Een verklaring over hoe men spinozistisch wijs kan worden
Het is al enige dagen opvallend rustig op dit weblog.
Naar aanleiding van een recensie van mij van het boek van Herman De Dijn, hadden Wim Klever en ik een meningsverschil – een ruzie leek het die we al eerder en vaker uitvochten – waarna en waardoor er een poos afstand werd genomen en er wat windstilte op dit weblog ontstond. Ik heb die tijd gebruikt om alles nog eens en meermalen te herlezen en te overwegen.
Daarover gaat dit blog.
Ik had mijn recensieblog expres al de titel gegeven: “Er bestaat geen orthodoxe Spinoza-interpretatie”- een uitspraak die ik in het boek van De Dijn was tegengekomen. Die auteur heeft duidelijk ook al vaker verkeerd te midden van meningsverschillen over interpretatie van Spinoza-teksten.
Een eenduidige interpretatie van Spinoza is al nauwelijks mogelijk, daar er onduidelijke passages in zijn werken zitten en er – zeker bij sommige interpretaties – een spanningsveld in zijn tekst lijkt ingebakken te zitten. Ik probeer hierna aan te geven dat er binnen deel V geen spanning hoeft te worden afgelezen.
Vooral degenen die Spinoza als volstrekt naturalistisch en necessitaristisch interpreteren komen in deel V voor moeilijkheden te staan. Als alles volstrekt gedetermineerd is, is er geen enkele ruimte voor vrije, in de zin van ongedetermineerde, onveroorzaakte, keuze. Er is immers geen (in die zin vrije) wil. Dus zou je ook niet kunnen willen om een beter leven te gaan leiden, al dan niet aan de hand van studie van de Ethica. Maar hoe zit het dan met de conatus?
Lees verder...Non mortis sed vitae
Nadat Spinoza in deel IV van de Ethica heeft beschreven en uitgelegd hoe men volgens de rede kan leven, wat een nogal ander leven is dan zich laten leiden door hartstochten of meningen, geeft hij een reeks illustraties (voorbeelden) en consequenties van ‘leven volgens de rede’. Dat brengt hem tot een aantal fraaie wijze uitspraken, zoals
“Alleen vrije mensen kunnen jegens elkaar zeer dankbaar zijn.” (stelling IV/71)
“Een vrij mens, die te midden van onwetende mensen leeft, legt er zich zoveel mogelijk op toe hun gunsten te weigeren.” (Stelling IV/70). Je zou je maar afhankelijk van anderen maken. Maar Spinoza wijdt in een scholium uit hoe je hier prudent mee moet omgaan.“Een vrij mens denkt in het geheel niet aan de dood, en zijn wijsheid bestaat niet uit denken aan de dood, maar aan het leven.” Homo liber de nulla re minus quam de morte cogitat, et ejus sapientia non mortis sed vitae meditatio est (Ethica, IV, prop. 67).
Georges de La Tour (1593-1652), Madeleine à la veilleuse (vers 1640-1645). Musée du Louvre (Paris).
Zoals ik al eerder in sommige blogs heb geschreven, zoals in het blog over Amor Dei intellectualis, zou het mij niet verwonderen als in een deel van deze, zeg, aforismen, Spinoza een groot stuk oude Hebreeuwse wijsheid investeerde, waarmee hij van jongsafaan was groot gebracht.
Lees verder...Minister Plasterk reikte Spinoza-prijzen uit
Afgelopen woensdag, 25 november 2009, reikte minister Ronald Plasterk in de Nieuwe Kerk van Den Haag de prijzen uit aan de in juni bekendgemaakte Spinozawinnaars. Albert van den Berg, Michel Ferrari en Marten Scheffer ontvingen elk 2,5 miljoen euro én het Spinozabeeldje.
Hier de winners met die felbegeerde beeldjes in hun hand - met de minister rond het grotere beeld van Spinoza geschaard.
Uniek is dat de drie Nederlandse topwetenschappers samen onderzoek gaan verrichten. Dat is in vijftien jaar Spinozapremies nog nooit gebeurd. Tijdens de uitreiking onthulden de onderzoekers hun plan voor een studie naar de oorzaken van migraine. [Van NWO]
Lees verder...Door Spinoza tot Jezus?
Ik verbaas me regelmatig over mezelf: dat, door in brede zin met Spinoza bezig te zijn, ik meer dan ik ooit had kunnen vermoeden, nu zo dikwijls met literatuur over godsdienst en christendom i.h.b. bezig ben. Ik had ruim meer dan veertig jaar geleden volstrekt afstand genomen van elke godsdienstigheid, van kerk, Jezus en zelfs enig geloof in God. Wel verliet mij nooit het genieten van religieuze muziek uit Middeleeuwen, Renaissance en Barok, en ook uit de huidige moderne tijd. Mijn meeste CD’s behoren tot de musica sacra. En aan fraaie kerkgebouwen en religieuze kunst had ik ook zeker geen hekel. Maar dat is onderdompeling in cultuur, geen religie, meende ik.
Ik heb al eens beschreven hoe ik tweeëneenhalf jaar geleden gedurende enige maanden twijfelde, en m’n motieven en verlangens onderzocht op de vraag of ik wel met de TTP van Spinoza wilde beginnen, waar dat boek immers zoveel met de Bijbel bezig is. Ik weet uiteraard niet wát mij er uiteindelijk toe bracht mij over m’n aarzelingen heen te zetten en daadwerkelijk ‘aan Spinoza te beginnen’. Bepaald zonder enige spijt.
Voortdurend lees ik nu allerlei literatuur over godsdienstfilosofische (-kritische) en godsdienstige zaken.
En het deed mij groot genoegen om afgelopen zondag door Piet Steenbakkers ineens verrast te worden met het openingskoor van de cantate Du sollt Gott, deinen Herren, lieben
(BWV 77) – dat Johann Sebastian Bach volgens de spreker had kunnen componeren bij het Theologisch-politiek traktaat. Dat niet alleen: hij vergaste ons ook op teksten van alle evangelisten die ons vertellen over het gebod „God lief te hebben boven alles en de naaste als zichzelf.” Dat kon allemaal gebeuren zonder enige gêne en zonder enig protest van wie dan ook. Toch, vanzelfsprekend is dat voor mij niet. Ik zie dus dat hoe dan ook via Spinoza Jezus telkens weer op mijn pad verschijnt. Lees verder...Spinoza over de liefde (en een nieuw verslag over de Spinozadag)
De lezing van prof.dr. Piet Steenbakkers: Spinoza en de liefde en de bij zijn lezing op de Spinozadag gebruikte powerpointslides zijn op de website van de ASK te downloaden.
De lezing van prof.dr.mr. Kees Schuyt volgt nog.
Ook de slottoespraak van Amsterdams wethouder van cultuur, Carolien Gehrels, staat er downloadable.
Zie hier bij ASK de lezingen.
Hierna een verslagje van de Spinozadag van Klaas E. Meijer - een meer persoonlijk getinte aanvulling op het eerdere verslag: Mooie Spinozadag in Paradiso.
Lees verder...Er bestaat geen orthodoxe Spinoza-interpretatie
Herman De Dijn, Spinoza, de doornen en de roos. [uitgeverij Pelckmans Klement, Kapellen, ca. 192 blz. ISBN 9789086870547, oktober 2009, prijs ca. € 19,95]
Met het bijeenlezen van zijn artikelen voor dit boek heeft De Dijn veel (de meeste?) Spinozaliefhebbers een mooi tuiltje rozen bezorgd. Maar hij heeft bij zijn Spinoza-interpretatie wel een aantal doornen van eigen makelij gevoegd. Ik begin over de rozen, tussendoor komen dan die doornen.
De bundeling van juist deze artikelen lijkt een heel goede greep. De Dijns eerste boek over Spinoza in het Nederlands is een soort Summa geworden, zeker ook gezien de vele referenties naar vele artikelen van zijn hand. Herman De Dijn verschafte de Spinozaliefhebber met Spinoza, de doornen en de roos een mooi, erudiet en evenwichtig boek en dat meen ik, ondanks enige kritiek die ik ook zal geven. Eigenlijk is het er niet aan af te lezen dat het is samengesteld uit artikelen over een periode van meer dan dertig jaar (van 1976 tot 2009). Het ligt wellicht aan het ‘herwerken’, maar er is nauwelijks overlap. De thema’s worden niet of nauwelijks dubbel aan de orde gesteld, zoals zo vaak gebeurt in integraal gebundelde artikelen.
