Ruim 300 jaar Spinoza-receptie [3]
Nu dan eindelijk wat ik vind van Henri Krop's boek, Spinoza.
Een paradoxale icoon van Nederland [Prometheus
Bert Bakker, 2014 - 824 bladzijden - € 49,95 - ISBN
9789035138711]. Wel, ik vind het een geweldig goed boek, waarvan ik
op de meeste momenten zeer geniet.
Om te beginnen alleen al dat het er is! Eindelijk hebben we nu een totaal-overzicht over (bijna) al degenen die zich serieus en uitgebreid met Spinoza hebben bezig gehouden (op dat 'bijna' kom ik in een volgend blog terug). Zo'n boek bestond nog niet en er was behoefte aan.
Maar dat niet alleen: vooral ook de manier waarop Krop zijn materie behandelt is voortreffelijk. Hij heeft alles uit de kast getrokken en uit alle hoeken en gaten relevante spinozana naar boven gehaald. Alle schrijvers die hij behandelt neemt hij serieus en - zo lijkt het toch minstens - heeft hij zelf geheel of grotendeels gelezen. Met wat een speur- en leeswerk gaat zoiets gepaard! Als bijhouder van dit blog kan ik daar - op bescheiden manier - over meepraten: zoveel werk als dat met zich meebrengt. En wat een corvee dat vaak is. Je hoort Krop daarover nergens klagen, maar als je een enkele maal leest dat het kennisnemen van een bepaald werk zeker niet vervelend was (zo'n opmerking herinner ik me hooguit een keer of drie gelezen te hebben), dan geeft dat via zo'n omweg een indruk van de vele weinig plezier brengende leesuren die voor een werk als dit onontbeerlijk zijn.
Krop biedt met dit boek een begripsvolle geschiedenis en duidelijk meer dan louter een opsomming van "en toen... en toen..." Hij duidt en zoekt en biedt inzichten in ontwikkelingen. Hij laat zijn onafhankelijkheid en zelfstandigheid goed merken door waar hem dat nodig lijkt, eerdere en soms al min of meer gevestigde duidingen te weerspreken. Van Sassen bijvoorbeeld diens opdeling van het spinozisme tijdens het interbellum in twee stromingen (een rationalistische en een mystieke), of Siebe Thissen's benadrukking van het belang van de vrijmetselarij in de 19e eeuw. Van beide benaderingen laat hij zien dat ze niet met de werkelijkheid overeenstemmen. Kortom, hij komt met een duidelijk eigen geschiedenis.
Waar de auteur ook goed in slaagt is om gebeurtenissen m.b.t. Spinoza, het verschijnen van een boek of een herdenking e.d., goed in hun context te plaatsen. Waar nodig krijgt de lezer even iets van de algemene geschiedenis of culturele of wetenschappelijke ontwikkeling te horen, waarbinnen dan iets t.a.v. Spinoza een plaats krijgt.
Vooral is duidelijk merkbaar dat Krop zeer goed thuis is in de geschiedenis van de universiteiten, hetgeen hier vaak zeer goed van pas komt - maar ook in de geschiedenis van de religie, de filosofie en de vaderlandse geschiedenis. Ik ben het dan ook geheel eens met Rob Hartmans die in De Groene Amsterdammer schreef dat we met dit boek over de Spinoza-receptie tevens een cultuurgeschiedenis in handen hebben. Dit boek maakt duidelijk hoe verweven Spinoza intussen is met onze cultuur.
