Heinrich Graetz (1817–1891) historicus van het jodendom had gemengde gevoelens over Spinoza
Deze grote historicus van het jodendom zag Spinoza’s relatie tot het jodendom als die van moedermoordenaar. Maar het positieve aan hem, waar hij ook oog voor had, kwam van het jodendom! Want, zo zegt hij over Spinoza: "Seine riesige Geisteskraft, seine Konsequenz und Charakterstärke werden immer mehr als Eigenschaften anerkannt, die er dem Blute zu verdanken hat, aus dem er sein Dasein hatte."
Heinrich Graetz werd te Xions in de toenmalige Pruisische provincie Posen geboren. Hij studeerde filosofie en semitische talen aan de universiteit van Breslau. Werd in 1854 docent aan het Joods Theologisch Seminarium Breslau en in 1869 Honorair hoogleraar aan de Universiteit van Breslau. Hij is vooral bekend geworden vanwege zijn monumentale 11-delige studie "Geschichte der Juden von der aeltesten Zeiten bis zur Gegenwart" (1853–1875). Het werd een zeer gedegen en wetenschappelijke studie, de eerste alomvattende geschiedenis van het joodse volk, gezien vanuit joods perspectief. Het wordt nog steeds gelezen en geciteerd. Het leidde ook tot een eerste »Historikerstreit«, waarin Heinrich Treitschke hem van zwaar negatief oordeel over het christendom beschuldigde.
Heinrich Graetz: Geschichte der Juden, Leipzig 1864. Kopergravure van Moses Mendelssohn door A. & TH. Weger [van hier]
Het boek (van meer dan 8000 pagina's) staat integraal op Zeno.org gedigitaliseerd. Daar ontdekte ik dat de “Epoche” die hij zag als “Letzte Stufe des inneren Verfalles” van het jodendom, een uitvoerig hoofdstuk heeft: “Spinoza und Sabbataï Zewi. (1656-70.)” Niet dat hij daarin beweert dat deze twee iets met elkaar van doen hebben, maar zij staan bij elkaar omdat zij beiden in zijn ogen in de 17e eeuw als de grote bedervers van het jodendom optraden.
In de bespreking van Manfred Walther die ik in het vorige blog overnam, citeert hij uit Ze'ev Levy: Baruch Spinoza - seine Aufnahme durch die jüdischen Denker in Deutschland: “The historian of Jewish history, Heinrich Graetz (1817-1891), described Spinoza's relation to Judaism as that of a "murderer of his mother"; on the other hand, he considered Spinoza one of the "greatest thinkers of his time, who brought with him a new salvation" (p. 147).
Aan het begin staat samengevat wat hij in dat hoofdstuk gaat behandelen: “Spinozas Jugend, seine Mitschüler Mose Zacut und Isaak Naar. Sein Bildungsgang und frühreifer Zweifel. Sein innerer Bruch mit dem Judentum. Neue Märtyrer der Inquisition. Verfahren des Rabbinats gegen Spinoza. Mordversuch auf ihn. Er wird von Morteira und Aboab in den Bann getan. Verteidigung seiner Meinungsfreiheit, seine Rechts- und Staatstheorie. Sein Weltsystem (Ethik). Seine Antipathie gegen das Judentum. Seine Anschauung vom jüdischen Staate und Verkennen der jüdischen Geschichte. Spinozas gebildete Zeitgenossen in Amsterdam. De Rocomora; Enriques Gomez de Paz. Der Dichter Joseph Penso und das erste hebräische Drama. Gomez de Sosa; Arias; de Olliver y Fullano und seine poetische Gattin Isabel Correa; Thomas de Pinedo; Leon Templo; David Coen de Lara; Benjamin Musaphia. Orobio de Castro.”
