[Hersteld] De drie bedriegers

Teruggehaald uit het cachegeheugen van Google, nadat blogse.nl alle blogs van 2½ maand gewist had.

De drie bedriegers

Bracht vorig jaar (despinoza.nl wees ons erop) de website ‘Thomas Evangelie’ samen met een hele reeks andere verketterde en verboden geschriften, een vertaling van de ‘Traité des Trois imposteurs’ als ‘Vertoog over de drie bedriegers’ [die is op beide sites nog te lezen of downloaden] onlangs verscheen bij uitgeverij Voltaire, ingeleid, vertaald en geannoteerd door Ivo Gay, ‘Over drie bedriegers. Mozes, Jezus Christus, Mohammed’.

 

Het boekje bundelt vertalingen van ‘De tribus impostoribus’ en van de ‘Traité des trois imposteurs’. Dat laatste is ook wel genoemd en beter bekend als: ‘L’Esprit de Mr Benoît de Spinoza’ dat eertijds werd uitgegeven tezamen met ‘La Vie de Mr Benoît de Spinoza’ dat wordt toegeschreven aan de Franse hugenoot Lucas.
De Traité of l'Esprit moet zijn geschreven omstreeks 1690.

Het is volgens Jonathan Israel  een van de meest verspreide en invloedrijkste clandestiene filosofische manuscripten van heel Europa in de 18e eeuw. Ook de Amerikaanse historica Margaret Jacob, die eerder haar ‘The Radical Enlightenment’ publiceerde, zag het als de meest radicale tekst van de Verlichting. Het is, zeg maar, de ‘God Delusion’ van die tijd, hoewel de meeste mensen in deze tijd minder ondersteboven zijn van Richard Dawkins’ boek dan velen toen van de Traité waren. Beide zijn wel net zo ‘agressief antireligieus’.

Het zal in dit boekje samen met ‘De tribus impostoribus’ zijn uitgegeven wegens de vergelijkbare godsdienstkritiek, hoewel dat laatste werkje niet ‘De tribus impostoribus’ is en die titel alleen maar opgeplakt kreeg uit publicitaire, commerciële overwegingen.

Het aardige van dit boekje van Ivo Gay is het stukje cultuurgeschiedenis dat als inleiding wordt meegegeven over het legendarische boekwerkje waarvan alleen de titel ‘De tribus impostoribus’ bestond. Niemand had het ooit in handen gehad, er is veel naar gezocht, maar er is nooit een manuscript of drukwerkje van ‘De tribus impostoribus’ boven tafel gekomen. Wel werden velen in de loop der tijd - vanaf de 12e eeuw - beschuldigd de auteur van dit godslasterlijke en ketterse fantoomwerk te zijn.

Het handschrift van Johannes Joachim Müller was getiteld ‘De imposturis religionum’. Het kreeg van degene die het in 1753 anoniem in druk liet verschijnen de titel ‘De tribus impostoribus’, juist vanwege die eeuwenlange mysterieuze hype over dit zo gevaarlijk geachte boek. De historicus Jacob Presser zou in zijn proefschrift Das Buch 'De Tribus Impostoribus’ (1926) hebben aangetoond dat Johannes Joachim Müller de auteur ervan was.

Twee kanttekeningen. De bezorger-vertaler heeft het over Spinoza’s deïstische filosofie. Even later stelt hij: “Wie het werk van Spinoza kent, zal merken dat de twee traktaten qua inhoud en stijl geenszins overeenkomen met de denkwereld van deze grote filosoof en dat de auteurs ervan zich ten onrechte ‘spinozisten’ noemden."

Met deze twee opmerkingen toont de vertaler aan zelf weinig van het werk van Spinoza te kennen. Spinoza en deïsme zijn twee totaal andere werelden. En de schrijvers van de Traité waren in ieder geval radicaal gezinde hugenoten in de Nederlanden die sterk met het spinozisme sympathiseerden (cf Israel). Zeker de eerste twee hoofdstukken zijn bijna letterlijk uit de Appendix van het 1e hoofdstuk van de Ethica overgenomen en de TTP herkent men erin; ook de rest ademt de kritische, deterministische en materialistische principes van Spinoza. Wel is het zo dat Spinoza veel meer waardering voor Mozes en zeker voor Christus opbracht dan de auteurs van de Traité.

