Saul Bellow (1915 - 2005) Herzog, en Spinoza
Volgend jaar is het vijftig jaar geleden dat Saul Bellow's Herzog uitkwam - "Bellow’s most autobiographical and therefore his most Jewish book, which defines a kind of ongoing and deeply personal sense of complaint—against women, history, and man’s fate," zoals het kort en treffend wordt getypeerd in een overzicht van de 101 grootste joodse boeken. In 1976 won Bellow de Nobelprijs voor de Literatuur voor Humboldt's Gift.
Hier ga ik het hebben over Herzog, een merkwaardig fascinerende pil vol mijmeringen, overdenkingen en herinneringen van een voormalig hoogleraar in de historie van de filosofie. Herzog is zowel een groot outsider als een groot Elcerlyck die een snaar raakt bij vele lezers. Een tragikomische intellectueel die met het leven in het reine probeert te komen. Z'n opleiding lijkt zeer ongeschikt voor de crises van het werkelijke leven waar hij voor komt te staan. Hij is ergens eind veertig en we maken hem mee gedurende enige weken, terwijl hij, in de war en zonder duidelijk doel, in trein of vliegtuig van hier naar elders reist. En ondertussen almaar aan het overwegen en herinneren in pogingen om zichzelf en het leven te leren kennen. Hoe kon het zo gelopen zijn?
Hij was briljant begonnen met zijn dissertatie De plaats van de natuur in de Engelse en Franse politieke wijsbegeerte in de 17e en 18e eeuw. Ook had hij een boek op zijn naam, Romantiek en christendom, en hij was begonnen aan een grote studie over de Romantiek, wat maar niet lukte omdat hij intussen moeilijkheden had met zijn veeleisende en zo volstrekt anders gerichte tweede vrouw, Madeleine, die nadat ze hem goed voor haar had laten zorgen hem aan de kant zette. In zijn overpeinzingen op de rand van waanzin soms, ziet hij zich vergeleken met anderen als onhandig, als slachtoffer van die doelgerichte vrouw die hem z'n comfortabele leventje afpakte en inruilde voor zijn 'beste vriend'. Later erkende hij dat hij blijkbaar moeite had om 'te ontwaken in het bestaan'. Hij die zo geëngageerd was in de geschiedenis van het denken, merkte dat hij in zijn eigen denken te weinig inzicht had; hij ervoer zijn sterke geheugen over z'n eigen leven als een helse machine. Z'n 'habitus was nadenken', maar het leek alsof zijn geest niet meer normaal werkte; werd hij gek? Om z'n gedachten en z'n 'zwaar arbeidend verstand' enigszins te organiseren schreef hij brieven aan allerlei personen en instanties, met commentaren die op hun beurt weer aanleidingen werden voor herinneringen en associaties tussen het schrijven door van die brieven die overigens nooit verstuurd werden. Hij weet, voor zichzelf, maar meteen voor iedereen: "Een ieder moet zijn leven veranderen."
Alleen aan zijn vriendin Ramona beleeft hij een 'metafysisch plezier'. Zij was als het ware een 'antwoord op het raadsel van het menselijk bestaan'. Ramona heeft 'een groot talent voor leven', iets wat hij ontbeert. Maar zich aan haar toevertrouwen lijkt hij niet te kunnen en steeds weer gaat hij van haar weg.
Spinoza
Het is
uiteraard niet verbazend dat een geleerde van het vroegmoderne denken
ook van Spinoza's filosofie op de hoogte is. Toch komen enige malen
gedachten aan Spinoza's filosofie tamelijk plompverloren in de tekst
voor. Zo overweegt hij: "het eerste vereiste voor
standvastigheid in een menselijk wezen was dat het menselijk wezen in
kwestie werkelijk moest verlangen te bestaan. Dat is wat Spinoza
zegt. Het is noodzakelijk voor het geluk (felicitas). Hij kan
zich niet goed gedragen (bene agere), of goed leven (bene
vivere), als hij zelf niet wilde leven." (141) Maar daar
komt dan weer de gedachte overheen dat dit toch niet genoeg is.
Later, worstelend met Hegel die hij veelzeggend maar ook dwaas vindt, overweegt hij: "Eenvoudiger en zonder die uitgebreide metafysische nonsens was Spinoza's Prop. XXXVII; het verlangen van de mens om anderen te laten meegenieten van de dingen waarvan hijzelf geniet, niet om anderen te laten leven naar zijn eigen denkwijze - ea ipsius ingenio. "(181)
Weer later schreef hij aan Spinoza: Gedachten die geen oorzakelijk verband hielden moesten volgens u pijn veroorzaken. Ik vind dat dit inderdaad het geval is. Als het intellect passief is, is vrije associatie een vorm van knechtschap. Of beter, elke vorm van knechtschap is dan mogelijk. Misschien vindt u het interessant om te weten dat in de twintigste eeuw vrije associatie geacht wordt de diepste geheimen van de psyche vrij te geven. Hij realiseerde zich dat hij aan doden schreef. Om de schimmen van de grote wijsgeren op de hoogte te brengen." (266)
Later komt hij tot het besef dat zijn vrouw Madeleine die hem aan de kant had gezet, hem uitgeschakeld had omdat zij hem kende! "En ik ben het eens met Spinoza (ik hoop dat hij het niet erg vindt) dat van een menselijk wezen het onmogelijke te eisen is, kracht uit te oefenen, waar hij niet uitgeoefend kan worden, tirannie is. Neem me daarom niet kwalijk, mijnheer en mevrouw, maar uw definities van mij leg ik naast me neer." (435-36).
