Nieuw: Spinozareeks onder supervisie van Spinozawinnaars

Sinds twee weken is een korte cursus over Spinoza en zijn werk beschikbaar bij de Open Universiteit. De tekst van de cursus van prof. dr. P.M.L. (Piet) Steenbakkers, is bewerkt door drs. H. (Herman) Simissen.

Deze cursus die kan dienen als uitgangspunt voor verdere (zelf-)studie, biedt een eerste kennismaking met Spinoza. Deze oriënterende cursus maakt onderdeel uit van een nieuwe webstek, www.spinoza.ou.nl, waarop onder supervisie van Spinozawinnaars door de Open Universiteit zelfstudiecursussen beschikbaar worden gesteld.

Een samenwerking van de Nederlandse organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek (NWO) en de Open Universiteit.

"Eminente Nederlandse wetenschappers laten een breed publiek kennismaken met hun onderzoeksterrein en gedachtegoed via deze gratis cursussen van de Open Universiteit. Vele Spinozawinnaars zijn hiertoe bereid en laten hiermee zien hun wetenschap ten dienste van de samenleving te stellen", aldus de rector magnificus Open Universiteit Nederland, Fred Mulder, bij gelegenheid van de lancering van de Spinozareeks tijdens de uitreiking van de prestigieuze NWO-Spinozapremies op woensdag 19 november 2008.

De eerste cursus in de Spinozareeks is opgesteld onder verantwoordelijkheid van Frits van Oostrom, die in 1995 winnaar was van de NWO-Spinozapremie. Dit voorjaar trad hij terug als President van de KNAW. In nauwe samenwerking met hem maakte Jaap van Marle, decaan Cultuurwetenschappen bij de Open Universiteit en taalkundige, de cursus Middelnederlandse letterkunde als literair erfgoed. De cursussen in de Spinozareeks zijn beschikbaar op www.spinoza.ou.nl

De publicatie van de tweede cursus in de Spinozareeks, onder supervisie van prof. dr. Johan van Benthem (Spinozawinnaar in 1996), is voorzien in januari 2009.

------

Met dank aan Ben Salden die mij deze informatie tipte.
Zie méér hier.

Reacties

Een paar opmerkingen bij Benedictus de Spinoza (1632-1677)
prof. dr. P.M.L. Steenbakkers, bewerkt door drs. H. Simissen.

Hoofdstuk 1, ‘Typering en chronologie’, is een beetje te onvolledig omdat de sterfdag en de oorzaak van het overlijden van Adriaen Koerbagh is weggelaten. Hij wordt zelfs in het hele stuk niet genoemd.

Hoofdstuk 2 begint met de vraag; “Hoe kan iemand een goddeloze leer verkondigen en toch zo deugdzaam leven?

Dit is een vreemde vraag, want je kunt je immers net zo goed afvragen waarom iemand die een ‘goddeloze leer’ verkondigt, niet ‘deugdzaam’ zou kunnen leven. En in het geval van Spinoza is het natuurlijk juist zijn fantastische ‘goddeloosheid’ die hem zo ‘deugdzaam’ maakt.

Simissen; “Voor Spinoza’s tijdgenoten (en nog lange tijd daarna) is dat een raadsel geweest.”

Dat is dus vooral een raadsel geweest voor christenen. Voor vele ‘verlichte’ anderen was dat natuurlijk absoluut geen raadsel. Zeker niet voor Spinoza’s vele volgelingen, die, door de eeuwen heen, mede hebben bijgedragen aan de Verlichting.

Simissen; “En inderdaad: als hun beoordeling van zijn leer en zijn leven juist is, dan hebben we hier met een nogal zeldzaam fenomeen te maken.”

Maar ‘hun’ beoordeling is dus niet juist, dus …

Dit stuk is voor mij nu al heel glibberig.

