Heropening van Het Spinozahuis op zaterdag 24 maart 2012
Na een sluitingsperiode van meer dan tien jaar (vanaf juli 2001) voor een langdurige renovatie zal het Spinozahuis over 2½ week weer officieel heropend worden. Dat gebeurt op zaterdag 24 maart 2012 in een besloten bijeenkomst voor genodigden in het voormalig gemeentehuis van Rijnsburg, Burgemeester Koomansplein 1, aanvang 10.30 uurDe heropening van het huis zal geschieden door prof.dr. Robbert Dijkgraaf, president van de Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen. De officiële opening is alleen bij te wonen door genodigden.
Tot de sluiting in 2001 bestond het museumgedeelte uit twee kamers, nu is het hele huis als museum ingericht.Iedereen is van harte welkom om vanaf 14.00 uur het gerestaureerde Spinozahuis te bezoeken. Het museum is op die dag vrij toegankelijk van 14.00 tot 17.00 uur, evenals op zondag 25 maart van 13.00 tot 17.00 uur.
Hierna krantenberichten uit 1899 over de eerste opening (uit het Historisch Krantenarchief van de Koninklijke Bibliotheek)
Het Nieuws van den Dag, kleine courant, van donderdag 16-03-1899 had het volgende bericht: De jaarvergadering van de vereeniging Het Spinozahuis wordt 24 dezer, 's morgens half twaalf, gehouden in "Zomerzorg," te Leiden.
Dienzelfden dag, te 2¼ u., wordt in het koffiehuis "De Landbouw", te Rijnsburg, eene buitengewone algemene vergadering gehouden ter inwijding van het herstelde Spinozahuis. [Hier]
* * *
De opening had dus plaats op vrijdag 24 maart 1899. Hier het verslag in de ochtendeditie van het Algemeen Handelsblad van 25-03-1899
De inwijding van het Spinoza-huisje.
Rijnsburg vlagde, van den toren en van verschillende particuliere woningen. De bevolking liep uit om al die vreemdelingen te zien die uit Leiden met de tram naar het anders, vooral in dezen tijds des jaars, zoo stille dorp kwamen. Zij allen waren gekomen om de plechtigheid bij te wonen van de opening van het Spinoza-huisje, het huisje, dat door den beroemden wijsgeer eenige jaren is bewoond.Dit huis werd door den heer G. Rosenthal te Amsterdam aangekocht en aan de Vereeniging „Het Spinozahuis", den 28 April 1897 opgericht, ten geschenke gegeven. Het werd daarna hoofdzakelijk op zijne kosten in den stijl der 17de eeuw hersteld.
De heer A. J. C. van Genund leidde den herbouw; de levering der meubelen en van de schouw was opgedragen aan de firma J. C. van Genund en Zoon te Haarlem.
Daar de inventaris van Spinoza's nalatenschap op zijn sterfdag notarieel is opgeteekend en de inventaris tot op den huidigen dag is bewaard gebleven, (gepubliceerd door A. J. Servaas van Rooijen en J. Freudenthal) is men volkomen op de hoogte van hetgeen den wijsgeer heeft toebehoord en dus vrijwel bij machte alles te herstellen in den staat, waarin het zich tijdens Spinoza's verblijf te Rijnsburg bevond.
Alvorens een bezoek aan het huisje te brengen hield prof. G. J. P. J. Bolland van Leiden, daartoe uitgenoodigd door het bestuur der Spinoza-vereeniging, in het koffiehuis „De Landbouw" eene uitvoerige rede, waarin hij Spinoza als wijsgeer schilderde. Deze rede is in druk verschenen, zoodat wij kunnen volstaan met een paar feiten.
De spr. dan herinnerde er aan, dat Spinoza, te Amsterdam geboren, blijkens nagegane gegevens, van 1660—1663 te Rijnsburg heeft gewoond aan de thans naar hem genoemde laan, die toen ter tijd eenvoudig „De Laan" heette, d. w. z. de laan die van Rijnsburg naar Katwijk leidde.
Overigens werd door spr. in korte trekken Spinoza's leven geschetst, terwijl hij aan het einde van zijn betoog de verwachting durfde uitspreken, dat de verzameling van Spinoza's werken in het huisje: het feit, dat de groote wijsgeer daar geruimen tijd werkte, deze plaats zal blijven stempelen tot een plek van bedevaart voor belangstellenden.
Onder de aanwezigen werden opgemerkt burgemeester en wethouders der gemeente Rijnsburg; de heer G. Rosenthal, de hoogleeraren B. J. Stokvis en J. te Winkel, de heer P. H. Hugenholtz en mr. J. F. Wertheim, alsmede een aantal belangstellenden en studenten.
Na het uitspreken der rede begaven de aanwezigen zich naar Spinoza's huisje in de naar hem geroemde laan gelegen. Een laan is het feitelijk niet, het is een dorpsstraatje, tusschen lage huisjes loopende. Aan het einde dezer laan trekt het huisje met zijn kleine in lood gevatte ruitjes en de kleine rood en wit geschilderde blinden de aandacht.
In den muur valt al dadelijk in het oog de gevelsteen met het inschrift:
Ach! waren alle menschen wijs.
En wilden daarbij wél!
Deez’ aarde waar' een paradijs
Nu is ze meest een hel.
Societas Domus Spinozae
Socii Perpetui
G. Rosenthal
PRAESES HONORARIUS.
Sir Fred. Pollock, baronet London
Prof. J. d'Aulnis de Bourouill, Utrecht.
Sir G. Montefiore, London.
Prof. Wilh. Bolin, Helsingfors.
H. van Kempen, Amsterdam.
Aan dit vertrek grenst een kleiner, waar, evenals in het daareven genoemde, Spinoza's portret hangt, waaronder de woorden:
Bene agere et laetari
terwijl hier mede staat een tafeltje waarop het groote vreemdelingenboek voor de bezoekers; de molen, waaraan Spinoza, brillenslijper van beroep, zijn vak beoefende, zal ook in dit vertrek een plaats vinden.
Hiermede is feitelijk het Spinoza-huisje beschreven; daar zijn nog een paar vertrekken en een keukentje in hat gebouwtje, doch deze zijn in gebruik bij den concierge van het huisje.
Een en ander werd door de aanwezigen met de belangstelling, die het ontegenzeggelijk verdiende, bezichtigd. Een woord van dankbare hulde komt toe aan den heer G. Rosenthal, die zoo balangloos dit huisje aan de vergetelheid ontrukte en aan den heer W. Meijer, den secretaris der vereeniging „Het Spinozahuis", die niet moede werd gegevens omtrent Spinoza's leven te verzamelen. Wie omtrent een en ander meerdere gegevens wenscht, zullen die door genoemden heer, woonachtig Weimarstraat 43, s-Gravenhage, zeker volgaarne worden verstrekt.
Algemeen Handelsblad, 25-03-1899, Ochtend [Hier]