Lees verder...K.O. Meinsma's 'Spinoza en zijn kring' digitaal aangeboden
Misschien een tip voor geïnteresseerden in de biografie van Spinoza en zijn omgeving. Het boek van K.O. Meinsma, Spinoza en zijn kring. Historisch-kritische studiën over Hollandsche vrijgeesten (Martinus Nijhoff, 's-Gravenhage, 1896), waarvan ik de herdruk met inleiding van Dr. S.B.J. Zilverberg (HES publishers, Utrecht 1980) op 26 augustus 2008 op dit weblog besprak, is in een digitale ‘herdruk’ van een exemplaar uit de Andover-Harvard Theological Library bij archive.org in te zien. Als bladerboek-scans of als zo goed als mogelijk gedigitaliseerde lettertekens.
Herman De Dijn bevraagd over zijn nieuwe boek
Binnenkort kom ik met mijn bespreking van het boek van Herman De Dijn, Spinoza, de doornen en de roos. Ik heb m’n eindversie bijna klaar, maar wil over een paar onderdelen nog wat nadenken.
Het heeft door een misverstand meer dan een maand geduurd voor ik het boek eindelijk in mijn bezit had, maar inmiddels heb ik het gelezen. Binnenkort dus mijn leesverslag.
Intussen verwijs ik in dit blog alvast graag naar
a) een interview dat in de Campuskrant van de Universiteit van Leuven staat n.a.v. het verschijnen van dit boek. Het interview werd afgenomen door Ludo Meyvis en verscheen op 21 oktober 2009 (in jaargang 21 nr. 2). [Hier]
b) het uitgebreide radio-interview dat de Vlaamse radiomaker Jean-Pierre Rondas op 1 november 2009 met Herman De Dijn had voor de Belgische klassieke muziekzender Klara tijdens de Boekenbeurs in Antwerpen. Ook dit was n.a.v. de verschijning van dit boek. Een groot deel van het gesprek behandelde in tegenstelling tot dit boek historische en biografische onderwerpen. Maar het boek komt tenslotte toch ook aardig uit de verf. [Hier de podcast; u krijgt eerst nieuwsberichten]
Lees verder...Video-impressie van de Spinozadag op YouTube geplaatst
Mooie Spinozadag in Paradiso
Gisteren werd tijdens de tweede Spinozadag in het Amsterdamse Paradiso de 377e verjaardag van Spinoza gevierd. De zaal was, nog meer dan vorig jaar, heel goed gevuld - het was gewoon vol. Het publiek werd bij aanvang feestelijk welkom geblazen door de Fanfare van de Eerste Liefdesnacht.
De lezingen van prof.dr. Piet Steenbakkers en de antwoordlezing van prof.dr.mr. Kees Schuyt over de liefde bij Spinoza zullen binnenkort op de website van de Amsterdamse Spinozakring gepubliceerd worden.
Verrassend en mooi theatraal - heel goed passend in de voormalige kerk Paradiso - werd door Steenbakkers het prachtige openingskoor uit cantate 77 van Bach, Du sollt Gott, deinen Herren lieben, gedraaid op een evangelie tekst waarmee hij heel goed aansluiting vond bij Spinoza's behandeling van zulke teksten over liefde en gerechtigheid uit het Nieuwe Testament. Steenbakkers begon zijn betoog dan ook met de TTP en liet zien hoe Spinoza heel constant daar over dezelfde liefde sprak als die hij in de Ethica uiteenzette. Ik verwijs verder naar de komende publicatie van zijn goed en precies opgebouwde tekst overt de liefde bij Spinoza.
Ik volsta hier verder met het plaatsen van enige foto's.
Frank van Kreuningen, voorzitter van de Amsterdamse Spinoza Kring, opende de bijeenkomst en kondigde sprekers aan.
Lees verder...Hoe men volgens Klevers Spinoza-interpretatie vanzelf wijs zou worden
Vandaag kan ik tot mijn grote genoegen de internetpublicatie aankondigen van het artikel van Wim Klever dat al diverse malen in een blog genoemd werd of waarnaar nog vaker door de auteur in reacties op een blog verwezen werd. Vanaf vandaag is hier op benedictusdespinoza.nl eindelijk het artikel te vinden: Hoe men wijs wordt. Een gespannen doch vruchtbare relatie tussen Spinoza en Bouwmeester in het licht van een nieuw document.
Het verscheen in: De zeventiende eeuw. Cultuur in de Nederlanden in interdisciplinair perspectief. Uitg. Verloren, jrg. 21 (2005) nr 2, p. 335 – 353
Spinoza in de Sint Jan van Roosendaal
Hedenmiddag ontving ik voor dit weblog het volgende persbericht:
Ook in Roosendaal groeit de belangstelling voor filosofie, vooral die van Spinoza.
Op maandag 30 november aanstaande kan in de Sint Jan (in het centrum van Roosendaal) met Spinoza (1632-1677) worden kennis gemaakt.
De bijeenkomst is het resultaat van succesvolle samenwerking van drie organisaties: de Stichting Sint Jancultuur, de Spinozakring Roosendaal en het Norbertuscollege. Het Norbertuscollege heeft de filosofie van Spinoza opgenomen in het lesprogramma voor de hoogste klassen van het VWO.
Uit de reacties die her en der uit het land bij de organisatoren zijn binnengekomen mag worden opgemaakt dat een dergelijke samenwerking voor Nederland uniek is. Ze heeft ertoe geleid dat de inspirerende visie van één van de grootste filosofen uit de Westerse cultuur over het voetlicht kan worden gebracht. Dit is belangrijk omdat steeds meer blijkt dat de filosofie van Spinoza bij de moderne mens tal van herkenningspunten oproept. Zij helpt de hedendaagse mens bij het vinden van antwoorden op maatschappelijke vragen en op vragen die te maken hebben met zijn persoonlijk leven. Lees verder...Darwin meets Einstein and... Spinoza
Op 19 september j.l. had ik het blog: Dialoog tussen Darwin en Spinoza; het ging over Saris' uitzonderlijke afscheidscollege Rondom de Leidse Beuk, dialogen over de waarde van wetenschap - het bestond voor een deel uit dialogen.
maandag 23 november 2009, 16:00 - 18:00 uur, wordt dit nog eens dunnetjes overgedaan in het Academisch-Cultureel Centrum Spui 25
Wat gebeurt er wanneer alle knappe koppen uit de geschiedenis van de wetenschap samenkomen? In Darwin Meets Einstein: On the Meaning of Science laat Frans Saris Darwin, Spinoza, Niko Tinbergen, Francis Bacon, Kamerlingh Onnes, Franz Kafka en Albert Einstein om beurten met elkaar in gesprek gaan. Zo hoopt Saris de alomvattende vraag te beantwoorden: Waartoe wetenschap?
Lees verder...Spinoza in 1881 al ingezet in "Het vraagstuk van den eed in de Tweede Kamer"
Van de week bleek er een meerderheid van de Tweede Kamer voor een motie van CDA, ChristenUnie en SGP om voor ambtsdragers nog slechts de sinds 1911 gangbare eed (’Zo waarlijk helpe mij God Almachtig’) toe te staan naast de belofte (’Dat beloof en verklaar ik’). Het gaat er dus om dat precies het woord God en niet Allah of een andere godsnaam mag worden ingevuld. Te gek voor woorden. De kop van het redactionele commentaar van Trouw van vanmorgen luidt terecht: "Kabinet kan motie om eed op God te verengen beter niet uitvoeren."
Toen er eenmaal een standbeeld van Spinoza in Den Haag was opgericht (waarover m'n vorige blog ging), kon het uiteraard in spotprenten gebruikt worden. Zo deze spotprent van 4 oktober 1881 over "Het vraagstuk van den eed in de Tweede Kamer"
Lees verder...Het Haagse Spinoza-standbeeld kwam er, ondanks fel verzet
In 1880 werd in Den Haag een standbeeld van Benedictus de Spinoza onthuld, nadat drie jaar eerder al zijn tweehonderdste sterfdag op grootse wijze was herdacht.
Het had, ondanks verzet, tot stand kunnen komen.
[foto van hier]
In 1875 werd op initiatief van Johannes van Vloten ( 1818 – 1883) het Spinoza-comité opgericht met het oog op een standbeeld voor Spinoza.
