Angela Roothaan is volledig van Spinoza af

Angela RoothaanOoit promoveerde de filosofe Angela Roothaan op een dissertatie over de politieke filosofie van Spinoza. Het verscheen in 1996 bij Van Gorcum onder de titel Vroomheid, vrede, vrijheid. Een interpretatie van Spinoza's Tractatus Theologico-Politicus.  Dat ze haar belangstelling voor Spinoza volledig is kwijt geraakt blijkt uit haar nieuwste boek dat deze maand bij Boom verscheen: Geesten. Uitgebannen en teruggekeerd in de moderne wereld. Om een of andere reden fascineert haar het verschijnsel ‘geesten’: als ze hier de kop worden ingedrukt, steken ze daar hun kop weer naar boven. De wereld die heden wordt onttovert, krijgt morgen een nieuwe betovering. Balthasar Bekker komt langs, Derida, Jung, James en anderen. Spinoza is de volkomen afwezige.

Van iemand die ook maar íets met Spinoza heeft gehad zou je verwachten dat zijn correspondentie met Hugo Boxel, die pensionaris van Gorcum was van 1655-1672 en nogal vervuld van geesten, zou worden aangeroerd - en vooral dan Spinoza's cynisch-sceptische reactie. Niet dus. De naam van Spinoza komt in het boek niet voor; behalve eenmaal in het ‘Woord vooraf’ in een wat ongelukkige zin: “Een Spinoza of een Kant zal ik nooit helemaal vanuit zijn eigen horizon kunnen doorgronden, maar er is ook een direct contact met zijn teksten mogelijk, waar de taal nog de bruggen intact houdt die tijdperken met elkaar verbinden.” En op de achterflap waar wordt vermeld dat ze een boek over Spinoza schreef.

De uitgever over haar boek: “Terwijl televisiemediums in moderne westerse landen enorme aantallen kijkers trekken, is de dominante visie nog steeds dat geesten niet bestaan. In dit boek gaat Angela Roothaan in op deze tegenspraak. Wat betekent het dat de moderniteit zich afficheert als overwinning van de rede op het geloof in onbegrijpelijke zaken als geestverschijningen? In plaats van geestengeloof te beschouwen als iets exotisch, dat in arme en onderontwikkelde landen voorkomt, onderzoekt Roothaan de verhouding tot het verschijnsel ‘geesten’ in de moderne wereld. Dit onderzoek is verbonden met vele fundamentele vragen. Wat kunnen we wel of niet weten? Wat zijn de grenzen van onze wereld en hoe verhoudt het (on)geloof in geesten zich tot onze visie op de morele autonomie van de mens? Roothaan behandelt tijdens deze speurtocht bekende denkers die, vaak in minder bekende teksten, prikkelende gedachten over het thema ‘geesten’ hebben ontwikkeld. Zo rekende Kant af met geestverschijningen als bron van kennis, maar betoogt Derrida dat geesten altijd terugkeren om te spoken en dat je er dus nooit definitief mee kan afrekenen. De vraag naar de geesten leidt uiteindelijk tot een kritisch zelfonderzoek van het moderne denken.

Over de auteur:
Angela Roothaan is filosofe en werkzaam aan de Vrije Universiteit Amsterdam. Jarenlang gaf ze leiding en doceerde ze aan de opleiding Wijsbegeerte en Spiritualiteit. Ze publiceerde boeken over Spinoza (1996), over natuur en ethiek (2005), over waarheid (2006) en over spiritualiteit (Spiritualiteit begrijpen, Boom, 2007).”

Zie Inhoudsopgave en Woord vooraf

 

Reacties

Weliswaar heeft Spinoza in de brieven over geesten geschreven, maar hij heeft er geen boek of onderzoek aan gewijd, zoals de auteurs die ik heb behandeld. Maar dank aan de herinnering aan die interessante brieven! Ik ben niet van Spinoza 'af', maar was er ook nooit 'aan', zoals iemand af of aan de drank kan zijn...! Overigens sta ik nog steeds achter mijn proefschrift over de TTP uit 1996 dat ingaat tegen eenzijdige rationalistische interpretaties van Spinoza's diepzinnige filosofische werk. Belangwekkende vraag blijft waarom Spinoza als motto voor zijn TTP het evangeliecitaat koos: 'Daardoor weten wij dat we in God blijven, en dat God in ons blijft, doordat hij ons van zijn Geest gegeven heeft.' What's in a word...!'

Leuk dat u reageert, mevr. Roothaan (zelfs tweemaal, zo te zien). Ik bedoelde de titel van mijn blog zoals u het las (als een soort verslaving waar je 'aan of van af' kunt zijn). Ik ging er van uit dat iemand die zó intens met Spinoza is bezig geweest wat het schrijven van een dissertatie toch noodzakelijk maakt, later bij het onderwerp 'geesten' ook meteen aan Spinoza's briefwisseling met Hugo Boxel zou denken. Vandaar mijn verbazing dat Spinoza helemaal niet in uw boek voorkomt, zoals ik al opmerkte.
Ik ben het (in tegenstelling tot een recensie op uw werk van... ik weet niety meer wie) eens met uw benadering van de TTP in uw proefschrift als een vorm van vooral praktische filosofie (en misschien was het Johannes-citaat als motto op de titelpagina van de TTP ook niet meer dan strategische pragmatiek). Ik ben het niet eens met uw opvatting (en uitvoering) om de TTP geheel los/onafhankelijk van de Ethica te analyseren. De tijdgenoten konden - aanvankelijk - niet anders, maar de vergelijking van overeenkomsten en verschillen met de Ethica geeft zoveel meer verdieping aan begrip: wij kúnnen goed beschouwd beide werken niet meer los van elkaar lezen.

Hierop aanvullend de visie van
Steven Nadler - A book forged in Hell (2011) [p89]:
Spinoza did not want the message of the Treatise to be dependent on the more radical theological these of the Ethics. Most of his audience was not sufficiently prepared for those deeper and more difficult (and possible more disturbing) insigths.
M.a.w. Spinoza hield zich bewust in omdat hij bang was dat hij bij zijn potentiële lezers zo'n schokeffect teweeg zou brengen dat deze doelgroep al bij voorbaat af zou haken. Hij wou zijn radicale visie in een twee-trapsraket lanceren. Zie de TTP dan als een waarschuwing voor wat komen gaat. De correcte handelwijze van een gentleman. En dat was Spinoza toch, niet dan?

Stan,
Ik denk eveneens dat het bijbelcitaat in de ondertitel een strategische zet is, maar tegelijk ook een discrete vingerwijzing. Waarom?
1. 'In God zijn/blijven' kan geïterpreteerd worden als 'vol van God zijn', zoals gezegd wordt dat je 'in de Baghwan' bent, of 'in Lou' bent, zoals de aanhangers van Lou de Palingboer in de 50-er jaren zeiden.
2. Het kan ook pantheïstisch-spinozistisch geïnterpreteerd worden.
Gevolg: Sp. lijkt te willen zeggen: ik geef weliswaar een radicale rationalistische en pantheïstische analyse van de bijbel, maar deze is bijbelser dan die van de orthodoxe gelovigen.
Overigens: L. Meijer geeft in de ondetitel van zijn brisante P.S.S.I. ook een bijbelcitaat, dat overigens tamelijk vlak en nietszeggend is, meer een kalenderwijsheid, ennauwelijks een vingerwijzing. Het luidt: Onderzoekt alle dingen en behoudt het goede (1Tess.5:21)