Ook Spinoza in "Goudmijn van het denken"
Van Marli Huijer & Frank Meester verscheen bij Boom deze maand: Goudmijn van het denken. Filosofie in de beroepspraktijk.Ze brengen uit het mer à boire van de filosofie een nuttige keur van teksten om in deze tijd over te denken.
In mijn ogen een gouden greep, althans handiger, want op een bredere doelgroep mikkend dan boeken als ‘filosofie voor managers’ en dergelijke. De schrijvers laten 'beroepspraktijk' zonder toelichting. Ze houden het lekker breed en vaag - ieder mag dat zelf invullen.
Ze schrijven in het voorwoord: “Dit boek kan worden gebruikt als leesboek, lesboek, receptenboek of als gereedschapskist. Centraal staan primaire teksten van grote denkers in de filosofie, en een enkele keer in de psychologie en biologie. Kernteksten als die over ‘de dolle mens’ van Nietzsche, de grotallegorie van Plato, Augustinus’ verwondering over de tijd, de ‘voortreffelijkheid’ van Aristoteles, het machtsbegrip van Foucault, het onderscheid tussen arbeiden, werken en handelen van Arendt, het no-harm-principe van Mill, dat alles en nog veel meer krijg je zonder tussenkomst van docenten of tekstuitleggers in de schoot geworpen.”“Zonder tussenkomst” is niet helemaal waar en zelfs helemaal niet waar. Want de teksten worden in porties opgediend, waarop telkens vragen en aandachtspunten van de auteurs volgen die de lezer uitdagen de tekst nog eens extra goed tot zich te laten doordringen en na te gaan hoe e.e.a. "in de eigen beroepspraktijk" kan worden toegepast.
Beetje ongeloofwaardig maken ze hun opzet wel weer met te schrijven: “Als we in een teamvergadering of tijdens een personeelsfeestje zonder haperen willen vertellen wat Latour over de moraal van een veiligheidsgordel heeft geschreven, dan zullen we zijn betoog eerst in een proces van herkauwend lezen tot ons moeten hebben genomen.”
Aan de orde komen:
Immanuel Kant over zelf nadenkenIbn Roesjd over verschillende bronnen van advies
René Descartes’ zoektocht naar ware kennis
Karl Popper probeert elke claim op waarheid te weerleggen
Aristoteles over voortreffelijkheid van karakter
Ludwig Wittgenstein over communicatie
Plato en de harde waardheid
Friedrich Nietzsche over leven zonder God en gebod
Niccolò Machiavelli over vriend en vijand
Michel Foucault over de toezichtsamenleving
Sigmund Freud over de krachten die je sturen
Jean-Paul Sartre over de last van de vrijheid
Henri Bergson over de ervaring van tijd
Het tijdsbegrip bij Aurelius Augustinus
Charles Darwin en de strijd om het bestaan
Hannah Arendt over het nemen van initiatief
Karl Marx en het hedendaagse kapitalisme
Bruno Latour over de moraal van techniek
John Rawls over de verdeling van goederen
Martha Nussbaum over wat mensen kunnen doen en zijn
John Stuart Mill over het varen van je eigen koers
En ook komt een flink deel van het 20e hoofdstuk van Spinoza’s Tractatus Theologico-politicus aan de orde: Benedictus de Spinoza over vrijheid van meningsuiting.
Je ziet dat gelukkig steeds vaker: dat ook Spinoza wordt ingezet.