Najaarsvergadering in Rijnsburg van de Ver. Het Spinozahuis
Gisteren werd de najaarsvergadering van de Ver. Het Spinozahuis gehouden in het voormalig Gemeentehuis van Rijnsburg. Er was weer een grote opkomst – de leden vulden de hele ruimte, hadden er zin in en kregen twee boeiende toespraken voorgezet. Deze zullen, zo is de bedoeling, te zijner tijd in een Mededelingenbulletin in druk verschijnen.
Wiep van Bunge, hoogleraar aan de Erasmusuniversiteit en voorzitter van de vereniging besprak Spinoza’s relatie met de Rijnsburger collegianten. Hij schetste hoe uit het uitgangspunt van de “evengelijkheid der gelovigen” – op grond waarvan ze felle anti-clericalisten waren die van dominees niets moesten hebben – deze sterk egalitaire tendens geleidelijk aan, via de mennoniet en collegiant Pieter Corneliszoon Plockhoy en Franciscus van den Enden die op Plockhoy voortbouwde deze ‘evengelijkheid’ uitbreidden naar het burgerschap. Van Bunge gaf aan hoe we door werk van Wim Klever en nog iemand (ik kon diens naam niet goed horen) weten dat Kort Verhael van Nieuw Nederland (1662) en Vrye Politijke Stellingen (1665) door Van den Enden geschreven zijn. In 1663 vestigde Plockhoy zich samen met 41 kolonisten aan de Delaware Baai. Het Nieuw Nederland dat zij daar vestigden heeft het maar kort uitgehouden: het werd door de Engelsen met de grond gelijk gemaakt.
Naar aanleiding van deze lezing ontstond er een korte discussie over de vraag hoe democratisch gezind Spinoza nu was, gezien de uitsluiting van afhankelijken (vrouwen, bedienden e.d.) in de laatste pagina’s die hij schreef. Een discussie waarin wellicht nooit eenstemmigheid zal ontstaan.
Na de lunch sprak Manfred Lauermann over het Spinoza-projekt van Dunin-Borkowski. Zijn enthousiaste toespraak in het Duits was heel goed te volgen, ook door degenen die wat minder goed in die taal zijn. Ik maak hierover zo dadelijk een apart blog.
Tenslotte werd bekend gemaakt dat de voorjaarscursus 2011 in het teken zal staan van de TIE, de Tractatus de intellectus emendatione. De zomercursus 2011 zal weer in Barchem worden gehouden en heeft als thema “Spinoza en de literatuur.” Dit zal deze blogger, die al veel over Spinoza in de letteren schreef, inspireren om daar ’t komende jaar nog eens flink wat aandacht aan te wijden.
Nadat ik het bij twee eerdere gelegenheden (met een begerige conatus) in m’n hand nam, zag ik het boek Spinoza im Porträt van Ernst Altkirch uit 1913 weer liggen en nu, driemaal verlangen is scheepsrecht, heb ik het tot mijn vreugde kunnen aanschaffen. Als iemand iets met dit boek kan doen, is het toch wel deze Spinoza-blogger.
Bladerend in het boek, in de trein terug richting Maastricht, zag ik de afbeelding van Spinoza, waarvan ik in mijn bespreking van 'Spinoza im Kontext' (blog van 16 november 2010) zei dat ik het een beetje jammer vond dat het portret van Spinoza uit Fürstellung Vier Neuer Welt-Weisen (1702, anoniem), niet in 'Spinoza im Kontext' gereproduceerd werd. Nu kon ik zien dat de samenstellers er groot gelijk in hadden om dat maar niet te doen. Zie hier:* * *
Daar de aankondiging van de lezingen t.z.t. wellicht op de website van de vereniging verdwijnt, bewaar ik deze graag hier:
Najaarsbijeenkomst Vereniging Het Spinozahuis 27 november 2010
Wiep van Bunge - Spinoza en de collegiantenIn deze voordracht zal de klassieke kwestie van Spinoza's verhouding tot de Rijnsburger collegianten aan de orde worden gesteld. Dikwijls is gewezen op de theologische betekenis van hun individueel beleefd Christendom voor de jonge filosoof die na zijn verbanning uit de Portugese synagoge werd opgevangen door collegianten als Simon Joosten de Vries, Jarig Jelles en Pieter Balling. Hier zal echter worden verdedigd dat hun betekenis voor Spinoza vooral blijkt uit zijn politieke filosofie. In hun pleidooien voor de vrije 'profetie' baseerden collegianten zich in de loop van de zeventiende eeuw steeds nadrukkelijker op de 'evengelijkheid' der gelovigen, en met name in het werk van de Zeeuwse collegiant en kolonist Pieter Cornelis Plockhoy en zijn Amsterdamse partner Franciscus van den Enden leidde dit vervolgens tot een uitgesproken voorkeur voor een 'volksregering'. Weliswaar wordt de gedachte dat mensen gelijk zijn al gelanceerd in het werk van Descartes en Hobbes, en weliswaar pleitte ook Johannes de la Court al voor de democratie, Spinoza’s politieke denkbeelden lijken ook door zogenaamde 'stiefkinderen van het Christendom vérgaand te zijn voorbereid.
