Filip Buyse op Scientiae 2013 over Spinoza en natuurkunde

Aan de University of Warwick (UK) zal van 18-20 april 2013 de conferentie "Scientiae 2013" worden gehouden [cf url en programma PDF]. In zeker twee van de lezingen zal het over Spinoza gaan:

Filip Buyse (Paris I Panthéon Sorbonne) zal dan spreken over "Spinoza and Physics"
Mike Misiewicz (King's College London), over "Spinoza, Religion and Science: Scientia Intuitiva and the Numen of Knowledge."

Een nieuwe van Maxime Rovere?

Deze maand verscheen van Maxime Rovere, Spinoza. Méthodes pour exister, bij dezelfde uitgeverij, CNRS Editions, waar in 2010 zijn Exister. Méthodes de Spinoza uitkwam [daarover meer in dit blog].

  

  

  

  

  

 

  

Ik vermoed dat het een goedkopere herdruk mét nieuwe titel en cover is (deze laatste kost 10 €, die van 2010 25 €].
Maar misschien is er ook iets aan bewerkt.                [Stan Verdult]

Lees verder...

Spinoza bood inzicht aan Marokkaan Kacem El Ghazzali

Op deze christelijke ‘Stille Zaterdag’ wijs ik op een verhaal dat gisteren door Der Spiegel online werd gezet over de Marokkaanse blogger Kacem El Ghazzali, die na uit de kast komen als ongelovige werd bedreigd en asiel zocht en kreeg in Zwitserland.

"I was told all the time that if you just remain silent no one will harm you," 22-year-old atheist Moroccan blogger Kacem El Ghazzali says. "Of course I know that. But I was not made for that."

Hij vertelt hoe hij van jongs af aan al moeite had met het geloof van zijn familie:

"An autodidact, Ghazzali came to his atheism through a circuitous route. He grew up in a religious household, with parents who prayed five times a day and fasted during Ramadan. Even from the age of 7, however, he was skeptical of his family's faith. "I was never able to believe," he says. "I had this struggle to believe. I had to convince myself to believe." Ghazzali's uncle, a communist, started giving him books which explained that "the challenges to the world are not from faith or religion, but from the economy." This pushed him to start reading more science, and soon he was onto the works of famous atheists like Richard Dawkins and Christopher Hitchens, as well as the secular Jewish philosopher Baruch Spinoza." [Hier]

Zie hier op Youtube hoe gevaarlijk Kacem El Ghazzali is (hij kijkt er veel te vrolijk en ontspannen bij...). En hier op Youtube zijn “statement about the Discrimination against Atheists in Morocco. At the United Nations, Human Rights council.”

Zijn Engelstalig blog. Hij is President of the Association of Ex-Muslims in Switzerland - laat het er niet bij zitten en werd activist.

Het maakt nog steeds een behoorlijk verschil of je een 'christelijk'-atheïst bent of een 'moslim'-atheïst.

De betekenis van Christus voor Spinoza

Vandaag, op Goede Vrijdag, lijkt het me wel passend een samenvatting te geven van het boekje van Dra C. Roelofsz, De beteekenis van Christus voor Spinoza [J. Ploegsma, Zeist, 1938], waar ik in een blog van gisteren naar verwees.

Ik breng die samenvatting zonder commentaar of andere tussenkomst van mij. Ik heb de citaten e.d. enigszins gestileerd (dubbele 'ee' en 'sch' weggelaten), maar iets van de oude taal blijft wel te proeven.

Wat volgt is dus voor rekening van mevrouw Roelofsz, maar m.i. is de schets treffend.

Lees verder...

Spinoza und der Fisch van Alessandro Bosetti

Vanacht was op Deutschland Radio een herhaling van een produktie uit 2011 van klankkunstenaar  en componist Alessandro Bosetti

                 Spinoza und der Fisch

Ik weet het, het is een achteraf mededeling, maar ik zag het ook nu pas en leg het toch graag in een blog vast.

Stimmen: Fernanda Farah und Alessandro Bosetti
'Esperienza Italia' - unter diesem Motto feierte Italien 2011 sein 150-jähriges Bestehen. Das war Grund genug für den Klangkünstler Alessandro Bosetti, eine Reise in die Vergangenheit seiner Heimat zu unternehmen. Sein 'Erlebnis Italien' findet Bosetti allerdings nicht in Rom, Turin oder Mailand, sondern in Eritrea. Die ehemalige Kolonie in Ostafrika wirkt auf ihn wie ein konserviertes Italien der Vorkriegszeit. Sprache und Kultur der verschwundenen Invasoren liegen wie ein undurchsichtiger Nebel über dem Land. Mithilfe des zufällig anwesenden Optikers Benedetto Spinoza wird Bosettis Mikrofon zu einer Linse für die Zeit. "Italien ist Stillstand. Eritrea ist Stillstand. Sie kreisen umeinander. Sie spiegeln sich gegenseitig." (Bosetti) [van hier]

Van de 48'40 die Spinoza und der Fisch duurt zijn op soundcloud zo'n 4 minuten te beluisteren:

Op komst: Radikalaufklärung

Kom aan, nog maar eens een signalement van een aangekondigd boek. Het duurt nog even, maar dan krijgen we ook wat; en voor een lage prijs: ca. 15,00 €

Jonathan I. Israel & Martin Mulsow (Hrsg.), Radikalaufklärung. Verlag Gmbh Suhrkamp [Taschenbuch Wissenschaft]. Gepl. Erscheinung: 19. August 2013 - ISBN 978-3518296530 - de website van Suhrkamp heeft het nog niet maar volgens Amazon zal de omvang worden: 250 Seiten.

Uitgever over de inhoud: "Seit einem Jahrzehnt gibt es eine intensive Forschung zur »Radikalaufklärung« – dem atheistischen, skeptischen und materialistischen Flügel des Denkens im späten 17. und 18. Jahrhundert. Vor allem Jonathan Israel hat für die aufregende These argumentiert, dass diese radikalen Aufklärer verantwortlich sind für die Errungenschaften der Moderne, für Freiheit und Menschenrechte, Gleichheit und Toleranz, und dass der Spinozismus eine zentrale Rolle bei deren Durchsetzung gespielt hat. In diesem Band setzen sich acht führende nationale und internationale Experten mit Israels These auseinander und zeigen die Vielfalt und Deutungen der Radikalaufklärung auf. Mit Beiträgen von Silvia Berti, Wiep van Bunge, Margaret C. Jacob, Anthony McKenna u. a."

Ik mag toch aannemen dat Wiep van Bunge zijn kritiek op een aantal beweringen van J. Israel hier niet achterwege zal laten.

Stan Verdult

Lees verder...

