Spinozaboek van Miriam van Reijen in Filosofie besproken
In de bibliotheek, wachtend op een vaak wel heel erg traag internet, kijk ik intussen even het tijdschrift Filosofie door. Mijn oog valt op het kopje: De geest is gewillig, maar het vlees is sterk. Hé, er staat een boekbespreking in van het boek van Miriam van Reijen dat vorig jaar maart uitkwam. Ik had er op 7 april 2008 al een bespreking over. Maar veertien maanden later staat natuurlijk veel chiquer... doordachter...
Ik vind deze recensie in Filosofie (jrg. 19, nr. 3, juni-juli special: De crisis in het onderwijs, enkele reflecties) een goede; het is zelfs een behoorlijk lovende bespreking met slechts enige kritiekpuntjes zoals ook ik die had op de schrijfstijl. Ik heb één kritiekpunt op deze recensie, waarover zodadelijk.
Aan het eind tref ik echter geen naam en ook de gegevens van het boek worden niet vermeld. Nu lijkt het dat Dimitri Goossens, de auteur van de erop volgende recensie van een boek over Baudelaire tevens de recensist van Van Reijnen’s boek is.Wanneer ik op internet zoek wat er van die Goossens te vinden is, kom ik op een site, http://filosofieonline.nl/, waarop de inhoudsopgave van dit tijdschrift te vinden is. En daar staat vermeld dat de bespreking gemaakt is door dr. Nanne Bloksma. En ja, zo staat het – blijkt me vervolgens - ook op de inhoudspagina van het tijdschrift dat ik in handen heb.
Jammer voor beide schrijvers, van boek en recensie, dat de zetter die gegevens na de boekbespreking is vergeten te vermelden.Dr. Nanne Bloksma ken ik als actief lid van de Ver. Het Spinozahuis. Zij is medisch bioloog zo staat onder de “Open Brief aan de heer dr. Ronald Plasterk, winnaar in 1999 van de Spinozapremie, nu minister van Onderwijs Cultuur en Wetenschap”, die twee jaar geleden werd opgesteld. [“Spinoza is buiten het eindexamen "rede en religie" gehouden. Belachelijk natuurlijk, wellicht zelfs een putsch met als doel christelijke normen en waarden (denk West Indische Compagnie) voorrang te geven boven de universele ethiek van Spinoza.” Dat laatste was uiteraard overdreven onzin om Plasterk daarvoor aan te zien. Maar goed, gedane zaak.]
Verder komt ze op internet alleen maar voor (en dat veelvuldig) als (co-)auteur van chemische en medisch biologische artikelen, waarbij staat dat ze werkzaam is bij het Utrecht Institute for Pharmaceutical Sciences, Utrecht University van ‘t Department of Pharmacology and Pathophysiology; of ook: Faculty of Biology – of: Department of Immunology, Laboratory of Microbiology... kortom een wetenschapster die, zo heb ik regelmatig kunnen merken, tevens zeer intensief met Spinoza bezig is.
Zoals een wetenschapper betaamt en zeker in zo’n serieus blad, is de stijl van de recensie veel zakelijker dan mijn persoonlijker geuite recensie in mijn blog. Maar inhoudelijk herken ik veel overeenkomsten tussen onze respectieve evaluaties van het boek.
Eén kanttekening wil ik toch maken. Bloksma schrijft, zoals ook ik opmerkte, dat Van Reijen in haar boek Spinoza’ conatus-begrip centraal stelt en dat zijn metafysica minder aan bod komt. En daarop schrijft zij: “Dit mag geen bezwaar heten, daar deze in veel andere boeken vaak grote aandacht krijgt.”
Ik heb daar toch wel bezwaar tegen, daar louter vanuit het conatus-begrip Spinoza’s naturalisme en ideeën over de samenhang van alle dingen, en vooral de ontkenning van de vrije wil niet afgeleid kunnen worden. Integendeel juist - sommigen die alleen op de conatus en de begeerte letten zagen dat als een aanwijzing of bewijs voor het bestaan van de wil. Om de conatus goed in te beddden in Spinoza’s filosofie zijn toch de twee eerste delen van de Ethica nodig. Spinoza heeft die echt niet voor niets geschreven.
In dit kader vind ik het wel passend om een verzuchting van Filip Buyse, die ik zo vrij was uit zijn toelichting op de komende conferentie over "Galilei en Spinoza" weg te laten, omdat die naar mijn gevoelen daar niet paste, hier te vermelden. Hij schreef in een voorlaatste alinea:
“Vorig jaar hoorde ik nog MvR tijdens de zomercursus van de Spinozavereniging met veel overtuiging zeggen dat je bij het lezen van de Ethica gerust de twee eerste hoofdstukken mocht overslaan. Onbegrijpelijk hoe iemand zoiets kan zeggen eigenlijk. Maar goed, het zegt ongetwijfeld meer over de spreekster dan over Spinoza. Ze vergeet blijkbaar dat elk affect een lichamelijk aspect heeft.”Aangezien Miriam van Reijen dat ook wel weet gaf ze in haar boek toch op enkele plaatsen een heel globale samenvatting van enige hoofdlijnen uit de eerste twee hoofdstukken.
Enfin, deze uitgebreide en interessante boekbespreking is aanleiding om op dit weblog ook weer eens aandacht te besteden aan dit boek van Miriam van Reijen – dat m.i. overigens – als ik het aantal cursussen zie dat er rondom heen aangeboden wordt – aan belangstelling zeker geen gebrek heeft.