Het is een lange tekst van vele tientallen pagina's. Daaruit citeer ik - om een idee te geven - één passage ergens uit het midden:
"Spinozas Sittenlehre (Ethik im engeren Sinne) ist ebenso unfruchtbar wie seine Staatslehre. Hier wie dort erkennt er nur Unterwürfigkeit als vernünftig an. Eine glänzende Seite des menschlichen Gesamtgeistes war Spinozas Gesichtskreise ganz entrückt: die schöpferische Kraft, welche im Tatendrang, im Kämpfen und Ringen allmählich eine Zivilisation schafft, das Rechtsbewußtsein immer mehr klärt und Sittlichkeit und Religion dauernd begründet, die immer mehr Gesittung unter den Menschen verbreiten, Staaten gründen, die sich immer mehr von Recht und Sittlichkeit erfüllen und endlich den großen weltgeschichtlichen Prozeß fördern, der den Fortschritt der Menschheit bezeichnet. Für alle diese Erscheinungen hatte Spinozas Metaphysik kein Auge. Für ihn gab es keinen Fortschritt in der Flucht der Zeiten, sondern nur ein ewiges, langweiliges Wiederholen derselben Erscheinungen von Denken und Ausdehnung, einen ewigen Stillstand der Menschheit."
Pas in het volgende hoofdstuk, "Spinoza und Sabbataï Zewi. (Fortsetzung) (1665-1677)", komt Sabbataï Zewi aan de orde. Ik citeer hier daaruit de slotpassages met z’n eindoordeel over Spinoza (en Zwi)
“Der ebenfalls vom Judentum abgefallene Spinoza, welcher alle diese Erscheinungen erlebt hat, mag wohl mit großer Verachtung auf dieses tollhäuslerische messianische Treiben geblickt haben. Wenn es ihm darum zu tun war, das Judentum zu unterwühlen und zu bestatten, so hätte er in Sabbataï Zewi, in dessen Geheimschreiber Samuel Primo und dessen Propheten Bundesgenossen und Helfershelfer begrüßen müssen. Die Unvernunft der Kabbala hat das Judentum viel wirksamer in Mißachtung gebracht, als die Vernunft und Philosophie. Aber das ist das Merkwürdige, daß weder die eine noch die andere die zahlreichen gebildeten Juden Amsterdams von der Religion ihrer Väter abbringen konnte, so fest wurzelte sie in ihren Herzen. Gerade in dieser Zeit der doppelten feindlichen Strömung gegen das Judentum im eigenen Schoße, im Morgen- und Abendlande, unternahm (1671) die zu 4000 Familien angewachsene portugiesische Gemeinde den Bau einer Prachtsynagoge und vollendete das durch Kriegsunruhen unterbrochene großartige Werk nach einigen Jahren. Die Einweihung der Synagoge (10. Ab = 2. August 1675) wurde mit größter Feierlichkeit und mit Pomp begangen. Weder der erste, salomonische, Tempel, noch der zweite, der zerubabelsche, noch der dritte, der herodianische, sind so viel besungen und durch Beredsamkeit gepriesen worden, wie der neue Amsterdamer Tempel (Talmud Tora genannt). Abbildungen mit Kupferstichen wurden davon, mit Versen versehen, verbreitet. Christen beteiligten sich ebenfalls dabei. Sie schossen den Juden in der bedrängten Zeit Geld zum Bau vor, und ein Dichter Romeyn de Hooghe dichtete zur Verherrlichung der Synagoge und des jüdischen Volkes Verse in lateinischer, holländischer und französischer Sprache.Spinoza erlebte noch diesen Jubel der Gemeinde, von der er sich abgewendet hatte. Er war gerade zur selben Zeit in Amsterdam, um seine, die bisherige Weltanschauung umkehrende Schrift (die Ethik) drucken und die andere, vorzüglich gegen das Judentum gerichtete und mit Zusätzen vermehrte Politik überdrucken zu lassen. Er mag die Freude der Amsterdamer Juden als eitel belächelt haben; aber der Bau dieser Synagoge in einer Stadt, die ein Jahrhundert vorher keine Juden duldete und eine spanische Inquisition erhalten hatte, war ein lautredendes Zeugnis der Zeit und zeugte auch gegen manche seiner Behauptungen. – Er starb nicht lange darauf, oder richtiger, er entschlief sanft, wie mit einem Gotteskusse (21. Februar 1677), etwa fünf Monate nach Sabbataï Zewi. Er hat wider seinen Willen zur Verherrlichung des Stammes beigetragen, den er so ungerechterweise geschmäht hat. Seine riesige Geisteskraft, seine Konsequenz und Charakterstärke werden immer mehr als Eigenschaften anerkannt, die er dem Blute zu verdanken hat, aus dem er sein Dasein hatte. Von Seiten der gebildeten Juden hat nur Isaak Orobio de Castro ganz allein eine ernstliche Widerlegung der philosophischen Ansichten Spinozas versucht. Dieser fand nämlich, daß diese doch nicht so unschädlich wären, als er anfangs glaubte, indem auch Halbwisser sich denselben zuwendeten und dadurch in Atheismus und in ein darauf gebautes gesetzloses, unsittliches Leben verfielen. Orobio de Castro, so gut er es auch gemeint hat, war aber zu schwach, die geschlossene Gliederkette des spinozistischen Systems zu durchbrechen; es mußte der Geschichte überlassen bleiben, die Widerlegung derselben durch Tatsachen zu führen.”