Wordt vervolgd

Dit lijkt een best aardige introductie, maar er mankeert iets fundamenteels aan. Door de openingsvraag, ‘Hoe kan iemand een goddeloze leer verkondigen en toch zo deugdzaam leven?’ en de beantwoording daarvan in de tekst, komt de rode draad van het verhaal te liggen bij Spinoza’s godsidee, alsof het daar om gaat, en verder wordt, heel braaf in de traditie van De Dijn en zijn volgelingen bij de Vereniging Het Spinozahuis, vooral benadrukt dat Spinoza best waardering had voor religies.

Wat dus onder het tapijt geveegd wordt, of verbloemd wordt is dat hij religies natuurlijk alle hoeken van de kamer van redelijkheid heeft laten zien, dat hij de bijbel terug heeft gebracht tot een fabeltjesboek en dat hij hun god totaal van zijn voetstuk geslagen heeft en die gereduceerd heeft tot de eeuwige en oneindige natuur en niets meer.
Zijn boodschap is immers voor iedereen die kan lezen heel duidelijk; weg met de traditionele religies die mensen onwetend en angstig houden en weg met hun ‘god’, want dat is een totaal onbestaanbaar waanzinnig gedrocht ontsproten aan de onwetendheid en verbeelding.

Het zal toch voor iedereen die Spinoza begrijpt duidelijk zijn dat een gelovige, weliswaar met behulp van religie in het gareel kan worden gehouden, maar dat ‘het geluk’ dat de gelovige kan bereiken, het voor Spinoza, in de verste verte niet haalt bij het geluk dat voor de rationele mens bereikbaar is.
Voor Spinoza is het geloof synoniem met verbeelding, vooroordelen, en het is vol van tegenstrijdigheden en absurditeiten. Het geloof bestaat uit niets meer dan uit onjuiste ideeën. En blijheid die voortkomt uit onjuiste ideeën en verbeeldingen kan volgens Spinoza natuurlijk nooit echte blijheid zijn. Het geloof is voor hem in feite een vorm van idiotie.
Dit soort ‘blijheid’, of deze vorm van ‘geluk’ is dus een schijngeluk, of een vorm van waanzin.
Het geluk van de rationele mens is dus het ware geluk, dat ontstaat door juiste ideeën, begrip en inzicht, in zichzelf en in de eeuwige en oneindige natuur.

De tandenloze Spinoza is dus de overheersende, want door de wetenschappers van het zelfbenoemde ‘Spinoza Vaticaan’, de Vereniging Het Spinozahuis, gezegende uitleg van Spinoza; hij vond religie best wel goed en zijn god is wel iets anders, maar toch blijft Hij God.
De andere kant van het verhaal, of de uitleg zoals hierboven beschreven, dus Spinoza’s ongenadige afrekening met religies, wordt achterwege gelaten, of de scherpe kantjes worden er afgehaald. De VHS is doodsbang dat we Spinoza gaan presenteren als de revolutionaire, uiterst antireligieuze verlichtingsdenker die hij was. Wat ze doen is van Spinoza een middelmatige denker maken; aan de ene kant dit, en aan de andere kant dat. Hij moet acceptabel zijn voor iedereen, zodat niemand zich er aan hoeft te storen, waarmee hij feitelijk is uitgeschakeld in de discussie. Dit is ook de strategie van de reli-spinozisten als De Dijn; de eliminering van Spinoza’s religiekritiek.

Daarmee halveren ze Spinoza, halen ze de angel, of zo u wilt, de doorn uit Spinoza en ze maken hem monddood in de maatschappelijke discussie over religie. Alsof Spinoza niet veel en veel verder ging dan de hypocriete Voltaire, alsof Spinoza er voor zou pleiten om mensen onwetend te houden en met behulp van religie in het gareel te houden, alsof hij niet voor het tegendeel pleitte, dus mensen te stimuleren hun verstand te gebruiken etc.

