Clarice Lispector (1920 - 1977) en Spinoza [3 en slot]

 

Op enkele plaatsen in het boek komt de naam van Spinoza voor en geeft biograaf Benjamin Moser bij een tekst bij Clarice Lispector aan dat die naar Spinoza moet verwijzen. Maar het uitgebreidst komt Spinoza aan de orde in hoofdstuk 12, waarin hij beschrijft hoe in het boek waaraan Clarice in 1942 begon, Dicht bij het wilde hart, hoofdpersoon Octavio, een student rechten en de toekomstige echtgenoot van de andere hoofdpersoon, Julia, Spinoza bestudeert en beweert dat men hem alles over de 17e eeuwse filosoof mag vragen. Een jaar eerder was Clarice, tijdens haar studie rechten, zelf begonnen aan het lezen van Spinoza. Moser vertelt over het boekje, een anthologie met teksten van Spinoza, samengesteld en ingeleid door Arnold Zweig, waarvan de Franse vertaling, Les pages immortelles de Spinoza (Parijs, 1940), in haar boekenbezit werd aangetroffen.*) Daarin maakte zij een uitvoerige aantekening die ze dateerde 14 februari 1941. In eindnoot geeft de biograaf een transcriptie van de Portugese tekst, waarbij een aantal woorden slecht leesbaar blijkt.

Van de citaten die Moser geeft van Octavio, de rechten- en Spinoza-student, neem ik ter illustratie slechts dit stukje:

“Noch begrip noch wil maakt deel uit van de goddelijke aard, zegt Spinoza. Dat maakt me gelukkiger en geeft me meer vrijheid. Want het idee van het bestaan van een bewuste god is vreselijk onbevredigend.”

Dat concept van de ‘bewuste God’ van de gevestigde monotheïstische godsdiensten, waar ze grote moeite mee had zoals ik in een vorig blog al aangaf [“Ze kon niet leven met een “bewuste God” die in staat zou zijn het lijden van haar moeder (en de joden) weg te nemen, maar dat weigerde te doen.”], dat concept kan ze niet hebben gevonden in en ontleend aan het boekje van Arnold Zweig, waarvan ik in het vorige blog de Nederlandse vertaling besprak. Of het is haar eigen vondst, waarin ze haar goede begrip van Spinoza uitstraalde, of ze las méér dan alleen dat boekje van Zweig, waarop haar biograaf zoveel nadruk legt.

Dat ze blijkbaar in dat jaar van haar rechtenstudie méér van of over Spinoza las, leid ik af uit deze passage uit het hoofdstuk dat hieraan voorafgaat:

“In A Época, het blad van de rechtenstudenten, publiceerde ze [Clarice] in augustus 1941 een kort essay getiteld 'Opmerkingen over de grond van het strafrecht'. Haar interesse voor misdaad en straf, uiteraard in relatie tot de begrippen schuld en zonde, die haar altijd bezighielden, had haar in de eerste plaats geleid naar de studie rechten. 'Er is geen recht dat kan straffen. Er is alleen kracht die kan straffen,' schreef ze. 'Een mens wordt gestraft voor zijn misdaad omdat de Staat sterker is dan hij; oorlog, een grote misdaad, wordt niet bestraft omdat boven het individu de mensheid staat, en boven de mensheid is er niets meer.'

Dat is een bizarre verklaring. Op praktisch, politiek niveau is het, in een dictatuur, een bevestiging van de fundamentele onwettigheid van elke Staat. Maar interessanter: het is ook de bevestiging van het atheïsme van iemand die beroemd zou worden als mystica.” [p. 143]

De biograaf verwijst hier niet naar Spinoza, maar volgens mij is hier duidelijk te horen dat ze de rechts- en staatsleer van Spinoza moet hebben bestudeerd en hier pregnant weergaf. De beroemde (door zo velen betwiste) formule “recht is macht”, zoals Spinoza die in hoofdstuk 16 van de Tractatus Theologico-politicus (TTP) schetst, alsmede de fundering van de wettigheid in de staat (in plaats van het omgekeerde), zoals hij die in het politieke deel van de TTP en in zijn Tractatus Politicus schetste, vind je hier duidelijk bij Lispector en die kan zij niet gelezen hebben bij Zweig, want die behandelt de politieke geschriften niet.