Maar al in de tweede helft van de jaren zestig van de 19e eeuw werd over het idee van een standbeeld voor Spinoza gepolemiseerd in De Dageraad. Vooral de geneeskundige en radicale atheïst F.A. Hartsen vroeg om een standbeeld en in ’75 gaat Van Vloten 'om'.
De eerste verg. van het Voorlopig Spinoza-comité vond 17 aug. 1875 plaats. Hendrik Johan Betz (1842 – 1905) werd secretaris.
Men wilde op 21 febr. 1877 (de 200e sterfdag) een standbeeld van de wijsgeer onthullen. Maar dat ging niet lukken, ook al komen er internationale steuncomités (in Engeland nam Herbert Spencer het voortouw; in Duitsland Bertold Auerbach). Er kwam ook ruzie in het comité tussen degenen die het alleen om Spinoza’s ‘verdiensten op zuiver wijsgerig gebied’ gaat en anderen die het intitiatief ook ‘tegen het woelen van de klerikale partijen’ willen inzetten.
Om z'n bedoelingen bekend te maken verspreidde het comité in januari 1876 een circulaire getiteld Een standbeeld voor Spinoza, geschreven door Van Vloten. Gevraagd werd om een financiële bijdrage 'van allen, die het moedig streven naar waarheid, en het voorstaan der vrijheid van denken eren.' [Zie in dit blog de tekst van die circulaire]
Predikant Gunning was wel de felste tegenstander. 21 jaar ervoor, in 1854, keek hij nog terug op zijn studietijd waarin hij in Utrecht bij W. Opzoomer Spinoza had leren kennen (ws in 1847).
Lees verder...Eeuwige discussie over de (on)vrije wil, de (on)verantwoordelijkheid en de zin van straffen
De discussie over de (on)vrije wil, al dan niet verantwoordelijkheid voor daden, en de zin van straffen, is al zo oud als Augustinus erover begon. Op dit weblog hadden we hierover onlangs een korte discussie n.a.v. een lezing die spinozistisch humanistisch raadsman René de Boer hield, waarin hij pleittevoor méér filosofie van Spinoza en het strafrecht en vraagtekens zette bij het uitgangspunt van de vrije wil in ons rechtssysteem [zie hier]
In toneelstukken in de XVII eeuw van Lodewijk Meijer (1629-1681), over wie ik gisteren een blog had, en Jan Vos (ca. 1620-1667, motto: 'Het zien gaat voor het zeggen') is rechtvaardigheid vaak ver te zoeken. Met Vos maakte Meijer vanaf 1665 deel uit van het Schouwburgbestuur. J .W.H. Konst schrijft in Determinatie en vrije wil in de Nederlandse tragedie van de zeventiende eeuw [bij de KNAW]: "Zelfs personages die zich aan de meest barbaarse misdaden schuldig maken hoeven bij deze dichters geen verantwoording af te leggen. Illustratief is het levenslot van de titelheldin van het treurspel van Vos, die voor weinig blijkt terug te schrikken." Dat blijkt uit hun toneelstukken Medea, die zij elk schreven. Konst: "De achterliggende verklaring voor het rijk van het kwaad, dat zowel bij Vos als Meyer gestalte krijgt, moet gezocht worden in het regime van het Fatum dat het wereldbestel bij beide dichters beheerst. De personages zeggen allen onder de directe dwang van het Noodlot te handelen. Zij argumenteren dat zij niet in vrijheid kunnen kiezen en derhalve niet in eigen persoon verantwoordelijk gemaakt mogen worden voor het kwaad dat ze bedrijven."
Vandaag heeft Trouw twee artikelen die (toevallig?) dit thema tot onderwerp hebben. Een artikel in het kader van De maand van de spiritualiteit, waarin arts en theoloog Guus Labooy, die het merkwaardige boek schreef "Waar geest is, is vrijheid" (2007), zijn benadering nog eens uit de doeken mag doen. Voor hem is het "veel aannemelijker dat er een niet-materiële Geest is, God." En: "Als er geen geen ziel is, als alles materie is, dan hoor ik de duivel de champagne al ontkurken." Zie hier het artikel "Vrije keus is er alleen als de ziel niet het verlengstuk van de materie is."
En dan is er een discussie van het 'filosofisch elftal' of je nog kunt straffen als blijkt dat het voor ruim 60% je genen zijn die 'handelen'.
Lodewijk Meijer (1629 - 1681) - belangrijk vriend van Spinoza (schreef zijn naam 'Meijer', niet 'Meyer')
Lodewijk Meijer was arts te Amsterdam, wijsgeer, lexicograaf, toneelschrijver, toneelcriticus, regent van de Amsterdamse schouwburg en een der oprichters van het kunstgenootschap Nil volentibus arduum (niets is onmogelijk voor wie willen).
Waarschijnlijk, volgens Israel, was hij de schrijver van het anoniem gepubliceerde De jure ecclesiasticorum (1665), een scherpe aanval op de status en macht van de kerk. Hij publiceerde in 1666 anoniem een Latijns werk over de wijsbegeerte als vertolker der H. Schrift (Philosophia S. Scripturae interpres) dat hij uit voorzichtigheid enige jaren op de plank had laten liggen. Hij was een rationalist: de rede moest heersen over het geloof, maar ook over de dichtkunst. In 1669 werd hij, zoals gezegd, medeoprichter van het dichtgenootschap Nil Volentibus Arduum, dat het verstandelijke element in de poëzie vooropstelde. Hij ging tot deze oprichting over nadat zijn tegenstander M. Joan Blasius, vertegenwoordiger van de romantische richting, in plaats van hem tot regent van de Amsterdamse schouwburg benoemd was.
Toneelstukken die Meijer schreef: De loogenaar (1658, een vertaling van Corneilles Menteur uit 1644, zie hier), Het Ghulde Vlies (1667), treurspel naar Corneille en het 'stuk met met kunst- en vliegwerk' De Verloofde Koninksbruidt (1668, zie hier), dat van verschillende kanten aangevallen werd en Meijer tot een verdediging noopte. Bij de heroprichting in 1677 (er was sinds 1672 niet meer gespeeld) werd Meijer weer regent van de Amsterdamse Schouwburg. In 1654 gaf Lodewijk Meijer het woordenboek Woordenschat uit (met bastaard-, kunst- en verouderde woorden). Deze Woordenschat van Meijer was een bewerking van een dergelijk boek uit 1650. Hij voegde er vele woorden en woordverklaringen aan toe; het werk is vele malen herdrukt. De 9e druk uit 1731 is in z’n geheel op books.google te raadplegen en te downloaden.
Lees verder...
Docu-clip Spinoza op YouTube
Vandaag is door IDTV Docs een door hen vervaardigde docu-clip Spinoza op YouTube gebracht. Dit is een productie in de reeks Canonclips van toen naar nu, bestemd voor de leerjaren 1 en 2 van het middelbaar onderwijs.
IDTV Docs ontwikkelt en produceert documentaires, auteursfilms, opdrachtfilms, kunstfilms en series. De makers zeggen te werken vanuit een brede culturele en maatschappelijke betrokkenheid.
Spinoza.blogse zou Spinoza.blogse niet zijn als deze aardige korte clip niet in een blog zou worden opgenomen.
Lees verder...
Spinoza - niet om in te geloven
Al surfend kwam ik op deze website van een vertaler, in de rubriek inspiraties, deze aanbeveling tegen om Spinoza te gaan lezen.
Aardig om hier even door te geven.
Baruch de Spinoza (1632-1677)
Je hoeft niet in Spinoza's werk te geloven om er ondersteboven van te raken en met andere ogen om je heen te gaan kijken. Wij zijn gewend onze gevoelens te beschouwen als in de eerste plaats iets van onszelf, we associëren ze met een actieve instelling en initiatieven, maar Spinoza spreekt in zijn Ethica van aandoeningen (vertaling Nico van Suchtelen) en lijdingen, dingen die we door oorzaken van buitenaf, passief dus, ondergaan.
Spinoza was hypermodern omdat zijn werk vol hyperlinks zat, ook al bestonden die nog lang niet. Als er ooit een bruikbaar elektronisch boek komt, zal de Ethica een van de eerste werken zijn die ik ermee zal lezen.