Manfred Lauermann - Das Spinoza-Projekt von Dunin-BorkowskiWarum schreibt ein polnischer Adliger über den Amsterdamer Bürger Spinoza? – Und: wie schreibt ein Jesuit über den Juden Baruch, dessen Werk auf dem Index „verbotener Bücher" steht, der für einen Katholiken verbindlich war? Im maßgeblichen Cambridge Compendium to Spinoza werden Spinoza-Texte des [Grafen] Stanislaus von Dunin Borkowski (1864-1934) genannt. Seit seinem Freudenthal adäquaten Erstling über den jungen Spinoza (1910; 633 S.) war Dunin-Borkowski Teil der Spinozadiskussion (so im Chronicon Spinozanum). Die Entwicklungsgeschichte Spinozas, die im Buch von 1910 bis 1657 reichte, wird vor allem mit Materialien ergänzt, stärker aber arbeitet Dunin-Borkowski an seiner Problemgeschichte, einer Archäologie des Spinoza-Diskurses.
1933 wird eine Zweitauflage vom Jungen De Spinoza veranstaltet, jetzt innerhalb eines vierbändigen Werkes. Bd. II erscheint 1934, mit einem methodologisch wichtigen Vorwort, altmodisch mit „Vorhalle" bezeichnet die Bd. III und IV dann aus dem Nachlass 1935 und 1936. Ca. 1500 neue Druckseiten, die bislang nirgendwo aufgeschlüsselt wurden! Die Werkausgabe im katholischen Aschendorff-Verlag wurde im nationalsozialistischen Deutschland systematisch ignoriert, Jesuiten wie Dunin-Borkowski wurden gleich nach Juden (wie Carl Gebhardt, der ebenfalls 1934 starb) aus der Wissenschaft ausgegrenzt: die Spinoza-Tradition des deutschen Denkens seit Goethe wurde nahezu ausgelöscht. Zum anderen fehlte das theorietechnische Instrumentarium für eine Archäologie des Wissens (Foucault) genauso wie für eine soziologische und sozialgeschichtliche Analyse von Ideengeschichte (so die Cambridge School of Intellectual History).
Der Vortrag wird eine Forschungsskizze entwerfen, wie Schneisen in die ca. 2.500 Seiten des Spinoza-Projektes von Dunin-Borkowski zu schlagen seien: mit den Schwerpunkten Politik, Religion und Naturwissenschaften.
Der Denkhintergrund Spinozas ist der spanische Spätstoizismus, so die These Dunin-Borkowski’s, der die gelassene Ruhe Spinoza und sein caute erklärt, war sein intellektuelles Unternehmen einer Depotenzierung von Religion und einer naturgesetzlichen Theorie von societas doch gefährlich genug!
Locatie: Voormalig Gemeentehuis van Rijnsburg. Burg. Koomansplein 1, Rijnsburg.
Te bereiken met bus 36 vanaf NS station Leiden richting Katwijk, halte Oegstgeesterweg.
Programma
11.00-11.30 uur Ontvangst
11.30 uur Lezing Wiep van Bunge (EUR) – Spinoza en de collegianten
12.30 uur Discussie
12.45 uur Lunch
13.45 uur Lezing Manfred Lauermann (Hannover) – Das Spinoza-Projekt von Dunin-Borkowski
14.45 uur Discussie
Reacties
"(ik kon diens naam niet goed horen)"
Het gaat hier waarschijnlijk om Marc Bedjai.
M. Willems 28-11-2010 @ 12:58
Bedankt, deze moet het inderdaad zijn. Googlend op de naam Marc Bedjai zie ik dat zowel de Nederlandse als Engelse wikipedia dit heeft.
In 1990 verscheen zijn "Métaphysique, Éthique et Politique dans l’oeuvre du docteur Franciscus van den Enden (1602-1674). Contribution à l’étude des sources des écrits de Spinoza" (Thèse de Doctorat, 4 vol., Paris 1990).
Nu herinner ik mij weer dat Wim Klever mij van zijn contact met Bedjai vertelde (hij heeft hem zelfs het laatste zetje gegeven om zijn dissertatie af te ronden). Klever heeft mij die vier delen van Bedjai's dissertatie laten zien. Maar die naam was ik weer vergeten.
Stan Verdult 28-11-2010 @ 13:19