Herman Philipse's antireclame voor Spinoza
Gisteren gaf ik in een blog een verwijzing naar het Studium-Generale-college van Prof. dr. mr. Herman Philipse over Hobbes en Spinoza. Ik gaf daar meteen al mijn eerste commentaar op. Nu wil ik dat nog eens in een apart blog doen – om mijn ergernis over deze ‘gebeurtenis’ te uiten. Philipse maakt misbruik van zijn positie om propaganda tegen Spinoza te maken.
Hoogleraar filosofie aan de Universiteit Utrecht prof. dr. mr. Herman Philipse heeft weinig op met Spinoza – zoveel is duidelijk. En wellicht weet hij er daarom niet zoveel van. In plaats van Spinoza zoals een goed docent betaamt, zo bij de toehoorders in te leiden dat ze nieuwsgieriger naar hem worden en hem wellicht zelf willen gaan lezen, waarschuwde hij eerder om dat maar niet te doen. Het hele college had een duidelijk sceptische en afhoudende ondertoon. Tot wel tweemaal toe citeerde hij de slotzin van de Ethica: “Sed omnia praeclara tam difficilia, quam rara sunt” [alles wat voortreffelijk is, is echter even moeilijk als zeldzaam] en de Tractatus theologico-politicus noemde hij op vele plaatsen saai en langdradig. En hij raadde dan ook met zoveel woorden aan er maar niet aan te gaan beginnen en eerder naar samenvattingen op zoek te gaan.
Maar het ergste was wel dat hij een volkomen foutief beeld van een van de kernen van Spinoza’s filosofie gaf en daar goed beschouwd een karikatuur van maakte. Tot zelfs wel driemaal toe benadrukte hij uitdrukkelijk en uitgebreid dat uiteindelijk, als het er op aan kwam, bij Spinoza denken en uitgebreidheid/materie identiek zijn, hetzelfde zijn: denken is uitgebreidheid en materie is denken. Dit heeft hij bij Spinoza zo niet kunnen lezen. Integendeel! Op hoeveel plaatsen geeft deze grote filosoof juist niet aan dat de verschillende attributen niet verward mogen worden; teveel om er hier naar te verwijzen.
Dit zgn. identiteits-beeld is ontstaan enerzijds bij de Franse materialisten (Diderot, d’Holbach e.a.: identiteitstelling in de richting van de materie) en anderzijds bij de Duitse romantici en idealisten (Schelling, Hegel e.a.: identiteitstelling in de richting van het geestelijke). En daarmee toont Philipse in mijn ogen aan dat hij waarschijnlijk slechts een of meer inleidingen op Spinoza uit een van deze hoeken heeft gelezen. Maar dat hij zeker geen werkelijke en diepgaande studie van Spinoza heeft gemaakt.
Dat zou allemaal nog zo vreselijk niet zijn, als dat beeld in een voorbijgaand college wordt geschetst. Jammer, maar voorbij. Maar nee door deze video en de door Home Academy verspreide CD’s en Mp3’s die blijvend beschikbaar zullen zijn en almaar door nieuwe geïnteresseerden of zoekenden weer beluisterd kunnen worden, kan deze foute beeldvorming groot anti-effect krijgen.
De meer filosofie-historisch georiënteerde hoorcolleges die Wiep van Bunge volgende maand over Spinoza zal geven die eveneens door Home Academy zullen worden verspreid, zullen dit beeld niet of nauwelijks kunnen corrigeren. [Zie dit blog]
Aardig was om te zien hoeveel interesse er bij de toehoorders voor Spinoza was. Alle vragen betroffen hem, geen enkele Hobbes. In de zaal zaten kenners van Spinoza uit de kring van de Ver. Het Spinozahuis. Ik kan me voorstellen dat het foutieve beeld dat Philipse gaf té omvattend was om er direct tegenin te gaan. Ik kan me niet voorstellen dat deze Spinozisten erg gelukkig waren met dit hoorcollege. En ik denk dat als ik in die zaal aanwezig was, ik het debat met Philipse wel was aangegaan. Maar - gelukkig in dit geval - is het niet te doen om voor zo’n bijeenkomst op een avond vanuit Maastricht naar Utrecht met openbaar vervoer heen en weer te reizen.
Dat Philipse nauwelijks interesse in Spinoza heeft, bleek al in zijn “Acht filosofische miniaturen” uit 2004, waarin hij Plato, Aristoteles, Descartes, Hume, Kant, Nietzsche, Heidegger en Wittgenstein behandelde, maar Spinoza niet. [Zie bij Home Academy]
Reacties
Enige Spinoza-liefhebbers die deze lezing van Herman Philipse hadden bijgewoond, spraken mij gisteren bij de VSH-cursus aan over mijn negatieve oordeel bij dit op video vastgelegde college. Zij waren juist erg tevreden geweest erover dát hij zo vlot over Spinoza sprak. Hoe hij dat deed, maar vooral en juist ook dát Spinoza in dit Studium Generale aan de orde werd gesteld waardeerden zij zeer. Dat kan ik mij voorstellen, maar voor mij staat wel voorop dat het gestelde inhoudelijk juist dient te zijn.
Uiteraard mag iemand zeggen dat Spinoza niet eenvoudig te lezen is. Dat klopt, maar iets meer enthousiasmeren om het te proberen mag ook.
Ik vind het jammer dat zij zelf niet op dit weblog reageren, maar moet uiteraard accepteren dat vele bezoekers van dit blog er niet te komen erop te reageren. Sommigen doen dit liever mondeling of via de e-mail. Het zij zo.
Ik vind het belangrijk genoeg om het bestaan van deze positievere evaluatie hier dan maar op deze manier door te geven. Ik merkte dat mijn hoofdpunt, het bezwaar tegen het nadrukkelijk en tot driemaal toe stellen dat bij Spinoza uiteindelijk denken en uitgebreidheid IDENTIEK zijn, door hen niet werd opgepakt. En dat verbaast mij bij Spinozisten. Ik vind dit zo'n belangrijk thema dat ik mij voorneem er een of meer aparte blogs aan te weiden. Ik voel dat ik hier een missie heb, niet alleen tegenover tegenstanders bij ook onder voorstanders van Spinoza. Het raakt aan de essentie van Spinoza's filosofie.
Henk Keizer heeft op het andere blog zijn reactie inmiddels gegeven. Deze identiteits-thematiek is op dit weblog al vaker aan de orde geweest en Henk en ik overwogen er een artikel over te schrijven. Maar daar kwam het niet van. Schrijven van blogs is mijn werk, niet het schrijven van peer-reviewed-articels voor wetenschappelijke tijdschriften. Ik denk erover een of meer blogs op te zetten, waarbij ik een hoofdstuk van een boek dat eveneens dezelfde identiteitsstelling meent te kunnen verdedigen, te trachten te weerleggen. Enfin, klussen genoeg...
Stan Verdult 13-03-2011 @ 11:40