Boudewijn Büch (1948 - 2002) [5] van Spinoza-fascinatie was waarschijnlijk geen sprake
Dat Boudewijn Büch een groot bibliofiel was en liefhebber van verre eilanden, oude bibliotheken, popmuziek, Mick Jagger vooral, de dodo, Goethe, Arthur Rimbaud, bezoeken van schrijvers- en dichtersgraven en dat hij om al die hobby’s te onderhouden een ongelofelijke workaholic geweest moet zijn - het is zo ongeveer gezonken cultuurgoed. Maar hoe zit het met zijn fascinatie voor… Spinoza waarover soms ook wordt gerapporteerd?
Dat - na zijn dood vooral - veel bekend is geworden over zijn grote fantaseer- en fabuleervermogen, daar kunnen we intussen niet omheen. Valt Spinoza daar ook onder?
Dat zijn bibliofilie ook al onder kritiek kwam te staan blijkt in de slotzin van Rob Hartmans berspreking van Piet J. Buijnsters: Geschiedenis van het Nederlandse antiquariaat [Vantilt. In De Groene Amsterdammer van 21-03-2007]: “De mythomane Boudewijn Büch, die met zijn pretentieuze handschoentjes bij Barend & Van Dorp regelmatig interessant mocht doen, wordt door Buijnsters weggezet als stapelaar.” Zo erg hoeft het voor mij nu ook weer niet.
Maar hoe zit het met zijn Spinoza-fascinatie? Ging die verder dan het verzamelen van oude boeken? En dan af en toe eens wat roepen?
Ruud Kagie, die met zijn Boudewijn Büch, verslag van een mystificatie [Prometheus, Amsterdam, 2004] de klokkenluider was over Büch’s bedrog, schreef: “Hij vertelde dat hij binnenkort zijn tweede doctoraal zou halen, filosofie dit keer. Hij wist álles over Spinoza en Wittgenstein.” (p. 84) Dat van die verzonnen doctoraalexamens is inmiddels genoegzaam gedocumenteerd. Maar hoe zit het dan met die zelfbeweerde grote Spinoza-kennis?
Lees verder...Boudewijn Büch (1948 - 2002) [4] Een tv-programma over Spinoza lukte niet
Boudewijn Büch maakte vele tv-programma's voor de VARA en was lange tijd van de partij in het Rtl4-programma Barend en Van Dorp. Van 1984 tot 1988 deed hij bij de VARA ‘Büchs Boeken’ en vanaf vanaf 1988 presenteerde hij bij de VARA ‘De wereld van Boudewijn Büch’, waarvoor hij overal heen kon reizen. Fragmenten uit zijn tv-optredens zijn op YouTube te zien. Deze maand zijn ook de reclames die hij maakte voor Lassie toverrijst naar YouTube gebracht.
Bij NBD/Biblion verschenen een reeks DVD’s met programma’s die Büch voor de VARA maakte, getiteld “De fascinaties van Boudewijn Büch.” In het eerste deel komt een kort (ca 14 minuten durend) programmafragment van Büch over Spinoza voor.
Uit het boek in de Privé Domein-reeks Een boekenkast op reis. Persoonlijke kroniek 1998 [De Arbeiderspers, 1999), opgebouwd uit een dagboek dat Boudewijn Büch dat jaar speciaal hiertoe bijhield, is te lezen dat hij dat jaar bezig was met het maken van een programma over Spinoza.
Zo schrijft hij:
Lees verder...Boudewijn Büch (1948 - 2002) [3] twee gedichten met Spinoza
Boudewijn Büch heeft het vaak over zijn Spinoza-studie gehad (het nachtelijk lezen in de Ethica…). Aan de vele gedichten die hij schreef is dat niet direct merkbaar.
Van 1975 tot 1990 had Boudewijn Büch in het literaire maandblad Maatstaf zijn dichtpodium. In totaal publiceerde hij 22 bijdragen in 20 verschillende nummers. Veel gedichten van hem verschenen voor het eerst in dit tijdschrift. Tweemaal noemt hij Spinoza in een gedicht. Die haal ik hier naar dit weblog.
In 1977 publiceerde Büch een reeks (een ‘cyclus’ omschrijft Prick)
‘Rijmen op het ongestelde kind’. De reeks draagt de titels: ‘Il fantasma ne separa!’[Donizetti: Lucia di Lammermoor], ‘The dreams of the nighttime will vanish by dawn’[Mick Jagger], ‘Kennst du das Land wo die Zitronen blühn (…) kennst du es wohl?’ [J.W. von Goethe: Mignon], Tractatus de intellectus emendatione’[Benedictus de Spinoza].
De titels spreken van de wellicht vier sterkste passies van Büch: de klassieke muziek, de popmuziek, de Duitse romantiek en de filosofie (van Spinoza). Eigenlijk hoort zo’n cyclus bij elkaar, maar ik neem hier alleen het vierde over.
Lees verder...Boudewijn Büch (1948 - 2002) [2] een roman met Spinoza als onhaalbaar ideaalbeeld op de achtergrond
Hoe ik ook in het vorige en komende blogs afding op Büchs vermeende fascinatie met Spinoza, in zijn debuutroman, De blauwe salon (1981), moet ik toegeven, zijn er interessante verwijzingen naar Spinoza. Maar die zullen alleen worden genoten door wie reeds op de hoogte zijn met Spinoza’s filosofie. Ik zie dit als een werkelijk fraaie Spinozistische roman. Waarbij auteur en hoofdpersoon in Spinoza een ideaalbeeld zien, een idool, waarnaar in hun geval niet kan worden geleefd.
Het hoofdpersonage worstelt met de bij Spinoza gelezen levensweg, maar is door zijn ervaringen geprogrammeerd om te zwak te staan tegenover de eisen van de Rede. Hij wil wel, maar kan niet; en het is zelfs de vraag wat hij écht wil. Maar is het een wonder? Zijn vader die hem het Spinoza-ideaal voorhield, was ook degene die incest met hem had. Raak dan maar eens niet verknoopt. Hierin is de roman op z’n kortst samengevat. Een samenvatting die ik nog nergens zo ben tegengekomen.
De volledige titel van deze eerste roman van Boudewijn Büch, die toen al door publicatie van gedichten en essays naam had gemaakt als auteur, luidt: De blauwe salon. Berichten omtrent leven en wedervaren van een jongeman. In het licht gegeven door Lothar G. Mantoua.
Het boek bezorgde de auteur indertijd weinig succes. Het werd door velen niet begrepen. Het werd met z’n archaïsch taalgebruik en te ingewikkeld (over-)geconstrueerde vorm, als chaotisch en mislukt beschouwd.
Lees verder...Boudewijn Büch (1948 - 2002) [1] Koketteren met Spinoza
Dit weblog heb ik even laten rusten, daar ik op zoek ben gegaan naar Boudewijn Büchs interesse in, zelfs zijn soms zo genoemde ‘fascinatie’ voor Spinoza. De aanleiding was een verwijzing die ik een paar dagen geleden aantrof op Frank Mertens’ website over Franciscus van den Enden naar het boek van Harry Prick, Uit de schrijfcassette van Lodewijk van Deyssel. De pagina’s waarop iets over Van den Enden te vinden zouden zijn stonden erbij vermeld ( p. 118-122). Ik heb het boek uit de bibliotheek opgehaald en het betreffende stukje gelezen.
