Meesterlijke toelichtingen van Rikus Koops op de door hem hertaalde Korte Verhandeling

Al weer enige dagen ben ik in de ban van Spinoza’s Korte Verhandeling. Door deze parallelle uitgave, de overgeleverde originele tekst van de KV samen met een prima hertaling. Maar vooral door de daarbij geleverde grandioze toelichtingen en bovenal een schitterende tekst, De waarde van de Korte Verhandeling, waarin de hertaler, Rikus Koops, via een concieze analyse en vergelijking van de Korte Verhandeling en de Ethica, zowel laat zien hoe vergaand Spinoza in de KV al met de ontwikkeling van zijn filosofie was, als hoe het om een work in progress ging. Het is werkelijk prachtig hoe je op dat laatste door Koops’ analyses zicht krijgt. Je krijg er een zoveel helderder beeld door van Spinoza’s denken en van zijn ontwikkeling daarin.

Ik ben nog met het boek bezig, heb nog niet alle hoofdstukken van deze KV zelf gelezen, wel de toelichting en De waarde, maar ik kan niet wachten om mijn enthousiasme over dit meesterstuk naar buiten te brengen. Ik kom er zeker nog op terug. Ook zal ik nog met enige kanttekeningen en aanmerkingen komen, maar die acht ik van zo’n gering belang, dat ik hiermee het beeld niet wil afzwakken dat we hier met een werkelijk groots meesterwerk van doen hebben: een zeer serieuze en diepgaande Spinoza-studie, zoals die alleen maar door een échte Spinoza-liefhebber opgezet kan worden.

Ik moet eerlijk toegeven dat ik er met grote aarzeling aan begon. Ik had al wel in enige blogs aandacht gegeven aan de aangekondigde verschijning van het boek, maar ik had m’n aarzelingen. Zoals ik al in een blog van 2 nov. 2011 aangaf, was ik niet enthousiast over Koops hertaling van de titel in "Van God, de mens en zijn welstand." Ik schreef: 'welstand' is toch niet echt hedendaags Nederlands? Dat associeert met "welstandscommissies" of met "in goeden doen" of "van goeden huize". 'Welzijn' was wellicht een betere keuze geweest. Knol koos voor 'geluk' en schoot daarmee raak, want inderdaad: beatititudo, geluk(zaligheid), is waar we volgens Spinoza op uit zijn. Hoe zou die hertaling er uit gaan zien? Ik hield als het ware, wat overdreven gezegd, 'mijn hart vast'. En wie was wel die Koops…? Welke studie etc. equipeerde hem voor zo’n taak? Van die vragen...
Ook moet ik eerlijk toegeven dat het Voorwoord en de inleiding van Wim Klever bij de presentatie op 23 maart 2012 (zie hier) voor mij nog niet genoeg aanbeveling inhielden. Ik was en bleef een ongelovige Thomas die het zelf moest zien.

Het boek lag afgelopen zaterdag in stapels (gebonden en paperback) op de boekentafel die de VHS altijd bij de cursusbijeenkomsten inricht. Ik kon nu het boek eens inzien, zag dat zeker de gebonden uitgave er fraai uitzag en goed in de hand lag. Zo snel echter kun je geen oordeel over de inhoud krijgen, dus ik legde het boek weer weg en bleef nog wat aarzelen. Maar ik bleef nieuwsgierig en daar ik wist dat ik het uiteindelijk tóch zou aanschaffen, zoals alles van en over Spinoza mij interesseert, besloot ik in de pauze het dan ‘toch maar’ te kopen. Dat zei ik ook. “Toch maar?”, vroeg de secretaris terug, die uiteraard geen commentaar op zijn uitgestalde handel wilde horen… Maar om me heen hoorde ik ook de vraag die mij bezig hield: "Wie is die Koops?"

