A Book Forged in Hell - een werkelijk schitterend boek

Het heeft even geduurd voor ik dit boek dat ik in een blog van 27 sept. en trouwens al eerder op 12 juli 2011 aankondigde, kon beginnen te lezen.

Ik las Steven Nadler's A Book Forged in Hell. Spinoza's Scandalous Treatise and the Birth of the Secular Age [Princeton University Press, 2011] als e-book, maar had lange tijd problemen met mijn tablet. Maar hier is dan eindelijk het verslag van mijn leeservaring.

Dit is werkelijk een schitterend boek – een boek zoals er over de Tractatus theologico-politicus (TTP) nog geen bestond (althans mij is er geen bekend). Steven Nadler maakt duidelijk hoe zowel Spinoza als de ontdane theologische bestrijders van de TTP gelijk hadden. De laatsten hadden gelijk dat het echt een door en door gevaarlijk boek betrof dat het vertrouwen in de vanouds bestaande geloofsovertuigingen kon ondermijnen. Spinoza had gelijk dat velen niet kunnen loskomen van hun vooroordelen en superstitieuze geloofsovertuigingen, waardoor ze zich niet voor een nieuwe wetenschappelijke zienswijze konden openstellen. Die in de werkelijkheid van de 17e eeuw bestaande spanningsverhouding, tussen twee als het ware totaal verschillende werelden, maakt dat dit, zonder een soort van plot, toch een uiterst spannend boek is – suspense van de bovenste plank.

Nadler weet die spanning en dus de aandacht van de lezer goed vast te houden door – waarin hij intussen bewezen heeft goed te zijn – historische met filosofisch inhoudelijke kennis af te wisselen en soms te mengen.

Het boek opent met de verontwaardiging en roep om veroordeling door de Amsterdamse Kerkenraad, een proces dat hij levendig beschrijft aan de hand van de wederwaardigheden van enkele deelnemers aan die raad.
In het laatste hoofdstuk (10) behandelt hij de drukgeschiedenis van de TTP, komt uitvoerig Jan Rieuwertzs en diens sluwe uitgeefpolitiek uit de verf. Die uitgever wist goed raad mee hoe je via mystificaties met valse uitgeversnaam en –plaats en later met verhullende titels de controle op dwaalsporen wist te brengen.
In het tweede hoofdstuk laat hij zien wat Spinoza’s zorg is, waar het hem om gaat, met zijn Ethica niet anders dan met zijn TTP: de geesten bevrijden van waangeloof en de burgers van overheersing door kerkelijke leiders.

Het volgende hoofdstuk brengt ons naar de zaak van de Koerbaghs en de dood van Adriaan Koerbagh in 1669 in het Willige Rasphuis. Dat geeft Nadler de overtuiging dat in Spinoza’s lofrede op de Republiek een flinke dosis ironie zal hebben meegeschreven.

Met al de tot hier genoemde hoofdstukken weet Nadler goed duidelijk te maken hoe er door de regenten wel veel gedoogd werd, maar op het beeld van de grote tolerantie in de Republiek flink af te dingen is. In al die dingen weet hij goed vele studies van de laatste tientallen jaren te verwerken.

Wat dit boek vooral een zeer heldere uiteenzetting over de TTP maakt is dat Nadler, naast het plaatsen ervan in de historische context, zoals geschetst, hij bij de uitleg van wat Spinoza betoogt steeds - zo uitvoerig als relevant is – andere auteurs als Maimonides, Hobbes, Meijer, de De la Court’s e.a. behandelt, zodat je soms te zien krijgt waar Spinoza zijn mosterd vandaan had en nog vaker waartegen hij zich verzette.

