Het Spinozahuis in Rijnsburg

Tijdens de Spinoza-zomerweek  in Barchem, werd de deelnemers verteld dat het Spinozahuis zeker niet, zoals aanvankelijk de bedoeling was, in september a.s. zou kunnen worden heropend. De buitenzijde is opgeknapt, maar binnen moet alles nog gedaan worden. Het bestuur is in afwachting van de subsidieverlening door NWO, alvorens de aannemer de vervolgopdracht kan worden gegeven.

Intussen breng ik hier enige informatie over dit Spinozahuis bijeen.


 [foto van hier]

Zoals bekend trok Spinoza in 1660/1661 naar Rijnsburg, dat een vrijplaats was voor de collegianten, een doperse sekte waaronder hij diverse vrienden had. In de woning die chirurgijn Herman Hooman een jaar eerder had laten bouwen, betrok hij een kleine kamer, waar hij lenzen sleep voor optische instrumenten en waar hij zijn brieven en overpeinzingen met ganzenpen neerschreef.

     

Kaart van Rijnsburg Hoogheemraadschap Rijnland getekend door Floris Balthasar (1610-1615).

Later, in 1663 verhuisde hij naar Voorburg en tussen eind 1669 en begin 1671 verhuisde hij naar Den Haag, waar hij zijn Ethica voltooide. Over dit huis aan de Paviloensgracht zie hier op dit weblog.

Spinoza stierf er op 21 februari 1677.

In de maand erop, in maart 1677, werd door notaris Willem van den Hove een boedelbeschrijving opgemaakt, een inventaris van de nalatenschap van Spinoza. Dit document bevindt zich nu in het Gemeentearchief Den Haag dat dit jammer genoeg niet op zijn website toont. Op die lijst komt uiteraard niet Spinoza's schrijfmeubel met handschriften en brieven voor dat Spinoza’s huisbaas op zijn eerder gedane verzoek direct per trekschuit naar uitgever Riewertsma in Amsterdam had laten sturen, zodat aan de Opera Posthuma kon worden gewerkt. Het boedeldocument bevat naast enige persoonlijke spullen, zoals zijn bed, lakens, kussens en enige kleding, voorts een lijst van de boeken die Spinoza bezat. De lijst is opgesteld in volgorde van de grootte der boeken, die telkens een korte omschrijving krijgen. De boeken in folio ontvingen de nummers 1 – 24; de quarto’s 1 – 55 etc. In totaal 159 boeken die in november 1977 werden geveild.

Servaas van Rooijen publiceerde dit document met bibliografische aantekeningen als “Inventaire des livres formant la bibliothèque de Bénédict Spinoza”. 1889. Tien jaar later zou het van groot nut blijken.

De ontdekking van het Rijnsburgse Spinozahuis - fase 1
In het midden van de 19e eeuw, in 1851, kocht E. Boehmer bij boekhandelaar F. Muller een exemplaar van J. Colerus’ biografie van Spinoza. Daarin trof hij twee teksten aan die hij het jaar erop publiceerde: Korte schets der Verhandeling van Benedictus de Spinoza: over God, den Mensch, en deszelfs Welstand, alsmede een kopie van Aantekeningen bij het Godgeleerd-Staatkundig Vertoog. Volgens een handgeschreven aantekening op de bladzijde waarop Colerus gegevens over de geschriften van Spinoza genoteerd had, zouden vrienden over een verhandeling beschikken waarin dezelfde redeneringen als in de Ethica, maar niet in meetkundige trant; het zou een voorstudie van Spinoza geweest zijn voor zijn hoofdwerk. Dezelfde boekhandelaar kwam daarna nog een exemplaar van de Korte Verhandeling tegen dat in het midden van de 18e eeuw moest zijn geschreven.

J. van Vloten publiceerde de twee teksten van de Korte Verhandeling in 1862 in een Supplementum bij de werken van Spinoza. Drie jaar later, in 1865, toonde A. van der Linden aan dat de door Boehmer uitgegeven korte schets en de Aantekeningen, ook die in Colerus’ biografie van de hand van één kopiïst waren: de Amsterdamse arts J. Monnikhoff (1707-1787).