Op de weg terug in de trein, groot deel van de zondag, en gisteren… het boek, de Spinoza die Koops bracht, hield mij in de ban. Met stijgende bewondering las ik Koops uitvoerige toelichtingen. Maar vooral zijn De waarde van de Korte Verhandeling. Die toelichting (Aantekeningen en verantwoording) en De waarde hebben samen een omvang van bijna 1/3e deel van het boek. Het is werkelijk bewondering wekkend te ervaren hoe hij zich niet alleen in de KV maar ook in de Ethica diepgaand heeft verdiept. Je kunt er heel goed aan zien dat Koops er jarenlang intensief mee bezig moet zijn geweest – zo schrijft hij er ook over in zijn Dankwoord aan het eind. En het is ontroerend om mee te maken hoe hij door deze intensieve studie zich als een grote deskundige ontpopt. Werkelijk bewonderenswaardig deskundig! Hij zou ermee tot doctor in de Spinozakunde hebben kunnen promoveren, maar misschien is juist wel verstandig dat hij zich door niets en niemand heeft laten afleiden en zich helemaal in z’n eentje op de van Spinoza overgeleverde teksten heeft geworpen. Wat is het goed dat hij een uitgever (Parthenon) trof die in hem geloofde. Terecht, zo blijkt uit het eindresultaat.

Blijft mijn interesse uiteraard naar: wie is die Rikus Koops? Maar dat is nu veel meer een warme belangstellende vraag geworden dan een cynisch afstand houdende vraag.

Nog iets. “De paragrafen zijn genummerd conform de nummering van Sigwart,” staat er heel simpel in de verantwoording. Dit maakte mij nieuwsgierig naar de herkomst van deze paragrafenindeling.  Aanvankelijk had ik even niet in de gaten dat de teksten van Mignini en Knol dezelfde indeling kennen. Maar Koops opmerking maakt dat ik op zoek ga naar Sigwart. Wat derhalve aanleiding wordt voor een komend blog over Sigwart. 

Hier laat ik het voorlopig even bij. Dit eerste blog heeft vooral tot doel mijn enthousiasme voor dit fraaie boekwerk te uiten. Nu ik er kennis van genomen heb durf ik het iedere Spinoza-liefhebber van harte aan te bevelen. Schaf dit werk aan (vooral de gebonden uitgave, die fijn openvalt) en vooral: bestudeer het. En kom, begeleid door deze nieuwe deskundige die Nederland rijk is, op een nieuwe manier in kennis met Spinoza.

Reacties

Het doet me, op z'n Vlaams gezegd, deugd, Stan, dat je Ricus Koops z'n werk zo hogelijk waardeert en aan Spinoza-vrienden aanbeveelt. Dat je via mijn voorwoord of mijn Deventerse toespraak nog niet tot die overtuiging kon komen, vind ik alleszins begrijpelijk. Ik heb daarin namelijk op geen enkele wijze een oordeel uitgesproken over de kwaliteit van de hertaling of het commentaar, doch slechts het grote belang van een dergelijke tweetalige uitgave willen onderstrepen en vanuit een breder perspectief willen toelichten.
Niettemin ben ik met jou van mening dat er uitstekend wetenschappelijk werk is geleverd, ook al is hiermee natuurlijk niet het laatste woord gezegd over tal van twistpunten. Bewonderaars van Spinoza zullen hier groot profijt van hebben.
Zelf behoor ik hier ook toe. Nog onlangs geraakte ik in een gesprek over zielsverhuizing. Wij weten dat Leibniz ons vertelt dat hij in Parijs van Tschirnhaus had gehoord dat Spinoza o.a. de 'transmigratio animae' leerde. Om opheldering te verschaffen greep ik naar Koops' KV, HET 10e punt van de lange voetnoot bij de Inleiding van het Tweede Deel, p. 82-83. Dit is geen makkelijke zin over onze elementaire deeltjes (Houellebecq), die door een andere bewegingsgraad voor onze geboorte, tijdens ons leven en na onze dood anders en anders geconfigureerd zijn en niet alleen nu, maar ook vroeger en later gekend zijn. De hertaling - men neme zelf de proef - is zeer geslaagd.