Wat ik buitengewoon goed en geslaagd vind is de manier waarop Krop hier als historicus te werk gaat. Hij heeft geen 'essentialistische' en zeker geen 'dogmatische' aanpak. Met 'niet essentialistisch' bedoel ik: hij heeft niet een vooropgezet idee van wat 'terecht' spinozisme mag heten. Juist niet. Hij laat zien hoe er in de loop der tijd en ook binnen een periode naast elkaar, verschillende spinozismen ontstaan en bestaan. Hij typeert zelf zijn aanpak en product als "deze 'fenomenologische' geschiedenis van het spinozisme", waaruit zich dan ook "geen eenduidig beeld van wat spinozisme is laat destilleren." (p. 29)
Hij gaat na welke vormen van spinozisme zich aandienen en laat de 'dragers' van die vormen zoveel mogelijk zelf en in hun eigen woorden aan het woord, zonder parafraserend samen te vatten en tevens met zoveel mogelijk - zoals een ware fenomenoloog betaamt - opschorten van het eigen oordeel. Als hij na het weergeven van een kritisch oordeel of een zeer eigenzinnige weergave van Spinoza's filosofie wel eens wat tegengas geeft, dan is dat beperkt, voorzichtig en terughoudend. Hij stelt zich bepaald niet ten doel aan de geschiedenis van de omgang met Spinoza zijn visie op te dringen.
Je zou over zijn aanpak met een
Wittgensteinse typering kunnen zeggen dat Krop in dit boek een
overzicht biedt van de verschillende 'taalspelen' die mensen in de
loop der tijd als (hun) spinozisme hebben gepresenteerd en waaruit
niet een essentie van spinozisme te destilleren is. Wie hiernaar op
zoek zouden willen gaan of dit nastreven, zouden nooit een breed
overzichtswerk als het onderhavige hebben kunnen opleveren.
Hoe
Krop zijn taak in dezen opvat is ook op te maken uit de zinsnede dat
hij zichzelf niet als spinozist ziet, maar als historicus (p. 208).
Een 'echte' (dogmatische) spinozist zou geen geschiedenis van de
receptie van Spinoza hebben kunnen schrijven. We mogen dus blij zijn
dat het hem lukte zijn spinozisme tijdens dit project tussen haakjes
te zetten.
Zijn aanpak die ik hiervoor instemmend beschreef, kan er wel toe leiden dat - zoals iemand tegenover mij opmerkte - de indruk ontstaat dat je a.h.w. een reeks uittreksels leest. Dat klinkt nogal negatief en zou als totaaloordeel te hard zijn, maar iets is er wel van waar. Op nogal wat pagina's krijg je dat gevoel en ontstaat er distantie tot de gelezen stof. Dit vergt dus doorzettingsvermogen en de bereidheid om een passage nog eens te herlezen om tot de inhoud dor te dringen. En dan verdwijnt die eerste indruk toch weer snel bij degene die werkelijk interesse in het gebodene heeft en dan beseft wat hem hier door deze grondige spitter aan rijkdom opgedolven wordt.
En ja, door deze zo objectief mogelijke aanpak, kun je als lezer enigszins in verwarring geraken wanneer zo uitgebreid een criticus of iemand die zeer met Spinoza geworsteld heeft, over vele pagina's behandeld wordt en zo de ruimte krijgt, zonder dat die kritiek op zijn beurt door de auteur integraal wordt bestreden. De auteur ziet alleen als zijn taak de boodschap te brengen en hooguit te plaatsen - het gevondene als een botanicus te determineren en van datum, locatie en een naamslabel te voorzien... so to speak. Hij weerlegt waar nodig, zoals gezegd, heel kort en gaat niet alsnog uitgebreid met die overleden criticus in discussie - dat zou niet bij zijn 'fenomenologische' aanpak passen.
Zo krijgt de lezer bijvoorbeeld een zeer erudiet en uitgebreid overzicht van de bestrijding van Spinoza door Nieuwetijt, maar komt de verdediging van Spinoza of de weerlegging namens Spinoza er wat bekaaid vanaf. Krop stelt zich immers niet op als de advocaat van Spinoza. Als die weerlegging er in de betreffende periode zelf niet was en de historicus derhalve niets kan doorgeven, dan zij dat zo. Dat vraagt dus enige zelfwerkzaamheid van de lezer.
