Michael Della Rocca - voorbeeld van nep-Spinozisme 3.0

Aanvankelijk was ik van plan het boekje Mededelingen nr. 94 met de weergave van de lezing die Michael Della Rocca op 26 september 2009 voor de Ver. Het Spinozahuis had gehouden, ongelezen 'voor kennisgeving' aan te nemen. Over zijn 'two-fold use of the PSR' was het op dit weblog al vaak gegaan; en de waardering ervoor bleek niet groot.

Maar ik kon het toch niet laten het boekje open te slaan. Aanvankelijk groeide mijn waardering voor zijn uiterst intelligente studie en vooral voor zijn opzet om een brug te slaan tussen thema's waarmee hedendaagse filosofen bezig zijn en 'het project van Spinoza'. Maar zijn intentie om Spinoza toegankelijk te maken voor hedendaags gebruik, maakt dat hij zoveel sleutelt, hamert en beitelt aan Spinoza, dat er uiteindelijk bij sommige thema's te weinig authentieks van onze filosoof overblijft.

Met name die poging om telkens en overal Spinoza in het harnas van de 'two-fold PSR-use' te hijsen, doet toch erg fanatiek en erg gekunsteld aan. Je komt zo steeds zinnen tegen die aan Spinoza worden toegeschreven, die hij echter nooit zo gesteld heeft.
Het lukt hem bijvoorbeeld om waar Spinoza begrijpelijk is daarvoor in de plaats een nogal onbegrijpelijk tekst te leveren. B.v. in z'n 2e paragraaf behandelt hij "The Mine-ness of My Body". Waar Spinoza heel begrijpelijke psychologische termen hanteert als voelen en bewust zijn of ervaren ("wij voelen dat een zeker lichaam op vele manieren wordt aangedaan", 2/ax4; en het in 2/13c erover heeft dat het menselijk lichaam zo bestaat als wij het ervaren), dat zet Della Rocca ons in een uitvoerige tekst in de meer hedendaags epistemologische terminologie van 'representatie' voor. Spinoza was echt duidelijker. Toch wil Della Rocca het doen voorkomen alsof Spinoza in die termen van hem schreef: "Spinoza makes mind-body union intelligible in terms of the notion of representation" (p. 11, alsof dat Spinoza's term was.

Opmerkelijk is, waar Spinoza zijn leer van de menselijke geest in een objectief, derde persoonsperspectief opstelde, Della Rocca dat (zonder reflectie, dus heimelijk) omzet in een eerste persoonsperspectief. Zonder te behandelen wiens idee het eigenlijk is dat van mijn lichaam gevormd wordt en dat mijn geest uitmaakt (in wiens geest zich dit voordoet) stelt hij simpelweg: "Spinoza claims that a particular body is mine because I represent that body" [p. 12]. Daar stelt hij de 'idee van mijn lichaam' zomaar gelijk met 'ik', waardoor er een dualisme binnensluipt dat Spinoza uit de weg wilde gaan. Die gelijkstelling van de geest met het 'ik' was nu juist wat Descartes deed en waar Spinoza vanaf wilde. Zoeken naar de relatie tussen "me and my body" (blz 8), alsof mijn lichaam buiten mij valt, is cartesiaans.

Eerder, in een bespreking van zijn Spinoza-boek, heb ik al eens aangegeven dat zijn 'dubbele PSR', waardoor intelligibiliteit, uiteindelijk ideeën, bij het verklaren van de wereld voorrang krijgt(krijgen) nogal idealistisch aandoet. Die indruk wordt in deze tekst versterkt, doordat hij - als een Hegel van onze tijd - gaat 'aantonen' dat de eindige dingen eigenlijk niet bestaan - of minder volledig bestaan. Mijn eindigheid kan volgens hem niet in God 'inherent' zijn, want dan zou God eindig zijn! Dat stelt hij gewoon. Eigenlijk maakt hij met zo te spreken Spinoza's "al wat is, is in God en niets kan zonder God zijn noch gedacht worden" belachelijk.

Je komt zoveel zinnen tegen waar hij Spinoza meent te verbeteren, dat het nogal irritant aandoet. Toch vond ik z'n uitleg over 'point of view' in Spinozistische zin en zijn beschouwing over de conatus wel prima en hier en daar verhelderend. Merkwaardig eigenlijk dat hij zoveel werk maakt van te benadrukken hoe wij, eindige dingen, slechts beperkte gezichtspunten hebben en hoe we daarmee de wereld op een omgekeerde manier zien dan zoals ze in werkelijkheid is, zonder dat hij ook maar eenmaal, al was het maar in een voetnoot, wijst op Spinoza's inzet om de dingen tenslotte vanuit een ander gezichtspunt, sub specie aeternitatis, te doen zien. Die term komt hier niet voor en dat in een tekst waarin het juist over 'points of view' gaat. Dat doet de vraag opkomen of Della Rocca wel in het project van Spinoza (zoals Spinoza het bedoelt) geïnteresseerd is.

Dat geeft al met al erg de indruk dat Della Rocca voortdurend met een 'hertaling' van Spinoza bezig is en dat hierin door hem een hobby horse wordt bereden - een eigen spelletje wordt gespeeld; en dat noem ik sinds het vorige blog nep-Spinozisme 3.0 (een Spinozisme waarbij het niet meer om de echte Spinoza gaat).

_________________

                           Nothing happens for no reason.