Een Witte Donderdag-besteding

Deze donderdag in de christelijke passieweek, genoemd Witte Donderdag, de donderdag vóór Pasen, waarin door de christenen het pesachmaal herdacht wordt dat Jezus aan de vooravond van zijn kruisdood met zijn leerlingen hield, deze dag waarop de ochtendkranten niet toevallig juist vandaag met het bericht kwamen (Trouw opende er de voorpagina mee) over dit schilderij

    

Het laatste avondmaal van Marlene Dumas, dat het Rijksmuseum ontving van een schenker die anoniem wil blijven (het zal toch geen vorm van witwassen zijn waarbij een bedrag voor de Belastingen mag worden afgetrokken? Nee, niet zo denken in de lijdensweek…), deze Witte Donderdag dus, waarop vanavond de EO en de RKK voor het derde achtereenvolgende jaar The Passion uitzenden (met populaire muziek en bekende Nederlanders om jongeren te trekken, dus moet de titel in het Engels - maar kom, niet zo negatief over deze hedendaagse verpakking van de christelijke boodschap), deze donderdag dus zag ik voor mij als een mooie aanleiding om het boekje te lezen van

Dra C. Roelofsz, De beteekenis van Christus voor Spinoza [J. Ploegsma, Zeist, 1938].

Het was de uitwerking van een lezing die zij voor de Societas Spinozana had gehouden - tijdens de jaarvergadering op zaterdag 9 oktober 1937 (dat laatste staat niet in het boekje, maar vond ik in het krantenarchief van de KB; net als het gegeven dat zij 2e secretaresse was van het in 1934 opgerichte Comité tot Instandhouding van het Spinozahuis – het huis aan de Paviljoensgracht in Den Haag – en waarvan Carp voorzitter was). Dr J.H. Carp schreef een voorwoord.

Lees verder...

Karl-Anton Nowotny (1904 – 1978) zocht Spinozahuis op de 'Langen Bogert' in Schiedam

Deze Oostenrijkse etnograaf en kunsthistoricus, die vooral bekend werd om zijn studies naar de Midden-Amerikaanse culturen, heruitgaven van codices en analyses van iconografie en symbolisme in deze culturen, had in Wenen antropologie, kunstgeschiedenis en ook filosofie gestudeerd. Na de Tweede Wereldoorlog verwierf hij een assistent-functie aan het Volkenkundig Museum in Wenen en bracht het daarna tot een leidende positie in de afdeling voor Midden- en Zuid-Amerika. Nadat hij in 1954 zijn Habilitation Thesis geschreven had, gaf hij les aan de universiteit en in 1964 verwierf hij een interim-hoogleraarschap aan de afdeling Antropologie en Afrikastudies in Mainz en het jaar erna werd hij hoogleraar aan de Universiteit in Wenen in antropologie en oude Amerikaanse culturen. Hij deed intensief studie naar de oude Mexicaanse culturen en hun documenten, en deed onderzoek naar diverse etnische groepen in Noord- en Midden-Amerika, op welk terrein hij een groot expert werd. In 1977 keerde hij terug naar Wenen, waar hij in 1978 overleed.

Wat waarschijnlijk niemand weet, wat je nergens tegenkomt, bijvoorbeeld ook niet in het “In memoriam Karl Anton Nowotny” van de hand van Ulrich Köhler [in: Zeitschrift für Ethnologie, Bd. 104, H. 1 (1979), pp. 7-11], is dat Karl A. Nowotny belangstelling had in Spinoza. En niet zo’n beetje, maar zo sterk dat hij op onderzoek uitging. Daar kwam ik achter doordat ik een artikel ontving dat Aad J. van der Tang in Scyedam schreef, het blad van de Historische Vereniging Schiedam, waarvan hij van 1979 – 1985 redacteur, en van 1987 - 1994 voorzitter was [“Spinoza en Schiedam.” In: Scyedam, Jaargang 10, nr. 5, 1980]. De tekst van dat artikel (dus zonder afbeeldingen) kreeg Rikus Koops toegestuurd nadat hij n.a.v. een reactie op een blog hier, navraag was gaan doen in Schiedam naar “de Langen Bogert”. Dat artikel geeft later wellicht nog gelegenheid om nog eens uitgebreider op terug te komen. Nu citeer ik graag uit het begin van dat artikel het deel dat gaat over deze Nowotny aan wie ik om die reden dit blog wijd. Wat volgt is dus een stukje uit dat artikel van Aad van der Tang. [Toevoeging 24 juni 2014: inmiddels is dit stuk opgenomen op de website Oud Schiedam, cf.]

Lees verder...

Manfred Walther: Spinoza und seine Bedeutung

                                    Infotalk aus Hannover

     Helmut Poguntke im Gespräch mit Prof. Dr. Manfred Walther

                           Spinoza und seine Bedeutung

Op 21 mrt 2013 op Youtube gebracht

Schitterend om Manfred Walther te horen spreken.
Maar die interviewer... luistert helemaal niet en snapt zelfs z'n 'eigen' vragen niet. Die vragen zijn kennelijk als suggestie door Walther aangedragen, maar Helmut Poguntke is niet in staat om ze fatsoenlijk naar voren te brengen. Enfin, gelukkig laat hij z'n gast behoorlijk uitpraten.

Lees verder...

Het geboortejaar van Adriaan Koerbagh is: 1633 !

Nog eenmaal geef ik - na mijn boekbespreking en vervolg - in een apart blogje aandacht aan een gegeven dat apart aandacht waard is. Overal (wikipedia en waar niet al) kom je tegen dat de data van Adriaan Koerbagh zouden zijn: 1632 – 1669. Hoe dat in de wereld gekomen is mag Joost weten, maar dat is dus fout. K.O. Meinsma, die toch aardig bedreven was in het doen van archiefonderzoek was niet zeker en heeft het op blz. 151 van zijn Spinoza en zijn kring over “Adriaan, die in 1632 of ’33 het levenslicht zag.”

Bart Leeuwenburgh schrijft op blz. 13 van zijn vandaag besproken boek: “uit de Amsterdamse stadsarchieven blijkt dat ‘Aerjan’ op 25 januari 1633 in de Nieuwe Kerk werd gedoopt.” Hij zal dus ergens in januari geboren zijn.

Lees verder...

Adriaan Koerbagh: eindelijk 'n volwaardige monografie 2

Veel opmerkingen, vragen en kanttekeningen bij Bart Leeuwenburghs Het noodlot van een ketter. Adriaan Koerbagh (1633–1669) dat ik in het vorige blog besprak, heb ik niet. Ik breng ze hier in een apart blogje, waaraan ik  vervolgens wat informatie over en verwijzingen naar andere literatuur toevoeg.

Mooi dat Bart Leeuwenburgh elk hoofdstuk begint met, als een soort motto, een citaat uit Bloemhof. Dat geeft een goed beeld van Adriaan Koerbagh’s denkwijze.

De cover van Het noodlot van een ketter. Adriaan Koerbagh (1633–1669) geeft een beetje een vals beeld, want Adriaan heeft niet in dát deel van ’t Rasphuys gezeten en heeft geen Braziliaans hout hoeven raspen. Daarvoor hoorde hij, zoals Bart Leeuwenburgh aangeeft, toch weer teveel bij de elite. Hier wil ik alleen even op wijzen – wel beseffend dat een andere cover nauwelijks mogelijk was (het is wellicht de best mogelijke van alle covers…, hoewel ook de fraaie afbeelding van Het Ligt opengeslagen op de plek waar drukker van Eede de pers heeft stopgezet en het handschrift werd meegebonden zeker niet had misstaan).

Lees verder...

Adriaan Koerbagh: eindelijk een volwaardige monografie

Een kroon voor Adriaan Koerbagh, 17e eeuwse kroongetuige van de behoefte aan vrijheid van meningsuiting. 

