[Hersteld] Fokke Akkerman te vinden op internet
Teruggehaald uit het cachegeheugen van Google, nadat blogse.nl alle blogs van 2½ maand gewist had.
Fokke Akkerman te vinden op internet
Als ik op het wereldwijde web iets ontdek dat te maken heeft met Spinoza meld ik dat graag op dit weblog. Wie weet heeft iemand er iets aan. Zo had ikzelf het volgende graag eerder geweten, maar je kunt niet alles meteen vinden - er komt toeval bij kijken. Je kúnt de serendipiteit kennelijk iets helpen door eens met een andere zoekmachine te werken. Meestal gebruik ik Google, maar gisteren probeerde ik ixquick en kreeg daarmee een hit die mij naar de website van de Universiteitsbibliotheek van de Rijksuniversiteit Groningen bracht, naar "Met iets van eeuwigheid": een keuze uit het werk van F. Akkerman. Bijeengebracht door G.C. Huisman, P. Steenbakkers, A.J. Vanderjagt ter gelegenheid van het afscheid van dr F. Akkerman van de Rijksuniversiteit Groningen, 17 maart 1995.
Dit had Google, gezocht op Spinoza, mij nog niet gebracht.
Onlangs leende ik uit de bibliotheek Akkermans dissertatie ('Studies in the posthumous works of Spinoza. On style, earliest translation and reception, earliest and modern edition of some texts'. Diss. R.U. Groningen, 26 juni 1980) en las en kopieerde er enige gedeelten uit. Zo bijvoorbeeld de rede die hij hield voor de Vereniging het Spinozahuis: 'Spinoza’s tekort aan woorden: humanistische aspecten van zijn schrijverschap'. Leiden: Brill, 1977. (Mededelingen vanwege Het Spinozahuis, vol. 36)
En nu merkte ik dat deze tekst is opgenomen in deze bundel 'Met iets van eeuwigheid en al sinds 1995 op internet staat [hier zie aldaar het PDF-bestand].
Uit de ‘Verantwoording’
Op 27 april 1995 bereikte dr F. Akkerman de leeftijd van vijfenzestig jaar, waarbij hij afscheid nam van de Rijksuniversiteit Groningen, waar hij meer dan drie decennia het Latijn doceerde. Daarbij tekende zich vanaf het midden van de zeventiger jaren een specialisatie in het Neolatijn af, die later resulteerde in zijn benoeming tot universitair hoofddocent voor het Neolatijn. “In die ruim dertig jaar heeft Akkerman door zijn ruime opvatting van het vak en zijn brede belangstelling een sterke, zeer persoonlijke bijdrage geleverd aan de vorming van vele classici, historici en filosofen. Wij willen zijn afscheid van de universiteit luister bijzetten met deze bundeling van een keuze uit zijn werk.”
De selectie biedt een staalkaart van Akkermans werk en bevat publicaties op verschillende terreinen: Neolatijnse literatuur, (noordelijk) humanisme, Spinoza en Akkerman in zijn kwaliteit van vertaler.
“Dat deze bundel niet als boek verschijnt, maar als digitale publicatie op het World Wide Web, is een novum. We beogen daarmee de toegankelijkheid van het werk van Akkerman voor toekomstige generaties te bevorderen op een wijze die nieuwe mogelijkheden toevoegt aan die van het gedrukte boek.”
In de bundel werden de volgende stukken opgenomen (de cijfers verwijzen naar de plaats in de bibliografie):
[2] Spinoza’s tekort aan woorden: humanistische aspecten van zijn schrijverschap. Leiden: Brill, 1977. (Mededelingen vanwege Het Spinozahuis, vol. 36) [Ook in het Frans verschenen: nr 29]
[3] Spinoza, Briefwisseling. Vertaald uit het Latijn en uitgegeven naar de bronnen alsmede van een inleiding en van verklarende en tekstkritische aantekeningen voorzien door F. Akkerman, H.G. Hubbeling, A.G. Westerbrink. Amsterdam: Wereldbibliotheek, 1977. (Werken van B. de Spinoza). Herdrukt 1992.
[10] ‘Glazemakers wijze van vertalen’. In: Glazemaker 1682–1982: catalogus bij een tentoonstelling over de vertaler Jan Hendriksz Glazemaker in de Universiteitsbibliotheek van Amsterdam (Amsterdam: Universiteitsbibliotheek, 1982), viii–xiii
[12] ‘Rudolf Agricola: een humanistenleven’. In: Algemeen Nederlands tijdschrift voor wijsbegeerte 75 (1983), 25–43
[14] ‘Le Caractère rhétorique du Traité théologico-politique’. In: Spinoza entre Lumières et Romantisme (Les Cahiers de Fontenay N° 36–38) 1985, 381–390
[19] ‘De Neolatijnse epistolografie: Rudolf Agricola’. In: Lampas: tijdschrift voor Nederlandse classici 18 (1985), 321–337
[20] ‘Constantijn Huygens als Neolatijns dichter’. In: N.F. Streekstra & P.E.L. Verkuyl (red.), Huygens in noorder licht: lezingen van het Groningse Huygens-symposium (Groningen: Rijksuniversiteit, 1987), 99–112
[23] ‘La Latinité de Spinoza et l’authenticité du texte du Tractatus de intellectus emendatione’. In: Revue des sciences philosophiques et théologiques 71 (1987), 23–29 [27] ‘Auf der Suche nach dem Lehrgedicht in einigen neulateinischen Poetiken’. In: Stella P. Revard, Fidel Rädle, Mario A. Di Cesare (eds), Acta conventus Neo-Latini Guelpherbytani: proceedings of the sixth international congress of Neo-Latin studies, Wolfenbüttel 12 August to 16 August 1985 (Binghamtom, N.Y.: Medieval and Renaissance texts and studies, 1988), 409–417[28] ‘Onderwijs en geleerdheid in Groningen tussen 1469 en 1614’. In: G.A. van Gemert, J. Schuller tot Peursum-Meijer, A.J. Vanderjagt (red.), ‘Om niet aan onwetendheid en barbarij te bezwijken’: Groningse geleerden 1614–1989 (Hilversum: Verloren, 1989), 13–29
[32] ‘De humanistenbrief en het eindexamen Latijn 1992: enige adviezen voor behandeling in de klas’. In: C.A.C.M. Fisser, D.M. Schenkeveld, E. Vester (red.), Receptie van de Klassieken III: vier voordrachten (Amsterdam: Universitaire Lerarenopleiding Vrije Universiteit, 1991), 69–87
[35] ‘Établissement du texte du Tractatus theologico-politicus de Spinoza, suivi de quatre interprétations’. In: Groupe de recherches spinozistes – Travaux et documents N° 4: l’Écriture Sainte au temps de Spinoza (Paris: Presses de l’université de Paris–Sorbonne, 1992), 91–107