Voor iedereen die iets met psychologie heeft, is deel 3 van Spinoza's Ethica, 'Aard en oorsprong van de aandoeningen' een must. Je zult je eventuele geloof in alle mogelijke idealistische hersenspinsels er even voor opzij moeten zetten, maar de beloning is enorm: een subliem overzicht van het gevoelsleven van de diersoort mens, plus de kans op een prachtig gevoel van bevrijding in wat Nietzsche het hoogst bereikbare noemde: de 'amor fati', de liefde voor het lot.
Belangrijke stelling: 'alles kan een hartstocht worden'.
Amor Dei intellectualis
Als het zondag in Paradiso over “Spinoza en de liefde” gaat, zal ook de Amor Dei intellectualis besproken worden, neem ik aan. Het concept ´amor Dei intellectualis’ dat voorkomt in Ethica deel V, stelling XXXII, corrolarium.
Het gedeelte van deel V van de Ethica dat gaat over de intuïtieve kenvorm, uitmondend in deze Amor Dei intellectualis, heeft nogal wat moeite en onbegrip opgeroepen. Ze bekende Eric Schliesser in zijn lezing voor de Ver. Het Spinozahuis in Rijnsburg dit jaar dat hij er liever aan voorbij gaat. En Bennett beschouwde het als een onbegrijpelijke misser die Spinoza beter niet geschreven had kunnen hebben. Anderen hebben getracht te achterhalen waar Spinoza het concept ‘amor Dei intellectualis’ vandaan gehaald kon hebben. Van Leone Ebreo volgens Gebhardt; van Creskas en Maimonides volgens Joël (te vinden bij Hubbeling).
In mijn ogen kan Spinoza het concept heel goed zelf hebben gemunt, daar het zo volstrekt in harmonie is met zijn eenheids-denken, zoals hierna nog zal blijken.
Jadah
Het Hebreeuwse ‘kennen’, Jadah, betekent ook ‘liefhebben’. Niet dat ik nu ineens iets van Hebreeuws ken, maar dit kunnen we leren van Spinoza zelf. In hoofdstuk 4 van de TTP haalt Spinoza een spreuk van Salomo aan die - in de vertaling van Akkerman - uitloopt op: “want indien gij de bezonnenheid aanroept en aan de verstandigheid uw stem geeft enz., dan zult gij de vreze Gods verstaan en de kennis Gods (of liever de liefde, want het woord jada betekent beide) vinden.”
Het is een passage waar je makkelijk overheen kunt lezen.
Spinoza schreef (volgens de Gebhardt-editie)
nam si prudentiam inclamabis, & intelligentiae dederis vocem tuam, &c., tunc timorem Dei intelliges, & Dei scientiam (vel potius amorem; nam haec duo verbum […] Jadah significat) invenies; nam (NB) Deus dat sapientiam: ex ore suo (manat) scientia & prudentia. Lees verder...Niet vergeten: a.s. zondag Spinozadag in Amsterdam
T/m vrijdag 20 november zijn kaartjes te reserveren voor de Spinozadag die de Amsterdams Spinoza Kring organiseert.
Thema: Spinoza en de liefde.
Zie hier méér informatie.
'Op volwassener manier met gevoel omgaan...' adviseert Roos Vonk - geef dan Spinoza maar
Haije Bouwman wees mij op de uitzending van vanmorgen van Tros Nieuwsshow op Radio 1 – “Levendig zaterdagochtendmagazine met een keur aan studiogasten...”
Een van de onderwerpen was:
"Deze week kreeg cabaretier Herman van Veen een storm van agressieve en kwetsende reacties op internet over zich heen, toen hij zich bij een lezing kritisch had uitgelaten over de PVV. 'Emotionele incontinentie' noemt sociaal psychologe Roos Vonk dit ongebreideld lucht geven aan het gemoedsleven. Dat zou wel wat minder mogen. Om ons daartoe te stichten, verscheen deze week haar boek Ego’s en andere ongemakken, een bundeling van columns die zij eerder schreef voor het maandblad Psychologie Magazine en het weekblad Intermediair. Daarin analyseert zij herkenbare psychologische verschijnselen uit het dagelijks leven. Zo verklaart zij bijvoorbeeld waarom slijmen werkt, waarom mensen volharden in onbeantwoorde liefdes, waarom brainstormen effectief líjkt, maar het niet is, en veegt zij de vloer aan met het heilig ontzag voor ‘het gevoel’. Roos Vonk is bij ons te gast.
Op weg naar Santayana
Nu ik via Paul Wienpahl leerde inzien dat ook een soort mystieke eenheidservaring met de totale natuur (en niet alleen maar met een verbeelde bovennatuur) mogelijk is en ik leerde begrijpen dat ook in dat geval – maar dan met werkelijk inzicht – eveneens een vorm van menselijke verbeelding aan bod is, want hoe zouden we anders dan als hele mens, met lichaam en geest, met affectie en cognitie, dingen en de wereld kunnen kennen en er anders dan met mensenwoorden die voortkomen uit de verbeelding over kunnen proberen te spreken? Waar Wittgenstein aanbeval om waarover we niet kunnen spreken dan maar beter te zwijgen, probeerde Spinoza zijn inzichten over te dragen op geometrische manier. Door zijn woorden zo precies mogelijk te definiëren en z’n inzichten over hoe hij van die woorden gebruik maakt en wat hij ermee deed, zo precies mogelijk toe te lichten (in demonstraties, scholia e.d.).
Nu ik deze stappen (aan de hand van die Zen&Spinoza-meester) had gezet, lijkt het me zinvol om ook eens – en nu minder bevooroordeeld – naar het gedachtegoed van George Santayana te kijken. Eerder, zo moet ik toegeven, kreeg ik enige kregeligheid als ik hoorde over de ‘mystieke’ opvatting van romantici en van aanhangers van de Domus Spinozana.
Zo schreef ik in het blog over de Domus Spinoza over Santayana: “De meer mystieke oriëntering van de Stichting Domus Spinozana is bijvoorbeeld te merken aan de toespraken. Bij de herdenking van de 300e geboortedag van Spinoza op 21 febr. 1932, had men (van de Stichting Domus Spinozana) George Santayana gevraagd om een herdenkingsrede te houden. Die is gepubliceerd: George Santayana, "Ultimate Religion," a paper read in the Domus Spinozana at the Hague for the commemoration of the tercentenary of the birth of Spinoza. Published in The Works of George Santayana, Triton Edition, Volume X (New York: Charles Scribner's Sons, 1937), pp. 243-257.” Ik drukte er toen mijn disappreciatie mee uit. Lees verder...Spinozana van Spinoza-fanaat dr. Ed. Boehmer uit Halle
In 1851, maakte de hoogleraar filosofie uit Halle, dr. Ed. Böhmer een reis naar Nederland om op zoek te gaan naar Spinozana curiosa (“in search of Spinoza rarities”, schrijft A. Wolf in zijn inleiding op de Engelse vertaling van de KV). Bij boekhandelaar F. Müller (volgens Wolf) of Muller (volgens Mignini) kocht Böhmer een exemplaar van J. Colerus’ biografie van Spinoza. Daarin trof hij o.a. een handschrift van een samenvatting van de Korte Verhandeling aan, waarvan later (in 1865) door A, van der Linden zou worden aangetoond dat deze van de hand van Johannes Monnikhoff was.
Böhmer verzocht Jean Théodore Bergman (1795 - 1878) om enige nog onuitgegeven aantekeningen van Spinoza op zijn Tractatus Theologico-politicus die door een Legaat van P. Marchand in bezit van de Leidse Bibliotheek gekomen was, af te schrijven. [Van hier] Beide teksten gaf hij uit als:
Benedicti de Spinoza tractatus de deo et homine eiusque felicitate lineamenta atque adnotationes ad tractatum theologico politicum [edidit et illustravit Eduardus Boehmer. Halae ad Salam, J. r. Lippert, 1852. [Korte schets der Verhandeling van Benedictus de Spinoza: over God, den Mensch, en deszelvs Welstand, alsmede een kopie van Aantekeningen bij het Godgeleerd-Staatkundig Vertoog.]
Volgens een handgeschreven aantekening op de bladzijde waarop Colerus gegevens over de geschriften van Spinoza genoteerd had, zouden vrienden over een verhandeling beschikken met dezelfde redeneringen als in de Ethica, maar niet in meetkundige trant. Het zou een voorstudie van Spinoza geweest zijn voor zijn hoofdwerk. Spinoza moet deze tekst, waarschijnlijk in het Latijn, geschreven hebben in de jaren 1658/1659, want rond het jaar 1660 circuleerde deze onder zijn Amsterdamse vrienden.