                

Ik zeg in de titel van dit blog uitdrukkelijk ‘monografie’, want voor een echte biografie zijn er veel te weinig persoonlijke gegevens in de vorm van brieven, dagboeken of memoires van derden waarin de Koerbaghs een rol spelen. Het boek dat Bart Leeuwenburgh schreef, Het noodlot van een ketter. Adriaan Koerbagh (1633–1669) [Vantilt, 2013] is vooral aan hem gewijd. Maar uiteraard ook aan zijn broer Johannes, de proponent die het nooit tot predikant zou schoppen, want die twee waren een groot deel van hun leven onafscheidelijk.

De aanleiding voor het boek vormt niet een eigen archiefstudie met nieuwe vondsten, ook niet een heel eigen nieuwe visie op de Koerbaghs. De grote verdienste van Leeuwenburgh is dat hij de diverse verspreide, soms heel specialistische, studies over Koerbagh, waarvan er juist de laatste jaren enige verschenen, in een doorlopend verhaal bijeenbrengt, waarbij hij goed gebruikt maakt van al het door derden verzamelde materiaal, en waarbij hij de diverse perspectieven op en zienswijzen over Koerbagh van hen die zich serieus met hem hebben beziggehouden, verwerkt en op diverse plaatsen laat doorsijpelen: Meinsma, Vandenbossche, Klever, Jongeneelen, Israel, Mertens, Van Heertum, Wielema.

Lees verder...

Op komst: Charlie Huenemann, Spinoza's Radical Theology

Charlie HuenemannOp 28 januari 2009 had ik een blog over de website en boeken van Charlie Huenemann, de Amerikaanse Spinoza (en Nietzsche) kenner. Daarin schreef ik: "Zijn boek over 'Spinoza’s radical theology' zou al dit jaar verschijnen. Het essay dat hij schreef over Spinoza's Theological Project (hier van zijn site te downloaden) heeft mij zeer geboeid en geeft waarschijnlijk een aardig beeld van in welke richting zijn nieuwe boek gaat."
Sindsdien ging ik er wel eens kijken of dat boek er al was. Nu kreeg ik van Ferdie Fluitsma het bericht dat het boek staat aangekondigd om op 13 oktober van dit jaar te verschijnen. Dat is een boek waarvan ik nu al weet dat ik het zal gaan aanschaffen en lezen.

Charlie Huenemann, Spinoza's Radical Theology. The Metaphysics of the Infinite. Acumen Publishers, 31 Oct 2013

Ik schreef toen ook nog: "Interessant zoals hij Spinoza's intenties interpreteert: aan de ene kant de superstitionele traditionele theologie en bijbelinterpretatie (en uiteraard geloofspraktijken) uitzuiveren (maar niet comnpleet afwijzen) maar ook anderzijds de te eenzijdige naturalistische natuurkunde als het ware een goddelijke dimensie meegeven. Hier iemand die Spinoza's andere natuurkunde-opvatting (dan die van Descartes) in z'n beschouwingen meeneemt. Zo is Spinoza's radicale theologie tegelijk een radicaal andere natuurkunde."

Stan Verdult

Op komst: Yitzhak Y. Melamed, Spinoza's Metaphysics

Al een poosje geleden kondigde Yitzhak Y. Melamed aan dat zijn proefschrift als handelsuitgave bij OUP zou verschijnen. Verwacht werd in 2012. Het duurt nog even, maar mét alvast de cover is het nu ook op de website van OUP te zien:

Yitzhak Y. Melamed, Spinoza's Metaphysics. Substance and Thought. Oxford University Press USA, August 2013 (estimated)

 

 

 

 

 [& hier]

De storende 'cyberrobotjes' maken Spinoza bedroefd

Van meerdere kanten krijg ik steun bij de waarschijnlijk - zoals Mark Behets vermoedt - door cyberrobotjes gemaakte verziekende fake-reacties, waartegen strijden me al zoveel werk kostte [cf blog en blog]. Zelfs zond mijn broer Phil, die modelmakend metaalgieter is en die ik lang geleden al eens gevraagd had of hij mij misschien een Spinozabeeld kon leveren (waar het maar nooit van komt...), vandaag ineens deze proeve van een droeve Spinoza n.a.v. de onredelijke belagers van 'zijn' blog. Dank Phil. Ga zo door!

Spinoza bezocht wellicht het laboratorium van Johann Rudolph Glauber

Robert Boyle (1627-91)Gisteren hadden we zoals ik in een vorig blog al meldde een inleiding van Filip Buyse over de ‘Correspondentie over wetenschappelijke kwesties’. Een flink deel hiervan ging over de zgn. correspondentie tussen Spinoza en Robert Boyle (1627-91): de brieven 6, 11, 13 en 16, geschreven tussen 1661 en 1663. Daarover heeft hij eerder een paper geschreven: “The Gunpowder Reaction: A Controversy between Boyle and Spinoza?” Hij heeft het mij toegezonden en is ermee akkoord dat ik het op benedictusdespinoza.nl publiceer [PDF]. Het voordeel is dat de deelnemers van gisteren het behandelde nog eens op een andere manier kunnen nalezen – en andere geïnteresseerden kunnen meekijken.

Spinoza en Boyle lijken enigszins op verschillende golflengtes te zitten. Spinoza bekritiseert aspecten van de beschreven proeven met salpeter, terwijl het Boyle meer zou gaan om het illustreren van zijn ‘Corpuscular Philosophy’ of ook wel ‘mechanische filosofie’. Met zijn ‘Corpuscular Philosophy’ zou hij op een of andere manier een verzoening tot stand willen brengen tussen atomisten (als Gassendi) en de beweging-en-rust-‘mechanisten’ (zoals Descartes en Spinoza).

Lees verder...

Eén jaar uit het heropende museum Het Spinozahuis

Een jaar geleden, op zaterdag 24 maart 2012, werd het Spinozahuis in Rijnsburg, na een renovatie die tien jaar in beslag nam, in een feestelijke bijeenkomst weer als museum opengesteld. Nu kon het hele huis worden ingericht als museum. Ik was benieuwd naar de ervaringen van dit jaar: waren de verwachtingen een beetje uitgekomen?

Gisteren sprak ik met Theo van der Werf, secretaris van het bestuur van de VHS, af dat hij mij vanochtend zou bellen en me enige feiten zou doorgeven. En vanochtend kreeg ik zijn telefoontje op grond waarvan ik dit blog schrijf.

Bezoekersaantallen
Vergeleken met de vorige periode (tot aan de sluiting in 2001 dus) is het bezoekersaantal meer dan verdubbeld. Ontving het Spinozahuis tot tien jaar geleden zo’n 500 à 600 bezoekers per jaar, het voorbije jaar werden meer dan 1500 bezoekers geteld. Zo’n 350 van hen kwamen uit het buitenland en wel uit 35 landen van over de hele aardbol. De grootste aantallen kwamen uit de Verenigde Staten, Italië, Frankrijk, België en Duitsland. Maar er kwamen er ook uit Senegal, Zuid-Afrika, Japan, China en Zuid-Korea, etc.. En dit, terwijl er niet eens een speciale reclamecampagne is geweest.