Voor wie er, met Della Rocca, niet genoeg van kan krijgen is hier

Michael Della Rocca, "PSR", In: Philosophers' Imprint 10 (07) (2010) [PDF
This paper presents an argument for the Principle of Sufficient Reason, the PSR, the principle according to which each thing that exists has an explanation. I begin with several widespread and extremely plausible arguments that I call explicability arguments in which a certain situation is rejected precisely because it would be arbitrary. Building on these plausible cases, I construct a series of explicability arguments that culminates in an explicability argument concerning existence itself. This argument amounts to the claim that the PSR is true. The plausibility of the initial cases in the series provides the basis of an argument for the PSR, an argument that can be rebutted only by drawing a line between the plausible early cases in the series and the apparently unacceptable later cases. I argue that no principled reason for drawing this line has been found and that one cannot draw an unprincipled or arbitrary line without begging the question. The paper concludes that, therefore, this defense of the PSR remains unrebutted and that we have a powerful, new reason to embrace the PSR

Reacties

Mooie, scherpe analyse, Stan.

Zo trof mij indertijd in zijn 'Spinoza' (2008) de volgende zin: 'Spinoza demands that we give an account of what causation is; we must be able to explain what it is for one thing to cause another.'
Zonder verwijzing naar een vindplaats. Uiteraard, want die is er niet, Spinoza vraagt dat helemaal nergens. Juist niet, zou je zeggen (vermenging van attributen). Maar daar wordt dan wel de dubbele PSR uit geboren.
Je komt het tegenwoordig wel vaker tegen uit die hoek: uitgangspunt is dat men iets slimmigs wil bedenken, iets eigens aan de Spinoza-interpretatie wil toevoegen. Maar Spinoza zal dit wel overleven.

Bedoel je nie, Stan, "nep-Spinozisme" 3.0? Anders begrijp ik je als grap bedoelde titel niet.

Je hebt gelijk Wim, ik bedoel inderdaad namaak-Spinozisme. En het was niet zozeer als grap, maar eerder als uiting van verontwaardiging en boosheid bedoeld. Ik maak er "nep" van en dan is "3.0" de grap (want ik weet ook niet wat de voorlopers ervan zouden zijn)

Na lezing van het Spinozahuis-boekje was het me helemaal niet duidelijk wat Della Rocca bedoelde met zijn tweede betekenis van de PSR. Maar ik heb de term "PSR" opgezocht in vroegere teksten van dit blog via de zoekfunctie, en een rijke oogst gevonden. Als dit blog niet bestond, moest het uitgevonden worden!

Verder ben ik het uiteraard eens met Stan's analyse. Van twee dingen één: ofwel ontwikkelt Della Rocca een eigen filosofie, al dan niet geïnspireerd door Spinoza, ofwel tracht hij Spinoza's filosofie te verhelderen. Nu maakt hij geen keuze, en realiseert geen van beide.

Het kan misschien ook iets vriendelijker gezegd worden: focus je op een detail, een punt van ondergeschikt belang, een toevalligheid, een omstreden punt, een letter in een tekst, vergroot dat enorm uit en kom vervolgens met een geheel eigenzinnige interpretatie van Spinoza. Volgens mij is er met dat 'representatie' ook zoiets aan de hand, net als met de PSR en de eindige modus als predicaat van God.

Het gebruik van het woord "representatie" heeft me ook erg gestoord in de lezing van Della Rocca's tekst. Voor mij is representatie wat een schilderij doet. Of, om de termen van Stan te gebruiken uit een vroeger blog, een idee dat de menselijke geest heeft, niet het idee dat die geest is.

Ik moet ook denken aan het voorbeeld van Deleuzes 'Spinoza et le problème de l'expression' waarin 'expressie' tot het sleutelbegrip in Spinoza wordt verklaard (zoals nu ook 'representatie' of PSR). Het was meen ik Macherey die opmerkte dat Deleuze in al zijn latere geschriften over Spinoza nooit meer een woord heeft gewijd aan 'le problème de l'expression'.

Maar Della Rocca zien we nog niet stoppen met 'representatie' of PSR.

Ik schroom, maar waag toch bij zoveel anti- een pro-geluid te laten horen:
1. D.R.'s boek heb ik destijds met veel plezier gelezen. Het maakte mij duidelijk hoe zeer Sp's filosofie doordrenkt is van het rationalisme. In Sp's filosofie - en m.n. In de Ethica - spreekt het plezier in de macht van het verstand: logisch redeneren, causaal redeneren, PSR. Wij kunnen de wereld kennen.
2. De diepere achterliggende gedachte is dat de wereld is zoals wij haar denken, en dat ons (rationele) denken een representatie is van de wereld als uitgebreidheid, het oude correspondentie-principe van de waarheid. Er is een objectieve wereld en wij kunnen haar denken. Dit i.t.t. de post-structuralisten die menen dat de werkelijkheid onkenbaar is en voor ons uit 'grote verhalen' bestaat.
3. De idee van de objectieve wereld is niet nieuw. Descartes zocht er naar en meende met zijn twijfelexperiment aan te kunnen tonen dat ze bestaat.
4. Een voorbeeld (van analytisch filosoof Quine): als we de diameter van een bol willen meten kunnen we dat op 2 manieren doen: met een schuifmaat, of met een centimeter de omtrek meten en die delen door pi. M.a.w. onze rationele methoden (logica, causaliteit, PSR) kunnen verschillen, maar er is een achterliggende objectieve realiteit die, ondanks de verschillende methodieken, eenzelfde objectief resultaat geeft. De wereld is werkelijk!

Ja Adrie, de wereld is werkelijk, de waarheid bestaat en is enig, en het is heerlijk om hiermee tegen het postmodernistische geleuter in te gaan. In de zin dat Della Rocca dit kenmerk van Spinoza's filosofie nog eens onderstreept en uiteenzet, heeft hij verdienste. Maar niet wanneer hij PSR als enig onderliggend fundament uitroept, want dit is niet waar.