Pierre Rosanvallon (1948) ontvangt Spinozalens 2012

De tweejaarlijkse Spinozalens voor denkers over ethiek en de samenleving is toegekend aan Pierre Rosanvallon. Deze Franse filosoof is volgens de jury een van de belangrijkste politieke denkers van het moment. Rosanvallon is bekend van zijn werk over de grondslagen van het democratisch burgerschap. Ook verwierf hij faam met zijn werk over wat hij de contrademocratie noemt, waarin hij de erosie van de democratie en de opkomst van het populisme analyseert.

De filosoof krijgt de Spinozalens, die bestaat uit een sculptuur en een bedrag van tienduizend euro, in november uitgereikt in de Rode Hoed in Amsterdam. Hij zal dan een lezing geven, gevolgd door een debat.

'Zonder actieve burgers kan een democratie niet bestaan', vindt Pierre Rosanvallon, die daar volgens Trouw in talloze boeken en artikelen op hamert. Uit Trouw verder: In 'La Contre-démocratie: la politique à l'âge de la défiance' uit 2006, betoogt hij dat een democratie alleen kan bestaan bij gratie van burgers die de overheid scherp houden. Die niet-georganiseerde tegenkracht noemt hij de 'contra-démocratie'. Juist daar ligt een probleem, zei Rosanvallon in een interview met de Groene Amsterdammer in juni 2010. "Kiezers gedragen zich niet als staatsburgers, maar als passieve consumenten van de politieke waan van de dag."

Vanwege zijn 'constructieve bijdragen' aan de samenleving krijgt hij nu de Spinozalens toegekend.

Waar ik benieuwd naar ben is of Rosanvallon in zijn politieke werken, waarin hij de grondslagen van het democratisch burgerschap behandelt, ook Spinoza´s politieke filosofie betrekt - maar dat is geen criterium voor de Spinozalens.

 

De Spinozalens werd in 1999 voor het eerst uitgereikt en staat onder auspiciën van de Stichting Internationale Spinozaprijs, gevestigd te Amsterdam. Voorgaande laureaten zijn Richard Sennett , Michael Walzer, Donna Dickenson, Tzvetan Todorov, Avishai Margalit en Edward Said.

Reacties

Stan is benieuwd naar of Rosanvallon in zijn politieke werken, waarin hij de grondslagen van het democratisch burgerschap behandelt, ook Spinoza´s politieke filosofie betrekt.

Of dat zo is weet ik niet maar hieronder een selectie van Spinoza’s ideeën daarover uit het 'Politiek Traktaat' (1677), waaruit blijkt dat Spinoza veel belang hechtte aan zoveel mogelijk invloed van burgers.

Het doel van de staat is de vrijheid.

Spinoza’s Radendemocratie;
Als er enkelen gekozen worden uit elke laag of klasse van het volk dan zal dat voordelig zijn voor de meerderheid, die in zo’n Raad de meeste stemmen zal hebben.

In deze Raad kunnen ook mensen met een laag ontwikkelingsniveau zitten, maar die zijn op hun eigen gebied sluw en slim genoeg om hun deskundige mening te geven over het onderwerp dat hen aangaat, als ze daar maar de tijd voor krijgen.

In een Raad waarin weinig mensen zitten, heb je ook niet alleen maar deskundige leden. In tegendeel, het grootste deel daarvan bestaat juist uit ondeskundige mensen. Dat komt omdat elk Raadslid daar vooral zijn eigen vrienden zit te bevoordelen of ze naar de mond zit te praten.
Dat zal in grote Raden niet zo snel gebeuren.

In verband met mogelijke oorlog wordt vaak voor een koning gekozen omdat die beter een oorlog zou kunnen voeren. Dat is klinkklare onzin, want dat betekent dat je om beter oorlog te kunnen voeren, in vredestijd een slaaf zou willen zijn.

De kracht van een democratische regering komt veel meer tot zijn recht in vredestijd dan in oorlogstijd.

In een democratische maatschappij kan door de staat aan de burgers geen onrecht worden aangedaan, want volgens de wet heeft de staat alle macht.
Onrecht kan alleen voorkomen tussen privé-personen, want die zijn volgens de wet verplicht elkaar geen schade toe te brengen.