Te verwachten is dat het bezoekersaantal zal stijgen, want voor de komende tijd staan er ook wel zo’n 4 à 5 groepen geboekt. In mei zal bijvoorbeeld een groep van 40 personen uit Italië een bezoek komen brengen en ook wordt een groep van een Nederlandse Universiteit ontvangen.
Om mogelijk een gerichte reclame op te kunnen zetten zal de bezoekers de komende tijd worden gevraagd waar ze hun informatie over het museum hadden opgedaan.

Lees verder...

Kan Spinoza de Euclides-editie van Giovanni Alfonso Borelli in bezit gehad hebben?

Gisteren hadden we de tweede van de voorjaarsbijeenkomsten over Spinoza’s Briefwisseling. Deze keer verzorgde Filip Buyse een inleiding over de ‘Correspondentie over wetenschappelijke kwesties’. Hij schotelde ons een gedegen, informatieve en boeiende inleiding met veel wetenswaardigs voor.

Dit geeft mij wel aanleiding tot enige blogjes in de komende tijd. Deze keer heb ik het over de interessante mogelijk die hij opperde in de nabespreking, dat het heel goed mogelijk is dat Spinoza in het bezit was van een exemplaar van het werk van Euclides dat Giovanni Alfonso Borelli (1608 – 1679), leerling van Galileï, in 1658 in het Latijn had uitgegeven en bewerkt: Euclides Restitutus [Pisa, 1658].

In de inventarislijst die de Haagse notaris Willem van den Hove na het overlijden van Spinoza op 21 februari 1677 van zijn nagelaten inboedel maakte, wordt van de bijna 160 boeken een tamelijk uitvoerige beschrijving van de meeste boeken geboden. Zo is redelijk goed bekend welke boeken Spinoza tegen het einde van zijn leven bezat. De boeken werden met de rest van de inventaris verkocht en raakten zo in verspreid bezit. Rond 1900 werd door de Vereniging Het Spinozahuis begonnen met een reconstructie van deze collectie door identieke exemplaren aan te kopen. Dit was mogelijk gemaakt door giften van George baron Rosenthal (1828-1909).

Lees verder...

Spinoza "Brieven over het Kwaad" kreeg in de Volkskrant 5 sterren!

In de Volkskrant vandaag een recensie door Hans Driessen van het boek Spinoza: Brieven over het Kwaad. Hertaald en bezorgd door Miriam van Reijen. Werteldbibliotheek, 2012. 

Na een korte schets van de opzet van het boek en de hoofdlijn van de problematiek eindigt hij aldus: De Brieven over het kwaad zijn zeer verzorgd uitgegeven, hertaald en becommentarieerd door Miriam van Reijen. Hoewel ze af en toe een beetje overijverig is, verdient ze alle hulde.

Het boek kreeg (als enige van alle recensies) vijf sterren!

Tijdelijk worden reacties 'gemodereerd'

Wegens het almaar blijven plaatsen van niet ter zake doende en  irritante reacties [zie blogverziekers], heb ik de directe reactiemogelijkheid tijdelijk uitgeschakeld. Reacties worden eerst bekeken, waarna ik kan besluiten ze al dan niet te accepteren.

Het ultieme bewijs dat de geometrische vorm van de Ethica niet klopt?

Namelijk dat Spinoza’s Ethica niet zoals Euclides’ Elementen in kleur zou zijn om te zetten? Er hebben al velen betoogd dat filosofie zich niet leent voor strak doorgevoerde geometrische bewijsvoering: te afhankelijk van taal. Wat te denken van het volgende?

Een van de deelnemers aan de Ethica-besprekingen van de SKL (dezelfde die aanleiding was voor het blog "Waarom toch die Geometrische ordening?"], tipte ons van de week over een boek van een in Leiden geboren Amerikaanse ingenieur die graag over wiskundige onderwerpen schreef en die vooral bekend is gebleven door de wiskundige bewijsvoering van zes boeken van Euclides in kleuren in de plaats van letters om te zetten. Interessant om te zien.

Oliver Byrne, The First Six Books of The Elements of Euclid (1847)
[door hier te klikken of op de titelpagina, kunt u het boek doorbladeren]

Lees verder...

Blogverziekers

Aan het blog dat ik had willen schrijven kom ik niet toe. Ik ben nu al meer dan een uur bezig met het verwijderen van Engelstalige onzinreacties op oude blogs; er komt maar geen eind aan. Ik heb dit probleem al wel vaker gehad, maar deze keer zijn het er wel erg veel – onder steeds andere namen en zelfs met verschillende IP-adressen. Het lijkt wel een joint action van een heel stel personen. Of zou het om een computerprogramma gaan dat zich van vele pc’s heeft meester gemaakt? Maar met welk doel? Wat kan hier anders achter zitten dan de morbide lol om het verzieken zelf? Ik snap het niet. Het lijkt een soort Harense X-party van een stel mensen die niet in staat zijn te hacken en dan dit maar doen: met z’n allen een blog vervuilen. Straks ga ik verder met het opschonen van mijn blogstraatje. Ik vrees dat ik misschien wel moet besluiten om na een tijdje de reactiemogelijkheid op vroegere blogs te blokkeren; wat jammer is, want soms ontdekt iemand iets en wil op dat oude blog iets kwijt; en wat ook weer ontzettend veel werk is. Het leven van een blogger gaat ook niet over rozen, nam omnia praeclara tam difficilia quam rara sunt.

Ik hád willen bloggen over het feit dat een jaar geleden de Rikus Koops’ hertaling van de Korte Verhandeling uitkwam. Morgen, voor wie de duur van het jaar vol wil zien, of vandaag voor wie het om de dag in de week gaat, was in Deventer de feestelijke presentatie van dat fraaie boek! [Zie hier blogs met de aankondiging, het verslag, mijn eerste en tweede bespreking]. Opmerkelijk vind ik het wel dat het na een jaar nog steeds de enige bespreking van dit werk is. Ik had nog eens uitgebreid op het boek willen terugblikken, maar moet dat nu achterwege laten.

Lees verder...

Lodewijk Meijer en Nil volentibus arduum

Embleem of titelvignet nil volentibus arduum door Gerard de Lairesse op titelpagina's van toneelstukken van Nil Volentibus Arduum"Lodewijk Meyer [sic], Joannes Bouwmeester, Andries Pels, David Lingelbach, Joannes Antonides van der Goes, Ysbrand Vincent en enkele anderen richtten in 1669 het kunstgenootschap Nil Volentibus Arduum op, met het doel te spreken over literaire en filosofische kwesties." [Zo begint de website "De Census Nederlands Toneel" van de Afd. Nederl. Taal en Letteren van de Univ. van Leiden over de toneelstukken van NVA] 

Toen ik op 17 november 2011 het blog schreef over “Lodewijk Meijer (1629 - 1681) - belangrijk vriend van Spinoza (schreef zijn naam 'Meijer', niet 'Meyer')” was het artikel van Anton Bossers [destijds medewerker PICA-bureau, Koninklijke Bibliotheek Den Haag], “Nil volentibus arduum en Vondel" dat hij schreef voor de Spektator. Tijdschrift voor Neerlandistiek [Jaargang 8, 1978-1979] nog niet bij de DBNL gedigitaliseerd. Ik kende het toen nog niet en Bossers, die op o.a. dat blog reageerde was zo bescheiden niet op zijn artikel te wijzen. Ook het Lemma in het Algemeen letterkundig lexicon op DBNL over Nil volentibus arduum [niets is moeilijk voor hen die willen] was er nog niet. Dat bestaat pas een aantal maanden en daarin wordt naar Bossers' artikel gewezen. Sinds oktober 2011 staat het gedigitaliseerd op de website van de DBNL.