Inmiddels kan ik deze verwijzing op de vermelde website niet meer vinden. De webmaster heeft wellicht intussen ook ontdekt dat op die bladzijden helemaal niets over Van den Enden te vinden is en zal de verwijzing daarom weer hebben verwijderd. De tekst gaat over Spinoza. Wel staat er twee keer iets over Van Eeden; dus wellicht heeft iemand daar Van den Enden in gelezen.
Het stukje over Spinoza was geschreven door Boudewijn Büch en dit werd voor mij wel aanleiding om eens verder na te zoeken hoe het met die fascinatie van Boudewijn Büch voor Spinoza zat. Ik kom daar in een of meer volgende blogs op terug.
Het blijkt in dat stukje Uit de schrijfcassette van Lodewijk van Deyssel te gaan om een commentaartekst die Boudewijn Büch schreef bij een nooit verzonden brief die Lodewijk van Deyssel (K.J.L. Alberdingk Thijm) had geschreven aan dr. Tjebbo Franken over het onderwerp verlegenheid - een uitvoerig commentaar op die brief, nr IV in een reeks van “Zes nooit verzonden brieven” die Harry Prick en Boudewijn Büch in Maatstaf van april 1976 (P. 9-11) publiceerden.
In zijn commentaar beweerde Büch dat die brief als een soort “Spinoza-achtige verhandeling” kon worden gezien. Net zoals Spinoza in de “Verhandeling over de Verbetering des verstands” - de vertaling die Nico van Suchtelen in 1915 had uitgebracht zou hij gekend hebben – net zoals Spinoza dus van de ervaring had geleerd en nu op zoek ging naar of er een methode is om het hoogste goed te bereiken, zo zou ook Alberdingk Thijm van z’n ervaring hebben geleerd en zich nu eveneens in staat achten te ‘onderzoeken’. Dat laatste woord staat daar tussen aanhalingstekens alsof Alberdingk Thijm dat gebruikte, hetgeen in ’t geheel niet het geval is.
Een groteske
Het commentaarstuk is goed beschouwd een complete mystificatie, een groteske! Er is geen enkele evidentie dat de hypothese van Büch ook maar ergens op slaat. Büch imponeerde kennelijk met dit etaleren van zijn zelfbedachte ‘erudiete vondst’. Maar wie iets van Spinoza weet en brief en commentaar leest, kan zijn glimlachen moeilijk inhouden. Het commentaar slaat werkelijk nergens op. Büch verzint maar wat - met grote inlegkunde. Dat wel. Echt grotesk.
Drie keer Maxime Rovere
De Fransen boffen maar. Ik ga hier niet alle buitenlandse Spinoza-uitgaven volgen, maar dit vind ik wel bijzonder om te melden. Vorige maand kwamen bij twee verschillende uitgevers twee boeken uit van de jonge Franse doctor in de filosofie Maxime Rovere (1977). Hij vertaalde en annoteerde de correspondentie van Spinoza met zijn vrienden en geleerden en geeft daarmee een alternatief voor een ruim 80 jaar oudere vertaling. Daarnaast kwam hij met een boek over de Ethica.
Bij CNRS Editions: Maxime Rovere - Exister. Méthodes de Spinoza.
Bij Flammarion: Spinoza, Correspondance, Présentation, traduction et notes par Maxime Rovere.
Lees verder...
Emma Lazarus (1849 - 1887) 'dichteres van het vrijheidsbeeld' met interesse in Spinoza
De Amerikaanse dichteres en activiste Emma Lazarus werd in New York City geboren in een welgestelde Portugees-sefardische familie, die al van voor de Amerikaanse Revolutie in Amerika woonde. Ze genoot het voorrecht van privé onderwijs. Hoewel ze thuis af en toe wel eens een joodse feestdag vierden, werd ze niet echt godsdienstig opgevoed. Later verwees ze naar de “godsdienstige versteende vormen”.
Ze begon al vroeg, als teenager, poëzie te schrijven. Haar eerste gedicht publiceerde ze op zeventienjarige leeftijd, waarmee ze meteen haar entree maakte in de New Yorkse literaire elite. Ze vertaalde Middeleeuwse sefardische gedichten en Heinrich Heine, over wiens bekering tot het christendom ze een fel essay schreef. Als Joodse intellectueel had ze iets met Disraeli, Spinoza en Heinrich Heine - een seculaire jood, een ketter en een geloofsverzaker (Caleb Crain).
Zowel in dichtvorm als in proza nam ze het op tegen de vervolging van de joden in Rusland in de 1880-iger jaren. Ze bezocht de vluchtelingen voor de progroms op Ward’s Island, streed voor goed sanitair, voor educatie en werkmogelijkheden. En in haar wekelijkse column in de America Hebrew beschreef zij haar visie op een seculiere joodse staat in Palestina, jaren voor het Zionisme ontstond!
Emma Lazarus geloofde hartstochtelijk in haar terechte plaats binnen de joodse en Amerikaanse naties; hartstochtelijker wilde ze zelfs meetellen onder de burgers van de Amerikaanse literaire wereld. Ondanks haar overtuiging en haar wensen bleef Lazarus een vreemde binnen beide naties die ze zo gepassioneerd verdedigde. Als vrouw kon ze in Victoriaans Amerika niet stemmen. Als joodse was ze onderhevig aan antisemitisme. Als joodse vrouw had ze niet de privileges die mannen volgens de orthodoxe joodse wet hadden. Desondanks schreef Lazarus poëzie, essays en fictie waarin ze krachtig haar overtuiging articuleerde dat ze hoe dan ook een Amerikaanse joodse burger wilde en mocht zijn. (Diane Lichtenstein)
Lees verder...Michael LeBuffe schreef zijn eerste boek: over Spinoza's Ethica
Vorige maand verscheen Michael LeBuffe’s eerste boek: From Bondage to Freedom: Spinoza on Human Excellence. Oxford University Press, USA, 272 pp. Opvallend is dat de uitgever het boek aanprijst met:“This is the first full length study of Spinoza's moral theory in English.”
“Emphasizes, for the first time, the importance of Spinoza's moral theory of the gap between our conscious awareness and of ourselves and our true natures.”
Dat was voor mij aanleiding om iets meer over de auteur te weten te komen. Zo kwam ik ergens deze typering van zijn boek tegen: “He is currently working on a book on Spinoza's moral theory, in which he defends an account of the way Spinoza's normative ethics emerges from his cognitive and moral psychology.” [Op philosophy Compass]
Lees verder...Creatief met Spinoza
Twee maanden geleden, op 20 december 2009, bracht een zekere David Shafer deze powerpointpresentatie op internet. Aardige plaatjes om een keer doorheen te bladeren.