Reacties

Maar met die waardering voor Mozes was het toch maar matig gesteld. Mozes was ook volgens Spinoza een bedrieger van het volk. In het voorwoord van de TTP laat hij al doorschemeren dat hij behoort tot de vorsten "wier hoogste geheim en opperste belang het is het volk te bedriegen en de vrees van het volk, die zij nodig hebben om het in bedwang te houden, met de kostelijke naam van godsdienst te versieren..." In het vijfde hoofdstuk werkt hij dat in detail uit. Aan Albert Burgh maakt hij duidelijk dat de paus een grote bedrieger is, op Mohammed na de grootste!

Dat citaat uit de voorrede zie ik niet slaan op Mozes.
Spinoza spreekt in de TTP heel veel over Mozes. Mij valt op dat hij overal met respect over Mozes schrijft. Hij neemt hem zeer serieus en ziet hem in Hfst 5 §10 de dingen doen die de joden die hij uit Egypte leidt en die a.h.w. terug in de natuurstaat komen, nodig hebben om een geregeld gemeenschapsleven te leiden. Hij ziet hem als staatsman, wetgever en de vorst die ze dan nodig hebben. Hij verdedigt Mozes in Hfst 3 § 10 tegen Farizeeën. In hetzelfde Hfst 5 § 11 introduceert Mozes godsdienst, niets als oplichterij, maar opdat men niet uit vrees maar uit pietas z'n plicht zal doen. Zelfs als hij Mozes zijn volk a.h.w. laat manipuleren, omdat het volk onontwikkeld was en hij, Mozes, in 'goddelijke kracht' ver boven hen uitstak, laat hij hem de leiding geven die dat onkundige en onverstandige volk op dat moment nodig heeft. Ook in Hfst 6 heeft hij het nergens over bedrog of misleiding, wel over vooroordeel en onkunde. Hij is ervan overuigd dat het Hebreeuwse volk toen niet in staat was eigen heer en meester te zijn en het geluk had in Mozes de zo broodnodige leider te hebben. Ook al ging die in z'n theocratische ceremoniële wel erg ver in het onderdrukken van elke ruimte voor eigen denken.
Maar geef mij één passage waaruit duidelijk blijkt dat Spinoza met minachting en disrespect over Mozes als over een bedrieger en oplichter spreekt. Ik vind die niet en houd staande - zo lees ik hem - dat Spinoza flink wat waardering voor Mozes kon opbrengen. Als hij door de geest van de schrijvers van de Traité bevlogen was geweest, had hij een heel andere TTP in een heel andere toonaard geschreven.