Het deed me deugd te zien dat hij toen al Lodewijk Meijer [niet: Meyer] schreef. Uit zijn artikel neem ik hieronder een passage over Meijer en Spinoza over – zonder verwijzingen, daarvoor verwijs ik naar het hele artikel. Leuk is te lezen dat de brief die Spinoza aan Lodewijk Meijer schreef met aanwijzingen voor het voorwoord van de TTP toen nog maar kort tevoren was ontdekt en gepubliceerd.

Spinoza, Brief 12A aan Lodewijk Meyer (facsimile), Voorburg, 26 juli 1663 [uitgegeven door A.K. Offenberg. Amsterdam, Universiteitsbibliotheek, 1975] 

Lees verder...

Franciscus van Assisi een prefiguratie van Spinoza?

Het Franse Le Point heeft een commentaar, “Habemus papamania,” van de hoofdredacteur Franz-Olivier Giesbert, waarin hij erop wijst dat Franciscus van Assisi, naar wie de nieuwe paus zich heeft vernoemd, met zijn zonnelied en zijn zgn. spreken met dieren een prefiguratie van Spinoza zou zijn. Een vergissing aangaande het natuur-begrip van Spinoza dat je wel vaker tegenkomt.

“La vie de François d'Assise est une sorte de conte merveilleux. Elle parle à tout le monde, jusqu'en Asie, où l'on vénère volontiers le Dieu-Univers. Chantant le soleil, le vent ou la lune, il n'hésite pas à fraterniser avec le loup de Gubbio ou à faire un sermon à ses frères les oiseaux. Il préfigure Spinoza, qui disait: "Dieu, c'est la nature."

Maar als via zo’n vergissing paus Franciscus iets progressiever zou worden mag het van mij.

Spinoza betreurt postuum zijn dwalingen

In een artikel in 1997, “Het dodengesprek in Nederland,” heeft René Veenman laten zien dat gedurende anderhalve eeuw zgn. dodengesprekken een literair verschijnsel van belang zijn geweest.
Het artikel begint aldus: “Het dodengesprek, een fictieve conversatie tussen personen in het hiernamaals, was vooral in de achttiende eeuw een populair genre. Zo schreef H.J. Vieu-Kuik in haar literatuurgeschiedenis van de achttiende eeuw: ‘Populair bleef de aanpassing aan het klassieke gegeven, dat berust op Lucianus, waarbij doden in het hiernamaals gesprekken voeren.’ En P.J. Buijnsters meldde in zijn boek over Justus van Effen dat dodengesprekken sinds Lucianus ‘tot de geliefde satirische procédés’ behoorden. De definitie van wat een dodengesprek is, is eigenlijk heel simpel. Het is een fictief gesprek tussen twee of meer personen dat in het hiernamaals plaatsvindt. Met welke naam of details dat hiernamaals wordt aangeduid, maakt daarbij op zichzelf weinig uit. Meestal echter wordt de conversatie in de klassieke onderwereld gesitueerd, wat bijvoorbeeld kan blijken uit de aanwezigheid van Charon, Minos of Mercurius. Een enkele keer komt wel een variant voor, zoals het regelmatig opduikende gesprek tussen een dode en een levende, maar dat is strikt genomen geen echte dodendialoog.. Binnen de formele grenzen van deze soort fictie is er echter veel inhoudelijke variatie mogelijk. Van oudsher is de dodendialoog een satirisch genre. Het verschafte de satiricus een uitgelezen mogelijkheid om allerlei spotternijen in de mond van overleden personages te leggen, of om de spot te drijven met overledenen. Maar het genre is in de loop der tijd ook op heel andere manieren toegepast. Met dit artikel beoog ik die ontwikkeling van de dodendialoog als genre in Nederland te beschrijven.”

En tegen het einde lezen we:
“Het genre van de dodendialoog had aan het begin van de negentiende eeuw zijn langste tijd gehad, zoals blijkt uit een van de laatste publicaties met dodendialogen: Zamenspraken van Spinoza, Bolingbroke, Pitt, Canning en Benjamin Constant. De uitgever schreef namelijk in het voorbericht: ‘Uit het doodenrijk is er, in zoo verre mij bekend is, sints lang niets verschenen. Het is haast, als of dat rijk niet meer bestond, en niemand er zijne verkeerdheden te betreuren had.’ In de zes opeenvolgende samenspraken tussen de vijf heren is het dan vooral Spinoza die postuum zijn dwalingen betreurt.”

        

Lees verder...

Mogens Laerke bindt strijd aan met "the PSR movement spearheaded by Della Rocca and Melamed"

Op dit weblog is al veel geblogd en gereageerd over de zgn. “PSR”, Leibniz's principe van voldoende reden, dat Michael Della Rocca zo overheersend – zelfs in ‘dubbele PSR’ - in Spinoza ziet werken. En als dat hier of daar minder duidelijk lijkt, dan verbetert hij Spinoza’s redenering conform zijn PSR-stijl. Ik kon al eens een blog schrijven: “Ook Ursula Renz moet niets hebben van de 'dubbele PSR'” [cf].

Mogens Laerke at the Conference Leibniz's Theodicy: Context and Content at the University of Notre Dame, September 16-18, 2010

Welnu, er lijkt zich een continentale versus Angelsaksische Spinozastrijd te ontwikkelen, nu de Deense aan de École Normale Supérieure de Lyon en de University of Aberdeen werkzame Leibniz- én Spinozadeskundige Mogens Laerke, op de jaarlijkse conferentie van de British Society for the History of Philosophy die van 16 tot 18 April 2013 zal worden gehouden over het thema “The Actual and the Possible” zal spreken over: “The Great Confusion: Formal Essences and Actual Essences in Spinoza”

Ik neem hieronder de samenvatting over, waarin hij duidelijk maakt wat hij van plan is te gaan doen:

Lees verder...

Het oefenen van Ethica 4/45s

Afgelopen maandag besprak de Spinoza Kring Limburg (SKL) een deel uit het 4e Deel van de Ethica. U weet wel, waar in 4/45s Spinoza aangeeft dat kenmerkend is voor een wijze dat hij de dingen gebruikt en daarin zoveel mogelijk genoegen schept - met mate smakelijk voedsel geniet, aangename dranken, geuren etc.

Gisterenavond probeerde de SKL dit in de praktijk te oefenen met een diner in restaurant Beaumont in Maastricht.

Maar temidden van gasten die de TEFAF hadden bezocht werd de matigheid toch wat uit het oog verloren, zoals bleek uit de rekening die we gezamenlijk deelden.

We zullen nog wat meer moeten oefenen...

Ons lid Jasper von Grumbkow had tot aller verrassing vooraf een SKL-Spinozaspeld ontworpen en er voor ieder een laten maken.

Lees verder...