Deze Johannes Monnikhoff was kennelijk goed op de hoogte en noteerde in de biografische notitie in zijn kopie van de KV de exacte locatie van het huis in Rijnsburg waar Spinoza van ca 1661 tot 1663 woonde. In zijn verhaal had Monnikhoff vermeld dat zich in de voorzijde van het huis een plaquette bevond met het laatste couplet van 'Maysche Morgenstondt' van de collegiant Dirck R. Camphuysen:

 

                   Ach! waren alle Menschen wijs
                   En wilden daarbij wel!
                   De Aard waar haer een Paradijs
                   Nu isse meest een Hel.

 

Spinozahuis, museumdag 8 sep. 2007 van hier - en groter

De ontdekking van het Rijnsburgse Spinozahuis - fase 2
Op 16 december 1896 zou een oud daglonershuisje in koffiehuis  'De Landbouw' in Rijnsburg worden geveild, zo bleek uit een advertentie. Willem Meijer die een paar dagen tevoren vernam dat in Rijnsburg een huisje met in de muur een moeilijk leesbaar versje, te koop kwam, herinnerde zich - als gedreven Spinozakenner - dat oude verhaal van Monnikhoff.

                                        advertentie groter 

Meijer kon zo het verwaarloosde pand identificeren als de woning waar Spinoza gewoond had. Ook de Spinozadeskundige Gebhardt werd nog geraadpleegd over de mogelijke authenticiteit van het huis, gezien de beschikbare gegevens. Die was van dezelfde mening. Reden genoeg voor Meijer om te proberen het te verwerven en voor mogelijke sloop te behoeden. Er was niet voldoende tijd om er een stichting voor op te richten die een inzameling kon houden, maar de Haagse zakenman B.J. Kruijswijk was bereid het geld voor te schieten en tussentijds als eigenaar te fungeren. Wanneer de stichting eenmaal was opgericht kon het eigendom alsnog worden overgedragen.

Prof. Dr. B.J. Stokvis was degene die de 'Vereeniging Het Spinozahuis' op 28 April 1897 oprichtte met als doel het behoud van Spinoza's huis in Rijnsburg, het terug te brengen in z’n oorspronkelijke staat, het te onderhouden en in te richten met nog te verzamelen objecten die geassocieerd zouden kunnen worden met leven en werk van de filosoof.

In art. 2 van de Vereniging Het Spinozahuis staat te lezen:
De vereniging stelt zich ten doel de instandhouding van monumenten beschermd op grond van de monumentenwet en in het bijzonder de woning waarin volgens de overlevering Spinoza te Rijnsburg verblijf hield zoveel mogelijk in de staat waarin zij zich thans bevindt te onderhouden en in te richten tot een “Spinozahuis”, waarin ter verlevendiging van de studie van en ter herinnering aan de wijsgeer, al datgene wordt bijeengebracht wat voor de kennis van zijn leven en werken geacht kan worden van belang te zijn.

Het lukte Stokvis om de Joods-Duits-Nederlandse bankier George Rosenthal (1828-1909)* te overreden om de noodzakelijke middelen te verschaffen die het de Vereniging mogelijk zouden maken het huis en de grond van Kruijswijk over te nemen en te doneren aan de Vereniging.

     
George Rosenthal  [foto van hier]

De Vereniging hield zijn eerste vergadering op 12 juni 1897 en besloot daarin George Rosenthal tot erevoorzitter te benoemen wegens erkentelijkheid voor diens unieke gebaar. Het Spinozahuis werd – nog steeds op kosten van Rosenthal - gerestaureerd tot de toestand die het bij het begin van die eeuw moest hebben gehad. Twee kamers werden ingericht als museum, waarbij de bedoeling was de XVIIe eeuwse stijl te benaderen. Daarbij werd vooral aandacht gegeven aan een reconstructie van Spinoza’s bibliotheek. De Vereniging Het Spinozahuis gebruikte bovenvermelde lijst om Spinoza’s bibliotheek te reconstrueren. Grote zorg werd eraan besteed om dezelfde edities en formaten te verwerven, zoals ze in de boedellijst waren vermeld en in de verder bewerkte inventarislijst die door Servaas van Rooijen in 1889 was uitgegeven.