Lees verder...Paul Wienpahl schreef een heel goed boek over Spinoza
Paul Wienpahl, The Radical Spinoza (New York University Press, 1979). Dertig jaar geleden verscheen dit grandiose boek.
Ik ben vergeten door wie ik op dit boek kwam. Maar ergens las ik erover bij iemand wiens enthousiasme mij aandreef en die ontdekking heeft mij niet teleurgesteld. Toen ik probeerde te achterhalen wie mij de aanleiding kon hebben gegeven om nieuwsgierig naar dit boek te worden, keek ik mijn intussen flinke hoeveelheid Spinoza-boeken door - om tot mijn verbazing te ontdekken dat nergens dit boek in index of bibliografie voorkomt. Het eerst ging ik zoeken in Tinneke Beeckman (red.): Spinoza. Filosoof van de blijheid, omdat zij er haar beter verstaan van Spinoza door een zen-ervaring in beschreef. Wienpahl verdiepte zich immers ook eerst lang in Zen, voor hij over Spinoza schreef. Maar hij komt in dat boekje niet voor. Nergens komt hij voor.
Mij overkwam ongeveer wat ik bij George Sessions in een artikel over Arne Naess las: “I was now open to understanding Spinoza from a more organic/psychological/spiritual perspective. l was helped in this by the forceful and humorous personality of the late UC Santa Barbara philosopher, Paul Wienpahl, and by his Zen Buddhist organic approach to Spinoza in his book The Radical Spinoza (1979).” [Van hier] Dit kwam ik vanmorgen tegen toen ik eerst het blog apart over Wienpahl schreef.
Lees verder...Paul Wienpahl (1916 - 1980) Filosofie: een discipline die bevrijdt - The Radical Spinoza
Aangezien ik over het schitterende boek, The Radical Spinoza, van Paul Wienpahl wil schrijven, breng ik eerst een blog over wat ik van en over deze Wienpahl vinden kon.
Paul Wienpahl was hoogleraar filosofie in Los Angeles en Santa Barbara. Hij was geboren op 6 maart 1916 in Rock Springs, Wyoming, ging later naar Los Angeles, bezocht daar de University of California, Los Angeles (UCLA), ontving er zijn B.A. magna cum laude. Na zijn M.A. bracht hij tijdens WO II vier jaar in het leger door uiteindelijk als kapitein in een tank-eenheid in Europa. Daarna ging hij terug naar de UCLA voor z’n Ph.D. In 1941 trouwde hij met Janet Elizabeth Ward met wie hij twee kinderen kreeg. Na een jaar gedoceerd te hebben aan de UCLA en een jaar aan de New York University, ging Paul Wienpahl als assistant-professor naar de University of California in Santa Barbara. Hij leverde grote bijdragen aan het idee van vrije educatie en tot dat van filosofie als een discipline die bevrijdt.
Lees verder...Avigdor Lieberman maakt geen kosjer gebruik van Spinoza
De omstreden uiterst rechtse Israëlische minister van buitenlandse zaken, Avigdor Lieberman, die gisteren een bezoek aan Nederland bracht en door zijn Nederlandse ambtgenoot Maxime Verhagen (CDA) werd ontvangen, zei dat Israël vrede in het Midden-Oosten wil en de rest van de wereld.
Lieberman is zeer omstreden vanwege zijn uiterst radicale standpunten. Zo heeft hij in het verleden bepleit dat er een atoombom op Gaza zou worden gegooid en gezegd dat Palestijnse gevangenen in zee moesten worden verdronken. Er werden dan ook vraagtekens geplaatst bij de ontvangst van Lieberman door Verhagen.
Tijdens een korte verklaring voor de pers herhaalde Lieberman woensdag geen van zijn controversiële uitspraken. Wel zei hij dat Nederland een speciaal land is voor joden, vanwege Spinoza en Anne Frank. "We bewonderen ook uw gedrag tijdens de Tweede Wereldoorlog", zei Lieberman verder.
Spinoza zo naar de kant van Israël trekken is op z’n minst nogal betwistbaar. Voor Palestijnen is deze onafhankelijke en oorspronkelijke 'filosoof van de vrede' net zo speciaal.
Verhagen liet blijken dat hij de Nederlandse bezwaren tegen bijvoorbeeld de Israëlische nederzettingenpolitiek aan Lieberman duidelijk zou maken. "Wij zullen onze zorgen delen, zoals vrienden dat met elkaar doen." Verhagen zei dat hij een 'eerlijk en open' gesprek wilde.
Lees verder...Andrew Michael Ramsay (1686 - 1743) de anti-spinozist
Ramsay was een Schots-Franse schrijver die bekend werd als ‘le chevalier Ramsay’. Hij was calvinist, presbyteriaan, maar ging via Londen, waar hij Frans studeerde en David Hume ontmoette, naar Frankrijk en liet zich door Fénelon (1651-1715), de mystieke aartsbisschop van Kamerijk bij wie hij in 1709 terecht kwam, bekeren tot het katholicisme. Echt 100% orthodox katholiek werd hij niet, zoals blijkt uit zijn postuum gepubliceerde The Philosophical Principles of Natural and Revealed Religion unfolded in Geometrical Order (Glasgow: 1749), waarover zodadelijk meer.
Ramsay redigeerde het werk van Fénelon en schreef ter verdediging van hem Les Voyages de Cyrus (1727), een filosofische novelle die een imitatie was van diens Télémaque, waarmee hij groot succes had. Ook werd hij fellow van de Royal Society. Ramsay was een Jacobite en een vroege vrijmetselaar. Het jacobitisme was de politieke beweging die de Stuarts weer in Engeland, Schotland, en Ierland op de troon wilde krijgen.
In Belgie is een Groot Loge naar hem genoemd. Bij gebrek aan een afbeelding van Andrew Michael Ramsay plaats ik hier het wapenschild van deze Groot Loge, waarin opgenomen het embleem van Ramsay: een tulp gegraveerd op een distel. Zou daarin een zekere identificatie schuilen van deze fanatieke Spinozabestrijder met de roos met doornen van Spinoza? Lees verder...C.O. Jellema (1936 - 2003) woonde sub specie aeternitatis
Cornelius Onno Jellema had in Amsterdam theologie en in Utrecht Duits gestudeerd, was leraar Duits aan middelbare scholen in Hardewijk en Baarn, en wetenschappelijk medewerker Duitse letterkunde aan de Rijksuniversiteit Groningen. Jellema debuteerde in 1961 met enkele gedichten in De Gids. In 1981 brak hij door met de bundel De schaar van het vergeten, maar hij bleef vooral een dichters-dichter. Hij schreef onder meer essays over de Duitse literatuur in NRC Handelsblad, over de Nederlandse poëzie, in het Nieuwsblad van het Noorden. Ook schreef hij opstellen over onder andere Heinrich Heine, Theodor Fontane, Rainer Maria Rilke, Georg Trakl, Gerrit Achterberg en Hans Faverey, die zijn verzameld onder de titel Oefeningen bij een beek (2000). Geroemd werd zijn vertaling van Meister Eckhart: Over god wil ik zwijgen (1999).
Nadat hij enige jaren in Utrecht gedoceerd en 'pastorale' jaren in Tull en ’t Waal beleefd had, maar de situatie op het instituut in Utrecht als 'door en door verrot' ervoer, besloot Jellema terug naar Groningen te gaan. Hij werd daar opnieuw aan de Universiteit aangesteld en betrok de oude pastorie naast de hervormde kerk van Zuidhorn, een monumentaal zestiende-eeuws pand. Zijn nieuwe woning vernoemde hij naar zijn een jaar eerder verschenen bundel: 'Huize Tijdverblijf' en op de gevel liet hij deze aan Spinoza ontleende spreuk zetten: 'Sub specie aeternitatis' (In het licht der eeuwigheid). [Informatie van wiki en van hier]
J.H. Leopold (1865 - 1925) en Spinoza [2]
In januari had ik een blog over de dichter J.H. Leopold. Ik vermeldde toen o.a. dat Fokke Akkerman over ‘Leopold en Spinoza’ schreef [In: P.M.Th. Everard & H. Hartsuiker, (red.), Ontroering door het woord: over J.H. Leopold, Groningen: Historische uitgeverij, 1991, 13–47] en schreef: “Ik ben benieuwd of - als ik het ooit onder ogen krijg – het beeld van Leopolds bemoeienis met Spinoza veel anders zal blijken te zijn dan ik het hier uit internetgegevens bijeensprokkel.” Intussen kreeg ik het betreffende hoofdstuk van Akkerman te pakken. Dat gaat vooral in op Leopold als filoloog. Hij ziet Leopold als ‘een baken van filologische precisie’. Het is nogal een artikel voor deskundigen, zowel latinisten en neerlandici. De neolatinist Akkerman bespreekt er de kritiek van Leopold, die werkte met de Bruder-uitgave van Spinoza’s werken, op de uitgave van J. van Vloten en J.P.N. Land, zoals hij die formuleerde in zijn boekje Ad Spinozae opera posthuma ¨Martinus Nijhoff, Den Haag, 1902Ook deed Leopold veel studie naar de bronnen van Spinoza’s filosofie. Hij was nogal tevreden te kunnen aanwijzen hoe Spinoza veel van de stoïci had [in: Spinoza en de Stoa. In: De Nederlandsche Spectator 1905, No. 22, p. 462 – 470]. Hij besprak daarin een artikel van Dilthey van tien jaar eerder en betuigde ´zijn warme instemming met de poging van Dilthey om de essentie van Spinoza´s Ethica terug te voeren tot de antieke en moderne Stoa´.