Interessant is, ander voorbeeld, zijn uitgebreide behandeling van de kritiek op de TTP door Reinier van Mansveld (waarom Spinoza smalend moest glimlachen en zei er geen belangstelling voor te hebben, maar dat hij wil in zijn bibliotheek had). Krop neemt hem zeer serieus en geeft hem alle ruimte. Deze lezer kreeg zelfs de indruk dat de auteur zich wel enigszins in Van Mansveld's kritiek kon vinden. In ieder geval vond hij hem de meest filosofische van alle. Plezierig is overigens dat we die tien weerleggingspogingen hier in één bestek voorgeschoteld krijgen.
Heel duidelijk en op vele plaatsen laat Krop zien hoe de spinozistische beweging in de schoot van het protestantisme ontstond (zoals hij het nog eens op blz. 296 typeert).
Het boek vraagt van de lezer een hoog interesseniveau. Het biedt dan ook veel. Krop's boek is een onschatbaar rijk gevuld werk. Vaak is de stof best pittig. Ik vraag me af hoeveel mensen zoveel zouden willen weten. Hoe dan ook is het boek rijk als eine Fundgrube für Sammler, als deze blogger, en het is uiteraard zeer goed ook als een encyclopedie te gebruiken. Maar aan te raden is toch: lees het!
In een volgend blog zal ik enige kritische kanttekeningen plaatsen, m.n. over een paar dingen die ik miste.
________________-
Aanvulling 3 augustus 2014
De Belg Bart Haers schreef 1 aug. 2014 zijn recensie-blog.
Reacties
Stan, ik ben wel benieuwd wat jij, als een enigszins objectieve beschouwer, vindt van de aandacht die Krop besteedt aan de plaats en betekenis van Wim Klever. Wim was daar zelf nogal negatief over. Ik stel de vraag met schroom, want ik zou niet graag willen dat er op over dit onderwerp op dit blog een polemiek ontstaat tussen Stan en Wim. Dat zou het boek zelf en de fraaie bespreking op de achtergrond dringen. Misschien kan Wim even afstand nemen. Hij heeft zijn zegje gedaan, nu Stan (als hij wil) en dan klaar. Als dit er niet in zit, neem ik mijn vraag terug (en laat aan de blogger over een en ander te beoordelen en te regelen).
(PS: Ik heb het boek nog niet, maar ga het krijgen)
henk keizer 29-06-2014 @ 15:57
Henk, ik zal hier even over denken - maak eerst de serie zoals ik die in mijn hoofd heb af. Intussen klinkt het wel bijna als iets onmogelijks wat je vraagt: hoe kan ik hier mijn mening geven over wat Krop over Klever schreef en tegelijk verwachten dat de laatste daar dan niet op reageert. Door de nare ad hominem-gewoonte (in ieder geval waar het om Krop gaat) van de laatste, blijft dit waarschijnlijk "een onbegonnen zaak". Maar, nogmaals, ik zal erover denken.
Stan Verdult 29-06-2014 @ 16:35
Stan, laat me, als je wilt, maar langs een andere weg weten hoe je Krop's bespreking van de plaats en de betekenis van Klever vindt. Ik zal het natuurlijk zelf t.z.t. ook lezen, maar ik zal niet kunnen beoordelen of Krop een juiste waardering geeft aan het werk van Klever.
henk keizer 29-06-2014 @ 17:10
Ik vond het ook een prachtig boek, ik onderschrijf veel van wat je zegt. Mis de Belgen, de Zuidelijke Nederlanden, wel een beetje. Wat ik er nog het meest aan overhield was dat er toch een waaier van uitleg en denkbeelden en interpretatie over Spinoza is, dat er misschien over scholen kan worden gesproken. Trouwens ook prachtige gedichten worden erin genoemd, die van Polak bv.
groet
Rene
Rene 29-06-2014 @ 22:45