Maar, m'n beste, ik heb toch niet beweerd dat "Spinoza met minachting en disrespect over Mozes" spreekt? Ik heb ook niet gezegd dat hij hem een 'bedrieger' heeft genoemd, maar wel dat hij volgens hem een bedrieger was. En ik vind dat je eigen relaas over hoofdstuk 5 precies beantwoordt aan wat in het door mij gegeven citaat uit de voorrede wordt gezegd, zodat dit (inclusief het 'decipere' van 'homines' ) daarop van toepassing is. [zie ook mijn TTP: 5/12, 5/13, 5/15]. Hij, de aanvoerder, kapitein-generaal of vorst van de veroveraars en bezetters van Palestina, 'overtuigde' zijn volk van zijn bijzondere kwaliteiten en zijn intieme omgang met God op de berg, die hem naar zijn zeggen de 'goddelijke wetten' meedeelde, die hij op zijn beurt alleen maar aan het volk hoefde door te geven. Dit was gewoon het onnozele volk iets wijs maken of, eenvoudig gezegd, bedonderen. Mozes was sluw en slaagde er door deze tactiek in om het volk onder de duim te houden en het zijn wil op te leggen en aldus effectief een staat te stichten door een volledig dictatoriale disciplinering van het gedrag. Dat getuigt van grote capacteiten, waar Spinoza zeker zijn pet voor afneemt. Maar in een 'vrije republiek', vervolgt hij het citaat, is zoiets uiterst ongewenst. Daarin zijn wij, samen, van onszelf en richten wij onze eigen samenleving in zoal wij dat samen willen. Daarin zijn wij niet met huid en haar overgeleverd aan anderen.
Maar ik geef toe, dat het citaat niet specifiek over Mozes gaat. Het gaat over alle wetgevers en 'vorsten', van Solon, Lycurgus, Numa, Camillus . Allen hebben zich als Mozes op een geheime omgang met God beroepen om hun wetten ingang te doen vinden. Zoals altijd is ook op dit punt Van den Enden ad rem: "Om dat bederf [uitbuiting door politici] te voorkomen, willen wij in tegenstelling tot alle zogenaamde politieke schrijvers elke vorm van bedrog weren uit een vrije republiek en dat wel met de meest zorgvuldige bestrijdingstaktiek" ("Directe democratie..."p.38). Dit is ook heden ten dage hard nodig, omdat wij voortdurend, vooral waar het gaat over internatinale politiek, door onze politieke leiders, de drievuldigheid Balkenende/Bos/Rouvoet, voor de domme worden gehouden.

Bedankt voor je reactie, Wim.
We zijn elkaar dicht genaderd. Spinoza vond de overheersing van het Mozaïsche type voor zijn en onze tijd niet meer nodig (zo mochten de dominees zich ook niet op de historische rol van de Hogepriester bij de Hebreeën beroepen). Daarm ook schreef hij dit boek. Maar hij meende dat die theocratische aanpak indertijd - in de situatie van de Hebreeën - wel een passende was. Maar hij wil het wel louter bij die tijd houden.
In hoeverre dat mogelijk ironisch bedoeld was, is moeilijk in te schatten. Ik denk het niet. Spinoza kon, als het nodig was, ironisch en zelfs sarcastisch zijn, maar dat is hij in de hoofdstukken in de TTP die we hier bespreken niet. Of hij Mozes - zonder het te zeggen - echt een bedrieger vond... Ik zal er bij volgende lezing van de TTP extra op letten of daarvan iets te merken is. Maar nu vraag ik mij af: hoe zou hij die kritische mening kunnen hebben, als hij tegelijk van mening is dat in de hachelijke situatie (soort natuurstaat) waarin de joden toen verkeerden, de leidersfunctie als combinatie van religieus leider en staatshoofd a.h.w. het beste was wat de joden toen kon overkomen? Waardoor de unieke situatie ontstond dat het joodse geloof tegelijk godsdienst en patriottisme werd. (Wat het voor velen nog is trouwens).

Maar je weet toch, Stan, dat wij de 'natuurstaat' nooit achter ons laten en dat daarin alle middelen die effectief zijn worden toegepast door hen die daartoe (door individuele talenten) in staat zijn. Daartoe behoren ook alle vormen van bedrog. Lees nog eens TTP 16: "Quidquid itaque unyusquisque, qui sub solo naturae imperio consideratur, sibi utile vel ductu sanae rationis, vel ex affectuum impetu iudicat, id summo naturae jure appetere, et quacumque catione, SIVE VI, SIVE SOLO, SIVE PRECIBUS sive quocumque demum modo facilius poterit, ipsi capere licet, et consequenter pro hoste habere eum, qui impedire vult, quominus animum expleat suum".
En ook in onze huidige situatie zou volgens Spinoza godsdienst moeten samenvallen met wat je 'patriottisme' noemt. "Pietas erga patriam SUMMA [est] quam aliquis praestare potest" (TTP 22). Er bestaaat geen hogere vroomheid of perfectere godsdienst (in strike zin) dan het gemenebest te vestigen en te behartigen.

In mijn reactie hierboven moet 'solo' natuurlijk 'dolo' (door bedrog of list) zijn. IK sla nog wel eens mis op mijn pc of tik te vlug, zodat de letters het niet kunnen bijhouden.