Jacques-Benigne Bossuet (1627 - 1704) - zijn verloren strijd tegen Spinoza

Ik lees momenteel het al wat oudere, maar nog steeds wel interessante De crisis in het Europese denken. Europa op de drempel van de Verlichting 1680-1715 van Paul Hazard (Ned. Editie 1990; oorspr. Franse editie 1935). Soms vind ik Hazards tekst ietwat te erudiet afstandelijk en af en toe wat te badinerend (geef me dan maar de veel feitelijker en zakelijker geschreven Radicale Verlichting van Jonathan Israel).  

In het 4e hoofdstuk van het 2e deel geeft Hazard een fraai portret van de Franse bisschop Jacques-Bénigne Bossuet, getiteld: De gevechten van Bossuet. Uit dat hoofdstuk blijkt heel duidelijk hoe Bossuet zéér verontrust was door en voortdurend bezig was met het bestrijden van de invloed van Spinoza. Je krijgt echt de indruk alsof er in preken, maar vooral in gedrukte woorden een oorlog werd gevoerd, waarin vanuit de door de libertinisten, de spinozisten, belegerde bolwerken van het geloof de tegenaanvallen moesten worden ingezet om die aanvallers terug te slaan - een gedeeltelijk verloren strijd.  

Hetzelfde beeld roept Jonathan Israel op in Radicale Verlichting (blz 509-511). Beiden beginnen met het schilderij van Rigaud, Hazard in woorden (“Bossuet kennen we alleen in zijn souvereine pracht en zoals hij op het schilderij van Rigaud is afgebeeld. Het is banaal aan dat weelderige doek te herinneren, maar dit is te verontschuldigen omdat het om zo te zeggen noodzakelijk is. Zijn stijl, vertoon en schittering staan voor eeuwig op ons netvlies.) Israel geeft een zwart-wit kopie en schrijft: “Als vooraanstaand pleitbezorger van het absolutisme van de koning en de meest effectieve voorvechter in de Franse kerk van gezag, orthodoxie en traditie, was hij in veel opzichten een indrukwekkende, zelfs schitterende figuur. Maar zijn verfijnde manieren en zijn luisterrijke verschijning waren in veel opzichten slechts een façade die in tegenspraak was met de diepe geestelijke bezorgdheid en de intellectuele onzekerheid die daar achter lagen.” En wat was zijn grote zorg? Spinoza! “Diens schaduw ligt over heel zijn geestelijke zwerftocht vanaf het eind van de jaren zeventig, inclusdief de ontwikkeling en de argumentatie van zijn meest beroemde werk, de Discours sur l’histoire universelle (1681).

Bossuet was bisschop van Meaut. Hij stamde uit een familie van rechters, kreeg zijn eerste opleiding, Latijn en Grieks, bij de Jezuïeten te Dijon. Homerus en Virgilius werden z’n  favoriete schrijvers. Op 15-jarige leeftijd ging hij naar Parijs om filosofie en theologie te studeren. Hij werd diaken in Langres en publiceerde zijn eerste traktaat over de vergankelijkheid van het leven in 1648. In 1652 werd hij doctor in de theologie, waarna hij hoge kerkelijke functies kreeg in Sarrebourg en Metz. Op zijn wekelijkse preken kwam veel volk af, ook ongelovigen die zijn literaire kwaliteiten kwamen. Hij was lid van de Académie Française. Zijn "Oraisons funèbres" (lijkredes) werden, na zijn dood uitgegeven, een geliefd literair werk. 

Bossuet bestreed Spinoza door volledig afstand te nemen van filosofie en rationele argumentatie. Zonder Spinoza’s naam te noemen viel hij de stellingen van de Tractatus Theologico-Politicus stuk voor stuk aan. Israel somt een hele reeks ervan op. Volgens Hazard vond Bossuet de TTP “niet alleen een goddeloos, maar ook een ergerlijk boek. Stel je toch eens voor! Die Spinoza, die armzalige Hollandse jood, doet alsof hij heel wat is omdat hij Hebreeuws kent! Hij verordonneert dat het Latijn en zelfs het Grieks niet toereikend zijn. Alleen wie Hebreeuws kent mag over de bijbel spreken.
Bossuet had aan de Vulgaat genoeg gehad, omdat hij geen Hebreeuws kende. Hij voelde heel goed dat die onkunde ernstig was. Als hij met kennis van zaken wilde antwoorden, geen ouderwetse, achterlijke en zelfs enigszins potsierlijke indruk wilde maken, als hij zich wilde houden aan de strikte lijn die zijn geweten en zijn plichtsbesef hem voorschreven, moest hij weer in de schoolbanken plaats nemen. Dat is niet zo gemakkelijk… Hij ging aan het werk. Het kleine concilie dat we ons graag voor de geest halen, levert een fraai en vroom plaatje op: een paar wijze leken, een paar priesters komen regelmatig bijeen. Ieder van hen heeft een bijbel in de hand. De een leest de Hebreeuwse tekst, een ander de Griekse tekst, men gaat ook bij de heilige Hiëronymus en bij de kerkleraren te rade. En men geeft commentaar en men discussieert, en Bossuet spreekt het beslissende woord, en abbé Fleury legt de opmerkingen op schrift vast. Een concilie van mannen van goede wil, die gezamenlijk hun kennis vergroten en krachten verzamelen, omdat ze weten dat de tijd van de grote beproevingen gekomen is. Maar zal Bossuet ooit Hebreeuws leren?”
[Hazard, blz 190]

Om een idee te krijgen hoe groot de invloed van Spinoza op zijn tegenstanders moet zijn geweest. En dan deze zin:

“Bossuet denkt aan de verwoestingen die de God van de Ethica kan aanrichten in het geweten van de christen en daarom jaagt die God hem angst aan.” Dit schrijft Hazard nadat hij passages uit preken en geschriften heeft overgenomen waarin Bossuet zijn geloof en zijn bijbel verdedigt. (blz 198)

Dat Bossuet 'de strijd verloor' leiden we af uit het vervolg van de secularisering in de westerse wereld.

Dát, het moderne, rationele en libertinaire, vormde de “crisis in het Europese denken”, de gevaren van de vroege Verlichting. Je proeft, hoe afstandelijk objectief hij ook wil poroberen te zijn, aan welke kant de conservatieve Paul Hazard staat. Hij heeft duidelijk te doen met de worstelende, soms aandoenlijke want verliezende verdedigers van de traditionele denkbeelden en verhoudingen.

zie verder:

Wikipedia

Catholic Encyclopedia over Bossuet