De Dijns Spinozaboek op de groslijst van de Socrateswisselbeker
De jury heeft vandaag de longlist voor het meest prikkelende, Nederlandstalige filosofieboek uit 2009 bekend gemaakt. De prijsuitreiking vindt plaats op 9 april, tijdens de Nacht van de Filosofie in Amsterdam.
Op deze longlist van twintig boeken staat Herman De Dijn's Spinoza. De doornen en de roos [Klement/Pelckmans].
Dat is een ruiterlijke felicitatie waard van deze blogger, ook al had ik in mijn bespreking op dit weblog naast waardering ook kritiek.
Op de groslijst heeft ook Jan Knol's Spinoza’s intuitie gestaan [zie hier], maar dat is niet tot de lange lijst kunnen doordringen.
De Socrates Wisselbeker is een initiatief van de Stichting Maand van de Filosofie. Meer informatie: www.maandvandefilosofie.nl
De longlist is heden nog niet op deze website opgenomen.
Lees verder...Klever's Spinozana Redux [7] Magister
Het intussen alweer 7e stukje van Wim Klever uit de NRC-reeks: dat van 6 augustus 1990 - Magister. Het gaat over Spinoza's leermeester Franciscus van den Enden.
Er is een inhoudsopgave van al deze stukjes. Als u op onderstaande kleine versie klikt krijgt u een goed leesbare grotere. Maar neemt u vervolgens ook kennis van een aanvulling op dit korte verhaal.
Wim Klever liet weten, dat hij (waarschijnlijk, denk ik, tot zijn eigen verbazing) bij herlezing van zijn stukje over Magister Van den Enden in 1992 ervoor had gekozen om diens twee jaar tevoren ontdekte politieke werk er buiten te laten. Hij vermoed dat hij dat deed, omdat dit aspect niet voldoende kon worden ingepast in het biografische schetsje.
“Maar,” zo stelt hij, “de ontdekking van die werken maakte die biografie op slag wel een stuk belangrijker. Daarom heb ik de totaal vergeelde krant nog eens opgezocht, waarin die ontdekking wereldkundig werd gemaakt en, inderdaad, wereldnieuws werd.”
Het Spinoza probleem
Irvin D. Yalom, de in Californië wonende schrijver en psychiater, althans emeritus-hoogleraar psychiatrie, schrijver van internationale succesboeken als 'Nietzsches tranen', 'De therapeut', 'Mama en de lessen van de ziel', 'Therapie als geschenk' en ‘De Schopenhauer-kuur’ is momenteel bezig met 'The Spinoza Problem.'
Bij ‘het Spinoza-probleem’ kun je aan van alles denken.
In de organisatiekunde kan het gaan over het - met taakverdeling - verbinden van instituties, tezamen met bepaalde vormen van coöperatie, conflict en communicatie. "A classic case of "the Spinoza problem": everything is and must be connected to everything else. There is no option to discuss some institutions in tandem," In: Andrew Kuper: Democracy beyond borders: justice and representation in global institutions. Oxford University Press, 2006, p. 140 (Spinoza komt precies slechts eenmaal voor in ’t boek; het 'must be connected' klinkt vreemd).
Zo zijn van Steven Nadler titels van artikelen te vinden als:“Spinoza and the Problem of Jewish Secularism”
“Benedictus Pantheissimus: The Problem of Spinoza’s Reputation”, En is Steven Nadler op conferenties uitgenodigd om te spreken over “The Spinoza Problem” [The Solomon-Tenenbaum Lecture, University of South Carolina, September 2008 / Hendrix College and Jewish Cultural Center, April 2009 - hier op zijn CV-doc]
Het gaat dan over vragen als of Spinoza als de eerste seculiere jood kan worden gezien of niet.
Maar Irvin Yalom is bezig met de vraag:
Waarom hadden de Nazi’s een Spinoza-probleem?
Hij verwijst dan naar een document dat ontstond tijdens de voorbereiding van de processen van Neurenberg, waarbij ook de activiteiten van de Einsatzstab-Rosenberg werden onderzocht.
Nu net dit weekend las ik in het boekje Spinoza’s sterfhuis, hoofdstukje 8 “Het Spinozahuis onder de Duitse bezetting,” hoe de Einsatzstab-Rosenberg beslag legde op het Haagse Spinozahuis en het kostbare boekenbezit had laten wegvoeren.
Lees verder...Spinoza stak wat op van Joseph Solomon Delmedigo
Filip Buyse e-mailde mij vanmiddag met het verzoek om het volgende op dit weblog op te nemen. Zeer graag voldoe ik uiteraard hieraan. Hierna komt dus Filip aan het woord:
Ik ben net terug van Firenze waar ik met hoofdrabbijn en professor Joseph Levi een goed gesprek gehad heb over Joseph Salomon Delmedigo. Spinoza had werken van deze leerling van Galileo in zijn bibliotheek. Het blijft echter onduidelijk welke precies. Vast staat dat hij de Basel-editie (1929-31) van de “Abscondita Sapientiae“ (catalogus Te Winkel nr. 054, Aler 064) in zijn bezit had die naast werken van Joseph Solomon Delmedigo ook werken van zijn overgrootvader Elijah ben Moses Abba Delmedigo en Semu'el Yehudah Leb 'Askenazi bevat. De vraag is of hij naast deze Abscondita Sapientiae ook andere werken had. Binnen de Joodse traditie is quasi iedere spinozakenner waaronder Kaplan, Levi, Rudavsky, Adler, Nadler, het erover eens dat het zogenaamde “Rabbinsch Mathematisch Boeck” ( Catalogus Te Winkel nr. 055, Aler 001) ook een werk van J.S. Delmedigo moet zijn geweest, namelijk de belangrijke “Sefer Elim”. Niet iedereen is het hier echter mee eens. Zo wordt dit “Rabbinsch Mathematisch Boeck “ door de Verenging Het Spinozahuis toegeschreven aan Me’ir Aldavi.
Lees verder...De Spinozabuste van Alfred Heinrich Hüttenbach
Het volgende Spinozabeeld dient nog aan mijn verzameling Spinozabeelden te worden toegevoegd.
Door de Duitse joodse beeldhouwer Alfred Heinrich Hüttenbach (1897 - 1960) werd een Spinozabuste vervaardigd die op 17 mei 1931 aan de Stichting Domus Spinozana werd overgedragen.
