Gods bewustzijn?

In het artikel van Andrea Sangiacomo, "Adequate Knowledge and Bodily Complexity in Spinoza’s Account of Consciousness", naar aanleiding waarvan en waarover ik begin vorige maand drie blogs schreef over Spinoza's bewustzijnstheorie [zie onder], was er één uitspraak waar ik toen niet op inging, daar het voor de kern van het artikel niet van groot belang leek. Die bewering werd dan ook gedaan in een voetnoot. Maar hij hield me wel zeer bezig. Ik werd er zelfs nogal verbouwereerd van. Het wordt echter tijd dat ik er eindelijk eens op inga, vooral daar die voetnoot op zich genomen eigenlijk alleen al de geldigheid van het hele bewustzijnsbetoog onderuithaalt.

Kort samengevat, zoals al in de titel is vervat, is het volgens Sangiacomo de lichamelijke complexiteit (waarop de bewustzijnstheorie van Steven Nadler gebaseerd is) samen met verwerving van adequate kennis - en wat hem betreft vooral dat laatste - waarop bewustzijn stoelt. En dat laatste - want in God is immers alle kennis adequaat - leidt dan tot die voetnoot (16) die luidt:

"From Gods point of view, indeed, all the ideas are necessessily adequate, and, thus, God turns out to be conscious at the highest level."

Zonder enige toelichting of verwijzing naar debatten van Spinoza scholars, zoals bijvoorbeeld tussen Hubbeling en De Dijn over de vraag of God denkt (hier meermalen op dit weblog aan de orde gesteld, cf. vooral dit blog van vijf jaar geleden). Het stond daar in Sangiacomo's artikel zomaar als recht-toe-recht-aan conclusie, zonder enige reflectie - als een hoogst evidente waarheid. Ik wist niet wat ik las! Zou niemand van al de geleerden die hij voor hun reacties bedankt, op het merkwaardige van zijn conclusie hebben gewezen? Of op andere zienswijzen hierover in de secundaire literatuur? Over wat het betekent dat aan God bewustzijn wordt toegeschreven, lezen we geen woord.

Hier wreekte zich volgens mij zijn besluit om in zijn artikel van geen definitie of voorafgaande analyse van wat onder 'bewustzijn' te verstaan is, uit te gaan: die betekenis wilde hij geheel aan Spinoza ontlenen. Maar ja, Spinoza is op dit punt geen duidelijke reisgids: slechts hier en daar laat hij een spoor zien (zo'n ca. vijfentwintig maal gebruikt hij in de Ethica een vorm van de term 'bewustzijn' ['conscius,' 'conscia,' 'conscium', 'conscire') zonder dat hij er een coherente theorie over bewustzijn mee ontwikkelt. Vandaar dat nu al zoveel pogingen werden ondernomen om uit die sporen een weg richting de top van het bewustzijn te ontwarren.

Volgens Sangiacomo zijn de belangrijkste sporen dus de adequate ideeën die naar Spinoza's bewustzijnstheorie leiden. Ja, en dan krijg je zo'n conclusie als in die noot werd weggestopt: God heeft over alles adequate kennis en uiteraard ook over zichzelf (Ik, God); want waartoe leidt bewustzijn anders dan tot zelfbewustzijn?

En zo krijgt Hegel zo'n 200 jaar na dato van Sangiacomo alsnog Spinoza's God als Subject. Hoezo zou Spinoza's God het subjectkarakter ontberen? Zie hier Sangiacomo's toelichting: God heeft bewustzijn op het hoogste niveau en is derhalve hét bewuste subject op 't hoogste niveau - het Super-Subject!

Je kunt je ernstig afvragen of de God van Spinoza en de God van Sangiacomo wel dezelfde God zijn.

Alles staat en valt uiteraard met wat je onder bewustzijn verstaat. In het artikel maakt Sagniacomo niet duidelijk wat onder bewustzijn wordt verstaan dat uit adequate kennis zou voortvloeien. Is bewustzijn niet bij uitstek iets dat bij wezens hoort die dingen ervaren, beleven? Bij eindige en tijdelijk bestaande wezens dus? Op hoeveel plaatsen, om een voorbeeld te noemen in E2/13c [Hinc sequitur hominem mente et corpore constare et corpus humanum prout ipsum sentimus existere], legt Spinoza niet het accent erop dat wij uit geest en lichaam bestaan en dat het menselijk lichaam zo bestaat als wij het ervaren (en de geest net zo, uiteraard). De ervaring namelijk van zgn. qualia - de ervaring precies van wat het is een vleermuis of een mens te zijn (Nagel, Chalmers). Hoe kun je bijvoorbeeld om de notie van apperceptie heen (dat begrip dat zo essentieel is voor Leibniz en vooral voor Kant) te weten: het altijd al onze waarnemingen begeleidende verschijnsel dat wij het zijn (dat 'ik' het ben) die dit waarneemt, ondergaat, of ervaart? Hoe je het ook wendt of keert: bewustzijn is een verschijnsel dat zich in de tijdelijkheid en eindigheid afspeelt. Het terrein waarover we volgens Spinoza alleen maar fictieve kennis, die van de eerste soort kunnen hebben. De fenomenologie ervan kun je niet zomaar transponeren naar de eeuwigheid en oneindigheid. [Ik heb nu enige termen gebruikt - apperceptie, fenomenologie, subjectiviteit/gevoels-ervaring - die Sangiacomo alle wilde vermijden. Dan zie je waartoe dat leidt.]

De conclusie in die voetnoot is op zich al genoeg aanwijzing ervoor dat Sangiacomo met zijn aan Spinoza toegeschreven bewustzijnstheorie volstrekt op de verkeerde weg is.

En ik moet eerlijk zeggen, sinds ik die onbereflecteerde voetnoot las, heb ik er moeite mee Andrea Sangiacomo nog echt serieus te nemen. Wie zoiets uit z'n pen krijgt, kan toch niet als serieze Spinoza scholar gezien worden?

______________

Eerdere blogs over Spinoza's bewustzijnstheorie

1 april 2014 Spinoza's bewustzijnstheorie [1]

2 april 2014 Spinoza's bewustzijnstheorie [2]

3 april 2014 Spinoza's bewustzijnstheorie [3]

Reacties

Lijkt me niet een heel verkeerde gevolgtrekking, gezien ook de rest van het artikel.