Hoe dr. ir. Emanuel Rutten Spinoza voor zijn karretje spant

Op 19-04-2015 had ik een blog: “Nee maar, Emanuel Rutten citeert Spinoza.” Mijn verbazing in de titel had alles te maken met het feit dat ik bij dr. ir. Emanuel Rutten nog nooit iets over Spinoza had aangetroffen. En nu twitterde hij ineens over: "Determinatio negatio est." Ik raadde hem aan om Spinoza nog eens zelf te gaan lezen en niet te menen hem via Hegels misverstand te begrijpen.

Gisteren verscheen op The Post Online een artikel van zijn hand: “Het einde van het materialisme, fysicalisme, naturalisme en nog wat “ismen” - De filosofische theory of everything?”

Zie hoe hij daar in een uiterst vernuftige redenering (want om die boodschap kan je Rutten wel op pad sturen) Spinoza gelijk geeft met zijn axiomatische stelling “Determinatio negatio est." Hij verwijst naar de brief aan Jarig Jelles van 2 juni 1674, maar uit niets blijkt dat hij die gelezen heeft en tot zich heeft laten doordringen in welk verband Spinoza met dat axioma kwam en hoe hij het dus bedoelde. Spinoza legt daar uit hoe ‘vorm’ een afbakening (letterlijk: ‘bepaling’) van iets is uit een groter onbepaald iets (materie). Hij geeft daarbij ook aan dat ‘vorm’ alleen van toepassing kan zijn op eindige en bepaalde lichamen. Als ik de vorm van iets beschrijf, als ik het afbaken van de rest (van wat het niet is) geef ik daarmee niet iets positiefs aan, maar verwijs ik naar wat het niet is: bepaling is zo gezien dus ontkenning. Voor Spinoza geldt het axioma alleen bij eindige, bepaalde dingen.

Zie hoe Rutten hiermee in zijn stukje aan de slag gaat en er op de snelst mogelijke manier een universele uitspraak (ook over het niet-eindige) van maakt. Hij maakt en passant van ‘bestaan’ een eigenschap en gaat voorbij aan Kants 'bestaan is geen predicaat' ofwel: voegt geen eigenschap toe. Hij smokkelt tijdens zijn redenering het bestaan van minstens één bovennatuurlijk ding binnen – zoiets gaat bij hem vanzelf.
(En dan ook nog menen dat je Spinoza's gelijk aantoont...). 

Maar ook uit dit stuk blijkt niet dat hij zich serieus met Spinoza heeft bezig gehouden (wel met Hegel, hoewel hij die hier niet noemt; wel in een recente tweet: "Iets is alléén wat het is #binnen zijn grens en #door zijn grens." (Hegel)).

Dan hoor ik toch liever Giordano Bruno (Deus naturaque) en Spinoza (Deus sive natura) die het eindige niet met het oneindige verwarren. En via oneigenlijke redeneringen vanuit de eindige dingen (dus van de verkeerde kant), oneigenlijke dingen zeggen over het oneindige.

 

Deus naturaque - het gaat om één en dezelfde kracht, die men God of de Natuur noemen kan. Bij Spinoza vindt men dezelfde gedachte terug in de formule Deus sive Natura. God bestaat niet als een aparte, transcendente schepper van de wereld die daar buiten blijft, maar God verwerkelijkt zich precies in het natuurlijke universum, waarin God als het ware geheel opgaat (daar 'hij' niets voor zichzelf terughoudt), maar die hij voortdurend vernieuwt en blijft 'scheppen' - als we de wereld per se zijn 'schepping' willen noemen. Maar ten grondslag aan de natura naturata ligt en blijft de natura naturans.