Recensie in NRC van Schuyt's Spinozaboek

Vandaag verscheen op de website van de NRC (dus waarschijnlijk vanmiddag in de krant) een bespreking door docent theoretische filosofie aan de sub-faculteit wijsbegeerte van de Universiteit Utrecht, Menno Lievers, van het boek van Kees Schuyt, Spinoza en de vreugde van het inzicht.

Titel van de recensie: Liefdevol worstelen met Spinoza. [cf.]
Schuyts "uitleg van Spinoza’s cruciale substantiebegrip" is volgens de recensent 'een worsteling."
Dit wordt aanleiding voor Lievers om zelf enige uitleg te geven over Descartes' substantiebegrip en Spinoza's doordenking ervan. Daarbij dicht hij Spinoza de opvatting toe "om gedachten op te vatten als verschillende manieren van bestaan van één geestelijke substantie, een universele geest." Die opvatting (over een soort Anima Mundi) tref je echter bij Spinoza niet aan.

Anders dan Hans Dijkhuis in Trouw [cf. blog van 16-03-2017] is Lievers minder tevreden over het boek. Ik haal nog dit aan uit de recensie: "Behalve dat Schuyts uitleg van Spinoza vaak moeizaam en onhelder is, staan er ook nogal wat slordigheden in dit boek." [...] "Het boek komt nu niet boven het niveau uit van een causerie voor een kring van Spinozisten. Het biedt enthousiasme, maar het verschaft geen helder inzicht."

Ik wijs hier ook nog even op de recensie door Hans Achterhuis in de Volkskrant van 6 mei 2017. Hij vindt: "Het is in alle opzichten een filosofisch boek dat de liefde tot de wijsheid uitdraagt."

            

In een stuk van Koert van Bekkum in Nederlands Dagblad van 11 april 2017, "Theologenblog: Verkijk je niet op vrijheid bij Spinoza," is te lezen: "Een boek dat veel aandacht trekt, is dat van socioloog en rechtsgeleerde Kees Schuyt over wat hij in zijn leven leerde van Baruch de Spinoza (1632-1677). Schuyts toegankelijk geschreven en prettig relativerende introductie tot Spinoza heeft in elk geval Jan Schinkshoek overtuigd. De voormalig CDA-woordvoerder is in zijn bevindelijke jeugd altijd ernstig gewaarschuwd tegen de filosoof die in 1656 door de Portugees-Joodse gemeenschap in Amsterdam in de ban werd gedaan. Nu geniet hij echter van Spinoza’s diep invoelende adviezen hoe met tegenslag om te gaan. En als je zijn denken van de scherpe randen ontdoet, ziet Schinkelshoek in zijn vrijheidsstreven een mooie filosofie van redelijke, vrijheidslievende politiek, en daarmee van het maatschappelijk middenveld." 

Reacties

Wat vertrouwd en wat een genoegen weer gewoon een blog te lezen.

En nu hoop ik maar dat jij zelf de energie zult hebben om het boek ooit te lezen en te recenseren. Ik ben zelf razend enthousiast over het boek waarin Schuyt kritisch, nuancerend, relativerend in gesprek gaat met het werk van Spinoza van 350 jaar jaar geleden, zonder tegelijkertijd onder stoelen of banken te steken dat hij een grote liefde heeft voor dat werk. Bestudering van het boek maakt me net zo blij als Schuyt zelf kijkt op de foto op de achterflap ervan.

Bob,
Het is geen kwestie van al dan niet "energie hebben om het boek te lezen en te recenseren", het is wat mij betreft een kwestie van onvoldoende motivatie hebben om aan het boek te beginnen. Uit wat ik tot nu toe uit serieuze recensies begrijp, biedt Schuyt een brede inleiding, min of meer in volgorde van het ontstaan van Spinoza's werk. Ik heb - vooralsnog - geen behoefte aan nog eens een algemene, haast cursorische, inleiding in Spinoza. Vijf jaar geleden (toen zijn boek werd aangekondigd) had ik het waarschijnlijk wél aangeschaft en gelezen, nu laat ik deze beker aan mij voorbij gaan.

Je hebt gelijk; ik had niet moeten spreken van een 'universele geest'.

Maar misschien wel: één individu is één lichaam en één geest, begrepen als het geheel van alle individuele lichamen en alle individuele geesten.

Ik kopieer uit mijn aantekeningen over brief 32:

"Het menselijk lichaam is dus een deel van de natuur. Ook de menselijke geest is een deel van de natuur. Er bestaat in de natuur ook een oneindige kracht tot denken. In zoverre ze oneindig is, omvat ze de hele natuur als haar inhoud en wier gedachten op dezelfde wijze verlopen als de natuur, waarvan zij namelijk de voorstelling zijn.

De menselijke geest is dezelfde kracht, maar dan niet oneindig en de gehele natuur in zich opnemend, maar eindig in zoverre hij slechts het menselijk lichaam in zich opneemt. Op deze wijze vat ik de menselijke geest op als een deel van een zeker oneindig verstand."

Precies, Henk: "de menselijke geest als een deel van een zeker oneindig verstand."
Zo lezen we in Ethica 5/40s: "zodat alle samen (alle eeuwige modi van denken) het eeuwige en oneindige verstand van God vormen."
Maar dat is dus géén alomvattende 'geest'. Daar ging het mij om. Nergens heeft Spinoza het over Gods Geest of een universele geest.

Laten we dus vooral ons menselijke verstand blijven gebruiken. Brief 40 en 41. Oorzaak en gevolg zijn niet te scheiden.

Beterschap Stan.