Johann Sebastian Bach (1685 - 1750) in verband gebracht met Spinoza
Er bestaat een overweldigende hoeveelheid literatuur over het religieuze in Bach's werk, maar ook voor volstrekt seculiere mensen is er veel aan zijn muziek te genieten. Een enkele maal heb ik wel eens muziek van de grote J.S. Bach een blog binnengehaald, b.v. z'n Passacaglia en Fuga voor orgel BWV 582 en een cello-suite. Maar nooit had ik kunnen bedenken dat in muziekliteratuur over J.S. Bach serieus Spinoza zou worden aangehaald. En dat deed zo ontdekte ik onlangs
John Butt (Ed.), The Cambridge Companion to Bach. Cambridge University Press, 1997 - books.google
Het vijfde hoofdstuk daarvan heeft als titel: " 'A mind unconscious that it is calculating'? Bach and the rationalist philosophy of Wolff, Leibniz and Spinoza" [p. 60-71]. Het is van de hand van John Butt zelf. Hij typeert dit hoofdstuk zelf in een later werk als "a study of parallels between Bach's musical thinking and that of philosophers who likewise pushed the existing conventions into unexpected territories." 5)
Butt geeft aan dat, voor zover hij kon nagaan, de enige die ooit eerder Spinoza in verband bracht met Bach, maar dan meer in het voorbijgaan, Wilfrid Mellers was.1) De seculiere Mellers legde veel nadruk op de invloed vanuit de omgeving, waardoor het haast leek of elke beslissing in het componeren Bach a.h.w. uit handen werd genomen. Zo liet Mellers zien hoeveel méér dan een individu Bach was: "he was 'not of an age but for all times' (p. 310). Er is volgens Mellers 'a synthesis of the dance rhythm's corporeality with the potential heavenly grace of the lyrically winging polyphony' (p. 14) en dus 'a dance of God' (p. 15). Vooral het accent op het netwerkachtige en bovenpersoonlijke doet uiteraard sterk aan Spinoza denken.
Carl Gebhardt die een beschouwing wijdde aan het barokke van Spinoza ("Die Philosophie Spinozas erweist sich nun als Philosophie des Barock und darin als der ächter Ausdruck ihrer Zeit") had de eerste kunnen zijn om Bach en Spinoza bijeen te brengen, maar hij behandelde alleen de bouwkunst en Rembrandt en noemt Bach niet. 2)
Zo is het dan vooral Butt die in het genoemde hoofdstuk een uitvoerige uiteenzetting over Spinoza's Ethica geeft en relaties legt met Bach. Maar het is allemaal nogal speculatief en zeer algemeen vanuit de overtuiging, zoals waar ook Gebhardt vanuit ging, dat er nu eenmaal een sterk verband is tussen elke persoon en de tijd en cultuur waarin hij leeft. Hij ziet m.n. de invloed van het rationalisme van de Duitse Verlichting.
Maar Jeremy S. Begbie vond het feit dat Bach in verband werd gebracht met het rationalisme van de Duitse Verlichting maar "highly questionable".3) Hij wijst erop dat Dreyfus in zijn Bach and the Patterns of Invention zou hebben aangegeven dat Bach eerder als een subtiele criticus van de Verlichting dan als een solide supporter ervan zou moeten worden gezien. En volgens Ulrich Leisinger is het zo dat "no documentary evidence can be presented that Johann Sebastian Bach ever possessed or read any of Leibniz's or Wolff's treatises." 4)
Misschien heeft hierdoor bij John Butt ook de twijfel toegeslagen, want in zijn latere Bach's Dialogue with Modernity: Perspectives on the Passions komt de naam van Spinoza nog wel een paar maal voor, maar vooral om te verwijzen naar zijn eerdere studie. 5)
Ik ga me hier uiteraard niet in mengen, maar vind het al mooi hier te kunnen constateren dát die discussie gevoerd is. Ik zie er aanleiding in om weer eens een uitvoering van Bach binnen te halen: J.S. Bach Cello Suites No.1-6 BWV 1007-1012, uitgevoerd door Ralph Kirshbaum.
__________
1)
W. Mellers, Bach and the Dance of God. [Oxford University Press, London, 1980, reprint
Travis and Emery Music Bookshop, 2007].
Cf. Obituary Wilfrid Mellers
2) Carl Gebhardt, Spinoza. Von den festen und ewigen Dingen. Carl Winter, Heidelberg, 1925, p. xiv en xvii
3)
Jeremy S. Begbie, "Created Beauty. The Witness of J.S. Bach"
In: Daniel J. Treier, Mark Husbands & Roger Lundin (Ed), The
Beauty of God: Theology and the Arts [InterVarsity Press, 2007,
in voetnoot op p. 41 - direct naar die pagina in books.google
Ook in Jeremy S. Begbie, Resounding Truth
(Engaging Culture): Christian Wisdom in the World of Music. Baker
Books, 2007 books.google
4) Ulrich Leisinger, Forms and Functions of the Choral Movements in J.S. Bach's St. Matthew Passion. In: Daniel R. Melamed (Ed)], Bach Studies 2. Cambridge University Press, 1995 p. 84 [books.google].
5) John Butt, Bach's Dialogue with Modernity: Perspectives on the Passions [Cambridge University Press, 2010 - books.google]
J.S. Bach Cello Suites No.1-6 BWV 1007-1012, Ralph Kirshbaum
1. Cello Suite No.1 in G major BWV 1007 0:00-18:07 Prelude Allemande Courante Sarabande Minuet Gigue
2. Cello Suite No.2 in D minor BWV 1008 18:07-38:02 Prelude Allemande Courante Sarabande Minuet Gigue
3. Cello Suite No.3 in C major BWV 1009 38:02-1:00:39 Prelude Allemande Courante Sarabande Bourree Gigue
4. Cello Suite No.4 in E flat major BWV 1010 1:00:39-1:24:47 Prelude Allemande Courante Sarabande Bourree Gigue
5. Cello Suite No.5 in C minor BWV 1011 1:24:47-1:51:02 Prelude Allemande Courante Sarabande Gavotte Gigue
6. Cello Suite No.6 in D major BWV 1012 1:51:02 Prelude Allemande Courante Sarabande Gavotte Gigue
_____________________
Een citaat uit Jeremy S. Begbie zie 3)
"What Bach’s music provokes us to imagine, then, when set in its context, is a subtle relationship between natural and artistic beauty, where the two are not seen as fundamentally incompatible, but where natural beauty is the inhabited environment, trusted and respected, in which artistic beauty is born, even if born through sweat and struggle. The vision of making beauty is not one that sees the artist as striving for creation out of nothing, fashioning and foisting order where none is given, or pursuing a fetish for originality (the wholly underived act); still less is it one of defiantly challenging God. But nor is it one in which we simply “let nature be,” merely follow its resonances and rhythms the way one might follow a river through a valley or the grain of a piece of wood. The vision is rather of the artist, as physical and embodied, set in the midst of a God-given world vibrant with a dynamic beauty of its own, not simply “there” like a brute fact to be escaped or violently abused but there as a gift from a God of overflowing beauty, a gift for us to interact with vigorously, shape and reshape, form and transform, and in this way fashion something as consistent and dazzlingly novel as the Goldberg Variations, art that can anticipate the beauty previewed and promised in Jesus Christ." [p. 43-44]
Dat laatste, christelijke, sausje had ik kunnen weglaten, maar het hoort er bij - Spinoza zou er geen moeite mee hebben, denk ik.