Spinoza's (paradoxale?) gebruik van 'sui iuris' [4]
Daar m.i. het onderwerp nog niet echt af was, maar het stil bleef, lokte ik reacties uit door er een grapje tussendoor te gooien: het blog "Spinoza schrijft een wedstrijd uit". En dat werkte en leverde zoals daar in een reactie van Rob van der Hoeden blijkt, een nieuwe interessante bron op:
Andre Santos Campos: Spinoza's Revolutions in Natural Law [Palgrave Macmillan. 2012 - [ cf. eerdere signalering in dit blog]. Books.google laat 27 hits op sui juris zien.
Daaruit wil ik graag een aantal sprekende citaten brengen en gezien de kant die de reacties op het laatste blog op gaan (waar dit moeilijk meer tussen past), maak ik dit aparte vervolgblog (wat ook het voordeel heeft dat cursief gestelde tekst behouden blijft).
Eerst herneem ik hier nog eens de eindnoot (nr. 8 op p. 192 uit dit boek, hoewel niet te zien bij welke tekst dit precies een noot is) over de vertaalmoeilijkheid die er uiteraard ook in het Engels is:
"Sui juris is commonly translated as 'being one's own master' (Duff, 1903; Harris, 1973; Spinoza 1994, 2002) — however, insofar as even the wisest of men is always subject to some passions and always an existent effect of other individuals' productivity, this self-mastery has nothing to do with a Stoic control of reason over passions or causality. Rather than to mastery or control, sui juris refers mostly to one's understanding of how causal heteronomy actually works — It is an adequate power of oneself."
De volgende beschouwingen [op p. 115-16 en p. 124] vind ik echt verhelderend:
"The TP reshapes the state of nature even further in order to solve its original incompatibility with both Hobbes's resolutive-compositive method and with Aristotle's traditional 'social animal' theory. What mostly concerns Spinoza in his final work is the causal process through which natural law becomes effective in human individuals. Spinoza still talks about the situation of a 'first man' and of states of nature, but now he measures man's minimum expressive degree of power through the conceptual pair sui juris/alterius juris that he derives from private Roman law. He says explicitly that a man is alterius juris 'for as long as he is in the other's potestas', and that he is sui juris 'to the extent that he can repel all force, take whatever vengeance he pleases for injury done to him and, in general, live as he chooses to live' (TP 11/9). Spinoza lists these criteria for sui juris still with the idea of a 'first man' in mind, and he claims that none of them can be found in that man at all when he is isolated in a state of nature (TP II/15).
Consequently, the first man's power is neither a control of his own right nor a right of his own — he is not sui juris. That man must necessarily be, then, subject to another's power — alterius juris, that is. But if he is alterius juris, he can only be conceived at all when there is already some individual power in play [jus] and the presence of another [alter]. His complete isolation contradicts the very idea that he is a minimum degree of power. The hypothetical scenario of Adam's experience is thus merely feigned by the imagination and by theology — it is an opinion, not a fact (TP II/15).
The resolutive—compositive method suffers a definite blow: the 'first man' must necessarily be 'a man with other men'. Still, Spinoza continues to think that man neither has a Grotian appetite for society nor is he a mere deducible component of already established societies. The beginning of politics is still explained inside the idea of a state of nature. But this state of nature has a different status, since it seems to appear only when human natural law also appears — that is, in actual sociality. The moment in which this appearance takes place represents the moment of birth of the state of nature, of human natural law and of society:" [p. 115-16]
[...]
"How, then, is individual power formed through the multitude? Spinoza conceives individual political empowerment in the TP mostly by means of the conceptual pair sui juris/alterius juris. However, since the completely autonomous individual who is master of his own right is merely an opinion rather than a fact, the sui juris/alterius juris pair seems more mutually complementary than an actual dichotomy. One becomes sui juris when there is a mutual validation of individual powers between several individuals — that is, the individual's empowered right is born with the simultaneous empowered right of another [alter]. The multitude appears to be at the outset the realm of the common emerging out of the multiplication of others' powers. The multitude is the realization of an individual's power by means of the simultaneous right of another individual [alterius juris]." [p.124]
* * *
Een interessante conclusie, kortom , sui juris/alterius juris, is geen elkaar uitsluitende dichotomie, maar een elkaar wederzijds veronderstellende en versterkende complementariteit. Een wat mij betreft als typisch Spinozistische gedachte te herkennen.
Stan Verdult
________________
Toevoeging - de eerste alinea's uit het 16e hoofdstuk van
Thomas Hobbes, Leviathan or the Matter, Forme, & Power of a Common-wealth Ecclesiasticall and Civill. London, 1651
[Chapter] XVI: Of Persons, Authors, and Things Personated
A
person is he whose words or actions are considered, either as his
own, or as representing the words or actions of another man, or of
any other thing to whom they are attributed, whether truly or by
fiction.
When
they are considered as his own, then is he called a natural
person: and when they are considered as representing the words
and actions of another, then is he a feigned or artificial
person.
The
word person is Latin, instead whereof the Greeks have πρüσωπον,
which signifies the face, as persona in Latin signifies the
disguise, or outward appearance of a man, counterfeited on the stage;
and sometimes more particularly that part of it which disguiseth the
face, as a mask or vizard: and from the stage hath been translated to
any representer of speech and action, as well in tribunals as
theatres. So that a person is the same that an actor is, both on the
stage and in common conversation; and to personate is to act or
represent himself or another; and he that acteth another is said to
bear his person, or act in his name (in which sense Cicero useth it
where he says, Unus sustineo tres personas; mei, adversarii, et
judicis—I bear three persons; my own, my adversary’s, and the
judge’s), and is called in diverse occasions, diversely; as a
representer, or representative, a lieutenant, a vicar, an attorney, a
deputy, a procurator, an actor, and the like.