Uiteraard komt uitvoerig Spinoza’s methode van bijbelonderzoek aan de orde. Duidelijk schetst hij hoe Spinoza zich verzet tegen, wat hij zelf noemt, enerzijds de sceptici die vinden dat de rede ondergeschikt dient te zijn aan de openbaring van de Schrift, en anderzijds de dogmatische aanpak van Maimonides, voor wie de rede a.h.w. boven de Schrift staat en de uitlegger ervan is. Aan die kant schetst hij ook Lodewijk Meijer wiens Philosophia S. Scripturae interpres hij behandelt (het deed me deugd dat hij diens naam zo, met ‘ij’, schrijft). Hij ziet dus een verschil tussen Spinoza en Meijer. Spinoza wil tot het uiterste gaan – uiteraard mét gebruik van de rede bij historisch, taalkundig en filologisch onderzoek – in het aan de Schrift zelf ontlenen van wat erin gesteld wordt. De enige uitzondering vormen wonderen: die kúnnen niet bestaan. Tegen de natuur kan niets ingaan (de rede laat zich niet gek maken)

Uitvoerig komt uiteraard Spinoza’s staats- en politiekopvatting aan de orde en wat hij bedoelt met de vrijheid van filosoferen.

Interessant vind ik hoe Nadler hier en daar ook ingaat op opvattingen die aan Spinoza en zijn TTP verbonden werden. Zo gaat hij bijvoorbeeld uitvoerig in op wat Spinoza schrijft over het jodendom en het christendom, en onderzoekt hij of – hetgeen vaker betoogd is – Spinoza als de eerste seculiere jood kan worden gezien. Hij ontkent dat. Spinoza zag zich niet meer als jood. Volgens Nadler had Spinoza fundamentele kritiek op het jodendom, waarvoor het criterium was het leven volgens de ceremoniële wetten. Hij had volledig afscheid genomen van zijn volk van herkomst (hij sprak nooit over ‘we’, altijd over ‘ze’). Ook gaat hij in op op de vraag of hij christen zou zijn geworden. Hij ging veel om met christelijke dissidenten, richtte de TTP speciaal tot christelijke lezers, had een hoge opvatting over Christus, maar hij is zeker nooit christen geworden (laat staan christianissimus zoals Goethe hem aanduidde, voeg ik eraan toe). Ook gaat hij in op de vraag in hoeverre de TTP aan het liberalisme heeft bijgedragen; Steven Nadler spreekt er zijn twijfel over uit. Hij is het ook niet eens met Rebecca Goldstein die schreef: “the spirit of Spinoza lives on in the opening words of the First Amendment of the U.S. Constitution, the phrase referred to as the establishment clause.” (p. 201) Spinoza was helemaal niet voor scheiding van kerk en staat, maar zag de staat als gezag over de kerk(en).

Eigenlijk heb ik Nadler slechts één puntje van kritiek op Spinoza zien formuleren. Hij is van mening dat Spinoza de scheidslijn tussen wat wel en niet tolerabel was, beter niet binnen het spreken (met nadruk op taal als handelen), maar scherper tussen het uiten van overtuigingen en daadwerkelijke acties had kunnen leggen. Te overwegen waard, dunkt me.

Wie dit boek met aandacht heeft gelezen, weet waar de TTP over gaat én waarom dit nog altijd een belangrijk boek is en waarom het indertijd als zo'n uiterst gevaarlijk boek kon worden gezien. Het zal, denk ik, het zelf lezen van de TTP stimuleren, waarbij dit boek dus een handige handleiding is!

Het is duidelijk dat degenen die meenden dat een boek in een niet bestaande hel werd geschreven, het uiteindelijk aflegden tegen een auteur die weet te behoren tot de enige echt bestaande werkelijkheid. Ja, dit boek droeg in hoge mate bij aan de secularisatie. Hoewel dat niet een thema is waar, ondanks de ondertitel, dit boek echt op in gaat. Het zat echter al vol genoeg. (En Steven Nadler heeft op dit blog duidelijk gemaakt, dat die ondertitel niet van hem, maar van de uitgever afkomstig is; dat zijn eigen titel luidde "A Book Forged in Hell": Spinoza's Scandalous Treatise is hier te zien).

De slotalinea van het boek luidt: "To the extent that we are committed to the ideal of a secular society free of ecclesiastic influence and governed by toleration, liberty, and a conception of civic virtue; and insofar as we think of true religious piety as consisting in treating other human beings with dignity and respect, and regard the Bible simply as a profound work of human literature with a universal moral message, we are the heirs of Spinoza’s scandalous treatise."