Op 24 maart 1899 werd het Spinozahuis plechtig geopend. De eerste die zijn naam in het gastenboek mocht schrijven was uiteraard George Rosenthal.


[foto van hier - ook hier te zien]]

In 1914 stelde prof. dr. Jan te Winkel een catalogus samen van de bibliotheek van het Spinozahuis. George Rosenthal heeft gedurende zijn leven 110 van de 159 titels van deze bibliotheek gedoneerd. Ook schonk hij nog 35 boeken over Spinoza's leven en filosofie en diverse andere: kostbare werken uit de XVIe eeuw, zoals een Pesach Haggadah, gedrukt in 1505 in Constantinopel; Seneca's tragedies, 1541 in Basel uitgegeven; de complete werken in vijf delen van Machiavelli (1550); Los Dialogos de amor door Leon Abarbanel (1568); een Syrische vertaling van het Nieuwe Testament, in Hebreeuwse letters gedrukt door Immanuel Tremellius (1569) en een Spaanse vertaling van Calvijn's Institutio, gedrukt in 1597 – een vanwege de vervolgingen door de Spaanse Inquisitie uiterst zeldzaam geworden uitgave.

Na Rosenthals dood schonk zijn weduwe nog eens diverse boeken en gaf een donatie waaruit de catalogus kon worden gefinancierd. Rosenthal, zoals Willem Meijer, secretaris van de Vereniging Het Spinozahuis in zijn jaarverslag van 1909-1910 memoreerde, is van onschatbare waarde geweest voor de Vereniging en het Spinozahuis. Zonder hem zou die Spinozabibliotheek lang niet zo snel gereconstrueerd zijn. Zijn naam wordt herdacht op een namenbord van de Societatis Domus Spinozanæ Socii Perpetui, waarop bovenaan de naam prijkt van G. Rosenthal Præses Honorarius.

Tijdens de restauratie van het Spinozahuis verblijven de boeken in de Groningse Universiteitsbibliotheek (zie eerder op dit weblog) Omdat de boekerij nog niet via de Nederlandse Centrale Catalogus (NCC) is ontsloten, zal deze UB ervoor zorgen dat alle werken van de boekerij in dit bestand worden gecatalogiseerd. Via de NCC zullen de werken vervolgens ook ontsloten worden in de internationale catalogus WorldCat en zo wereldwijd op bibliografisch niveau toegankelijk zijn.

Boeken van Spinoza (foto: Reyer Boxem) -
bericht van 9 november 2007 van de UB Groningen

In het achterste van de twee kamertjes staat een draaimachine die waarschijnlijk volstrekt niet lijkt op het apparaat, waarmee Spinoza zijn lenzen sleep om de kost te verdienen. Zie daarover hier eerder op dit weblog.

Hier bij dbnl een column van Menno ter Braak over een tochtje naar dit Spinozahuis.

 

*) Bekend van de de Bibliotheca Rosenthaliana, de bibliotheek van vader Leezer Rosenthal, die George en zijn twee zusters in 1880 aan de Gemeente Universiteit van Amsterdam schonken.

Bericht samengesteld uit de volgende bronnen:

Inleiding van Filippo Mignini op de Korte Verhandeling, in Spinoza, Korte geschriften, Wereldbibliotheek, Amsterdam, 1982

George Rosenthal and the Spinoza House Society by Theo van der Werf.

http://www.spinozahuis.nl/

http://www.spinozabooks.com/lists/list94.html

De advertentie aangetroffen in het Spinozanummer van Bzzlletin 121 (december1984)

De statuten van de Vereniging Het Spinozahuis op despinoza.nl

GIJS ZANDBERGEN, Zelfs Spinoza's voortuintje is opgeofferd, in  de Volkskrant 4 maart 1995, te lezen op despinoza.nl

De boekerij van Spinoza in een in 1965 door Brill uitgegeven catalogus beschreven, waaruit delen te lezen zijn op despinoza.nl

Zie eerder op dit weblog over de renovatie van het Spinozahuis en over de overbrenging van de boeken naar Groningen.