[PDF]
Reacties
Kijk eens, Stan, de Braziliaanse autoriteit bij wie je nu troost zoekt en jijzelf, vergeten aldoor de hoogdzaak: de voorwaarde voor politieke zeggenshcap in een democratie, die klaarblijkelijk vorm wordt gegeven naar het stramien van de Griekse stadsstaat, waarin alleen de niet afhankelijke mannelijke beroepsbevolking (die zijn eigen wapenuitrusting kon bekostigen) de dienst uitmaakte. In KVNN bewondert Van den Enden de vredige samenleving van de Amerikaanse 'naturellen' maar expliciet ook "de Atheense of oud-Romeinse volksregering, die naar onze mening ook verreweg de beste regeringsvorm is om het gemenebest, de vrijheid van het volk, te bereiken, maar moet dan wel beter worden opgeEt en gepraktizeerd dan in Athene of Rome" (vrij hertaald).Spinoza gaat aantoonbaar op dit spoor verder; net als later nr. 3 van de 'drieenheid', Rousseau.
Wim klever 25-03-2014 @ 17:51
Wim, ik laat je in je - sui juris - geheel zelf gekozen heilige 'drie-eenheid' bij welke jij je troost blijkt te zoeken, volkomen gelukkig zijn en desgewenst zelfs gaar smoren (alleen zet ik in die 'drieenheid' van je een 'e' en een '-' erbij; die kruiden ontbraken nog). Jouw zgn. hoofdzaak is volstrekt de mijne niet. Zoals jij kunt wegzwijmelen bij de mannelijke wapendragers van de Griekse stadsstaat die de arbeid geheel aan slaven lieten (dus waarom jij het hebt over beroepsbevolking gaat mij de pet te boven)! Als het aan jou ligt zouden we alle uitkeringstrekkers en andere 'afhankelijken' het stemrecht ontnemen, en zouden we de economisch zelfstandige burgers (weer/her-) bewapenen. En dan nog wat: je hebt op dit blog nu al zo vaak vooral Van den Enden en Rousseau op het schild getild (om in de legersfeer te blijven) en bent - door hem van plagiaat te beschuldigen - Spinoza zo aan het neerhalen [zoals je twitterde: "In Spanje zal ik betogen dat Van den Enden zo sterk Spinoza's politieke denken heeft geprogrammeerd, dat diens TP in feite de VPS plagieert."] dat ik mij afvraag wat Spinoza eigenlijk voor je betekent.
[vrij naar Vondel over C.P. Hooft dicht ik Amsterdam toe: ]
Doch troost u, rijke stad! Men zal u zalig noemen,
als Klever vooral Van den Enden's en Rousseau's deugd wil roemen,
zeg: Spinoza dat was de man waardoor mijn glorie wies.
Stan Verdult 25-03-2014 @ 18:31
Eh... Braziliaans? De goede man doceert aan het Instituto de Filosofia da Linguagem in Lissabon.
Stan Verdult 25-03-2014 @ 18:39
Om onduidelijkheid uit te sluiten, de volledige naam van de auteur van het vermelde artikel en van het boek waaraan enkele citaten zijn ontleend, is: André Filipe dos Santos de Campos. Hij publiceert onder de naam van en wordt geciteerd als: Andre Santos Campos. Het artikel zag het licht in het periodiek Cadernos Espinosanos, een uitgave van de Grupo de Estudos Espinosanos, domicilie São Paulo. Santos Campos studeerde filosofie en recht aan de Unversidade Nova de Lisboa en is thans docent en onderzoeker bij het Instituto de Filosofia da Linguagem van deze universiteit.
Zie (o.a.): http://www.ifl.pt/index.php?id1=2&id2=9.
Rob van der Hoeden 25-03-2014 @ 19:26
In Henri Krop's 'Spinoza, de paradoxe etc' wordt besproken 'De jure ecclesiasticorum' (1664), dat Krop (voorzichtig) toeschrijft aan Lodewijk Meijer.
Het komt er op neer dat In de natuurtoestand is een ieder sui juris is, omdat een ieder een deeltje van de goddelijke macht bezit (God is in absolute mate sui juris). Bij het stichten van de samenleving wordt à la Hobbes het sui juris-zijn overgedragen aan de machthebber(s) die op deze wijze met goddelijke macht bekleed worden en de clerus buitenspel zetten.
Citaat Krop's (blz 107):
'In de natuurtoestand is iedereen vrij, doordat ieder in dezelfde mate een deel van de goddelijke macht bezit. Alle mensen zijn hierdoor meester van zichzelf en bevoegd zichzelf de wet te stellen (s u i j u r i s), waardoor zij te allen tijde gerechtigd zijn om te doen wat tot hun zelfbehoud bijdraagt. De burgerlijke samenleving daarentegen komt tot stand doordat ieder op basis van een verdrag zijn rechten overdraagt aan één of meer soevereinen - de anonieme auteur noemt hen prodii ... Deze ontvangen de macht die ieder in de natuurtoestand had en zijn daarom pro-dii - op aarde regeren zijn als (pro) goden (dii).'
Krop vertaalt sui juris dus met: zichzelf de wet stellen.
Adrie Hoogendoorn 25-03-2014 @ 21:02
Stan, het gaat er hier niet om wat ik wil, maar wat Spinoza wou, pace Van den Enden. Daar heb ik, mede door mijn citaat, zinnige dingen over gezegd, die je met je kritische aantekening niet onderuit hebt gehaald.
Wim klever 25-03-2014 @ 22:25