Lou Andreas-Salomé (1861-1937) was Spinoza de Muze van deze Muze van filosofen?
Op de vraag of en zo ja wat Spinoza voor deze fascinerende vrouw betekende zal het antwoord niet eenvoudig te geven zijn, hoewel je wel enige uitspraken daarover tegenkomt, zoals van Julia Vickers: "Spinoza werd haar favoriete filosoof en Goethe haar favoriete schrijver."1) En Susan Ingram schrijft: Koepcke identifies her [Lou Andreas-Salomé's] study of Spinoza at this time as the foundational experience of herinner life." 2)
"[A]t this time" slaa top de periode waarin Lou Salomé als 17-jarig meisje bij een Nederlandse dominee in St. Petersburg, Hendrik Gillot (die daar wasvoor Nederlandse zeelieden, handelslui en diplomaten) studeerde. Dit met het oogmerk om toegelaten te kunnen worden aan de universiteitvan Zürich, waar vrouwen i.t.t. Russische en Duitse landen werden toegelaten. Hij liet haar kennismaken met Descartes, Leibniz, Rousseau, Goethe, Pascal,Voltaire, Kant, Fichte, Kierkegaard en... Spinoza. Spinoza zou dus 'the foundational experience of her inner life' betekend hebben.
Maar opvallend is dat in haar autobiografie, in Privé Domein van de Arbeiderspers verschenen alsTerugblik op mijn leven [1979], waaraan ze de eerste helft van de1930-iger jaren werkte, maar dat pas in 1951 uitkwam (het is zo ongeveer het enige van haar literaire en wetenschappelijke werk dat nog gelezen wordt), in Terugblik op mijn leven dus, schrijft ze helemaal niets over Spinoza. Slechts eenmaal komt zijn naam daarin voor waar ze op blz. 176 over haar bibliotheek schrijft: "De oude kernvoorraad van de bibliotheek uit mijn meisjesdagen had ik in Rusland achtergelaten: zowel onze grote schrijvers, Duitse en Russische, als boeken die ik nodig had gehad voor mijn tersluikse studie die ik nog voor een deel (bijvoorbeeld Spinoza) moeizaam en in het geheim had bekostigd uit de verkoop van cadeau gekregensieraden."
Interessant is deze passage om meerdere redenen: dat ze als jong meisje al meer geïnteresseerd was in zoeken naar kennis dan naar vrouwelijke opsmuk, dat ze daar als enige Spinoza bij naam noemt, maar ook door wat er niet staat: ze nam geen werk van Spinoza mee op haar studiereis naar Zürich en daarna naar Italië, waar ze Nietzsche en Van Ree zou ontmoeten met wie ze vriendschap aanging (waarover zoveel is geschreven).
De beroemde door Nietzsche geënsceneerde foto van Lou Salomé met zweepje en Friedrich Nietzsche en Paul Ree voor de ladderwagen. Er wordt nogal aan de foto gesneden: hier de foto van wiki, waarvan een stuk aan de onderzijde is verdwenen en op de cover van de autobiografie is de linkerhand van Nietzsche weggesneden. Dit terzijde.
Het is een zeer boeiende vrouw die veel over haar ervaringen heeft nagedacht, die heeft gediscussieerd met Nietzsche, jaren met Van Ree heeft gewoond, een stimulerende rol heeft gespeeld in de ontwikkeling van het dichterschap van Reiner Maria Rilke, met wie ze twee reizen naar Rusland ondernam, die heeft deelgenomen aan de kringbesprekingen bij Freud en grote invloed heeft uitgeoefend op diens theorie van het narcisme en die vele jaren zelf een psychoanalytische praktijk heeft uitgeoefend.
In die leerperiode die ze bij Freud te Wenen doorbracht typeert ze in 1912 in haar dagboek Spinoza als ‘de filosoof van de psychoanalyse’. Daarmee was ze de eerste die op overeenkomsten tussen Freuds psychoanalyse en de filosofie van Spinoza wees, waar hijzelf dat toen ontkende: ‘ik heb geen voorlopers, ik bén de voorloper’. Pas veel later gaf Freud toe dat hij misschien indirect door Spinoza beïnvloed zou kunnen zijn, doordat diens denken als het ware in de cultuur was doorgedrongen. Je mag dus aannemen dat ze met Freud en zijn kring over Spinoza gesproken heeft.
