Spinoza: E tenebris tantis tam clarum extollere lumen...

Lucretius hief in de eerste 30 regels van het 3e boek van zijn De Rerum Natura [De natuur der dingen; III, 1-30] een hymne aan Epicurus aan. De eerste regels ervan, E tenebris tantis tam clarum extollere lumen [U die in donkere nacht het eerst zo’n stralend licht/ wist op te heffen], zo schreef Piet Schrijvers onlangs, werden door Lactantius gericht tot Jezus, door Herman Gorter tot Marx, en door Italiaanse humanisten tot Dante.
Laat ik dan mogelijk de eerste zijn die deze regels richt tot Spinoza.

E tenebris tantis tam clarum extollere lumen
qui primus potuisti inlustrans commoda vitae,

O gij die, uit het duister, helder schijnend licht
ontstoken hebt als baken op den levensweg,
[vertaling:
A. Rutgers van der Loeff, Atomen tegen goden. De Haan in Hilversum, 1966.

U die in donkre nacht het eerst zo'n stralend licht
wist op te heffen en het welzijn heeft onthuld
[vertaling Piet Schrijvers, De rerum natura / De natuur van de dingen, [Latijn/Nederlands. Historische uitgeverij, 1 2008, 3 2011; blz. 190/191.

Dat wordt dan:

U, Spinoza, die in de duisternis 't eerst zo’n helstralend licht wist op te heffen als baken voor het leven…

Stan Verdult