Lispector deed daar als student geen ‘bizarre verklaring’, zoals haar biograaf er in leest, maar een Spinozistische verklaring. En het betreft een “bevestiging van de fundamentele onwettigheid van elke Staat” en niet van alleen een dictatuur. Spinoza laat immers zien dat wettigheid en recht(vaardigheid) pas ontstaan mét de staat. De (burgerlijke) staat zelf kán niet gefundeerd zijn op wettigheid, die er in de natuurstaat niet is; in de natuurstaat geldt dat recht datgene is waartoe iemands macht reikt. Dat feit (recht is macht) verdwijnt niet met het ontstaan van de geregelde burgerlijke staat, maar blijft er het fundament van (daarin verschilt Spinoza van Hobbes): het recht van de enkelingen wordt overgedragen aan de gemeenschap en de macht ervan (eendracht maakt macht) blijft bestaan, zolang de menigte “als het ware van één geest bezield" is en blijft.

Ik denk dus dat ik hiermee voldoende heb aangetoond dat de Spinoza-studie van Lispector verder reikte dan het bestuderen van het boekje van Zweig en dat ze tijdens haar rechtenstudie ook andere teksten van en/of over Spinoza moet hebben bestudeerd.

*) zij had dus niet de uitgave El pensiamento vivo de Spinoza [Buenos Aires: Losada, 1939]

_______________________

 

Alle blogs over Clarice Lispector

02-08-2012: Clarice Lispector (1920 - 1977) hád iets met Spinoza [met biografische gegevens]

13-09-2015: 13-09-2015: Inutilis scientia Spinozana [157] De waarheid openbaart zichzelf of: een keurige correctie [n.a.v. de door Benjamin Moser geredigeerde The Complete Stories]

12-06-2016: Clarice Lispector (1920 - 1977) en Spinoza [1] [Over De ontdekking van de wereld]

13-06-2016: Clarice Lispector (1920 - 1977) en Spinoza [2] [over de biografie]

15-06-2016: Clarice Lispector (1920 - 1977) en Spinoza [3 en slot] [Dat ze méér moet hebben gelezen dan de Spinoza-anthologie van Arnold Zweig]

Aanvulling: daarna verscheen toch nog een
blog van 29-09-2016: Clarice Lispector (1920 - 1977) en Spinoza [4]  

Reacties

Bedankt voor de blogs weer Stan.
En dus ook voor de leestips...

Allereerst, mijn dank voor uw belangstelling voor Clarice Lispector. Inderdaad ziet het er uit dat ze meer van Spinoza gelezen had dan wat er in het boekje van Zweig staat, maar dat heb ik niet terug kunnen vinden in haar (maar deels bewaard gebleven) bibliotheek. "Bizarre verklaring" klinkt inderdaad niet juist. Volgens mij in het Engels staat er iets als "opmerkelijk." Wel interessant dat het woord bizar, van onduidelijke origine, in het oud-Portugees of -Spaans betekent heel iets anders dan in het Frans: iets als "adelijk, opvallend, statig". Dus in die zin misschien wel. Met oprechte dank voor uw aandacht aan mijn werk. Benjamin Moser

Leuk, dat dit blog door de biograaf zelf gelezen en becommentarieerd werd. Goed ook te zien dat we het eens zijn en dat Clarice niet alleen het boekje van Zweig gelezen moet hebben.
In de Engelse versie van uw boek staat (zie ik books.google): "This is an extravagant declaration." (p. 105). Dat kun je ook zeggen van de oorspronkelijke tekst van Spinoza over 'recht is macht' die door velen als nogal extravagant werd gezien.

Ook langs deze weg dank ik u, Benjamin Moser, voor deze prachtige biografie van een bijzondere schrijfster. Ik neem aan dat in de maalstroom van de huidige uitgaven van de Arbeiderspers nog wel meer boeken van haar vertaald gaan worden en de eerdere vertalingen weer verkrijgbaar worden gemaakt. Dat hebt u als ambassadeur van deze grote Braziliaanse literator dan mooi bereikt. En misschien heb ik via deze blogs enkelen aan de lezersschare toe kunnen voegen.