C.L. Thijssen-Schoute (1904 - 1961) kwam aan 'Nederlands Spinozisme' niet toe

C. Louise Thijssen-SchouteWas met bijvakken Italiaans en kunstgeschiedenis en haar interesse in ideeëngeschiedenis bepaald geen gewone Neerlandica. Zij kreeg grote verdiensten door de manier waarop zij zich bezighield met de studie van Descartes en Spinoza. Van 1954, het jaar waarin haar Nederlands Cartesianisme uitkwam, tot 6 okt. 1956 was zij secretaris van de Ver. Het Spinozahuis. Haar erfenis bestemde zij voor de oprichting van de Dr. C.L Thijssen-Schoute Stichting (zie aan het eind).

Zij bracht als enige dochter in het gezin van de botanicus dr. J.C. Schoute haar jeugd door in Wageningen, Gouda en Bussum, waar zij de H.B.S. bezocht. Het einddiploma behaalde zij in Groningen, waar haar vader tot hoogleraar was benoemd. Daarna deed zij Staatsexamen B, waarmee zij in 1923 toegelaten werd tot de Universiteit. Ze begon aan rechten maar na een aanvullend examen A zwaaide zij in 1926 om naar de Neerlandistiek, waarin zij vier jaar later doctoraal deed. Kort daarna trouwde zij met dr. W.J. Thijssen, leraar wiskunde te Groningen en later directeur van een H.B.S. Van 1934 tot '46 woonde het echtpaar in Naarden, vervolgens in Enkhuizen, waar Mevrouw Thijssen enkele jaren het archief der Gemeente verzorgde, en sinds 1952 in Utrecht.

  Rond 1950 in het archief in Enkhuizen [overgenomen uit Leven na Descartes]

In 1939 publiceerde zij haar proefschrift over de 17e eeuwse Rabelaisvertaler Nicolaas Jarichides Wieringa. Daarna begon zij aan een onderzoek naar een andere vertaler uit dezelfde tijd, J.H. Glazemaker, die onder meer Descartes en Spinoza vertaalde, hetgeen haar interesse wekte in de geschiedenis van de wijsbegeerte, in het bijzonder die van de Nederlandse in de 17e eeuw en meer in het bijzonder Spinoza. Het was dus de kennismaking met Glazemaker die haar het plan deed opvatten de geschiedenis van de strijd rond de denkbeelden van Spinoza in Nederland uit de bronnen te beschrijven. Bij de uitvoering van dit project werd zij noodzakelijkerwijs geconfronteerd met de doorwerking van het Cartesianisme. Dit bleek diep in het Nederlandse denken te zijn doorgedrongen. Zij achtte het daarom nodig om vóór haar studie van het Spinozisme eerst het effect van Descartes' geschriften in het 17e eeuwse Nederlandse geestesleven in kaart te brengen. In 1954, verscheen haar Nederlands Cartesianisme. Deze bleek haar belangrijkste publicatie. Nederlands Cartesianisme werd herdrukt in 1989 en is nog steeds een standaardwerk. Zijzelf zag het boek als een voorstudie voor een werk over Spinoza. Zij achtte het belangrijk om de vroege receptie van Spinoza vast te leggen en kondigde in het verschijningsjaar van Nederlands Cartesianisme al een studie aan naar het Nederlands spinozisme in de 17e en begin 18e eeuw. Van een Nederlands Spinozisme is het door haar vroegtijdig overlijden echter niet meer gekomen.

Theo Verbeek is in Leven na Descartes, een herdenkingsboekje vijftig jaar na het verschijnen, kritisch over haar magnum opus: ‘Haar boek is dan ook vooral een inventarisatie…eerder dan een boek dat men leest om zijn originele visie. Wat ontbreekt is een leidend gezichtspunt…’ Maar het werk is met zijn 742 pagina’s en 399 paragrafen nog steeds een Fundgrube voor het cartesianisme.

 

Dr. C.L Thijssen-Schoute Stichting

De stichting ondersteunt ideeëngeschiedkundig onderzoek; naast subsidies voor boeken en congressen worden twee bijzondere leerstoelen in stand gehouden. Er is geen website. Adres: Heidelberglaan 2 FIL. INST, 3584 CS UTRECHT

Voorzitter is: prof.dr. C.A. (Karel) Davids [hier]

Prof. dr. Theo Verbeek is sinds 1994 bijzonder hoogleraar vanwege de Dr. C. Louise Thijssen-Schoute Stichting in de geschiedenis van de filosofie aan de Universiteit van Utrecht. [Hier]

Prof. dr. Henk Nellen werd op 1 september 2009 vanwege de Dr. C. Louise Thijssen-Schoute Stichting bijzonder hoogleraar ‘Ideeëngeschiedenis van de vroegmoderne tijd in haar sociale context’ aan de Faculteit der Historische- en Kunstwetenschappen van de Erasmus Universiteit Rotterdam. Zijn onderzoek zal zich met name richten op de politieke theorie. [Hier en hier en hier]

Publicaties/bronnen

Thijssen-Schoute, C. Louise, Nederlands Cartesianisme, Utrecht, HES Uitgevers, 1954
[Latere toevoeging:  PDF [99 MB, doorzoekbaar op tekst]. 
Hier een kleinere versie (34,5 MB) voor gebruik op een computerscherm.]

Thijssen-Schoute, C. Louise, Uit de republiek der letteren: elf studiën op het gebied der ideeëngeschiedenis van de Gouden Eeuw; uitgegeven voor de Dr. C. Louise Thijssen-Schoute Stichting door Martinus Nijhoff, Den Haag, 1967 [met Thijssen-Schoute-bibliografie]
[latere toevoeging: PDF [195 MB, doorzoekbaar op tekst]. 
Hier een kleinere versie (95 MB) voor gebruik op een computerscherm.]

A.G.H. BACHRACH, Caroline Louise Thijssen-Schoute (Wageningen, 19 mei 1904 - Utrecht, 11 februari 1961). In: Jaarboek van de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde, 1963, pag. 166-169 - DBNL

Sassen, Ferd. In memoriam dr. C.L. Thijssen-Schoute, Wageningen 1904 - Utrecht 1961. In: Algemeen Nederlandsch tijdschrift voor wijsbegeerte en psychologie; vol. 53 (1960-1961), pag. 114-116

Paul Hoftijzer en Theo Verbeek (Red.). Leven na Descartes. Zeven opstellen over ideeëngeschiedenis in Nederland in de tweede helft van de zeventiende eeuw. Verloren, Hilversum, 2005 

 _________________________

Aanvulling 11 juli 2014

blog Werken van Dr. Louise Thijssen-Schoute staan online