“De vereerders en vrienden van Spinoza zijn onvermoeid bezig, het woon- en sterfhuis van den wijsgeer op de Paviljoensgracht te maken tot een klein heiligdom van den Spinozageest en de Spinozastudie. Wijlen den heer Eckstein bracht er een groot deel van zijn zeldzame boekerij en gistermorgen was dr. C. Gebhardt uit Duitschland overgekomen om een bronzen buste van den wijsgeer, werk van den Duitschen beeldhouwer Alfred Heinrich Hüttenbach aan de Stichting over te dragen. Zoo eenvoudig mogelijk, enkel voor een intiemen kring van genoodigden, heeft deze overdracht plaats gehad. […]
Er zal vermoedelijk over Hüttenbachs werk verschillend geoordeeld worden, maar allen zullen het hier over eens zijn, dat het Spinozahuis een geschenk van vroomheid en eerbied rijker is geworden, heelemaal passend in de sfeer van dit heiligdommetje, dat meer en meer wereldbetekenis krijgt. En daarom mogen wij niet jaloersch er over zijn, dat nog geen landgenoot er in slagen mocht, Spinoza een geestelijk monument in lichamelijke afbeelding te stichten.” In: Het vaderland maandag 18 mei 1931 - PDF
Het aan Hendrik van der Spyck toegeschreven Spinoza-portretje (dat in het bezit is van het Koninklijk Huis) zou Hüttenbach tot zijn creatie hebben geïnspireerd. De buste werd in het tuintje van het Haagse Spinozahuis op een voetstuk geplaatst, dat opgetrokken werd uit oude tegels die in dat Haagse Spinozahuis gevonden waren.
(Fotograaf onbekend)
Lees verder...Charles Grelinger (1873 - 1942) schreef Baruch de Spinoza: suite pour piano
Charles Grelinger, geboren in Amsterdam, was een Nederlands componist die zich in Parijs vestigde en later ook wel als Frans componist werd gezien: z'n meeste stukken dragen Franse titels.
Er bestaat van hem geen wikipedia of een andersoortige biografische internetpagina. Er is wel verspreid op internet het een en ander over hem te vinden. Hij schreef een autobiografie: 35 Ans de purée [Paris: A. de Smit, 1928 - De Koninklijke Bibliotheek van België bezit een exemplaar]
Z'n eerste muziekonderwijs ontving hij aan het Parijse Conservatorium. Op 12-jarige leeftijd componeerde hij zijn eerste werk: Première Pensée. Een jaar later vestigden zijn ouders zich terug in Amsterdam en ging hij naar het Amsterdams Conservatorium. Na z'n afstuderen - hij haalde de eerste prijs voor piano, solfège en harmonie - ging hij weer naar Parijs. In 1894 werd zijn opera Sombreval in diverse Franse plaatsen opgevoerd. Het jaar erna schreef hij Les Pharaons, een grote opera in 4 bedrijven. Er volgden werken als Le songe d'une nuit d'hiver en L'arbre de Noël, lyrisch drama in 1 acte, een operette in 4 bedrijven Nicilas Nickleby.
In 1907 componeerde Charles Grelinger een opera van Herman Heijermans toneelstuk uit 1900 Op hoop van zegen, die enige malen is opgevoerd. De première van Op hoop van zegen op 9 maart 1907 in het Amsterdamse Paleis van Volksvlijt, gedirigeerd door de componist Grelinger, werd door de recensent Van Milligen zeer uitvoerig en gunstig besproken in het Algemeen Handelsblad, al maakte het geheel een te langdurige en niet altijd levensechte indruk. [Hier]
De aanleiding dat ik hier een blog over hem maak is de ontdekking in het boekje over Spinoza’s sterfhuis dat ik gisteren aanschafte (zie hier) dat hij een suite voor piano, gewijd aan Baruch de Spinoza, componeerde. Op p. 66 is in dat boekje te lezen: “In de gebruikelijke 24 november-samenkomst van ditzelfde jaar [1930] droeg de in Frankrijk wonende toonkunstenaar Charles Grelinger enige passages voor uit zijn libretto Spinoza, een lyrische biografie."
Lees verder...Vandaag 333 jaar geleden stierf Benedictus de Spinoza
Gisteren bij de Spinozacursus in het Spinozalyceum kocht ik dit boekje van Guido van Suchtelen (bezorger), Spinoza's sterfhuis aan de Paviljoensgracht. Levensbericht van een Haags monument 1646 - 1977. Voorhoeve Den Haag, z.j. (1977). Het verscheen ter gelegenheid van Spinoza's 300e sterfdag. Gedetailleerd wordt erin de identificatie, verwerving, restauratie en het gebruik beschreven van het huis waarin Spinoza de laatste jaren van zijn leven woonde en dacht en ja, stierf. Het boekje beschrijft uitvoerig de internationale herdenkingsbijeenkomsten die in het huis werden georganiseerd door de Societas Spinozana: in 1927 de 250e sterfdag en in 1932 de 300e geboortedag.
Maar ook 333 jaar is een mooi jaartal om Spinoza's leven en sterven te herdenken. Ik doe dat in dit blog door een beginstukje tekst uit hoofdstuk 17 in de onvolprezen Radicale Verlichting van Jonathan I. Israel over de dood en begrafenis van Spinoza over te nemen. En daarna een tekst te bieden met enige dingen die ik van Spinoza geleerd heb.
Lees verder...De eerste Spinozahuis-studiebijeenkomst in 2010
Vandaag was de eerste dag van de vier studiebijeenkomsten, georganiseerd door de Vereniging Het Spinozahuis, waarin deze keer de Ethica op een 'niet-geometrische' manier wordt behandeld. Dit betekent dat de inhoud en de gedachtegang van elk deel wordt toegelicht met gebruikmaking van voorredes, scholia en apendices.
Verwacht werd: "Op deze wijze zijn de bijeenkomsten ook aantrekkelijk voor die leden die voor de eerste keer kennis met dit werk willen maken." Wellicht kwam het door deze belofte - er waren deze keer opvallend veel nieuw ingeschrevenen en het totaal kwam uit op ca 120 deelnemers.
Na vorig jaar naar de IVKO-school in Amsterdam te zijn uitgeweken, wamen we dit jaar weer bijeen in het Spinozalyceum, hoewel de renovatie nog niet gereed was. We kwamen bijeen in de provisorische aula. De foto's geven een indruk van opkomst en locatie.
Lees verder...Over een toespraak die almaar niet op schrift komt
Elke week ga ik wel een paar kijken of de tekst van de toespraak die prof. dr. mr. Kees Schuyt op 22 november in Paradiso hield, eindelijk door hem is afgerond en voor publicatie vrij gegeven. Dat was namelijk wel beloofd. En ik was met name benieuwd naar de tekst, daar hij zoveel uit Spinoza's Korte Verhandeling in zijn reactie-toespraak verwerkt had.
Prof. dr. Piet Steenbakkers had zijn toespraak over ‘Spinoza en de liefde’ prompt beschikbaar.
Op de website van de ASK staat nu al drie maanden: "De lezing van prof.dr.mr. Kees Schuyt (volgt nog)."
Toen ik vandaag een VWO-scholier die me per e-mail vragen stelde over "Spinoza en de liefde", naar de toespraak van Piet Steenbakkers verwees, moest ik weer vaststellen dat die tweede lezing er nog altijd niet staat.
Iemand moet daar toch even iets van zeggen. Ik dan maar. Ik geloof er niet meer in en ga proberen er maar niet meer naar te gaan kijken.
