Neurochirurg Kees Tulleken leest Spinoza
Bijna een maand geleden had ik een blog "Tulleken is een geëngageerd medicus, Spinozist bovendien, wat wil je nog meer." Dat was een uitspraak van een psychiater in reactie op een “Exclusief interview” met Tulleken. Ik schreef: “Ik zou er wel meer over willen horen: betekent ‘liefde voor Spinoza’ ook iets - en zo ja, wat - voor de manier waarop een neurochirurg als Tulleken de samenhang hersenen en bewustzijn ziet?” De laatste zin van dat blog luidde: “Ik hoop nog eens meer over zijn Spinozisme te vernemen.”Welnu, ik word vandaag al enigszins op mijn wenken bediend. De bijlage ‘De Verdieping’ in Trouw, bevat dikwijls, ik meen op één zaterdag per maand, een interview dat Arjan Visser afneemt en dat de rubriektitel draagt: Tien geboden. De goed bedachte formule is dat Visser een – meestal bekende - Nederlander ondervraagt aan de hand van de Tien Geboden, verwoord in de taal van de diverse christelijke denominaties. Vandaag is de geïnterviewde de emeritus-hoogleraar neurochirurgie Kees Tulleken (1940). En zie, bij het tweede gebod komt hij te spreken over Spinoza. Ik citeer die passage hier:
II Gij zult de naam van de Heer uw God niet zonder eerbied gebruiken
“Het geloof kan een enorme steun zijn - ik heb zelf ook warme herinneringen aan mijn jaren bij de Jezuïeten, aan de kerk, en aan al de rituelen die daarbij hoorden - dus het laatste wat ik wil doen is gelovigen kwetsen door Gods naam zonder eerbied te gebruiken. Ik zal nooit zeggen dat ik, qua overtuiging, gelijk heb; mijn brein is gewoon anders geprogrammeerd. Ik ben het bestaan van God, zoals het in de religie wordt beschreven, steeds onlogischer gaan vinden en heb, zonder wroeging, afstand gedaan van 'dat idee.Het spinozisme is niet voor het geloof in de plaats gekomen, maar het lezen van Spinoza heeft zeker een troostende uitwerking op mij. Ik kende hem al langer, maar ik ben mij pas echt in zijn werk gaan verdiepen toen mijn eerste vrouw Annemarie in 1995 ernstig ziek werd. Sinds die tijd heb ik - beetje gestoord, hoor - iedere dag contact met Spinoza. Ik heb zijn werk uit het Latijn vertaald, op de fiets dreun ik, met name op momenten van onrust, stellingen uit 'de Ethica' op en ik ben al jaren met hem in dialoog. Spinoza zit ergens in mijn rechter hemisfeer, ik zit links. Ik laat hem boeken uit de moderne tijd - bijvoorbeeld ‘Principles of Neural Science' van Eric Kandel - lezen en probeer te bedenken wat hij te zeggen zou hebben over de gedachte - neurofysiologisch aangetoond door Benjamin Libet - dat we altijd een paar honderd milliseconden achter ons brein aanhollen. We denken dat we uit vrije wil handelen, en dat lijkt ook zo, maar het brein blijkt het plan al te hebben bedacht voordat wij ons daarvan bewust zijn. De intentie verbind je er pas later aan een beetje zoals het afgaan van de-wekker in je droom past - en wordt bepaald door hoe je in elkaar zit. Met andere woorden: dat hele bewustzijn van ons is niet meer dan een flits, eigenlijk een niet bestaand moment. We leven dus voortdurend in herinnering. Descartes zegt: cogito, ergo sum - 'ik denk, dus ik besta' - maar volgens mij had hij het beter zo kunnen zeggen: cogito, ergo eram. 'Ik denk, dus ik was.'
Maar goed, ik dwaal af. Een ding nog over Spinoza: niet alleen God en de natuur waren één, ook het denken - res cogitans - en alles dat zich in de ruimte bevindt - res extensa - waren volgens hem identiek. Er blijft, kortom, geen ruimte over voor nog iets daar boven. Alles wordt gereduceerd tot de basis, tot één atoom. Zo'n uitgangspunt maakt het leven niet minder interessant; het wordt er voor mij alleen nog maar boeiender door."* * *
Ja, dit is al íets. Ik ga niet in op wat hij hier zegt over de relatie denken en materie; daarin lijkt hij de dominante neurowetenschappelijke lijn à la de Dick Swaab's te volgen.Ik noteer hier alleen dat hij blijkbaar niet alleen Spinoza, maar ook Spinoza-uitleggers leest, want dat de res cogitans en de res extensa identiek zijn heeft hij op die manier niet bij Spinoza kunnen lezen, want die stelt dat het om modi van verschillende attributen gaat, die samen een eenheid vormen, één ding zijn (uiteindelijk tot één substantie behoren). En benadrukt voorts uiteraard het attributief verschillend zijn, hetgeen bij het gebruik van de term 'identiek zijn', uit beeld verdwijnt. 'Denken' is niet, nooit en never identiek aan, hetzelfde als 'iets uitgebreids zijn' - het zijn twee totaal van elkaar verschillende aspecten van één ding.
Oh, hoe vaak moet ik daarop, op dat misbegrip, nog wijzen.
Reacties
Even gewacht met reactie op deze blog omdat ik Tulleken's opmerkingen moest verwerken. Ik vind ze heel bijzonder. Niet alleen put hij troost uit Spinoza's filosofie, hij geeft ook een aparte interpretatie aan het 'sum' als in verleden tijd, wat mi het object-karakter accentueert. Je kritiek, Stan, lijkt mij behalve professoraal ook wat gezocht.
Wim Klever 17-12-2012 @ 10:01
Ik had TWEE kritiek-punten. Op het eerste (de relatie materie-denken) ging ik verder niet in. Ik wil er hier wel nog op wijzen dat die opmerking van hem over 'cogito, ergo erat' over Descartes gaat. Spinoza nam met zijn 'Homo cogitat' op superieure wijze afstand van Descartes. Hij wees op de eenheid die (het ene ding dat) denkt en die/dat door onderzoekers als Libet en andere neuro's weer a.h.w. in twee dingen uit elkaar wordt gehaald. Dáár, bij Spinoza, ligt het echte 'object-karakter'.
Mijn eigenlijke kritiekpunt betrof de veel beweerde en verkeerd gehanteerde "identiteits-theorie", waar ik jou, Wim, nooit over hoor.
En nog bedankt voor je nooit na te laten onprofessorale sneer...
Stan Verdult 17-12-2012 @ 11:33
Nu geef ik je een echte pluim, en wordt die niet goed opgepakt!
Wim Klever 17-12-2012 @ 14:46