Hoort Spinoza nu wel of niet tot ook de joodse filosofie?

Op deze vraag kun je uitgebreid ingaan en voor sommigen is Spinoza ondanks (of juist door) zijn kritische houding tegenover het jodendom een echte joodse filosoof. Hoewel niemand hem exclusief claimt voor het jodendom (dat zou onterecht particularistisch zijn), wordt Spinoza juist als een prachtig voorbeeld neergezet van het - ook - universalistische van de joodse filosofie: de joodse filosofie die iedereen goede, nuttige inzichten heeft te bieden.

In dit weblog heb ik in de loop van de tijd al heel wat boeken kunnen signaleren, waarvoor dit een probleem of een serieus thema is. Zo zag Howard Kreisel Spinoza als een van zeven leading medieval Jewish philosophers [cf. blog], behandelde Ze'ev Levy de Spinoza-receptie door joodse denkers in Duitsland [cf. blog], besprak Willi Goetschel "Spinoza's controversial place in the history of Jewish philosophy" [cf. blog], waarna Goetschel in zijn The Discipline of Philosophy and the Invention of Modern Jewish Thought [2013] een heel hoofdstuk toewees aan "Spinoza's Smart Worm and the Interplay of Ethics, Politics, and Interpretation."

En dan waren er nog de boeken van David Biale en Daniel B. Schwartz over joodse denkers in de seculariserende voetstappen van Spinoza [cf. en cf.] en Heidi M. Ravven & Lenn Evan Goodman (Eds.), Jewish themes in Spinoza's philosophy [2002, cf. blog met bespreking door Steven Nadler] en zal begin volgend jaar verschijnen onder redactie van Steven Nadler, Spinoza and Medieval Jewish Philosophy [cf. blog]

Je kunt je er ook makkelijk vanaf maken en helemaal van Spinoza afzien. Dat doet

Aaron W. Hughes, Rethinking Jewish Philosophy: Beyond Particularism and Universalism. Oxford University Press, 2014 - books.google bespreking door Kenneth Seeskin op NDPR.

Hughes nóemt wel - verwijst op twee pagina's naar - Spinoza, maar alleen maar om te constateren dat er kunstmatig grenzen worden getrokken, waarna sommigen (Spinoza als ketters meestal, Derrida soms ook vanwege irrelevantie) buiten de boot vallen. Als het gaat om articulatie van authentiek joodse antwoorden valt men volgens Hughes in het algemeen terug op Maimonides en Rozenzweig. En aldus doet hij eveneens - exit Spinoza. Simpel.

Ik zou op mijn beurt ook zo'n boek als dat van Hughes kunnen negeren (want het is ook niet echt mijn eigen vraagstuk), maar ik negeer dit boek niet, want ik beschouw het als veelzeggend. En over hoe er met Spinoza wordt omgegaan, ook door joden en juist zij die Jewish Studies in hun leeropdracht hebben, is wél het thema van dit weblog.

Ik wijs nog even op de interessante bespreking door Kenneth Seeskin op NDPR en voeg daar aan toe dat als men niet zozeer zoekt naar wat het (authentieke) wezen is van jodendom resp. filosofie, maar men meer de benadering heeft van de Wittgensteiniaanse "verschillende taalspelen", hoeft er minder gedemarceerd te worden en minder grensbewaking plaats te hebben en kan men toleranter vele verschillende vormen van joodse filosofie erkennen. Maar, nogmaals, ik meng me niet in dit intra-joodse debat.