De internationale Spinoza-vereniging - met haar Acta Spinozana - had geen sterke conatus...

... en ging al snel ter ziele.

Nu ik onlangs het digitale archief van het Dagblad voor Amersfoort ontdekte, ging ik daar nog eens kijken naar oud nieuws over Spinoza. En zo stuitte ik op het volgende interessante stukje met iets dat voor mij en ik vermoed voor velen ‘nieuws’ is. Nadat ruim voor WO II de Societas Spinozana, die als een echte internationale wetenschap-pelijke Spinoza-vereniging was opgezet, te gronde was gegaan, is In 1963 een nieuwe poging gedaan om een internationale Spinoza-vereniging op te richten – mét een eigen blad: Acta Spinozana.

Dagblad voor Amersfoort 6 november 1963

 

Het lidmaatschap van de nieuwe Spinoza-vereniging staat voor ieder een open, ook voor belangstellende leken, zoals ik er een ben. Onder de leden zijn psychologen, onderwijzers, een psychiater en een accountant. Een aantal van hen had al contact met elkaar. Zelf hoorde ik niet tot die groep. Wel ben ik op 27 oktober in Zürich geweest bij de oprichting van de internationale Spinoza-vereniging.

De Amsterdamse zakenman K. A. Fabisch (52 ) houdt zich sinds zijn achttiende jaar bezig met de wijsbegeerte en begon op wat latere leeftijd ook aan de psychologie. Wat hij zegt over de wijsgeer Baruch Spinoza (1632-1677) getuigt van zijn grote bewondering voor deze filosoof. Als zakenman heeft hij de commercieel-financiële kant van de nieuwe organisatie op zich genomen.

Het werk van Spinoza beïnvloedt nog steeds over de hele beschaafde wereld de gedachten van een aantal men zoals het dat ook in het verleden -  Goethe en Gorter om slechts twee namen te noemen - heeft gedaan.

De nieuwe verenging wil contacten leggen tussen de kenners en bewonderaars van Spinoza. Zij wil ook geschriften uitgeven zowel over Spinoza eigen werk als over die welke er verband mee houden; en verder wil zij o.m. voordrachten laten houden en wetenschappelijk onderzoek steunen.

Internationaal

De grootste belangstelling bestaat op het ogenblik in Zwitserland, Israël, Duitsland en Nederland. Maar het is de bedoeling, in zo veel mogelijk landen soortgelijke verenigingen te stichten.

Wat ons land betreft wil men o.m. de vereniging Het Spinozahuis (die als belangrijkste doel heeft: onderhoud van Spinoza's woning in Rijnsburg) voor het Iidmaatschap te winnen.  Voorzitter van Het

Spinozahuis is de Brusselse hoogleraar prof. J. J. von Schmid; hij spreekt in december op de eerste openbare bijeenkomst van de internationale Spinoza-vereniging in Zurich.

“Ik heb altijd de indruk gehad," zegt de heer Fabisch, ,,dat er op dit gebied te weinig werd gedaan. Spinoza is als filosoof eigenlijk nog niet goed ontdekt. Ik geloof dat hij ook voor de moderne tijd veel kan betekenen, bijvoorbeeld voor de Psychotherapie. Het is veelbetekenend dat de initiatiefine mer voor de internationale vereniging een psycholoog is geweest.”

Wat de omvang van de nieuwe organisatie aangaat stelt de heer Fabisch zich op een wat hij noemt realistisch standpunt. „Als wij over twee of drie jaar een paar honderd leden hebben,'' zegt hij, „is dat nuttig en vruchtbaar Natuurlijk mogen het er ook veel méér zijn. Als wij er in Nederland vijftig hebben, kunnen wij ook hier lezingen en dergelijke organiseren. Wij beginnen opzettelijk met een kleine groep mensen, die hun vrienden kunnen wijzen op wat wij nastreven Daartoe behoort zeker niet en grote publiciteit."

Afstand nemen

Eer paar zakelijke gegevens: het lidmaatschap van de internationale vereniging kost twintig Zwitserse franks, voor studenten zeven franks. Men krijgt er o a de vier keer per jaar verschijnende Acta Spinozana voor.

Op de vraag wat het is geweest, dat hem als zakenman tot de studie van de filosoof Spinoza heeft gebracht, antwoordt de heer Fabisch:  

“Het is behoefte geweest, die vooral ook bij zakenmensen kan leven, om afstand te nemen van de dagelijkse materiële belangen, om zo te kunnen terugvallen op een wijsgerige beschouweng, waarvan het hoogste doel is het verwerven van een grote innerlijke vrijheid. Dat Is het, waarvoor Spinoza heelt geleefd.”

                                                  * * *

Tot zover het bericht uit de krant. Uiteraard ging ik verder speuren naar die Acta Spinozana. Volgens Worldcat heeft het alleen in 1964 en 1965 bestaan. Volgens een bibliografisch overzicht van Emilia Giancotti [Cf.] zou de volledige titel hebben geluid:  

                      Acta Spinozana: Studien zur Ethik

Ik kwam de volgende artikelen tegen:

H.G. Hubbeling, "The Application of Spinoza's Methodology in Theology." In: Acta Spinozana, Vol 3 (1964), pp 11-16 [cf.]

Constantin Brunner, "Eine Spinoza-Gesellschaft?" In: Acta Spinozana, Hg. von der Spinoza-Gesellschaft Zürich 1, Heft 2 (1964), S. 3-5

Constantin Brunner, "Goethes Verhältnis zu Spinoza," In: Acta Spinozana, Hg. von der Spinoza-Gesellschaft Zürich [1], Heft 4 (1964), S. 21-14 [beide in Constantin Brunner im Kontext]