______________
Er is veel informatie over Heinrich Graetz te vinden
Reacties
k moet zeggen dat ik niet ongevoelig ben voor de stelling van Graetz: "Für ihn gab es keinen Fortschritt in der Flucht der Zeiten, sondern nur ein ewiges, langweiliges Wiederholen derselben Erscheinungen von Denken und Ausdehnung, einen ewigen Stillstand der Menschheit."
Ik begrijp uit andere blogs dat ook Hegel een gelijkaardig verwijt aan Spinoza maakte: hij vond de filosofie van Spinoza weliswaar de beste die tot zijn tijd geproduceerd was, maar hij zag deze als een beginpunt, dat moest aangevuld worden met de vooruitgang van de Geist. `Substance is an essential stage in the evolution of the Idea, not however the Idea itself, not the absolute Idea, but the Idea in the still limited form of necessity.''
Inderdaad, nergens in de Ethica lijkt de historische vooruitgang van het menselijk Denken (= de ideeen in de menselijke Geest) een rol te spelen, en dat vind ik teleurstellend. Maar in de recente discussies in de vorm van reacties op deze blog zie ik mogelijk wel een uitkomst: in de evolutie van ideeen van ideeen neemt de kennis (= het volume aan adequate ideeen?) in de menselijke geesten steeds maar toe. En is dat dan toch geen doel vorr de mensheid zelfs in de anti-antropocentrische wereld van Spinoza?
Mark Behets 09-06-2012 @ 20:07
Waarschijnlijk heeft Graetz dat door jou aangehaalde oordeel uit de omgeving van Hegel opgepakt. Een aantal van de wetenschappers die participeerden in de beweging van de 'Wissenschaft des Judentums' stond nogal onder invloed van de ideeën van Hegel. (zie blog dat ik vandaag hieraan wijdde). Hegel heeft het 'blok beton-achtige' dat Spinoza's filosofie te zien zou geven (met ook nog een akosmisme) nogal overdreven - en Graetz praatte dat na. En als je niet oppast, Mark, kom jij op jouw beurt ook te dicht in de buurt van dit eenzijdige oordeel.
Stan Verdult 09-06-2012 @ 20:38
Dank je Stan voor waarschuwing. Ik hoop dat ik nog op je blog mag blijven reageren, ook al word ik een Hegeliaanse ketter. Aangezien ik merk dat er zelfs New Age ketters tussen je trouwe volgers zitten, heb ik er wel vertrouwen in :-)
Indien niet, kan je me een hyperlink naar een blog over Hegel geven die ven goed is als de jouwe over Spinoza?
Mark Behets 10-06-2012 @ 16:35
Mark, het komt wel goed...
Een blog als dit over Hegel kan ik je niet noemen. Misschien kun je gedurende het zoeken ernaar hier dit blog eens lezen:
http://spinoza.blogse.nl/log/theoloog-tholuck-werd-aanleiding-dat-hegel-zich-fel-tegen-spinoza-keerde.html
En misschien kun je nog naar het symposium dat vrijdag 15 juni 2012 in Leiden wordt gehouden n.a.v. het boek van Bart Labuschagne & Timo Slootweg (Eds.) Hegel's Philosophy of the Historical Religions. Brill, 2012
http://religion.weblog.leidenuniv.nl/2012/05/16/symposium-hegel-en-religie-wijsbegeerte-2012
Stan Verdult 10-06-2012 @ 18:04