Etienne Vermeersch over Spinoza - méér dan koketteren?
Naar aanleiding van opmerkingen die de Vlaamse filosoof Etienne Vermeersch (1934) maakte in het tv-programma "Reyers Laat" en de reacties daarop [zie dit blog] verwijs ik hier naar het artikel "Spinoza, de eerste waarlijk verlichte mens" dat in De Standaard van 27 augustus 2005 was verschenen op basis van een gesprek dat Laurens De Keyzer met Etienne Vermeersch had en dat op de website van de laatste te vinden is. Maar vooral wil ik hier enige uitspraken van hem brengen die al in dat Standaard-interview te vinden zijn, maar iets meer uitgesproken in dit boek:
Dirk Verhofstadt, In gesprek
met Etienne Vermeersch. Een zoektocht naar waarheid. Houtekiet,
Antwerpen/Utrecht, 2011.
Het boek was ontstaan op basis van gesprekken die Dirk Verhofstadt in de zomer 2010 gedurende tien dagen in Toscane voerde met Etienne Vermeersch over de thema’s die de filosoof al zijn hele leven bezig hadden gehouden in zijn zoektocht naar waarheid. Het boek sloeg aan: vanaf maart 2011 was er dat jaar zo ongeveer elke maand een nieuwe druk nodig.
Uiteraard gaat het ook over Spinoza, maar eigenlijk niet eens zo vaak als je zou verwachten, vanwege het beeld dat er bestaat over de relatie die Vermeersch met Spinoza zou hebben. Ik vraag me af of het veel meer is dan af en toe met Spinoza koketteren. Opmerkelijk vind ik de tegenstrijdigheid die hij op dezelfde bladzijde te berde kan brengen over Spinoza's God: dat is de absolute substantie en die is niet goed, maar is wat ze is. En kort daarop beweert hij dat bij Spinoza de totaliteit van de werkelijkheid, God, uiteindelijk goed is, want voorwerp van liefde. Hetgeen hij hem kwalijk neemt.
Na een korte beschouwing over Spinoza's axiomatisch redelijke stelsel, hoe alles met een volstrekte noodwendigheid uit God of de substantie voortvloeit, stelt hij:
"Het bestaan van Auschwitz zou dus ook volgens Spinoza uit God noodwendig voortvloeien. Maar wat heeft dat nu met moraal te maken, zul je zeggen. Wel, de hoogste vorm van moraal voor de mens, is God benaderen, dat wil zeggen zoveel mogelijk redelijk handelen, want dan handel je in overeenstemming met de wetmatigheden van de werkelijkheid.
[Verhofstadt] Kan je dan zeggen dat die substantie of God goed is?
[Vermeersch] Het menselijk begrip 'goed' kun je niet aan die substantie of God toeschrijven. Want die substantie of God is gewoon wat hij is. En wat uit die substantie of God voortvloeit zullen mensen op een bepaald ogenblik goed of kwaad noemen. Dat goed of niet-goed zijn — volgens onze normen — is geen karakteristiek van de substantie of God; want die is de totaliteit, en de totaliteit is nu eenmaal wat ze is. Het enige wat we, volgens Spinoza, weten is dat alles in het universum noodzakelijk is, dus ik en elke andere persoon die er bestaat, zijn noodwendig. Uit de substantie of God vloeit niet alleen de materiële wereld voort maar ook de wereld van het denken. Dat is een erfenis van Descartes! Die beide werelden zijn aan elkaar aangepast, dus mijn denken is aangepast aan mijn lichaam. De wereld van het denken kan de materiële wereld als object van denken nemen.