Ik ben, zoveel moge duidelijk zijn, zeer content met dit boek. Het geeft op een eigen, bijzondere manier duidelijk uitleg van de TTP, zowel inhoudelijk (wat komt erin aan de orde en waar gaat het de auteur om) als wat betreft de impact op de historie: hoe kon zo’n boek in de Republiek uitgegeven worden en wat deed het zowel met gelovigen, met theologen als met wetenschappers (cartesianen). Een aanrader.

O ja, nog dit. Wim Klever zal zich niet kunnen vinden, weet ik, in het analyseren van een verschil in hermeneutica tussen Meijer en Spinoza, maar over hoe Nadler in de TTP leest wat Spinoza’s 'true religion' is, kan hij gerust zijn: op blz. 203 heeft hij het over “the practice of true religion”, waarbij de hoogste overheid bepaalt hoe men rechtvaardig dient te zijn en vorm kan geven aan het liefhebben van zijn naasten.

[Er volgt n.a.v. dit boek later nóg een blog - zie hier]

Reacties

Stan, door mij aan het einde van je blog ter sprake te brengen, daag je me weer uit. Maar ook zonder dat zou ik hebben willeen reageren op je blog over Nadler's nieuwste boek over Spinoza (het zoveelste al).
Om te beginnen kan ik je enthousiasme delen. Ook ik vind het een geweldig boek, waarlijk vernieuwend in vergelijking met de beschikbare literatuur. Je leest het gespannen van A tot X (het laatste hoofdstuk moet ik nog lezen). Ik onderschrijf de lofprijzingen die je hebt uitgestrooid over diverse hoofdstukken, met name ook de Prologue, het Koerbagh-hoofdstuk (Rasphuis), wat hij over het thema van de 'seculiere Jood' biedt, etc. etc. te veel om op te sommen. Het is zonder meer een RIJK boek, dat heel wat nieuwe gezichtspunten opent. Ik ben ook, zoals je suggereert, tevreden gesteld wat betreft de politieke invulling van 'ware religie' , iets wat o zo vaak over het hoofd wordt gezien.
Toch heb ik enkele opmerkingen of punten van kritiek. Een daarvan heb je al voorvoeld: de relatie met Meijer. Laat mij vooropstellen dat de kwestie tot mijn grrote genoegen uitgebreid en 'op niveau' aan de orde wordt gesteld in het hoofdstuk over 'Scripture', wat al een winstpunt is. Ook geef ik toe dat het een ingewikkelde kwestie is. Toch blijf ik erbij dat het volstrekt ten onrechte is om Spinoza Meijer op een hoop te laten gooien met Maimonides (om het vulgair weer te geven). Dit gebeurt minstens vijf keer in het boek en ergert me mateloos. Tot mijn grote verbazing zie ik Nadler nimmer de cruciale en voor hem onwelgevallige passus citeren waarin Spinoza nadrukkelijk stelt dat hij "zowel de opvatting heeft weerlegd van wie ontkennen dat de rede et de wetenschap de uitlegger van de Schrift is [van de tegenstanders van Mijer dus] als die van Maimonides". Spinoza staat hoe dan ook aan de kant van die grote Meijer, die daarvoor ook zelf van honderd kanten werd aangevallen. Helaas kan ik hier mijn standpunt dat ik in het Nederlands, Engels en Frans heb gepubliceerd niet uitwerken. Maar ik wil nog wel wijzen op Meijers subtiele verwijzing naar ZIJN held Spinoza aan het slot van zijn PSSI.
Helaas heb ik nog heel wat meer punten van kritiek op dit fantastische boek. Een daarvan betreft ook al weer een verkeerde inschatting van de relatie van Spinoza met een ander, in dit geval met Locke. Het betreft de grenzen van de tolerantie. Locke gunt die niet aan atheisten, Spinoza zou die door lde overheid willen laten tolereren. Doch als je de betekenis van het woord 'atheisten' bij Locke nagaat, blijkt die volmaakt overeen te stemmen met Spinoza's rebellen in cp. 20 en elders. Anarchisten die zich aan god noch gebod storen en het impliciete sociale verdrag aan hun laars lappen, kan geen staat ongestraft in zijn midden tolereren evenmin als degenen die een extern gezaag boven het eigen staatsgezag erkennen (Katholieken van die tijd [!} bij Locke en in de TP van Spinoza).
Steven (perhaps you look into this blog): I congratulate you with your new book, not in the least also while you forcully reject the false principle of separation between state and church as a Spinozistic principle. Gaarne zou ik nog meer appeltjes met je gaan schillen.

