Spreken over God

De Generale Synode van de PKN, de Protestanse Kerk Nederland, zal (zie de agenda) komende donderdag 11 november spreken over de "pastorale handreiking" 'Spreken over God.' Dat rapport is opgesteld naar aanleiding van een discussie over het bestaan van God en die weer mede n.a.v. het boek van dominee Klaas Hendrikse ’Geloven in een God die niet bestaat. Manifest van een atheïstische dominee’ (2007). Daarin schrijft hij dat God niet bestaat, maar 'gebeurt'.  

In een open brief heeft Hendrikse laten weten dat hij er “geen open discussie” in ziet, maar iedereen die "niet gelooft volgens het orthodoxe boekje, krijgt te lezen hoe het wel moet".

Vandaag heeft Trouw een artikel van emeritus hoogleraar ethiek Harry M. Kuitert, bekend van “ alle spreken over boven komt van beneden.” Hij schreef indertijd het voorwoord van Hendrikse’s boek.

Van Spinoza kun je onbetwist zeggen dat hij in de Ethica spreekt over God. Deel I is getiteld De Deo; en behalve zijn godsvisie geeft hij fel kritiek op de godsvoorstellingen van (bij)gelovigen.

Harry Kuitert noemt Spinoza niet, maar komt wel behoorlijk in de buurt van diens God. Hij is het met hem eens dat de God van de bijbelschrijvers een constructie van verbeelding is. Het verschil met Spinoza is dat bij Kuitert de God van het denken valt onder 'denksels' - en op basis van Kant weten we intussen dat we van 'denksels' niet zomaar over kunnen stappen op de objectieve realiteit. Maar zonder "denksels" kunnen we niet. Spinoza maakte een duidelijk verschil tussen 'ideeën' en 'entia rationis'. Ideeën, althans de adequate, zijn de tegenhangers in onze geest van een objectieve uitgebreide realiteit, terwijl 'entia rationis' in onze geest bedacht worden, maar geen wortels in de realiteit hebben. Het zijn de adequate ideeën waarmee de wetenschap steeds verder doordringt in de te kennen werkelijkheid.

Dit is een iets ander onderscheid dan Kuitert en de door hem geciteerde L.M. de Rijk maken die slechts één hoop van 'denksels' kennen.

Ik citeer hier de laatste alinea’s van Kuitert’s stuk:

God bestaat c ja c nee c allebei.

[…]

Bestaat God? Ja en nee hebben allebei hun gelijk. De mensen die zeggen dat de God van de Bijbel een mythologische figuur uit een antieke cultuur is, hebben gelijk, hij is een constructie van de bijbelschrijvers, hij is van verbeelding.

De God van artikel 1 NGB [Nederlandse Geloofsbelijdenis uit 1561: “het ’enig en eenvoudig geestelijk wezen’] is ook een constructie, maar nu dan van het denken, van het diepe nadenken, dat zijn diepte (of: zijn top) bereikt door uit te komen bij een wezen dat het denken te boven gaat. Maar wat het denken te boven gaat denken we niet. Constructie van denken of constructie van verbeelding, het maakt geen verschil, beide zijn constructies, beide zijn wat L. M. de Rijk zo fraai ’denksels’ noemde.

God zetelt in onze gedachten, God is een menselijke gedachte: er moesten eerst mensen zijn voordat God bedacht kon worden. Is dat een nare uitkomst van mijn verhaal? Allerminst, het tegendeel is zelfs het geval. Als alles wat over God gezegd wordt niet slaat op een bestaand wezen, maar menselijke verbeelding weerspiegelt, de manier waarop zij met het leven in het reine denken te kunnen komen (daar is God voor nodig) – als dat alles niet meer leerstellige waarheid is kun je er ook niet meer over vechten. Je hoeft ook niet meer de verbeten strijd met de zogenaamde atheïsten te voeren. Je bespaart je als kerk een afgang, bedoel ik, want dat geloofsvoorstellingen waarheden zijn, die strijd zul je zeker verliezen.

De kerken gaan erop vooruit als ze dat inzien, God wordt weer belangrijk als we zien dat wij hem in het veld hebben gevoerd. Welke God, dat is en blijft een uiterst belangrijke vraag. Waar staat God voor, dat is: waar staan wij voor! Maar dan hebben we het over onszelf, zal iemand zeggen. Inderdaad, alle godsdiensten weerspiegelen wat mensen over zichzelf en hun wereld denken, ze gaan niet over God maar over God die we in onze gedachten nodig hebben om te overleven. Des te belangrijker is – alweer –welke godsdienst.

Vanuit deze hoek is theologie ook veel leuker. Niet zo’n interessante maar helaas nutteloze exercitie als het gangbare leerstellige uitpluizen, maar hermeneutiek, de vaardigheid om godsdienstige teksten (textiel) uit te leggen als een manier waarop mensen zichzelf en hun wereld zagen, en kijken wat wij daaraan hebben. God bestaat in het verhaal, in de overgeleverde verhalen. Het is een gelukkige uitkomst van een lange zoektocht.

Reacties

Och, die Lambert van Rijk met zijn 'denksel'. Laat hij bij zijn leest blijven, t.w. de Middeleeuwse Rooms-Katholieke theologi en filosofie, op welk gebied hij verdienstelijk werk heeft verricht. EWn die Kuitert weet alles mooi te relativeren en (de)construeren! Gelukkig weet jij wel raad met deze heren, Stan. Op mijn beurt citeer ik nog maar even uit de Index Rerum: "Wij hebben adaequate kennis van Gods wezen", zelfs van zijn 'oneindige wezen'. Waar haalt Kuitert het vandaan dat dit enkel 'geestelijk' is?