Daarbij verwezenlijkt de mens zichzelf steeds beter door in contact te komen met het juiste inzicht. En naarmate je meer en meer kennis verwerft, kom je dichter bij de kennis van de substantie of God. Dat is volgens Spinoza de zin van ons bestaan, want dat geeft ons de beste zelfrealisatie. Hoe meer we de werkelijkheid kennen, hoe groter onze liefde voor de werkelijkheid, dus voor de substantie of God wordt. En nu komt de essentie. Aangezien je weet dat de manier van denken bij je medemens op dezelfde wijze gestructureerd is, kom je op die wijze ook tot de liefde voor hem. Door de rede kunnen we het zonder enige dwang eens worden met alle redelijke mensen, van welke cultuur of nationaliteit ook. Precies die vreugdevolle eenheid met andere mensen via de rede, is wat Spinoza de liefde noemt. Dat is een fantastische redenering want daarmee toont Spinoza aan dat de liefde voor de medemens de beste manier tot zelfrealisatie is. Door deze redenering valt het hele theodicee-idee weg omdat Spinoza zegt dat wat wij het lijden of het kwaad noemen gewoon een onderdeel van de schepping is, maar die niet van toepassing is op de substantie of God. Uit de substantie of God vloeit alles voort, ook het kwade. Maar wat wij kwaad noemen, is kwaad in onze ogen. Het vloeit voort uit onze beperkte kennis van die werkelijkheid.
Ben je een spinozist? Ben je het met hem eens?
Er is één zaak waar ik het moeilijk heb bij Spinoza, zijn visie dat de totaliteit van de werkelijkheid, God, volgens hem uiteindelijk goed is, voorwerp van liefde. Fundamenteel slechte zaken (zoals Auschwitz) hoeven onze liefde tot God volgens Spinoza niet in het gedrang te brengen. Hij vergist zich. De totaliteit van de werkelijkheid is niet goed of kwaad maar ethisch volstrekt neutraal. Mocht ik een inzicht hebben in de totale werkelijkheid, dan zou dat fantastisch zijn, maar ik zou er geen ethische appreciatie aan toekennen. Ik ben het wel eens met Spinoza dat wat wij goed of kwaad vinden een gevolg is van onze menselijke appreciatie. Wij vinden Auschwitz een kwaad. Spinoza zou dat ook gevonden hebben, maar hij zou eraan toevoegen dat dit alleen vanuit ons standpunt zo is, maar, vanuit de eeuwigheid gezien — sub specie aeternitatis — gaat onze appreciatie niet meer op. Tot zover kan ik meegaan, maar dat weerhoudt er mij ook van, de termen 'goed' en 'object van liefde' op die totaliteit toe te passen.
Als Spinoza de totale werkelijkheid als goed aanzag, kan je hem geen atheïst noemen?
Dat was hij in die zin ook niet. Hij werd als atheïst beschouwd omdat zijn visie op God niet de visie van het christendom was. Op de religiometer van Anne Provoost zouden we Spinoza vlak bij het atheïsme kunnen plaatsen, met dit verschil dat hij de totaliteit van de werkelijkheid goed vindt, en atheïsten die als neutraal beschouwen.
De filosofe Tinneke Beeckman noemt Spinoza de filosoof van de blijheid» Ben je het daarmee eens?
Ja, want volgens Spinoza is het zo dat naarmate je meer kennis verwerft en dus verder komt in de zelfrealisatie, je dichter bij het goede leven komt Zo probeer je als mens je zo weinig mogelijk te laten beïnvloeden door tegenslagen aangezien je weet dat alles wat gebeurt toch onvermijdelijk of noodwendig uit de substantie of God voortkomt en dat je daar niets aan kunt doen. Dat is dus een stoïcijnse houding: je laat de uitwerking van de kosmos gewoon op je afkomen en je aanvaardt die. Dat is een positieve houding tegenover het leven. Je gaat volledig op in de dingen die je echt genoegen doen en je neemt zoveel mogelijk afstand van wat je hindert. Natuurlijk zouden de tegenslagen zo erg kunnen zijn dat je ondraaglijke pijn lijdt, in dat geval denk ik dat Spinoza in de richting van euthanasie zou gegaan zijn. Maar cruciaal voor hem is dat ons begrip 'goed' of 'kwaad' een menselijke appreciatie is en geen absolute norm die op een God gebaseerd zou zijn.
Dat was dan alles wat over Spinoza in dit boek te vinden is. De naam valt nog wel eens, maar tot verdere inhoud komt het niet.
______________
Wat weet "De allerslimste mens ter wereld" van Spinoza? [blog van 30 december 2010]
Etienne Vermeersch en Herman De Dijn op de (ideeën)vuist – ook via Spinoza [blog van 19 febr. 2011]
Spinoza is de grootste [blog van 5 april 2012]