Positief onthaal van Wiep van Bunge’s "Spinoza Past and Present"

Op NDPR bespreekt Steven Nadler het boek van Wiep van Bunge, Spinoza Past and Present: Essays on Spinoza, Spinozism, and Spinoza Scholarship, Brill, 2012.
[books.google]

Hij is er wel over te spreken. “It is an eclectic volume, not in terms of quality, since they all [the essays] represent the high standard of scholarship that we expect from Van Bunge, but in terms of subject matter. The essays are thematically very diverse, and they range over philosophical, historical, historiographical, literary, and political topics.” […] “He does a wonderful job of criticizing the "marrano hypothesis" promoted by Yovel, among others.”

Maar Nadler is het niet met Van Bunge eens dat Spinoza's joodse achtergrond niet van belang zou zijn om zijn denken te begrijpen. “This is not to say that Spinoza is, as Van Bunge dismissively puts it, "an essentially Jewish thinker," or that Spinoza "remained at heart a Jewish thinker," but rather simply to take account of an intellectual tradition that was a critical part of Spinoza's education and philosophical development.” Lees verder...

Spinoza was geen stoïcijn

Aanleiding voor dit blog vormt de cassette met zes CD’s van Miriam van Reijen: Stoïcijnse levenskunst: evenveel geluk als wijsheid, die ongeveer een jaar geleden uitkwam. Het is niet mijn bedoeling er in dit blog een uitgebreide bespreking aan te wijden. Van Reijen spreekt met kennis van zaken en overtuiging over datgene waaraan ze al een groot deel van haar leven wijdt: de Stoïcijnen, Spinoza en Sartre. Je kunt goed merken dat ze over haar onderwerp (het je niet laten beheersen door je emoties, maar inzien hoe je je reacties beter in de hand kunt hebben) al heel vaak heeft overgedragen. En dit blijft doen. Vorige week nog verzorgde ze onder dezelfde titel Stoïcijnse levenskunst: evenveel geluk als wijsheid een lezing voor het Filosofisch Café Philos te Groningen [wat zal ze er om het in te dikken nóg sneller gesproken hebben dan ze op deze zes CD’s hier en daar al deed…]. Heel indringend weet ze duidelijk te maken hoe het niet de dingen en gebeurtenissen op zichzelf zijn, maar onze gedachten erover die maken hoe we reageren en ons voelen.

Goed, ze behandelt niet zozeer de metafysische en kosmologische leer (er zijn duidelijke overeenkomsten, maar ook verschillen tussen Stoïci en Spinoza in hun gods- en natuuropvatting aan te wijzen); het gaat haar meer om de praktische, therapeutische kant ofwel: de levenskunst. Maar door de hellenistische filosofen en Spinoza zo samen te behandelen ontstaat de suggestie dat Spinoza een Stoïcijn was. En dat was hij mijns inziens niet; die indruk wordt door haar in haar college niet of onvoldoende tegengegaan; en zeker niet door deze gezamenlijke aanbieding in één reeks.

Lees verder...

Spinoza en Nietzsche in dialoog?

Ach...
Je moet een titel  verzinnen voor een conferentie van deskundigen, zoals aan het Birkbeck Institute for Humanities door Julia Eisner e.a. op 17 en 18 mei a.s. georganiseerd wordt. En dan komt men op: "Spinoza and Nietzsche in Dialogue". Uiteraard is er best wel wat te zeggen over wat Nietzsche van Spinoza vond, wat hij overnam en waarin hij met Spinoza verschilde, maar een dialoog zal het echt nooit worden. (Zie b.v. dit blog, of dit blog)

This conference brings together scholars from around the world working in differing intellectual traditions to explore the many connections between the thought of Spinoza and Nietzsche. Both are in a range of respects radical thinkers with a highly individual approach to the tradition that preceded them. This event will put Spinoza and Nietzsche in dialogue, and in so doing widen the dialogue among scholars, and in addition bring the discussion to a wide public. [cf hier en hier]

Lees verder...

Er heeft enige maanden nóg een Spinoza-blog bestaan...

 

Van 9 febr. tot 22 juni 2012 heeft er een website bestaan die de Mastercursus Wijsbegeerte “Ging God in de 17e eeuw al dood?” begeleidde, die aan de Faculteit der Geesteswetenschappen van de UVA gegeven werd door drs. P. Pekelharing: 17eeeuw.wordpress.com

Het verbaast me dat ik deze nu pas tegenkwam; ik had hem graag eerder gevolgd. Ik stuitte er nu op daar ik op zoek was naar informatie op internet over “Spinoza en de Stoïcijnen”. Ik kwam een PDF tegen zonder naam of herkomst van wat kennelijk een masterscriptie was: Spinoza, ‘the best of the stoics’? En bij verder zoeken kwam dus dat blog tevoorschijn. Die scriptie bleek geschreven door ene Tim Jorna, die reacties vroeg, maar het was het laatste dat er op dat blog geplaatst werd. Overigens: alleen die titel was in het Engels, de scriptie zelf in het Nederlands.

Lees verder...

Nodige aanvullingen

Op de Dagelijkse Standaard vandaag een interviewtje met historicus Arthur Weststeijn en kunsthistorica Marieke van den Doel, die werkzaam zijn aan het Koninklijk Nederlands Instituut Rome, n.a.v. de recente lancering van de website Hadrianus: a digital gateway over Nederlandse Romegangers. Daarin wordt Weststeijn geciteerd over de ontdekking van het Ethica-Manuscript. Daarin debiteert hij zoveel vage algemeenheden dat ik het citaat met informatie tussen [ ] aanvul.

“Zo ontdekte een wetenschapper [Leen Spruit] een paar jaar geleden [oktober 2010] bij toeval het enige manuscript van de Ethica van Baruch Spinoza. Merkwaardig ja, want Spinoza was een polemische figuur die juist tegen alles schreef wat met de kerk te maken had. Iedereen dacht dat het oorspronkelijke handschrift na de dood van Spinoza was weggegooid [wordt nog steeds gedacht]. Maar nu blijkt dat een vriend [Ehrenfried Walther von Tschirnhaus] het manuscript woord voor woord heeft overgeschreven [= heeft laten overschrijven door Pieter van Gent] en het meenam naar Rome. Daar liet hij zich inpalmen door een Deen [Niels Stensen, Nicolaus Steno] die hem het geschrift van Spinoza heeft ontfutseld om het aan de Heilige Stoel [de Inquisitie, in sept. 1677] te geven als bewijs voor de verderfelijke ideeën die er in Nederland heersten over de kerk. Zo is het handschrift voor Ethica in het archief van het Vaticaan terechtgekomen waar het 250 jaar lang [= 333 jaar] onaangeroerd heeft gelegen [niet helemaal want het werd in mei 1922 samen met andere codices van het archief van de Congregatie van het Heilig Officie, v/h Inquisitie, overgebracht naar de Bibliotheca Vaticana].”

Spinoza in Filosofiecafé Lochum

Volgende week, vrijdagavond 22 maart 2013, zal Paul Juffermans in het Filosofiecafé Lochum een lezing geven over de godsdienst-filosofie en -kritiek van Spinoza.