Dus juist nu in deze tijdsspanne weer eens voor iedereen zichtbaar blijkt hoe destructief religies zijn, wordt Spinoza niet ingezet tegen ‘god’ en tegen religies, maar juist voor het tegenovergestelde. Juist nu wordt hij niet naar voren gebracht als de filosoof en de propagandist van de pure rationaliteit, die eindeloos vaak herhaald heeft dat verbeelding, bijgeloof en religies desastreus zijn voor individu en samenleving. Juist nu benadrukken De Dijn en consorten dat geloof en Spinoza elkaar niet bijten, maar dat ze vredig naast elkaar kunnen leven, de één gelukkig met zijn gehoorzame, onderdanige onwetendheid en de ander met zijn rationele geluk.
Je mag van hen als rationele mens dus niet met Spinoza in de hand tegen je buurman zeggen dat zijn gehoorzame, onderdanige onwetendheid, of religie, een gevaar is voor de samenleving en dus een enorme bedreiging van de vrede en het algemeen welzijn in de staat. Je mag niet tegen gelovige zeggen dat zij hun verstand moeten gebruiken in plaats van de idiote verzinsels van religies te geloven.
En zo kan ik nog een hele tijd doorgaan, wat ik hier dus niet doe. Wel pleit ik met veel kracht voor een open en eerlijke weergave van Spinoza’s filosofie. Op dit moment gebeurt dat niet omdat de ‘reli-spinozisten de discussie, het vertoog, of het beeld van Spinoza bepalen. En dat is dus op z’n minst onvolledig!

Het verhaal van Steenbakkers en Simissen is dus een eenzijdige en sterk religieus gekleurde introductie in Spinoza.
Illustratief daarvoor is de literatuurlijst en dat Jonathan Israel genegeerd wordt.

Beste Haije.

Ik ben het volledig met je eens maar toch vind ik het stuk van Steenbakkers toch wel goed. Ik denk wel dat inzake de religie wel een soort van uitzuivering nodig zou moeten zijn m.b.v de inzichten Spinoza. In feite stopt de Dijn gewoon te snel en zou meer de agogische weg moeten bewandelen om tot verbetering van het verstand te komen. Als hij dat om wat voor redenen dat nalaat, houdt hij eigenlijk het volk dom (ik hoor het de oude marxisten nog zeggen: de kapitalisten houden ze arm en de kerk houdt ze dom).

Natuurlijk moet je het werk van Spinoza zelf gaan lezen, hoewel dat niet lichte kost is. Zelfs J. Israel is secundaire literatuur. Ik mis bv Klever, hij schetst bv ook de verschillende Spinoza-uitleggers: daar heb ik veel aangehad. Zelf ben ik atheist en voel mij het meest verwant met die uitleg van Klever, maar ik kan me voorstellen dat een oorspronkelijk godsdienstig iemand Spinoza goed kan gebruiken om zijn gedachten over zijn godsbeeld uit te zuiveren. De volgende stap zou dan ook zijn om dat te verkondigen, uit te leggen.

Gr,

Rene

Beste Rene,

Je schrijft; “Ik denk wel dat inzake de religie wel een soort van uitzuivering nodig zou moeten zijn m.b.v de inzichten Spinoza.”

Ik denk dat de uitleg van Spinoza’s filosofie moet worden ‘uitgezuiverd’, dus dat er niet gedaan moet worden alsof hij religies waardeerde, en ze juist goed vond. Het tegenovergestelde is waar, zoals hierboven uitgelegd.

Je schrijft; “In feite stopt de Dijn gewoon te snel en zou meer de agogische weg moeten bewandelen om tot verbetering van het verstand te komen.”

De Dijn benadrukt het onvermogen van het verstand en dat het toch niet alles kan weten etc. en dat we daarom blij moeten zijn met religies. Precies het tegenovergesteld van wat Spinoza beweert.

Inderdaad; “Als hij dat om wat voor redenen dat nalaat, houdt hij eigenlijk het volk dom.”

Veel erger is dat hij dus een onjuist en vals beeld van Spinoza neerzet.

Je schrijft; “… ik kan me voorstellen dat een oorspronkelijk godsdienstig iemand Spinoza goed kan gebruiken om zijn gedachten over zijn godsbeeld uit te zuiveren.”

De enige ‘uitzuivering’ van religie is dat zo iemand inziet dat het onzin is en dat zijn godsidee onzin is en dat het enige dat is, de eeuwige en oneindige natuur is, die alles bestuurt en niets meer.