In een democratie zullen de autoriteiten geen onzinnige besluiten nemen. Zij moeten in hun eigen belang, en om de macht te houden, zorgen voor het algemene welzijn en regeren op een rationele manier.

Nee, Haije, Rosanvallon betrekt Spinoza (nog) niet in zijn belangwekkende beschouwingen over de geschiedenis van de politieke theorie. Maar wat niet is kan nog komen. Het zal ook wel de bedoeling zijn geweest van de schenkers van de Spinozalens om hem daartoe uit te lokken. Wie zich (theoretisch) inzet voor democratisch burgerschap kan daar op den duur niet omheen.
Je geeft een aardige selectie citaten of quasi-citaten uit het POLITIEK TRAKTAAT, maar wel zonder de vereiste nuanceringen: 'raden' van welk systeem bijvoorveeld. Ik moge de lezer van dit blog verwijzen naar mijn alomvattende "Reconstructie van Spinoza's democratisch model" (hoofdfstuk 4 in mijn MET OUDE GRIEKEN, VAN DEN ENDEN EN SPINOZA NAAR ECHTE DIRECTE DEMOCRATIE, 2007, p.123-158), uniek in de secundaire litratuur.

Waarop kan de veronderstelling gebaseerd zijn: "Het zal ook wel de bedoeling zijn geweest van de schenkers van de Spinozalens om hem daartoe uit te lokken"? Doelstelling, noch samenstelling van bestuur, raad van advies, jury en raad van aanbeveling (ja, ja, bij elkaar zijn er veel personen bij betrokken), noch keuze van eerdere laureaten, geven mij ook maar enige hint over een bedoeling in die richting - n.l. dat Rosanvallon Spinoza in zijn belangwekkende beschouwingen over de geschiedenis van de politieke theorie gaat betrekken. Maar wie weet zal hij in zijn danklezing nar ontvangst van de "Spinozalens" een beetje aan Spinoza refereren; dat is wel het minste wat je mag verwachten.

Nog meer ‘quasi citaten’ uit het Politiek Traktaat dan;

De mens kan, volgens mij, naar niets anders verlangen dat behulpzamer is voor het behoud van zijn bestaan dan dat iedereen het eens zou zijn, als het ware, één verstand en één lichaam. (IVp18s)

Ik denk dat democratie van alle vormen van regering de meest natuurlijke is en het meest in overeenstemming met de individuele vrijheid.

De beste methode voor de staat om (deze) rampen te vermijden is te stellen dat de vroomheid en de goddelijke eredienst alleen in werken bestaan, dat wil zeggen in liefdevol en rechtvaardig handelen en verder dat iedereen in zijn mening vrij moet worden gelaten.


Als slavernij, chaos en eenzaamheid vrede moeten heten, dan is er voor mensen niets ellendiger dan vrede.

Overdracht van alle macht op één persoon bevordert slavernij in plaats van vrede.

Vrede bestaat niet in het ontbreken van oorlog maar in het samenbrengen van mensen en in harmonie.

Recht wordt alleen bepaald door macht.

Een koning zoekt raadslieden en vrienden uit, die veel invloed krijgen, niet openlijk, maar verborgen en dit is zeer schadelijk.

Een staat moet altijd banger voor zijn eigen burgers zijn dan voor zijn vijanden; goede burgers zijn immers zeldzaam.

De alleenheerser zal altijd banger zijn voor de burgers dan voor de vijand en zal daarom voor het eigen belang opkomen in plaats van te zorgen voor de onderdanen.
Hij zal ze juist proberen te bedreigen, vooral mensen die uitblinken in wijsheid of door hun rijkdom de machtigsten zijn.

De deugd van staat is veiligheid.

Uit; Klever, 'De nieuwe Spinoza' (1995);

'Waar weinigen alles vanuit hun emoties regelen is het met de vrijheid en het algemene welzijn afgelopen.'

Langdurige vergaderingen van grote aantallen burgers zijn geen enkel bezwaar, maar juist noodzakelijk:
'De mensen zijn in aanleg immers te traag en te dom om alles meteen te snappen.
Maar vergaderend, luisterend en discussierend worden ze scherper. En terwijl ze alle oplossingen aftasten, vinden ze ten slotte de oplossing die ze willen en waar ze het allemaal mee eens zijn, en waaraan niemand van tevoren had gedacht.'

Met dank aan Wim Klever.