De bijeenkomst begint om 20.00 uur in café-restaurant Scholten aan de Bierstraat in Lochem.
Entree 10 euro. Kaarten bij Boekhandel Lovink.

dr. Paul Juffermans

 

[Bericht in De Stentor en op Filosofiecafé Lochum dat deze foto van Paul Juffermans uitsneed uit de foto die ik van hem en Herman De Dijn maakte op 21 juni 2010 bij de promotiereceptie van Miriam van Reijen, zie blog]

Metafysica en zelfs substantiebegrip weer helemaal terug van weggeweest

Van John Heil, directeur van het project Metaphysics and Mind aan de Washington University [PDF], verscheen vorig jaar het boek The Universe As We Find it [Oxford University Press, 2012].

Hij zet zich niet af tegen maar echoot en ontwikkelt verder "The Big Picture" in de lijn van oude filosofen - zoals books.google laat zien: 20 hits Plato, 23 Aristoteles, 22 hits Spinoza, 39 Descartes, 55 Locke…

Chad Carmichael’s review op NPDR begint aldus: “In this ambitious work, John Heil presents a fundamental ontology (chapters 1-8) consisting of finitely many substances and their properties (which he thinks of as particular, trope-like things), together with an account of causation, truthmaking, and a chapter on relations generally. He then applies this ontology (chapters 9-12) to a number of outstanding problems about reductionism, kinds, essences, emergence, consciousness, cognition, and much else. A final chapter reprises the main points about fundamental ontology from the first chapters.” [cf NPDR]

Voorkant

Michael Esfeld besprak in in Metaphysica [14 (2013), pp. 143–148] dit boek samen met nog twee andere: David J. Chalmers, Constructing the world [Oxford: Oxford University Press 2012] – cf PDF Introduction en books.google (heeft geen Spinoza) - en

Theodore R. Sider, Writing the book of the world [Oxford: Oxford University Press, 2011]

 

Nog eens Goethe’s Spinozisme in zijn gedichten

Johann Wolfgang von GoetheVan Johann Wolfgang von Goethe heb ik in eerdere blogs de gedichten Prometheus [waarschijnlijk uit 1774, hier] en Eins und Alles [uit 1821, hier] opgenomen. De vraag blijft bij deze gedichten, in hoeverre of hoeveel Goethe meeging met Spinoza’s godsopvatting. In reacties werd het Spinozistische van die gedichten betwist. Het blijft toch moeilijk één duidelijke mening uit Goethe te destilleren – hij was geen filosofisch systematicus zoals Spinoza dat zo – ook voor filosofen - uitzonderlijk was.

Zo lees je bij Eberhard A. Spiss: „Der Urgrund der Natur offenbart sich für Goethe nur im Gleichnis und im Symbol. Das Wahre kann von uns niemals direkt erkannt werden. Die Natur in ihrer göttlichen Ordnung bleibt seinem Wesen nach immer unbenannt.” Waarna hij ter illustratie de tweede strofe van Proömion geeft die ik hieronder opneem [Hier], terwijl Spinoza er geen moeite heeft het wezen van God te typeren.

Er is wellicht om volledig Spinozistisch te kunnen zijn bij Goethe soms iets teveel nadruk op ‘geest’: “Leben der Natur ist von göttlichem Geist bestimmt.” Of zoals Eisler Goethe’s godsopvatting samenvat: „Ihm [Goethe] ist Gott das Ewige im Wechsel der Dinge, die der Natur immanente schöpferische Kraft; die Natur ist »der Gottheit lebendiges Kleid«. Gott ist unpersönliche Weltseele.” [Gott in Eisler: Wörterbuch der philosophischen Begriffe]. Die Weltseele kan hij niet uit Spinoza hebben. [Om die reden neem ik zijn gedicht Weltseele hier niet over.]

Maar in een retrospectief (Tag- und Jahreshefte, ontstaan tussen 1817 – 1830 terugblikkend op 1811, het jaar waarin het eerste deel van Dichtung und Wahrheit in druk verscheen) geeft Goethe aan dat Jacobi’s opvatting “die Natur verberge Gott“ dé splijtzwam tussen hen werd. En daarin benadrukt hij nog eens zijn op Spinozistische wijze „Gott in der Natur, die Natur in Gott zu sehen“:

Lees verder...

Spaanse filosofische fictie: Het kristal Spinoza

Zou het wat zijn? en zou er een Nederlandse uitgever te vinden zijn voor:

Juan Arnau, El cristal Spinoza. Editorial Pre-textos, Valencia, 2012 [PDF]  

Jan ontmoette als kind Spinoza toen de onrust in het land de filosoof naar de Paviljoensgracht in Den Haag had gebracht, waar hij onderdak vond in het huis van zijn vader, de schilder Hendrick van der Spyck. De jongen won het vertrouwen en de vriendschap van de filosoof, ging mee naar de geheime vergaderingen van de Spinozakring, was getuige van de eenzaamheid van de vrije gedachte en had uit de eerste hand een aantal van de cruciale gebeurtenissen in diens leven: zijn eerste liefde (voor het theater), de verwijdering uit de synagoge, de joodse ballingschap naar Rijnsburg, het leven in gehuurde kamers, het werken met lenzen, chemische experimenten en een mislukte moordaanslag.
De oude Jan trekt nog steeds de sporen na van het systeem, more geometrico, dat Spinoza aan de geschiedenis heeft nagelaten. Er zijn er die hem verzekeren hem onlangs in de straten van Amsterdam gezien te hebben. En ondanks zijn afkeer van vliegtuigen, reist hij van daaruit naar verschillende delen van de wereld, om er de aanwezigheid van Spinoza te detecteren.

Deze roman is het verhaal van die zoektocht. Een filosofische fictie die bedoeld is om de levendige en troostende filosofie samen te vatten.

es.wikipedia over Juan Arnau [translate.google Spaans-Nederlands]

Franciscus van den Enden (1602 – 1674)

Gisteren las ik het boekje van Jan V. Meininger en Guido van Suchtelen over Franciscus van den Enden: Liever met wercken, als met woordende levensreis van doctor Franciscus van den Enden, leermeester van Spinoza, complotteur tegen Lodewijk de Veertiende [Heureka, Weesp, 1980]. Ik was er nooit eerder aan toegekomen, maar het stond wel op mijn te-doene-dingen-lijstje en gisteren leende ik het dan uit de Maastrichtse bibliotheek.

Ik vond het best een aardig boekje dat zich in één ruk liet uitlezen. Na 33 jaar, hoewel op vele punten achterhaald door nieuwe ontdekkingen, is het nog steeds de eerste én de beste monografie over Van den Enden. Maar het wordt langzamerhand wel tijd dat er een nieuwe biografie over deze man geschreven gaat worden. Iets om te stimuleren voor het Biografie Instituut in Groningen? Ik vrees echter dat Van den Enden daar als té onbelangrijk figuur in onze (cultuur-)geschiedenis wordt gezien.

Het is uiteraard leuk voor een lezer anno 2013 die intussen beter geïnformeerd is, passages te lezen als: “Zijn geschriften, zo ze al hebben bestaan, zijn geheim gebleven.” (p. 131). En: “Er is nergens een aanwijzing gevonden, dat Van den Enden inderdaad voor Hollandse Kolonisten op de oostkust van Amerika een onafhankelijke republikeinse regeringsvorm zou hebben ontworpen.” (eindnoot 2, p. 146) Dit schreven ze n.a.v. een bewering van Jean-Pierre Petitfils die in “Le complot du chevalier du Rohan”, in L’Histoire pour tous, 1969, had geschreven over een “Etat populaire invincible, qu’il avait déjà tenté d’appliquer en Nouvelle-Hollande.” (p. 116)

Lees verder...