Ook besprak hij een hoofdstuk over de Stoïcijnen in het boek van Paul-Louis Couchoud, Benoît de Spinoza (Parijs 1902]. Die had ook de wijzigingen aangegeven die Spinoza de leer van de Stoa liet ondergaan, maar daarin had Leopold geen interesse. Hem interesseerde “langs welken weg en in welken vorm dat ideaal den Hollandschen wijsgeer bereikt had.” Ook Akkerman valt op dat Leopold het niet over “het bijzondere en het nieuwe van Spinoza” had.
Lees verder...Het Spinozaduizendje (1973 - 1996)
Ik wil hier even het volledige verhaal doen van het Spinozaduizendje zoals het nergens te vinden is. Ik heb er hier en daar vandaan de informatie voor bijeengespokkeld.
Het bankbiljet in de ‘coupure’ van ƒ1.000 met een afbeelding van Spinoza werd uitgegeven door de Nederlandse Bank op 15 januari 1973. Officieel werd het biljet omschreven als: Baruch d'Espinoza. Je komt als datum van uitgifte ook wel 30 maart 1972 tegen (b.v. bij de Canon van Nederland entoen.nu), maar dat was de datum waarop de handtekeningen werden geplaatst die op het biljet staan en waarna aan het productieproces werd begonnen. De uitgifte begon op 15 januari 1973.
Het ontwerp is van Robert Deodaat Emile (Ootje) Oxenaar die van 1966 tot 1985 als ontwerper en adviseur verbonden was aan De Nederlandse Bank. Vorige maand, op 7 oktober, werd hij 80 jaar. 'Ootje' Oxenaar werd na eerdere 'vrije' kunstenaars de eerste grafisch ontwerper voor de biljetten van DNB. Hij verstond behalve de ‘poëtische’ kunst tevens de taal der drukkers. Oxenaar paste zijn ontwerpen aan de techniek aan. Vanaf 1970 bouwde hij voort op de al eerder ingezette ‘erflaters’-serie met zijn biljetdebuut Vondel (5 gulden), vervolgens Frans Hals (10), Sweelinck (25), Michiel de Ruyter (100) en als laatste Spinoza (1000).
Al dan niet in samenspraak met zijn opdrachtgever, voegde Oxenaar soms ‘een persoonlijke noot’ toe aan zijn ontwerpen. De afdruk van zijn middelvinger plaatste hij in het haar van Spinoza.
Lees verder...Hertaling van Spinoza's Korte Verhandeling in modern Nederlands in voorbereiding
Vanavond ontving ik van iemand de tip dat sinds 28 oktober op Marktplaats een advertentie staat met de volgende tekst:
Voorinschrijving voor een nog uit te brengen hertaling van de Korte Verhandeling van Spinoza.
Deze unieke tekst van Spinoza, die momenteel moeilijk verkrijgbaar is en slechts beschikbaar is in de oorspronkelijke 17e eeuwse Nederduitse taal, is hertaald naar modern Nederlands. Momenteel wordt de uitgave van deze hertaling voorbereid. Door voorinschrijving hopen we meer duidelijkheid te krijgen over het in eerste instantie te drukken aantal boeken. Hoe hoger dit aantal wordt, des te lager zal de prijs per stuk liggen.
U kunt zich aanmelden voor de voorinschrijving door een email te sturen of een brief. Wij sturen u een dan een voorbeeld van een hoofdstuk en andere voorlopige informatie. Na deze extra informatie kunt u zich definitief aanmelden voor de voorinschrijving.
Het boek bestaat uit een tekstkritische uitgave van de originele oudnederlandse tekst met ernaast de hertaling in modern Nederlands. Verder is het boek voorzien van een korte inleiding en aantekeningen.
Omvang is ongeveer 350 pagina's (A5). Richtprijs is ongeveer 30 euro.
Uitgeverij Aldus
Rielerweg 104
7416 ZJ Deventer
tamararikus@hetnet.nl
Lees verder...
Willis Barnstone (1927) schreef gedicht: Spinoza in the Dutch Ghetto
Willis Barnstone is een Amerikaans dichter, vertaler, Hispanist, kenner van het Nieuwe Testament en kenner van de Gnostiek. Hij vertaalde Antiek Griekse dichters en de fragmenten van de pre-Socratische filosoof Heraclitus. Hij heeft een lange lijst dichtbundels en vertalingen op zijn naam staan en ontving vele prijzen. [Zie wiki]
In zijn dichtbundel Life Watch, [Rochester NY., BOA Editions, 2003] komt het volgende gedicht voor over Spinoza in het Nederlandse Getto. In werkelijkheid was er in het XVIIe eeuwse Amsterdam geen getto, maar dit behoort tot de dichterlijke vrijheid.
Lees verder...David Hume (1711-1776) & Spinoza
"Hume stands for all time as the antithesis of Spinoza in his thought." Volgens John H. Randall van wie deze uitspraak afkomstig is (geciteerd door Popkin, zie onder), is dat de verklaring waarom zo weinig geleerden die zich met Hume bezig houden ook nog eens aandacht wijden aan hoe Hume over Spinoza dacht, laat staan over wat Spinoza wellicht voor Hume betekende. Aan dit beeld wordt intussen flink geknabbeld en geknaagd.
Eerst even de samenvattende introductie over Hume in de Stanford Encyclopedia of Philosophy door William Edward Morris - te mooi om niet te citeren of te vertalen:The most important philosopher ever to write in English, David Hume (1711-1776) — the last of the great triumvirate of “British empiricists” — was also well-known in his own time as an historian and essayist. A master stylist in any genre, Hume's major philosophical works — A Treatise of Human Nature (1739-1740), the Enquiries concerning Human Understanding (1748) and concerning the Principles of Morals (1751), as well as the posthumously published Dialogues concerning Natural Religion (1779) — remain widely and deeply influential. Although many of Hume's contemporaries denounced his writings as works of scepticism and atheism, his influence is evident in the moral philosophy and economic writings of his close friend Adam Smith. Hume also awakened Immanuel Kant from his “dogmatic slumbers” and “caused the scales to fall” from Jeremy Bentham's eyes. Charles Darwin counted Hume as a central influence, as did “Darwin's bulldog,” Thomas Henry Huxley. The diverse directions in which these writers took what they gleaned from reading Hume reflect not only the richness of their sources but also the wide range of his empiricism. Today, philosophers recognize Hume as a precursor of contemporary cognitive science, as well as one of the most thoroughgoing exponents of philosophical naturalism. [Van hier]
Niet precies over het triumviraat dat hier bedoeld zal zijn (Locke, Berkeley en Hume), maar van een ander triumviraat, namelijk Locke, Mandeville en Hume, is Wim Klever bezig hun worteling in Spinoza aan te tonen. Het boekje over Locke gaf hij inmiddels in eigen beheer uit en het kreeg een Engelse samenvatting die op benedictusdespinoza.nl gepubliceerd staat.
Zijn studie over Mandeville is momenteel in handen bij een uitgever. En intussen is hij – opnieuw - bezig met David Hume, over wiens bemoeienis met Spinoza hij in de eerste helft van de 90-iger jaren reeds enige artikelen in Hume Studies had.Deze blijken, samen met andere artikelen over ‘Hume en Spinoza’ (researchable) gescand en op de website van de Hume Society toegankelijk te zijn gemaakt (zie hierna). Ze hebben sindsdien ook tot enige reactie-artikelen geleid.
