Kant zou als verborgen Spinozist begonnen zijn

In de NDPR vandaag het boeiende review door Anthony Bruno, van de Universiteit van Bonn, van

Omri Boehm, Kant's Critique of Spinoza [Oxford University Press, 2014, xxxiv + 252pp., ISBN 9780199354801 - cf blog].

Een interessante bespreking van een blijkbaar zeer interessant en uitdagend boek. In het algemeen werd aangenomen dat Kant voor hij aan de kritieken begon, een volgeling van Leibniz/Wolff was en - waar hij zelf op wees - door Hume uit zijn dogmatische sluimer werd gewekt. Volgens Omri Boehm zou de voorkritische Kant echter een aanhanger van Spinoza´s rationalistische monisme zijn geweest.

Wel is het zo dat Kant nergens in de Kritik der reine Vernuft Spinoza noemt. Boehm haalt zijn aanvankelijke Spinozisme echter uit de tekst en maakt eenvoudig geloofwaardig dat een Pruisische professor in de filosofie in die tijd, in 1763 - voor de Pantheismusstreit die 1785 inzette - zijn Spinozistische interesse niet direct kon laten blijken.

Volgens Boehm waren diverse antinomieën, zeker de 1e en 3e, exclusief bedoeld om zijn eigen Spinozisme te bestrijden. Kants kritieken zouden vooral zijn eigen voorafgaande Spinozisme bestrijden en vooral waar hij op uitkomt, zijn denkbare, maar niet kenbare transcendentale ideaal, zou een epistemisch gemuilkorfd spinozisme ofwel een "regulatief Spinozisme" zijn. Kant's transcendentaal realistische rivaal zou niet Leibniz maar exclusief Spinoza geweest zijn. Boehm wijst erop dat Kant zelf claimde dat, tenzij het transcendentaal idealisme werd aanvaard, er "niets overblijft dan Spinozisme."  

Interessant is in het review te lezen welk een belangrijke rol de interpretatie van de PSR (de achterliggende aannames van het principe van de voldoende grond) spelen. Ik verwijs er slechts naar.

[Voor herkomst 'postzegels' cf. blog]   

____________

Het is misschien wel aardig hierbij ook de beschouwing van Arno Widmann in de Berliner Zeitung te lezen bij de heruitgave van de uit Kants nalatenschap bijeengezchte "aforismen":

Immanuel Kant: Köche ohne Zunge, L.S.D., Göttingen 2014, herausgegeben von Jens Kulenkampff, 104 Seiten, 14,80 Euro. 

Reacties

In een radiogesprek op Deutschlandfunk blijkt dat de israëlische filosoof Omri Boehm Kant boven Spinoza verkiest, waarvoor hij een opmerkelijke verklaring geeft:

Vraagstelster Freundel: Aber man kann schon sagen, dass Ihre Großmutter einen gewissen Einfluss darauf hatte, dass Sie sich für die deutsche Philosophie, insbesondere für Kant interessieren?

Boehm: Ja, das auf jeden Fall. Wobei das erste Buch, das sie mir geschenkt hat, war Spinozas Theological-political Essay. Sie hat gesagt: "Am Anfang versteht man nicht, warum das überhaupt Philosophie ist. Aber irgendwann wirst du es schon verstehen." Irgendwann habe ich das verstanden, und trotzdem wollte ich, als ich das schon verstanden habe, wollte ich das doch mit Kant kritisieren. Ich dachte, die Philosophie Kants ist viel wichtiger für uns als die Philosophie Spinozas.

Freundel: Was erscheint Ihnen so reizvoll an der Philosophie Kants?

Boehm: Sie will nicht immanent denken. Heutzutage wollen die Philosophen normalerweise alles immanent denken, sie wollen alles von sozusagen "drinnen" denken, ohne Transzendenz. Ich denke, um wirklich radikal zu denken, muss man auch von außen denken können. Und das kann man mit Spinoza nicht wirklich gut tun. Alles was passiert, alles was gedacht wird, passiert oder wird gedacht von innerhalb der Welt. Mit Kant leugnet man diese Position.

http://www.deutschlandfunk.de/philosoph-omri-boehm-zionismus-nicht-vereinbar-mit.1184.de.html?dram:article_id=306399

Reageren

Naam   E-mail Mijn url
Voer onderstaande code hiernaast in:
c335de
Onthoud mijn gegevens!