen, verlangen en begeren.” (vert. Henri Krop).

Iets korter zegt hij het in het scholium bij IIIp39, waarbij hij naar het vorige terugverwijst, waar hij heeft aangetoond “dat wij niet iets begeren omdat wij het als goed beoordelen, maar omgekeerd iets een goed noemen wat wij begeren.”

Dit zit er bij elke Spinozist wel goed ingebakken.

Hoe zit het dan met het bovengeciteerde adagium? Nu staat dit motto te lezen op de site van een educatieve organisatie (Liberaxion), waaraan ook Wiep van Bunge verbonden is. Als het niet klopte zou die het daar toch niet laten staan?

Nu weet een Spinozist ook dat Spinoza enige dingen over “de vrije mens” zegt in de tweede helft van het vierde deel. Maar dan nog: zo’n stelling als de vetgedrukte is daar niet te vinden. Hoe nu?

Dan ontdek ik hoe bovenstaand adagium is samengesteld door een oude vertaling te nemen en daaruit in een tekst een aantal woorden te schrappen.

Wie zelf het raadseltje van de vindplaats wil oplossen drukke nog niet op ‘lees verder’.

Nico van Suchtelen geeft van (1e druk 1915, 2e druk 1928):

(deel IV) Stelling LXVII. De vrije mensch denkt aan niets minder dan aan den dood; zijn wijsheid bestaat niet in bepeinzing van den dood, maar van het leven.

Bewijs.

De vrije mensch, d.w.z. de mensch, die leeft alleen volgens voorschrift der Rede, wordt niet geleid door Vrees voor den dood (vlg. St. LXIII v.d. D.) doch begeert het goede rechtstreeks (vlg. Gevolg derzelfde St.) d.w.z. (vlg. St. XXIV v.d. D.) hij begeert te handelen, te leven, zijn wezen te handhaven, met de bedoeling zijn eigen nut te dienen. Derhalve denkt hij aan niets minder dan aan den dood, maar bestaat zijn wijsheid in bepeinzing des levens. H.t.b.w.

                                                 - - -

Wanneer we alleen de geelgemarkeerde woorden nemen (en van mensch mens maken) hebben we het adagium. Toch, door weglating van het vervolg, ontstaat de twijfelachtige en onterechte indruk dat de vrije mens, onmiddellijk, naar het goede streeft (in tegenstelling tot gewone mensen voor wie geldt dat datgene waarnaar ze streven goed wordt genoemd). Terwijl het enige verschil eigenlijk alleen maar is dat de wijze weet waarnaar en waarom hij streeft.

Reacties

Mooi dat ik hier nu zie dat in de vertaling van Burger het "Q.E.D." met de laatste zin is weggelaten!
<a href="http://www.despinoza.nl/ethica/408.shtml">http://www.despinoza.nl/ethica/408.shtml</a>