Ik heb het boek net uit (na in de vakantie ook het boek van Kisner gelezen te hebben - human freedom, ook goed en vernieuwend!). Wat kan die Nadler mooi en soepel schrijven, ik mis weinig dingen, veel vond ik zelfs verhelderend en ook wel op een of andere manier nieuw, bv dat hij wel heel veel heeft overgenomen van Maimonides, maar niet alles uiteraard hetgeen Nadler ook goed uitwerkt), op een of andere manier komt de joodse invloed bij Nadler nadrukkelijk aan de orde. En ik moet zeggen op een overtuigende manier. Een gemis vind ik wel denk ik dat Van den Enden nauwelijks genoemd wordt terwijl in de politieke hoofdstukken er heel veel wordt ingegaan op de relatie met mn Hobbes, terwijl Van den Enden niet aan bod komt. Ik denk dat Nadler dat boek gewoon niet gelezen heeft.

Kortom: een genot om te lezen

Dat Van den Enden afwezig is in Nadler's Spinoza heb ik niet in eerste instantie willen opmerken, maar het is wel mijn hoofdbezwaar tegen zijn schets van de TTP. Spinoza's 'democratisme' stamt regelrecht van de doctor politicus Van den Enden en niet, zoals gesuggereerd wordt, van de in dit opzicht inconsequente De la Courts, die Spinoza vermoedelijk pas later heeft gelezen. Ook blijkt Nadler (zie p. 208) niet te weten dat de meester zich al in 1665 (VPS) heeft ingezet voor 'vrij redensgebruik', het Nederlandse equivalent van 'libertas philosophandi'. Maar ook in tal van andere opzichten (en waarachtig geen bijzaken) is de TTP doortrokken van de thematiek van de VPS. Nadler's voortreffelijke vergelijking van Spinoza met Hobbes is nuttig om de contrasten scherp te krijgen, dat wel. Zijn voorbijgaan aan FvdE is echter een gemiste kans.

Bladzijde 202 (inhoudende Spinoza's verwerping van het algemeen toegejuichte doch belachelijke principe van SCHEIDING VAN KERK EN STAAT) zou met goud omrand moeten worden. Nadler verdient lof dit duidelijk te hebben aangetoond. Met platina evenwel dient het betoog van Van den Enden te worden ingelijst, waarin DE GODSDIENSTIGHEIT EENS GEMENEBESTE uitgebreid en overtuigend (en wel voor het eerst in de geschiedenis) wordt aangetoond. Zie Klever, DEFINITIE VAN HET CHRISTENDOM (60-61).

Als dan toch medailles worden uitgereikt dan solliciteer ik - bescheiden - naar BRONS.
Een van m'n eerste blogs - op 20 oktober 2007 - ik deed toen mee aan een cursus over de TTP die nog pas ruim een maand bezig was (maar we waren wel bij hoofdstuk 20 begonnen...), gaf ik de titel mee "Spinoza en de scheiding van kerk en staat" om in dat blog bezwaar te maken tegen beweringen van Rebecca Goldstein en anderen dat Spinoza de scheiding van kerk en staat zou hebben voorgestaan. Quod non.
Het wordt tijd dat ik daar nog eens de aandacht op vestig.

http://spinoza.blogse.nl/log/spinoza-en-de-scheiding-van-kerk-en-staat.html

Het brons kan hier uitgereikt worden.

Eigenlijk verdien je dan ook goud. Vind je het niet schandelijk dat de media nog steeds toeteren dat genoemd beginsel een van de vruchten van de Verlichting is?

Tijdegenoten wisten beter dan 21e eeuwse scolars als Nadler dat de TTP een regelrechte voortzetting en uitwerking was van Meyer's programma zoals neergelegd in zijn PHILOSOPHIA S. SCRIPTURAE INTERPRES (1665). Dat blijkt onder meer uit de bibliografische beschrijving ervan in De Witt's catalogus, waaraan Nadler zijn titel heeft ontleend: TTP: "Door den afvalligen Jood Spinoza uyt de hel voortgebragt, waarin op een ongehoorden atheistenmanier bewesen wordt, dat Godts woort door de philosophie moet uytgelegt en verstaan worden..."