Mooi is hoe ze haar autobiografie opent met het hoofdstuk "De Godservaring", waarin ze beschrijft hoe ze haar kinderlijke rotsvaste geloof in God, de allesziende en alwetende, maar onzichtbare God, kwijtraakte. De intrigerende openingszinnen schrijft ze vanuit haar latere ideeën over het ontstaan van het bewustzijn (het ik na het zelf) en waarin ze parallellen trekt tussen het individuele bewustworden van het kind, de ontdekking dat het niet met alles samenvalt, maar afgegrensd is van de wereld, en evenzo in de allervroegste mensheid. Hoe ze besefte dat de God die uit haar verdween, tegelijk voor het hele universum verloren ging - "alleen wisten velen dat nog niet." Net als Nietzsche, die ze als Godzoeker typeert, ervaart ze dat met het verdwijnen van het geloof in God geenszins het daarvan afgeleide vermogen tot geloven als zodanig -aan irreële machten in het algemeen - wegvalt. [p. 16]
Maar, nogmaals, een bijzondere affiniteit voor Spinoza is in haar autobiografie niet af te lezen, hoewel je op de achtergrond een onuitgesproken beïnvloeding door Spinoza's filosofie kunt bevroeden. Doet bijvoorbeeld niet aan Spinoza's 5e deel van de Ethica denken waar ze invoelend schrijft over Rilke's Malte Laurids Brigge: het komt er niet meer op aan geliefd te worden, maar zelf absoluut overgegeven te zijn; geen religiositeit die zichzelf zoekt, maar een die door eerbiedig van zichzelf af te zien onopzettelijk haar vervulling vindt. [p. 133] Maar daarbij loop je het gevaar teveel inlegkunde te plegen. Om daarover meer te kunnen zeggen zou je al haar werk moeten lezen om er die mogelijke Spinoza-connectie - als die er was - uit te kunnen opdelven. Ik denk echter dat ze al van jongsafaan een veel te zelfstandige en onafhankelijke vrouw was om een adept of epigoon van wie dan ook te worden. Met de psychoanalyse ging ze ook alleen maar mee op haar eigen manier en ze had een zekere invloed op Freud en de ontwikkeling van diens narcisme-theorie - zoveel heeft Joke J.Hermsen wel aangetoond in haar proefschrift.3)
Maar er is toch wel iets meer te vinden: Sandra A. Wawrytko deed serieus onderzoek naar Salomé's Spinozisme (waarin ik overigens wel iets van inlegkunde proef). Nadat zij enige dingen uit Salomé's Freud-dagboek heeft opgediept en benadrukt dat Salomé zich goed bewust was van de grenzen van de logica wat betreft het uiten van contradictoire uitspraken en de lezer uitdaagde bij het uiten van haar gedachten over het levensproces - "In the fundamental condition that accompanies us all our lives (and especially penetrates all creative experience) . . . megalomania and absolute dependence seem to flow into one another" - benadrukt Wawrytko dat verder onderzoek naar Salomé's Spinozisme nodig is:
"Emphasizing these same lines of thought, future research needs to reconsider the significant impact of Spinozistic philosophy upon her overall outlook. Yet, heretoo, her interpretations remain provocative, as when she explains the strict determinism of the Spinozistic universe as "a principle of universal reciprocity" which takes us "from the empirical world of movement to the eternal rest of his philosophy"which is simultaneously "the most passionate ecstasy". Spinoza's perspective is most especially evoked in the life-affirmation which pervades Salome's thought. Livingstone calls this Salome's characteristic "profound joie de vivre", which stands in sharp contrast to "the strenuously achieved affirmations of Nietzsche, the lamentations and anguished acclamations of Rilke and the scepticism [sic] and final misanthropy of Freud." 4)
En in een hierbij behorende eindnoot (99) zegt ze nog dit:
Ook Wawrytko acht nadere studie naar Salomé's Spinozisme gewenst.
Dus of Spinoza de Muze van deze Muze van filosofen en dichters was, is een onderwerp voor een monografie.
Hoog tijd dus om eens op zoek tegaan naar de enige studie over haar en Spinoza die de Duitse Spinozabibliografie laat zien:
Leo Sonntag, "Lou Andreas-Salomés Stellung zur Philosophie Spinozas." In: Leo Sonntag & Heinz Stolte (Hrsg), Spinoza in neuer Sicht.[Schriftenreihe der Constantin-Brunner-Stiftung Hamburg]Meisenheim/Glan, Hain, 1977, S. 172-178. -
____________
1) Julia Vickers, Louvon Salome: A Biography of the Woman Who Inspired Freud, Nietzscheand Rilke. McFarland, 2008 - books.google
2) Susan Ingram, Zarathustra's Sisters: Women's Autobiography and the Shaping of Cultural History. University of Toronto Press, 2003, -books.google, verwijst op pp. 150 naar Cordula Koepcke, Lou Andreas-Salomé, Leben Personlichkeit Werk. Eine Biographie. Frankfurt Insel,1986, p. 40-43
3) Joke J. Hermsen, Nomadisch narcisme. Sekse, liefde en kunst in het werk van Lou Andreas-Salomé, Belle van Zuylen en Ingeborg Bachmann. Kok Agora, Kampen, 1993
4) Sandra A. Wawrytko, "Lou Salomé (1861-1937)," In: M.E. Waithe, A History of Women Philosophers: Volume IV: Contemporary Women Philosophers, 1900-Today.Springer, 1995 -books.google
Je komt op internet zgn foto's van Lou Andreas Salomé tegen die niet van haar zijn. Je moet goed blijven opletten. Deze kom je vaker tegen, maar is zeker geen foto van haar, maar van de Italiaanse toneelactrice Eleonora Duse.
http://www.lou-andreas-salome.de/
______________
Op 15 maart 2015 schreef ik een vervolgblog: Lou Andreas-Salomé (1861-1937) – een modern Spinozist