Lees verder...Guo Moruo (1892 - 1978) Chinese dichter die Spinoza noemt
Guo Moruo was een Chinese schrijver, dichter, historicus archeoloog en bestuurder van de provincie Sichuan in China. Volgens de Encyclopaedia Britannica “one of the leading writers of 20th-century China”.Hij studeerde in Japan. Volgde er een medische opleiding, maar hij was meer geïnteresseerd in literatuur en gaf meer aandacht aan vreemde talen om Spinoza, Goethe, Walt Whitman en de Bengaalse dichter Tagore te lezen. Hij maakte vertalingen en publiceerde zijn eerste dichtbundel De Godinnen in 1921, waarin hij zich zeer door Walt Whitman heeft laten inspireren.
Voor zijn verdere biografische gegevens verwijs ik naar wikipedia en naar Ed Folsom: Whitman East & West: new contexts for reading Walt Whitman. University of Iowa Press (The Iowa Whitman series), 2002, 243 pp bij books.google, waarin ik het volgende gedicht van Guo Moruo uit De Godinnen aantrof.
Lees verder...In The fixer spreken Yakov Bok en Bibikov over Spinoza
Van het boek van Bernard Malamud, The Fixer (de klusjesman, 1966) over een onpolitieke joodse sloeber in het tsaristische tijdperk die ten onrechte in de gevangen terecht komt, en die z’n houvast zoekt in de filosofie van Spinoza, waarmee hij ooit in contact was gekomen, werd door John Frankenheimer in 1968 een film gemaakt met Alan Bates als Yakov Bok, ‘the fixer’ en Dirk Bogarde als Bibikov, de onderzoeksrechter in de hoofdrollen. Frankenheimer werd beroemd om zijn politieke en maatschappelijk getinte speelfilms. Alan Bates werd voor een Oscar genomineerd in de categorie beste mannelijke bijrol.
Een paar dagen geleden heeft iemand een stukje van deze in het Spaans als El hombre de Kiev nagesynchroniseerde film op YouTube gebracht. Voor zolang het duurt. Het fragment zal er wel weer van worden verwijderd, zoals al enige malen eerder gebeurde met illegaal naar YouTube overgebrachte filmstukjes uit deze film.
Lees verder...
Spinoza @ Perdu
De Stichting Perdu, een Amsterdamse literaire stichting, organiseert wekelijks literaire en andere programma's, waarbij het initiëren van discussie wordt beoogd.
Op donderdagavond 25 maart kán het spannend worden. Dan organiseert Perdu:
Anti-Spinoza Anti-Wilders
Met Victor Kal, Thomas von der Dunk, Tiers Bakker
Aanvang: 20u30
Zaal open: 20u00
Entree: 7euro / 5 euro
Perdu leidt de avond aldus in:
"Het lijkt wel alsof Spinoza in de laatste paar jaar tot nationaal idool is verheven. Aan lofzangen, tentoonstellingen, kunstwerken, en bovenal name-droppings heeft de 17e-eeuwse filosoof in ieder geval geen gebrek. Maar wie leest zijn teksten nog? De recente Spinoza-receptie en bijkomstige idolatrie is grotendeels te danken aan de interpretatie van een historicus, de Brit Jonathan Israel. Perdu wil daarentegen een filosoof de kans geven in te gaan op de teksten van Spinoza. De Amsterdamse filosoof Victor Kal zal de stelling verdedigen dat Spinoza’s werk hopeloos premodern is en bovendien kiemen bevat voor fascistisch denken en zal dit staven met citaten uit zijn geschriften.
Op dezelfde avond zal de hamvraag gesteld moeten worden: Hoe is het mogelijk dat zo’n denker de afgelopen tijd zo serieus wordt genomen? Is dit misschien te verklaren vanuit een intellectuele verlamming, waardoor het weldenkende deel onzer natie ook sprakeloos en machteloos toekijkt terwijl een Geert Wilders met begrippen als vrijheid danwel vrijheid van meningsuiting jongleert? Cultuurhistoricus Thomas von der Dunk zal een analyse leveren van het democratie- en vrijheidsbegrip dat Geert Wilders propageert en wat andere politici ervan weerhoudt hier effectief tegen op te treden.
Tiers Bakker, filosoof en medeauteur van het boek Liberticide, zal een brug slaan tussen de problematiek rondom Spinoza en die rondom Wilders. Is er inderdaad sprake van een onderliggende verlamming. Is er een parallel tussen Spinoza’s evaluatie van het jodendom en die van de islam door Wilders? Deze vragen zullen verder beantwoord en toegelicht worden in een slotgesprek, waarin ook het publiek van zich kan laten horen."
Octavio Paz (1914 - 1989) zijn 'gods' leest als 'de natuurkrachten'
Van de mexicaanse dichter Octavio Paz heb ik geen Spinoza-gedicht kunnen vinden. Toch krijg ik bij het hier opgenomen gedicht La Llama/Flame de indruk dat het in een Spinozistiche gedichtenverzameling niet misstaat.
Paz had enige kennis van Spinoza. Hoe had hij anders in een herdenkingsessay over Ortega y Gasset kunnen schrijven: "To think was, for him [Ortega y Gasset], synonymous with expression. This was the opposite of Spinoza, who wanted to see his discourse, purged of impurities and accidents of the "I", as the verbal crystallization of mathematics, of the universal order. In this Ortega y Gasset was not far from the father of the essay, Montagne.” [in Octavio Paz: On Poets and Others. Arcade Publishing, 1991, p. 144]
Ik krijg de indruk dat Octavio Paz toch meer aan de kant van Spinoza staat.
Lees verder...Klever's Spinozana Redux [6] Koopmanshoed
Hier weer een stukje uit de NRC-reeks, deze maal 'Koopmanshoed' van 30 juli 1992 - over enige wederwaardigheden van Spinoza als koopman aan de beurs. Gelukkig konden indertijd notarissen worden ingeschakeld om voor cliënten processen verbaal op te maken, die ons nu aardige inkijkjes in die tijd geven.
Op benedictusdespinoza.nl een inhoudsopgave van al deze stukjes.
Als u op onderstaande kleine versie klikt krijgt u een grotere.
De gegegevens in het stukje zijn onteend aan A.M. Vaz Dias en W. G. van der Tak, Spinoza Merchant & autodidact (Studia Rosenthaliana, XVI, no. 2, 1982; was tevens als reprint los verkrijgbaar).
Zie hier de 'Beurs van Hendrick de Keyser' (1611-1837), waaraan ook vader en zoon Spinoza en Jarig Jelles en andere vrienden handelden.
Lees verder...Yirmiyahu Yovel en het 'hoe joods zijn' van Spinoza
Het blog vandaag over de komende lezingenserie van het Menasseh ben Israel Instituut, waaraan in mei ook Yirmiyahu Yovel zal deelnemen, werd voor mij aanleiding iets meer informatie over hem bij elkaar te sprokkelen. Behalve aankondigingen van boeken, recensies en toespraken is er over hemzelf weinig te vinden.
Yirmiyahu Yovel is emeritus professor van de Hebrew University of Jerusalem, en bekleedt momenteel de Hans Jonas filosofie-leerstoel aan de New School for Social Research, New York.