Maar Wim,
Dan neem je aan dat zo'n (hulpje van een) notaris én op de hoogte was van de inhoud van de Philosophia S. Scripturae Interpress én van de TTP en op basis daarvan een korte treffende recensie neerpende, in plaats van bij het samenstellen van de boekeninventaris uiting te geven aan een vooroordeel zoals het in geruchtencircuit zal zijn omgegaan - waarop het 'den afvalligen Jood' en het 'uyt de hel voortgebragt' eerder op duiden. Jij hecht wel erg zwaar aan die daarop volgende slotwoorden. In hoeverre is dit een 'wetenschappelijke vaststelling' en niet het aangrijpen van weer een gelegenheid om over Steven Nadler iets negatiefs te zeggen (zoals al in veel reacties...)?

Pardon, Stan, ik ben nietzo negatief over Nadler's boek als je suggereert, maar had wel enkele kritische opmerkingen, waaronder zijn onjuiste visie over de relatie Meyer-Spinoza. En naruulijk is de geciteerde zin betreffende een continuiteit tussen Meyer en Spinoza niet mijn hoofdargument; ik heb er wel 10 andere. Maar deze zin is wel een fraaie bevestiging van mijn heterodoxe taxatie vanuit de eigen tijd.

Ik vond het ook een erg mooi boek, vooral over theologische details: dat je gaat letten op het verschil tussen profeten en apostelen.

Het gaat me misschien boven de pet, maar ik heb inmiddels ook de indruk gekregen dat Spinoza en Meijer niet altijd op één lijn zaten. ook Akkerman e.a. in Briefwisseling, pg 44, komt tot die conclusie. Niet alleen daarom, maar ook omdat ik denk dat de hoogste waarde van NIL 'Eer', niet die van Spinoza is, het is een sterk rationalistische club, weinig emotie en bevlogenheid. Ik denk dat Bouwmeester nog binnen NIL nog een tegenreactie wil geven met zijn 'Hayy ibn Yaqzan'-vertaling, een boek waarmee Spinoza mogelijk was aangekomen, wat in ieder geval in diens lijn lijkt te liggen. Een club als NIL, sterk geïnspireerd door de Academie Francaise, dat lijkt toch niet de club voor autonome kunstontwikkeling. Al die encyclopedische kennis en begrippen: veel te veraf van de realiteit.


Verder jurist Koerbagh ook een staat voor met zo min mogelijk wetten door andere maatregelen, bij voorbeeld een goede vorming. Hij gaat hierover grappig tegen te keer (Moerkerken, pg 38,39). Volgens mij leefde dit dus wel in deze kringen en heeft Nadler echt een punt

My apologies for coming so late to this discussion, which I have just read with great interest -- and great gratitude for the kind words about my book. And naturally, I take the point of some of the critical comments, especially concerning how I might have given a more significant role to Van den Enden.
As for Wim's point about the relationship between Spinoza and Meijer on the matter of Scriptural interpretation, here, I am afraid, I will have to stand my ground. I simply do not see the evidence for Wim's view as compelling. On the contrary, seeing as how Meijer explicitly presents an account in PSSI according to which reason and philosophy are the touchstone of Scriptural meaning (a view that still strikes me as very close to the Maimonidean rationalist view), and seeing as how Spinoza explicitly attacks such an account, then I still think it is right, as Wim colorfully puts it (and I hope I understand this Dutch idiom correctly), "Meijer op een hoop te laten gooien met Maimonides".

Steven, your comment together with Stan' serious enthousiastic blog made me buy your book. Believe it or not, but the leading book seller in the Netherlands is charging a 30% premiun for the E book version (see the link)

What about Letter 43, Steven, in which Spinoza clearly asserts to have refuted [eos] "qui negant rationem et philosophiam esse Scripturae interpretem" (i.e. the OPPONENTS of Meyer) as also Maimonides? Is this letter spurious?