"De onbekende Spinoza" wat is en blijft het toch een interessant boekje
Wat is het toch jammer dat een kwalitatief erg goed en interessant boekje als De onbekende Spinoza van filosofiedocent, essayist en romanschrijfster Rebecca Goldstein al jarenlang niet meer te koop is. Het was in een goede vertaling van Henk Schreuder, die regelmatig tussen haakjes een treffende toelichting inlaste, in 2007 door Atlas uitgegeven. Maar al in november 2010 werd het restant in de ramsj gedaan [cf. blog] en na die uitverkoop is het niet meer in de boekhandels te koop.
Vorige week raadde ik het iemand ter lezing aan, maar ook op boekwinkeltjes.nl wordt het zelden of nooit aangeboden. De kennelijke gehechtheid van de bezitters, die het liever in hun privébibliotheek houden, dan doorverkopen, zegt toch ook wel iets over de kwaliteit van het werkje.
Hoe anders in de Engelstalige wereld waarin het origineel, Betraying Spinoza. The Renegade Jew Who Gave Us Modernity (2006) nog altijd te koop is. En zo hoort het ook.
Weer heb ik het met smaak en plezier herlezen. Voor de vierde keer inmiddels. En ook al ‘ken je de afloop’, het blijft spannend bij wijze van spreken. Vooral ook de manier waarop het is geschreven door iemand die jaloersmakend goed kan schrijven. De schrijfster heeft Spinoza’s Ethica goed leren kennen, doordat ze er jarenlang inleidingen over verzorgde op de universiteit. Daar ze een orthodox-joodse opvoeding en middelbare schoolopleiding ontving, waar ze zich vervolgens aan ontworstelde, voelde ze verwantschap met Spinoza. Maar daar ze zichzelf één bleef voelen met het jodendom, werd hét thema van het boekje de vraag of ze de vinger erachter kon krijgen dat ook Spinoza, ondanks zijn kritiek op het joodse volk en zijn mythe van uitverkiezing, met hen verbonden bleef voelen. Zelf, los van het feit dat anderen (zoals Christiaan Huygens) hem als jood (‘onze jood uit Voorburg’) bleven zien. Ze meent dat bewijs gevonden te hebben: één bewijsplaats slechts die ze a.h.w. ophemelt tot bovenmaatse proporties (lees daarvoor dat boek…). Ze doet dat allemaal zo betrokken en liefdevol, dat je als lezer haar haar overdrijving vergeeft.
Die overdrijving zit erin dat ze ervan overtuigd raakte dat Spinoza tot zijn unieke denksysteem kwam om er de tragiek van het (ook zijn) joodse verleden mee te doordenken. Alsof zijn filosofie een antwoord wilde zijn speciaal op het verstaan van het joodse lijden. Ze schrijft: “Spinoza’s moedige nieuwe kijk op de wereld was een reactie op eeuwen van joods lijden.”(p. 154). “Hij moest zichzelf herdefiniëren door zijn eigen rationele activiteit, en zo omzichtig mogelijk proberen ook anderen te helpen eenzelfde identiteit na te streven.” (p. 155). Die anderen waren, stel ik daar tegenover, echt niet alleen maar andere joden. Intussen werd dat voor haar wel aanleiding om veel over de vervolging van de joden onder de Spaanse en Portugese Inquisitie te vertellen en doet de lezer die daar nog weinig van wist veel informatie op.
Zoals ik al zei: je vergeeft het haar dat ze het universele van Spinoza af denkt te kunnen pellen en er een bijzondere betrokkenheid op het joodse volk achter te kunnen ontdekken – alsof hij niet vond dat het jodendom niets bijzonders had binnen het algemeen menselijke, dan wat het zichzelf verbeeldde. Uiteraard is het onzin zijn (voorheen of nog) joodszijn als relevant te zien voor zijn metafysica. Daarin doet ze Spinoza tekort (Betraying Spinoza). En zelf weet ze ook wel beter. Zo schreef ze in The New York Times van 29 juli 2006 ter gelegenheid van de herdenking van het 350e jaar na de ban van Spinoza: “Spinoza’s system is a long deductive argument for a conclusion as radical in our day as it was in his, namely that to the extent that we are rational, we each partake in exactly the same identity.”
Intussen heeft ze wel schitterende passages met uitleg geboden over de hoofdlijnen van Spinoza’s filosofie. En dat maakt dit zo’n bijzonder werkje. Het is geen biografie van Spinoza, maar ze biedt wel heel veel relevante biografische informatie – mét een betoog waarom dat relevant is. Het is geen systematische inleiding op de Ethica, maar en passant geeft ze wel veel treffende uitleg. Het is een essay, waarin ze ook passende informatie vlecht vanuit haar eigen biografie uit haar kindertijd en haar eigen doceerperiode. En vooral, het is een essay met een duidelijk centraal thema, een rode draad die ik al noemde.
En ook al ken je die hoofdlijnen intussen al wel: ze blijft je boeien. Ik gaf mijn eerdere leeservaringen in een blog van 3 november 2007 en van mijn herlezing in een blog van 17 februari 2009. Over mijn derde lezing schreef ik geen blog. Nu weer wel over mijn vierde lezing, waaraan ik begon toen ik onlangs met ‘Mozart en Spinoza’ bezig ging en ik haar twijfels over Spinoza veronderstelde teruggetrokkenheid (waarop de hypothese van zijn Asperger syndroom gebaseerd zou zijn); wat aanleiding werd voor een blog. Daardoor nam ik het boekje weer in handen en kreeg er zin in het weer eens helemaal te lezen, van kaft tot kaft. Het bleek die moeite nog steeds waard. Ook al stuitte ik op nog eens een paar onjuistheden die me eerder niet waren opgevallen, zodat er intussen een heel lijstje van foute feitelijke beweringen op te stellen is, maar dat doet alles niet af aan de voortreffelijkheid van haar monografie.
Ook dat ze, misschien vanuit haar taalanalytisch-filosofische achtergrond, de neiging heeft nogal voorrang te geven aan het logische en rationele, terwijl naar mijn overtuiging Spinoza voorrang ziet in het causale verloop der dingen, waarmee uiteraard de begrijpelijkheid gelijk opgaat. Opmerkelijk acht ik ook, om nog een laatste kritiekpuntje te noemen, dat ze, ook al benadrukt ze in de voetnoot die ik eerder citeerde zijn daadwerkelijk gedane psychologische waarnemingen, toch gaat ze er op meerdere plaatsen (b.v. p. 179) vanuit dat Spinoza zijn emotieleer vanuit zijn deductieve systeem ontwikkelde en dus zonder voorafgaande praktische ervaringen geschreven kon hebben. Behalve dat beide beweringen tegelijk volgehouden contradictoir zijn, is de laatste ook nogal naïef.
Maar ondanks dat alles, blijf ik het een voortreffelijk boek vinden dat ik iedereen aanraad: probeer het toch ergens te pakken te krijgen en doe er uw voordeel mee. (En nu ga ik mijn eerdere leeservaringen herlezen om eventuele verschillen op te merken.)
Stan Verdult
[PM Lyrik, Prosa, Filme, Kunst]
Reacties
Kijk, dit is wat ik bedoelde. Het komt dus nog voor. Jos van de Laar van uitgeverij Damon vandaag in een interview in Trouw dat hij het 'oneerbiedig' vindt t.o. zijn auteurs een boek te verramsjen: "En heb je ook niet een plicht ten opzichte van je cultuur, om te zorgen dat een boek leverbaar blijft, in de Nederlandse taal?"
Stan Verdult 29-10-2014 @ 09:59