Hij verzorgde daar afgelopen herfst een cursus: Athens in Jerusalem: Jewish Philosophy and Western Thought: “What is Jewish philosophy? Even if not reducible to theology, it involves an attempt to account for the Jewish religion in terms of "Greek" philosophy, that is, the broader Western conception of reason as conceived at the time. Though the Rabbinical religion has by and large been inhospitable to philosophy-which had to fight for its right to exist-there have been nevertheless some remarkable attempts to make a philosophical space for Athens within Jerusalem. The lecture will follow a selection of such attempts, from antiquity (the Apocrypha and Philo of Alexandria ), the Middle Ages (Maimonides), early modern times (Spinoza), the Enlightenment (Moses Mendelssohn), 19th-century liberal Kantianism, and 20th-century post-Enlightenment thought (Buber, Levinas).”
Hij is een van de oprichters en voorzitter van het Jerusalem Spinoza Institute [maar de link naar dat Jerusalem Spinoza Institute werkt niet meer, dus misschien bestaat het instituut niet meer?] Lees verder...Interviews met Rebecca Goldstein over haar nieuwe boek
Een maand geleden, op 15 jan 2010, publiceerde Tablet [a New Read On Jewish Life] een interview dat Marissa Brostoff had met Rebecca Goldstein over haar nieuwe boek 36 Arguments for the Existence of God [zie meer hier op dit weblog]
Dat boek vertelt de lotgevallen van professor Cass Seltzer, die in vergelijking met de “New Atheists” een ongelovige is van een wat zachter en misschien wijzer soort: een “atheist with a soul.”
De interviewster vraagt hoeveel haar vorige boek, Betraying Spinoza, nog op de achtergrond speelt. Daarop zegt Rebecca Goldstein:
"... I am a Spinozist; he’s always with me. Spinoza demonstrated that there is a way of having a strong spiritually transcendent experience that is not a conventional religious experience at all—whether or not he’s an atheist is a matter of great debate—and I wanted very much to demonstrate this. So, in 36 Arguments, my atheist-with-a-soul is very much a version of this, the way he keeps stepping out of himself and getting swept away by the exhilaration of existence."
Lees verder...Menasseh ben Israel Instituut-lezingen: joodse cultuur gevangen in de botsing der beschavingen
Als vervolg op de serie ‘Synagoge en Staat’ die het Menasseh ben Israel Instituut in 2009 organiseerde, volgen vier avonden over het thema Gevangen in de Botsing der Beschavingen, Joodse Cultuur tussen Oost en West. Ook Spinoza-geleerde Yirmiyahu Yovel komt ervoor naar Amsterdam. De lezingenreeks begint morgenavond met het probleem Geert Wilders.
Joden werden in het verleden vaak gezien als Semieten, vertegenwoordigers van de Orient. De laatste jaren worden ze echter steeds meer geassocieerd met het westen, bijvoorbeeld door ze te beschouwen als een onderdeel van een joods-christelijke traditie, die de kern van de westerse beschaving vormt. Om die reden biedt de joodse geschiedenis een interessant perspectief op het debat rond wat wel ‘De Botsing der Beschavingen’ is genoemd en dat draait om de vraag naar de manier waarop beschavingen, met name die van het westen en oosten elkaar ontmoeten, de gevaren die daarbij een rol spelen en de mogelijkheden die deze ontmoeting biedt. In deze lezingenserie zullen een aantal van de internationaal meest vooraanstaande geleerden op het gebied van joodse studies vanuit hun kennis van de joodse geschiedenis ingaan op dit maatschappelijke én academische debat.
Lees verder...Extreme godgelovigen en religiebestrijders met Ockham's scheermes geschoren
L.M. de Rijk: Geloven en weten. Pleidooi voor een sober atheïsme. Bert Bakker, Amsterdam, 2010 [ISBN-nummer: 9789035135437. € 22,50. 224 pagina's
Hoe kan ik mijn enthousiasme over dit boek overbrengen zonder een onmogelijke poging te wagen het samen te vatten? Ik doe een andere poging.
Een prachtig, helder boek dit vervolg op Religie, normen, waarden. Een kritische blik op een maatschappelijk debat (2006; 2de druk 2008); hij verwijst er vaak naar. [Zie een uitgebreide recensie op dit werk van Sjaak Koenis: De werking van religie]
Hij schrijft over de onuitroeibare behoeften en neigingen van mensen om te willen weten én te willen geloven – en over ongelukkige pogingen om geloven en weten met elkaar in verband te brengen, zoals b.v. een Cees Dekker na z’n geloof in intelligent design tegenwoordig met zijn theïstisch evolutionisme pronkt, als zich dit alweer niet verder geëvolueerd heeft.
Tussen de boeken die gaan over de relatie tussen geloof en kennen, pogingen om die te scheiden of juist met elkaar te verzoenen, is dit boek een grote verademing. Zowel de ‘extreem’-atheïsten als de in transcendentie vastgebeten gelovigen worden beargumenteerd gepareerd. De argumenten en uitleggingen komen van iemand die een grote autoriteit was op het gebied van de Middeleeuwse filosofie,en die in taalfilosofie en wetenschapsfilosofie goed thuis is. Uit de Middeleeuwen haalt hij vooral het scheermes van Ockham te voorschijn en hij weet het vaardig als metafysisch barbier te hanteren. Maar ook de grote vaardigheid in de Middeleeuwen wat betreft het maken van onderscheidingen en goed definiëren, weet hij goed toe te pas te brengen zonder dat het dorre colleges oplevert. Ik heb zelden een tekst gelezen waarin de godsbewijzen in zo kort bestek en zo helder onderuit werden gehaald als hier door De Rijk wordt gedaan.
Lees verder...Ook het Meissner porselein heeft een Spinoza-connectie
Gisteren plaatste de NRC onderstaande brief van Wim Klever, waarin hij de al lang achterhaalde loutere toeschrijving van Meissen porselein aan Johann Friedrich Bottger corrigeerde. Gezien de connectie van de aristocraat Ehrenfried Walther von Tschirnhaus met Spinoza, is ook dit voor dit blog interessant. [Door op de afbeelding te klikken verschijnt de tekst groter]
Ik moet erop wijzen dat de daar gegeven sterfdatum van Tschirnhaus niet klopt. Zijn data zijn: 1651 - 1708.
J.J.V.M. de Vet's betekenis voor het Spinozisme
Het zal zodadelijk duidelijk worden, waarom ik op internet enige gegevens over emeritus-professor dr. Jan de Vet probeerde op te sporen. Dichterbij dan dit fotootje (een still van een Nieuwssuitzending van Nijmegen van 12 oktober 2009) en onderstaande gegevens kwam ik niet.
J.J.V.M. de Vet, Joannes Josephus Victor Maria de Vet (1934) studeerde Nederlandse taal- en letterkunde aan de KUN. Hij promoveerde er cum laude op een dissertatie over Pieter Rabus (1660-1702), een wegbereider van de Noord-Nederlandse Verlichting (Amsterdam-Maarssen, 1980). Vanaf 1 september 1997 bekleedde hij voor twee jaar de Keizer Karel-wisselleerstoel aan de faculteit der letteren, het tweejarig bijzonder hoogleraarschap Europese cultuur aan de Katholieke Universiteit Nijmegen (KUN). Tegenwoordig, met emirtaat, is hij voorzitter van Numaga, de Vereniging tot beoefening van de Geschiedenis van Nijmegen en Omgeving. Ook is hij voorzitter van de Nijmeegse Stichting Petronella Moens, De Vriendin van ’t Vaderland.Aan zijn publicaties te zien, hield hij zich vooral bezig met de XVIIIe eeuw.