Lees verder...Immanuel Kant (1724 - 1804) en zijn grondige afkeer van Spinoza
Gisteren zag ik bij boekhandel Selexyz een aantal exemplaren liggen van de derde der grote Kritieken van Kant: De Kritiek van het oordeelsvermogen. Het vormt de voltooiing van Kants zgn. kritische filosofie. In deze derde Kritiek probeert Kant het theoretisch kennen en het praktisch handelen met elkaar te verbinden. Het betreft de eerste Nederlandse vertaling. De uitgever omschrijft het als Kants hoofdwerk over esthetiek. Dat is het ook, maar de vraag is of het niet veeleer ook een werk over ethiek wil zijn.
Vooral deze Kritiek, meer dan zijn Kritiek van de zuivere rede, heeft z´n invloed uitgeoefend op de Romantiek en het Idealisme. Daar het deze Kritiek is, waarin Kant zich op Spinoza stortte, vormt dit verschijnen van deze eerste vertaling in het Nederlands, voor mij de aanleiding om - wat ik al lang wilde doen - over Kants hekel aan en zijn grondige afkeer van Spinoza te schrijven.
Lees verder...Weer een video op YouTube over Spinoza
Beluister deze schitterende video van een 'revolutionair' volgens wie niet alleen Marx, maar ook Spinoza tegen het kapitalisme was. Wij worden als boys and girls aangesproken over de revolutie die aanstaande is. Hij gaf vanuit zijn audiovisuele studio al lessen over Voltaire, Jean-Jacque Rousseau, Marx e.a.
Op 3 november dus deze over Spinoza.
Hosted by A Storyteller
Written and Produced by Louis Gesualdi
Directed by Ernie Zahn
Spinoza als uitstekend opticien
In het verlengde van Wim Klevers artikel Een curieuze kwestie – Hudde in discussie met Spinoza, Van Limborch, Locke en De Volder waarover ik gisteren in een blog aankondigde dat het op internet was geplaatst, geef ik vandaag door dat zijn uitstekende artikel uit 1990 over de uitstekende opticien Spinoza in een PDF van scans eveneens naar internet is gebracht. Ik bedoel Klevers artikel Insignis opticus. Spinoza in de geschiedenis van de optica in de jaargang 1990 van het Tijdschrift De zeventiende eeuw.
Hoe vaak zie je Spinoza niet als brillenslijper vermeld, of wordt slechts aangegeven dat hij het slijpen van lenzen als ambacht had - een ambacht waarbij hij al glas slijpend ook goed zijn gedachten kon slijpen. Klever laat zien hoe serieus Spinoza ook met de wetenschappelijke kant van de optiek bezig was. Hij had er contacten over met Huygens en Hudde.
Met dit artikel heeft Klever behoorlijk bijgedragen aan het bijstellen van het beeld van Spinoza, in die zin – in zijn typering – “dat wij hem primair als natuurkundige en (theoretische en praktische) wetenschapsbeoefenaar moeten zien, als een type 'philosooph' dus, die onvergelijkbaar is met de huidige 'filosoof', die vrij blijvend fantaseert, speculeert, moraliseert.”
Zie hier de PDF op benedictusdespinoza.nl
Spinozafilm zal waarschijnlijk pas voorjaar 2011 gedraaid worden
Op de website van Ramsey Nasr is onder 'nieuws' het volgende te lezen:
De film over Spinoza, waarin Nasr de hoofdrol zal vertolken, zal naar alle waarschijnlijkheid pas in het voorjaar van 2011 gedraaid worden.
Hierover is niets te vinden op de website van de Doc.Eye Film, de productiemaatschappij.
Ook regisseur Rudolf van den Berg, met wie Anton Jumelet onlangs een interview had, meldde hier niets over [zie hier].
Lees verder...Weer een ideeengeschichtliche XVIIe eeuwse thriller van Wim Klever
Wim Klever heeft weer een schitterende tekst aangereikt om op benedictusdespinoza.nl te publiceren. Het is een essay dat al degenen die in Spinoza en in de XVIIe eeuw geïnteresseerd zijn, zal boeien. Het begint met vragen van Johannes Hudde (1628-1704), de latere burgemeester van Amsterdam, aan Spinoza of en hoe hij de unieke eenheid, de uniciteit van het goddelijk wezen kon bewijzen en dit niet, zoals Middeleeuwse theologen en ook Descartes deden, maar eenvoudigweg te stellen.
Spinoza doet in de brieven 34, 35 en 36 zijn best om zijn bewijs aan Hudde te schetsen, maar die lijkt niet direct tevreden. Meer dan dertig jaar later doet Hudde nog eens pogingen om, via Van Limborch, te vernemen hoe Locke dit vraagstuk benadert. Bijzonder interessant is om te zien hoe alle partijen hun uiterste best doen om zich verborgen te houden en niet direct te laten weten dat het ze eigenlijk gaat om de bevestiging van het Ene dat tegelijk uitgebreidheid en denken is. Spinoza’s God is in die tijd een gevaarlijke (“Onder God versta ik het absoluut oneindige zijnde, dat is een substantie die bestaat uit oneindig(e) attributen, waarvan elk het eeuwige en oneindige wezen uitdrukt”). Wat hield die spinozistische God hen in de ban.
Een ‘ideeengeschichtliche’ thriller noemt Klever het. En dat is het. Zie hier (verplaatst naar veiliger omgeving) als PDF het essay Een curieuze kwestie – Hudde in discussie met Spinoza, Van Limborch, Locke en De Volder.
Kolakowski over Spinoza's eenzame denkhoogte
Eigenlijk kan ik maar beter stoppen met het lezen van inleidingen en geschiedenissen van de filosofie. Zo langzamerhand lees ik te vaak inzichten die ik al tot me genomen heb. Een uitzondering maakte ik voor het boek van Leszek Kolakowski, Waarom is er iets en niet niets? Kernvragen van de westerse filosofie in 30 filosofenportretten, dat eerst in het Pools en toen in het Engels uitkwam. Nu dus ook in het Nederlands [Klement, Pelckmans, 2009].
Kolakowksi heeft zich met dit boek niet ten doel gesteld de leer van de voornaamste filosofen samen te vatten, maar om van hen het voornaamste idee te beschrijven. Hij koos er dertig – zo ongeveer de canon van de filosofie.
Ik leerde meteen iets in mijn geheugen te corrigeren. Ik meende uit m’n filosofielessen van 45 jaar geleden dat de vraag van de titel van zijn boek van Parmenides kwam en in de 20e eeuw door Heidgger weer werd opgepakt, maar volgens Kolakowski was het Leibniz die voor het eerst deze vraag formuleerde. En inmiddels begint mij te dagen dat ik dit nog wel eens ben tegengekomen.
Lees verder...
Vrij worden in de gevangenis
Ik had eerder, op 23 oktober, een blog met en over de aankondiging dat humanistisch raadsman René de Boer op 1 november een lezing zou houden met een pleidooi voor meer Spinoza in het strafrecht. Ik mijmerde er wat over dat we niet anders kunnen doen dan ´alsof we vrij zijn´. Die zondag, 1 november, surfde ik langs de website van de Amerikaanse Spinoza-deskundige Charlie Huenemann die een blog had over Free will fictionalism. Ik schreef daarop een blog Doen ook spinozisten niet dagelijks alsof we een vrije wil hebben?
Ik vroeg René de Boer of hij iets kon laten weten over wat hij over dat onderwerp besproken had. Vandaag zond hij me een kort verslagje annex beschouwing. Ik neem zijn tekst graag hierna op.
Lees verder...Carpoolen via dit blog naar colloquium Galileo & Spinoza in Parijs
Op verzoek van Filip Buyse, de organisator van het colloquium Galileï & Spinoza dat op 12 en 19 december 2009 aan de Sorbonne in Parijs wordt gehouden, breng ik nog eens het affiche - nu mét enige tips. En vooral met het voorstel dit weblog te gebruiken om zo mogelijk een carpool te organiseren.
