Hendrik van Bronckhorst (1636 - 1678) schreef lofdicht op Spinoza [vervolg 2]
Na de e-mail van Frank Mertens, die leidde tot een vervolgblog, ontving ik zojuist ook een e-mail van Rindert Jagersma (de boekwetenschapper die samen met Trude Dijkstra ontdekte dat de Amsterdamse drukker Israel de Paul (1630-1680) de geheime drukker van Spinoza's meesterwerken was, cf. blog).
Hij reageerde op de passage in het blog “Hendrik van Bronckhorst (1636 - 1678) schreef lofdicht op Spinoza” waarin ik schreef: “Maar in het KB-exemplaar van de Nederlandse vertaling zijn die gedichten NIET te vinden. Ra, ra hoe zit dat?” Rindert daarop:
De verklaring is simpel: de twee bladzijden ontbreken in dit exemplaar.
Het voorwerk van Renatus Des Cartes Beginzelen der wysbegeerte bestaat uit 6 bladen - dit getoonde exemplaar van de KB maar uit 5 bladen.
Het voorwerk bestaat uit [En hier volgen beschrijvingscodes uit zijn vakgebied, SV]:
[*1r] titelpagina
[*1v] blanco
*2r 'Aan den goedtwilligen leezer’
*2v vervolg 'Aan den goedtwilligen leezer’
*3r vervolg 'Aan den goedtwilligen leezer’
*3v vervolg 'Aan den goedtwilligen leezer’
[*4r] vervolg 'Aan den goedtwilligen leezer’
[*4v] vervolg 'Aan den goedtwilligen leezer’
**1r vervolg 'Aan den goedtwilligen leezer’
**1v vervolg 'Aan den goedtwilligen leezer’ en Misstellingen
[**2r] lofdicht: ‘Ad Librum’ en ’Aan het boek’
[**2v] lofdicht: ‘Aan den Leezer’ van I.B.M.D.
In de Spinoza-bibliografie van Kingma en Offenberg (1977) staat het boek ook als zodanig beschreven.
Het KB-exemplaar mist dus [**2] waar het genoemde gedicht op staat.
Op je vraag ‘hoe zit dat?‘ kan ik geen sluitend antwoord geven, zonder het exemplaar te hebben gezien. Ik weet dat de twee exemplaren in het bezit van de Universiteit van Amsterdam allebei wel dit blad ([**2]) hebben. (De titel staat overigens in de STCN genoemd als: *4 2*1 A-X4 Y2)
Mogelijke opties zijn bijvoorbeeld: fout bij het scannen, het blad heeft er nooit ingezeten of is er later uitgehaald. Ik ga voor de laatste optie.
Aan de scan van het KB-exemplaar te zien, lijkt er geen blad overgeslagen bij het fotograferen.
De scan is niet goed genoeg om te zien of het blad er uit is gehaald of er nooit heeft gezeten. Op dit moment denk ik dat het blad gewoon ontbreekt. Maar het bekijken van de exemplaren is nodig om hierover echt uitsluitsel te geven.
(Overigens hebben Kingma en Offenberg het exemplaar van de KB wel ingezien, maar dit ontbrekende blad niet genoemd (of het vermelden hiervan nodig geacht).
Het lofdicht is dus wel gedrukt en opgenomen in het boek, maar alleen niet in dit exemplaar/deze scan.
Met vriendelijke groet,
Rindert
_________________
Dank, Rindert,
Nog één opmerking van deze leek in het vak der boekwetenschappers:
Zouden de laatste regels in bovenstaand rijtje niet hebben moeten luiden:
[**2r] lofdicht: ‘Ad Librum’ en ’Aan het boek’ van I.B.M.D.
[**2v] lofdicht: ‘Aan den Leezer’ van H. v. Bronchorst, M.D.
Reageren