Voor Spinozisten is hij degene die de verdienste van de ontdekking der onjuiste toeschrijvingen van de Reeckeningen aan Spinoza op zijn naam heeft.
Lees verder...Klever's Spinozana Redux [5] Schouwburg
Hier het vijfde stukje van Wim Klever uit de NRC van 23 juli 1992: Schouwburg. Het sluit mooi aan op mijn blogs over Vondel en Franciscus van den Enden (hier en hier)
Klever beschrijft dat Spinoza speelt in het stuk Eunuchus. Klik op onderstaande kleine versie om te vergroten.
Ik heb op benedictusdespinoza.nl een inhoudsopgave geplaatst van al deze stukjes.
Lees verder...Totale Gleichmacherei
"... Sünde, Böse... alles gehört dazu... Nein, Spinoza ist nicht mein Mann"
Zie hier de eerste vijf minuten van een video van bijna 30 minuten, waarin twee heren, die duidelijk geen werkelijk idee hebben van Spinoza's filosofie (en biografie en van de 17e eeuw), op een hemelsblauwe bank de Denker des Abendlandes aan elkaar en de wereld meedelen. Het gaat verder vooral over Leibniz.
[Na 5 minuten stopt het. Als u toch het hele gesprek wilt volgen, kan dat door voor een tweede maal weer op start te drukken].
Prof. Dr. Harald Lesch (links) ist Professor für Theoretische Astrophysik am Institut für Astronomie an der Ludwig-Maximilians-Universität und Professor für Naturphilosophie an der Hochschule für Philosophie in München.Prof. Dr. Wilhelm Vossenkuhl ist Ordinarius für Philosophie an der Ludwig-Maximilians-Universität München.
Volgens hen stelt Spinoza heel simpel: denken = materie.
[De video is verwijderd; zie hem op dit blog van 4 okt. 2011]
Watch spinoza, leibniz, newton - die ersten systeme der philosophie - denker des abendlandes 28 in Educational & How-To | View More Free Videos Online at Veoh.com
Over Wim Klever's Monografie 'Mandeville (1670 - 1733) Cynisch essayist op basis van Spinoza's Ethica'
Twee weken geleden gaf ik in een blog bekendheid aan de nieuwe uitgave van Wim Klever, die bij hem besteld kon worden. Het ging om Mandeville (1670-1733) Cynisch essayist op basis van Spinoza’s Ethica.
Er staat op de cover en er komt in dit blog geen plaatje van de man, want er bestaat van hem geen portret (op een klein schetsje na in een van zijn boeken, waarvan wordt aangenomen dat het de auteur moet voorstellen).
Inmiddels heb ik deze tweede studie gelezen en geef er hier mijn leeservaring over. Maar eerst iets over Bernard Mandeville.
Lees verder...Vondel is wel degelijk in verband met Spinoza te brengen
Als correctie op mijn te stellige en foutieve blog waarin ik (na een blog over Vondel als bestrijder van Spinoza, maar zonder mij verder voldoende te hebben georiënteerd) beweerde "Vondel is niet in verband met Spinoza te brengen" doe ik boete door deze 'openbare terechtzetting': Vondel is wel degelijk in verband met Spinoza te brengen - via Franciscus van den Enden.
Met dank aan de heer Anton Bossers, voormalig adjunct-directeur van Pica, tegenwoordig Oclc Pica, die mij informeerde. Dat had ik kunnen weten als ik nog eens goed had gekeken naar de levensbeschrijving die Frank Mertens levert met zijn prachtige website over Franciscus van den Enden. Daarin komt ook duidelijk de connectie van Van den Enden en Vondel naar voren [zie hier]Om dit te onderstrepen neem ik een gedeelte over uit de beschrijving door dr. J.F.M. Sterck in ‘Het leven van Vondel’ over de periode die het VIe deel uit 1932 van De werken van Vondel, de jaren 1656-1660, bestrijkt en Vondels Vergilius-vertalingen bevat.
Het is de periode dat Vondel, van zijn 70e tot zijn 81e jaar, als ‘suppoost’ aan de ‘Bank van Leening’ verbonden was, van 31 Januari 1657 tot 10 Augustus 1668.
Uit die tekst, die tegenwoordig prachtig gedigitaliseerd staat bij de DBNL, citeer ik het deel dat handelt over de connecties tussen Vondel en Van den Enden.
Lees verder...Nico van Suchtelen (1878 - 1949) Spinoza-gedicht
Gisteren trof ik in een grote boekenuitverkoop van Selexyz voor een paar euro dit boekje aan en wist uiteraard meteen dat ik 't niet zou laten liggen, vooral toen ik bladerend in de winkel zag dat er een Spinoza-gedicht van zijn hand in stond.
Esther Blom, De vlam van het menselijk denken. Nico van Suchtelen (1878 – 1949). Wereldbibliotheek, Amsterdam, 1999. Op de cover Nico van Suchtelen, geschilderd door Georg Rueter (1875-1966).
Ik had op 19 augustus 2009 al een blog over Nico van Suchtelen, nu een vergeten auteur, maar in de eerste helft van de vorige eeuw behoorlijk succesvol. Onder Spinozisten is hij bekend om zijn Ethica-vertaling, die in door zijn zoon Guido gewijzigde vorm nog steeds verkrijgbaar is. Maar in dat blog had ik geen gedicht van hem opgenomen – dat was ik nog nergens tegengekomen. Net als het geval was bij P.N. van Eyck (zie blog en 2e blog), had Roger Henrard in zijn Wijsheidsgestalten in dichterwoord, waarin hij uitgebreid over Van Suchtelen’s Spinozisme schreef, niets over een gedicht vermeld.
Het is een aardig boekje dat zijn kleindochter Esther Blom over haar grootvader schreef. Ze had veel terecht-trotse belangstelling, maar behield ook voldoende afstand die nodig is voor een serieuze biografie. Een sympathieke en informatieve biografie is het.
Lees verder...Florentius Schuyl (1619 - 1669) de homunculus
Naar aanleiding van het blog over Joost van den Vondel en de reacties erop, is er alle aanleiding om een apart blog te wijden aan Florentius Schuyl, de 17e eeuwse medicus en filosoof die wel bedoeld geweest moet zijn met ‘dat mannetje’ (illum homunculum) over wie Spinoza het heeft in zijn brief die hij 3 augustus 1663 vanuit Voorburg schreef aan zijn “liefste vriend” (Amice suavissime) Lodewijk Meijer. Hij geeft zijn vriend enige aanwijzingen voor wat redactionele veranderingen en voor het voorwoord van de uitgave die Meijer zal verzorgen van Spinoza´s eerste boek Renati Des Cartes Principiorum Philosophiae & Cogitata Metaphysica. Dat zal nog datzelfde jaar, 1663, uitkomen. Het is een tweede brief over die uitgave. De eerste brief, die later is ontdekt (brief 12a van 26 juli 1663) wordt door de Afdeling Bijzondere Collecties van de Universiteitsbibliotheek van Amsterdam bewaard.