Lees verder...Jaroslaw Marek Rymkiewicz - Spinoza Was a Bee
Zoekend of van Czesław Miłosz geen Spinozagedicht te vinden was - ik had ooit wel een hint in die richting gekregen - kwam ik terecht bij een anthologie die hij maakte van Poolse dichters van na de Tweede Wereldoorlog: Czesław Miłosz (Ed), Postwar Polish poetry: an anthology [University of California Press, 3e 1983; zie bij books.google.nl]. Daarin had hij van de dichter Jarosław Marek Rymkiewicz een gedicht uit zijn 1960-bundel opgenomen: Spinoza Was a Bee (Spinoza był pszczołą). Het is niet direct, eenvoudig en helemaal te doorgronden.
Jarosław Marek Rymkiewicz (geb. 1934) is Pools dichter, essayist, dramaturg en literair criticus.
Ik geef eerst de toelichting van Czesław Miłosz.
Rymkiewicz is een dichter met een duidelijk programma die een riskant spel met literaire conventies speelt. Z'n opzet is niet zozeer de stijl: door een verwijzing naar de dichtstijl van de XVIIe of de XVIIIe eeuw tracht de dichter de vreemdheid van cultuurpatronen te onderstrepen. Hij maakt zelf voor alles deel uit van een cultuurpatroon, geplaatst in de stroom van betrekkelijkheid. Dit strijd evenwel met het gevoel uniek te zijn, een individu wiens bestaan nu eenmaal slechts eenmaal gegeven is. Dus door bewust de betrekkelijkheid van zijn vorm te tonen, alludeert hij op twee bestaansniveaus: historisch en persoonlijk.
Een artikel in Rymkiewicz’s dichtbundel, Metaphysics (1964), laat zien dat zijn poëzie gevormd is door een spanning tussen metafysica en dialectiek. De kritiek is waarschijnlijk terecht dat zijn formules te modieus zijn. Of Rymkiewicz's dichten tegen zulke zelfopgelegde grenzen bestand zal zijn, is niet zeker. Hij heeft briljante ideeën, maar het lopen op een te strak koord beperkt iemands bewegingsvrijheid. Hij is een van de meest veelbelovende jonge schrijvers en is een uitermate begaafd vertaler van Amerikaanse en Engelse poëzie.
[hier meer informatie]
Lees verder...
F. Manzini over Spinoza's lezing van Aristoteles
Frédéric Manzini, Spinoza: une lecture d'Aristote, Paris, PUF "Epimethée"
Ik had dit boek al gesignaleerd, ik meen via het Italiaanse Spinozablog, en het jammer gevonden dat ik onvoldoende Frans beheers. Ik was nu immers al zo vaak Aristoteles op de achtergrond van Spinoza’s filosofie tegengekomen, dat ik graag van een dergelijk boek zou willen kennis nemen. Maar ja, zal niet lukken - had ik in mijn jonge jaren maar meer m’n best op Frans moeten doen…
Ik had besloten het boek niet op dit blog te signaleren - kan immers niet alles dat verschijnt hier opnemen. Er verschijnt tegenwoordig - gelukkig maar - zoveel over Spinoza, meer dan een blog als dit aankan.
Maar nu de auteur, Frédéric Manzini (Université Paris-Sorbonne) mij het signalement van zijn boek per e-mail toezond, kan ik het toch niet nalaten u van dit werk op de hoogte te stellen.
Lees verder...Friedrich Nietzsche (1844 - 1900) 'Pascal ist tiefer als Spinoza' (beiden las hij niet)
Er zijn heel wat filosofen die zich behalve met Spinoza ook met Nietzsche hebben beziggehouden en over beiden boeken schreven. Ik noem Karl Jaspers, Abraham Wolf, Yirmiyahu Yovel, Charlie Huenemann e.a. Ook is er geschreven over Nietzsche en Spinoza, b.v. William s. Wurzer, Nietzsche und Spinoza (Verlag Anton Hain, Meisenheim am Glan, 1975, "Von den modernen Philosophen war für den späten Nietzsche veilleicht keiner so bedeutend wie Spinoza. Man kann mit Recht sagen, daß in der neuzeitlichen Philosophie Schopenhauer und Spinoza in entscheidender Weise die einflußreichsten Vorbilder für bestimmte Gedankengänge Nietzsche's waren").
Dat is in zoverre opmerkelijk daar Nietzsche aanvankelijk wel waardering voor Spinoza kon opbrengen, maar almaar kritischer werd, hem tenslotte soms verguisde, maar hem naar alle waarschijnlijkheid nooit zelf las.Thomas H. Brobjer die veel bronnenonderzoek deed naar Nietzsches studies en daarover rapporteerde in Nietzsche-Studien, publiceerde vorig jaar Nietzsche's philosophical context: an intellectual biography [International Nietzsche studies, University of Illinois Press, 2008]. Het gedeelte waarin hij Nietzsches Spinozaconnecties bespreekt is in books.google.nl in z’n geheel in te zien, inclusief de uitvoerige hoeveelheid eindnoten. Gedetailleerd gaat hij na wat Nietzsche wanneer las en bestudeerde en wat hij daarmee deed. Ook de invloed van Spinoza komt zoals gezegd uitgebreid aan de orde. Daarbij blijkt dat in de leerstof die Nietzsche tijdens zijn studie in Bonn in 1865 bij Karl Schaarschmidt (Allgemeine Geschichte der Philosophie) opnam, vier van de ca zestig handgeschreven dubbelpagina’s gaan over Spinoza, meer dan over enige andere filosoof. Maar of daarvan later invloed uitging is moeilijk na te gaan.
Lees verder...Spinozabear vijfentwintig jaar
Met Anton Jumelet, Hoofdredacteur van Qualia, het verenigingsblad van STUFF, de Studievereniging Faculteit Filosofie te Groningen, had ik contact in verband met zijn interview met Rudolf van den Berg over diens Spinoza-film (zie blog van gisteren).
Vandaag zond hij mij zijn voorwoord bij het nieuwe Qualia-nummer. Daarin geeft hij een aardige laconieke beschrijving van de Spinozabear die 25 jaar geleden door de Spinoza Company op de markt is gebracht. Zie hier het blog van 22 mei 2008 waarin ik dat beertje al eens had gesignaleerd.Ik wijs voorts ook op Jumelets aankondiging van een artikel in het najaarsnummer van Qualia waarin de metafysica van Spinoza wordt vergeleken met de moderne kwantumveldentheorie. Om in de gaten te houden.
Lees verder...Doen ook spinozisten niet dagelijks alsof we een vrije wil hebben?
Ik weet niet waarmee spinozistisch humanistisch raadsman René de Boer vandaag gekomen is. Hij hield vanmiddag een pleidooi voor filosofie van Spinoza en het strafrecht en zou vraagtekens zetten bij het uitgangspunt van de vrije wil in ons rechtssysteem. “Het strafrecht veronderstelt dat iemand zijn daad in vrijheid heeft gepleegd: betrokkene heeft voor dit gedrag gekozen en wordt daarvoor gestraft. In de praktijk blijkt echter meestal helemaal geen sprake van een bewuste keuze. Mensen belanden als het ware in een slechte film, waarin ze uiteindelijk zelf de hoofdrol spelen.”
Een week geleden had de Spinoza-scholar Charlie Huenemann een aardig praktisch-filosofisch blog over: Free will fictionalism. Ik geef daarvan hieronder een vertaling. Lees verder...Interview met Rudolf van den Berg over zijn Spinoza-film
Op 15 december 2008 had ik het nieuws op dit webblog dat Ramsey Nasr in een komende film van Rudolf van den Berg de rol van Spinoza zal spelen [zie hier]. De film zou in 2009 worden gemaakt, zo was het plan. Daar het jaar al flink opschiet, vroeg ik de productiemaatschappij hoe het ermee stond, maar daarop kreeg ik geen antwoord. Wel zie ik dat Doc.Eye Film een verwijzing naar spinoza.blogse.nl heeft: "Lees hier een artikel over de toekomstige film."
Gisteren meldde Anton Jumelet in een reactie bij dat blog dat Qualia, het verenigingsblad van STUFF, de Studievereniging Faculteit Filosofie te Groningen, een interview heeft met Rudolf van den Berg
Het bleek een interview van zijn hand te zijn en hij gaf me toestemming om het hier op te nemen. Ik doe dat uiteraard graag. Het interview maakt nog nieuwsgieriger naar de film, waaraan - zo blijkt - goede acteurs gaan meedoen. Het is te hopen dat de financiering snel rond komt.
Het is een interessant interview geworden, vooral ook doordat Anton Jumelet goede vragen stelde.
Lees verder...