Spinoza camp?
Dit zijn
de vier bescheiden plaatsen waarin Spinoza het boek in wordt gehaald.
Maar daaromheen is een kleine soort mythe ontstaan, alsof het boek
pas vooral vanuit Spinoza begrepen zou kunnen worden. Zo schreef ene
Achille van den Branden vorig jaar in een lang en interessant
stuk
over Herzog: "Een briefje aan Spinoza is voor mij de
sleutel om de structuur waar Bellow voor gekozen heeft te begrijpen."
Het gaat om het briefje dat ik hierboven citeerde; en dat komt op mij
als enigszins overdreven en onzinnig over. Hij was de eerste niet die
op Spinoza wees: Theodore Solotaroff, een van de eerste besprekers in
1964 schreef: "He [Herzog] is a Romantic who sets great store by
“the heart”—a term that is constantly on his mind—but he is
also a Rationalist who has more principles of ethics than Spinoza.
His innocence is no less phenomenal than his sophistication."
[Cf.]
Zeer ver lijkt de Chinees ZhaoXuMing te gaan die een Masterthesis wijde aan Herzog en Spinoza, A Road to Human Liberty—A Study of Some of Bellow’s Characters and Spinoza’s Ethics. Die wordt te downloaden aangeboden [Cf.], maar mijn beveiligingsprogramma blokkeert dat, waar ik niet rouwig om ben, als ik in het abstract lees: "His [Bellow's] way of thinking is not as random as it appears to be. Instead of being casually connected, his ideas all can be traced back to one original source [t]hat is Spinoza['s] belief of man body and mind relation. Beyond all doubts, man can achieve the peace of mind through the interactions of the body and mind, which is where Saul Bellow and Spinoza agrees. This paper just takes this agreement as the clue to analyze and illustrate the significance of Bellow novels from the philosophical angle." Na dit blijk van wanbegrip van Spinoza (interactie van lichaam en geest!), kunnen we de rest ook wel laten zitten.
Nu hoeft een schrijver niet het laatste woord te krijgen over de interpretatie van zijn werk, maar in een interview in 1984 noemt Bellow het feit dat Herzog adviezen uit Spinoza tracht te puren een grap, wat hij doorkrijgt als hij brieven gaat schrijven en meer en meer de futiliteit van z'n educatie in de gaten krijgt. [In: Gloria L. Cronin, Ben Siegel, Conversations with Saul Bellow. Univ. Press of Mississippi, 1994 books.google]
Spinoza omgekeerd
Wel aardig is het om bij het
erotisch aantrekkelijke personage Ramona, 'met dat zoete instinct
voor zichzelf', een soort omgekeerde Ethica mee te maken. De
zo gekwetste Herzog beleefde bij Ramona de bevrijding van zijn boze
gevoelens jegens Madeleine (228). Van haar leerde hij hoe hij de
geest moest vernieuwen door middel van het vlees (een kostbaar vat
waarin de geest rustte). Zij laat hem weten dat hij beter is dan hij
zichzelf kent. "Ramona was verdraaid net zo bloemrijk in deze
sermoenen als in haar uiterlijk. O, wat een zoet redenaar was
zij!"(271) Hij haalde professorale wijsheid uit boeken, zij uit
het leven. "Zij wil me doen geloven dat het lichaam een
spirituele werkelijkheid is, het instrument van de ziel."(305)
Historicisme en determinisme
Je kunt menen dat Spinoza in het
boek verborgen zit door een zware lading aan determinisme, maar dat
is te weinig specifiek. Zo lees je zinnen als: "Het besluit werd
niet genomen, het was er ineens." (352). Of het hoofdpersonage
erkende dat hij geen macht bezat over zijn impulsen en zijn habitus
van nadenken. (387). Ja, je bestaat niet door jezelf, zo beseft hij, maar je bent er wel zelf bij. Judie Newman, schetst in "Herzog: History as Neurosis" Herzog's strijd om zich te bevrijden van de knellende banden van historicisme en Freudiaanse psychoanalyse; hij verwerpt het Freudianisme en komt er naar het einde van het boek toe "to accept his own historicity without being enslaved to history." [In haar doctorsthese: Judie Newman, Saul Bellow and History. Macmillan, 1984].
Maar meer dan van Spinoza denk ik dat Bellow/Herzog doordrongen is van Nietzsche. Alsof hij verder wil gaan dan deze in een theorie die hij in een van z'n brieven ontwikkelt over hoe de mens, dat bewust geworden dier, dat aarzelt om pijn te veroorzaken en medelijden gaat hebben met zijn voedsel (261) in het heden haat en wraakgevoelens ontwikkelt tegen de evolutie en het bewust worden: ressentiment tegen het ontwaken van het bewust worden. Iets dat wel erg ver van Spinoza en zijn amor Dei intellectualis verwijderd is.
Herzog is duidelijk een grotere worstelaar met en lijder aan het bestaan aan deze zijde van de eeuwigheid dan Spinoza.
------------
Ik las en citeer uit de vertaling van Mischa de Vreede Herzog uitgegeven bij Bert Bakker, 11969, 72002
Blog van 29 november 2013 van Deinze over Herzog (van wie ik de cover leende)
Blog van Dolly Delightly, Saul Bellow: That suffering joker (van wie ik de foto van Bellow leende)