In die tweede brief (de 15e in de briefwisseling) schrijft Spinoza (in vertaling van Akkermans): “Tenslotte, dierbare vriend, wil ik u zeer dringend verzoeken datgene wat ge aan het eind tegen dat ventje geschreven hebt, weg te laten en geheel te schrappen. Hoewel ik vele redenen heb u dit te verzoeken, wil ik er slechts één noemen: ik zou graag willen dat iedereen zonder moeite tot de overtuiging kan komen dat dit boekje ten bate van alle mensen gepubliceerd wordt, en dat gij bij de uitgave ervan u alleen laat leiden door het verlangen de waarheid te verbreiden; dat gij daarom bovenal erop bedacht zijt dat dit werkje bij iedereen in de smaak moge vallen; dat gij de mensen welwillend en vriendelijk uitnodigt tot de beoefening van de ware filosofie, en dat gij het belang van allen op het oog hebt. Iedereen zal dat gaarne geloven, wanneer hij ziet dat er niemand wordt gekrenkt en dat er niets naar voren gebracht wordt dat ook maar iemand enige aanstoot zal kunnen geven. Mocht naderhand evenwel die man of iemand anders blijk willen geven van zijn kwaadwillendheid, dan zult ge altijd nog ’s mans leven en gedrag – en dat niet zonder bijval te vinden – aan de kaak kunnen stellen. Ik verzoek u dus zolang te willen wachten en u te laten overreden.” Lees verder...Vondel is niet in verband met Spinoza te brengen
Ik blik nog even terug op het blog van gisteren over de vraag of Joost van den Vondel in zijn lange leerdicht Bespiegelingen van Godt en Godtsdienst. Tegen d'ongodisten etc. de strijd met Spinoza was aangegaan. Als dat zo was, zou hij met dat geschrift dat in 1662 uitkwam als eerste bestrijder van Spinoza in de openbaarheid moeten worden gezien (toch iets anders dan de interne joodse ban).
Ik vind geloofwaardig waar Van der Tak indertijd op wees: dat leerdicht kwam te vroeg om gezien te kunnen worden als eerste aanval op het Spinozisme, dat toen nog helemaal niet bestond. Spinoza had immers nog niets gepubliceerd. En voor zover er concepten van zijn hand onder intimi circuleerden, behoorde de katholieke literator Vondel zeker niet tot die inner circle. Als je de aantekeningen in de vele noten bij de heruitgave van Bespiegelingen in het 9e deel van Vondels Werken in 1936 bekijkt, zie je hoe Spinoza overal met de haren wordt bijgesleept en er vrijelijk uit zijn Ethica uit 1677 wordt geciteerd. Inhoudelijk kloppen vele van die opmerkingen wel (sommige ook niet).Dat betekent vooral dat de opvattingen die Vondel bestreed in de lucht hingen. Er waren immers ook Adriaan Koerbagh, Lodewijk Meijer, Franscisus van den Enden en anderen. Of ze waren al eeuwenoud (Lucretius e.a.). Lees verder...
Hoe Jan Wagenaar (1709 - 1773) in 1767 Spinoza beoordeelde
Jan Wagenaar, een door zelfstudie opgeklommen historicus, werd door het Amsterdamse stadsbestuur in 1756 tot stadhistorieschrijver benoemd. Daardoor had hij toegang tot de archieven. Hij schreef o.a. een meerdelige geschiedenis van Amsterdam, getiteld: Amsterdam, In Zyne Opkomst, Aanwas, Geschiedenissen, Voorregten, Koophandel, Gebouwen, Kerkenstaat, Schoolen, Schutterye, Gilden En Regeeringe [1e deel in 1762, 13e deel in 1768].
In het 6e deel [op books.google te downloaden] komt in de rubriek 'Vermaarde Persoonaadjen' op blz 323-325 ook een korte beschrijving van Spinoza voor, waarvan vooral het slot frappeert:
"Wy spreeken niet van zyne werken, welker voornaamsten thans weinig gelezen worden, en, onzes agtens, ook naauwlyks leezenswaardig zyn, doordien zy niet leeren, hoe de dingen zyn; maar hoe de schryver gedagt heeft, dat zy waren."
Ik neem hierna dit curieuze stukje over (zonder de paar voetnoten).
Lees verder...
Joost van den Vondel (1587-1679) bestrijder van Spinoza?
Of Vondel en Spinoza elkaar ontmoet hebben? Vondel schreef in 1657 een lofdicht, Tooneelkrans Voor den Edelen Jongkheere, Nikolaes van Vlooswyk, Toen hy de rol van Filedonius of Lusthart, by Doct. Franciscus van den Enden, op 's Wijzemans spreuk, door zijne Latijnisten ten tooneele gevoert, zoo loflijk en stichtig uitbeelde. * [Hier bij DBNL ook hier bij DBNL in ander formaat]
De jongeman van Vlooswyk had eerst in 1656 ten huize van zijn vader en op 13 en 27 januari 1657 in de Schouwburg de titelrol in het Latijnse toneelstuk Philedonius van Franciscus van den Enden gespeeld. Van den Enden liet de leerlingen van zijn Latijnse school Latijnse toneelstukken, o.a. van Terentius, opvoeren. De 59-jarige Vondel heeft toen misschien ook Spinoza, die toen 24 was en kostganger bij Van den Enden, op het toneel gezien. [Van hier]
Maar of Vondel in de bestrijding van ongodisme in zijn Bespiegelingen van Godt en Godtsdienst. Tegen d'ongodisten, verlochenaers der Godtheit of Goddelijcke Voorzienigheit (1662) vooral Spinoza in het vizier had? Daarover is flink gespeculeerd – maar daadwerkelijke en evidente aanwijzingen zijn er niet.
En erg waarschijnlijk is het ook niet.
Toch had prof. B.H. Molkenboer O.P. in zijn inleiding op Vondels Bespiegelingen van Godt en Godtsdienst, opgenomen in het 9e deel van De werken van Vondel (1936) beweerd:
"Dat Vondel de allereerste (en niet de minste!) bestrijder van het nauwelijks geboren Spinozisme was, vindt men in de omvangrijke literatuur over den joodschen wijsgeer nergens aangeteekend."
[Vet van SV. Aan het eind een boxje om dit boek bij DBNL te raadplegen]
Lees verder...Klever's Spinozana Redux [4] Portret
Vandaag de herplaatsing van het vierde NRC-artikeltje van Wim Klever, dat van 16 juli 1992: Portret. Het gaat over de vraag hoe Spinoza er uit zal hebben gezien. Ik voeg twee afbeeldingen toe.
Eerst het meest betrouwbare: het zgn Opera posthuma-portret.
Lees verder...