Onora O’Neill benoemd op de Spinoza Leerstoel 2013

Blijkbaar is de Universiteit van Amsterdam z’n website alweer aan het vernieuwen. Het nadeel daarvan is dat allerlei links naar eerdere pagina’s vervolgens niet meer werken. Dit is niet de eerste keer dat dit gebeurt. Zo is de informatie over de Spinoza Leerstoel verstopt. Het is niet te vinden via de menu’s, maar íets staat er nog wel [zie hier]. Enfin, het zij zo. Een opmerkelijke ‘verbetering’ lijkt bovenstaande banner die in de kop van de webpagina van de Afdeling Wijsbegeerte is geplaatst.

Behalve via de UvA Studiegids voor studenten wordt voor de buitenwereld op een weer wat krakkemikkige manier bekend gemaakt wie de Spinoza Leerstoel dit jaar zal bekleden: via persberichten, maar niet meer via een pagina op de website (de oude pagina wordt niet meer bijgehouden). Enfin, na wat zoekwerk kan ik hier melden dat Barones Onora O’Neill voor 2013 op de Spinoza Leerstoel van de Afdeling Wijsbegeerte van Universiteit van Amsterdam is benoemd. Deze Leerstoel werd in 1995 ingesteld.

Lees verder...

Felix Meritis viert 225 jarig bestaan met Joseph Semah

In de kunstinstallaties van filosoof-kunstenaar Joseph Semah komt altijd wel iets van Spinoza, zijn geliefde filosoof.

Felix Meritis viert in 2013 zijn 225 jarig bestaan met een kunstinstallatie bovenop het oudste nog bestaande Observatorium van Nederland. De kunstinstallatie Amsterdam of Above - Amsterdam of Below van kunstenaar Joseph Semah verbindt de sterren, de grachten en markante gebouwen in de stad.

In de kunstinstallatie Amsterdam of Above - Amsterdam of Below staan de sterrenkijkers niet gericht op de hemel maar op citaten, aangebracht op tien gebouwen door de hele stad. Alleen vanaf dit Observatorium zijn alle citaten zichtbaar. ‘Desire is the very essence of man’ van Spinoza prijkt op De Nederlandsche Bank en Vondel’s ‘De wereld is een speeltoneel’ is zichtbaar op de Stadsschouwburg Amsterdam en op het Maagdenhuis staat Frank Zappa’s ‘So many books, so little time’.

Foto panorama en Felix Meritis aan de Keizersgracht: Thomas Schlijper - http://felixmeritis225jaar.nl/

Lees verder...

Yalom's boek blijft zich over de wereld verspreiden - nu als El Problema de Spinoza

Op 19 februari 2013, ruim een jaar na de Nederlandse, is nu ook de vertaling bij een Spaanse uitgever verschenen (er was al een Argentijnse) van Irvin Yalom, El Problema de Spinoza. Ediciones Destino, febr. 2013

   

Wel aardig hoe die verschillende lijsten de diverse referentiekaders verbeelden vanwaaruit Spinoza's filosofie gelezen en geïnterpreteerd kan worden.

Lees verder...

Spinoza-scholarship gevaarlijk gedomineerd door joodse intellectuelen?

Dat er in de Spinoza-studie zovele joodse geleerden te vinden zijn, is voor de een begrijpelijk of zelfs verheugend, maar voor een ander kennelijk verontrustend.

Gisteren verscheen het laatste van drie artikelen [zie ook dit blog] van een flink verontruste Andrew Joyce op een enge website, The Occidental Observer, die een flinke hoeveelheid tijd en energie moet hebben gestoken in het bestuderen van Spinoza-studie door joodse intellectuelen uit zo ongeveer de laatste honderd jaar. Je staat ervan te kijken hoe wordt bijgehouden resp. bekend lijkt te zijn wie er allemaal joods is.

Of hij alle werken die hij aanhaalt gelezen heeft, is twijfelachtig, dat hij eenzijdig en bevooroordeeld gelezen heeft is duidelijk uit een reeks beweringen die hij doet. Je ziet dat mechanisme van vooroordeel werkzaam in de selectie en in het aanhalen van ‘medestanders’. Zo b.v. citeert hij een passage uit Hubbelings tweede, filosofische, dissertatie, waarin hij schreef “some Jewish writers who emphasize very strongly the importance of Spinoza’s contribution to the development of democratic ideas.” Uiteraard typeert Joyce dat als “an objective view.”
Lees verder...

Weer haalde Spinoza niet de shortlist voor de Socratesbeker

Eén voorspelling is uitgekomen: in het blog over de longlist voor de Socratesbeker 2012 meende ik dat Tinneke Beeckman’s Door Spinoza’s lens, dat eervol op die lijst voorkwam, de shortlist niet zou halen. Haar boek ondergaat hetzelfde lot dat in 2010 De Dijn’s Spinoza. De doornen en de roos overkwam.

Mijn andere voorspelling, dat Paul van Tongeren met Leven is een kunst hoge ogen gooit voor de Socratesbeker 2012, maakt nog steeds goede kans uit te komen als ik de hele shortlist zie. Die shortlist, aldus meldt Trouw (Filosofiemagazine heeft het nog niet op de site over de Socratesbeker), bestaat uit de volgende vijf filosofieboeken die vorig jaar uitkwamen:

Paul van Tongeren - Leven is een kunst
Willem Schinkel - De nieuwe democratie
Paul Verhaeghe – Identiteit
Bert Keizer - Waar blijft de ziel?
Leon Heuts & Herman de Regt - De filosofie twittercanon

Over een week: Het noodlot van een ketter. Adriaan Koerbagh (1633-1669)

Al in een blog op 2 september 2012 meldde dat van Bart Leeuwenburgh, Het noodlot van een ketter. Adriaan Koerbagh (1633-1669) door de Nijmeegse uitgeverij Vantilt in jan. 2013 zou worden uitgebracht. Die publicatie is iets vertraagd, maar komt er nu aan - over een week.

Enige dagen vóór aanvang van de Boekenweek 2013, op donderdag 14 maart, houden Bijzondere Collecties / boekhandel Nijhof & Lee* een Boekensalon, waarbij uitgeverij Vantilt het nieuwe boek van Bart Leeuwenburgh over de ketter Adriaan Koerbagh (1633–1669) presenteert.

Tijdens deze Boekensalon zal Wiep van Bunge, hoogleraar Geschiedenis van de filosofie aan de Erasmus Universiteit Rotterdam, een korte inleiding houden, waarna Bart Leeuwenburgh het eerste exemplaar van zijn nieuwe boek aanbiedt aan taalhistoricus Ewoud Sanders. Locatie: Oude Turfmarkt 129 | 1012 GC Amsterdam
Tijdstip: 16:00 – 18:00 uur
Voor méér informatie en aanmelding zie de website

*) Boekhandel Nijhof & Lee, gespecialiseerd in typografie, grafische vormgeving en boekgeschiedenis, is in 2011 ingetrokken bij Bijzondere Collecties van de Universiteit van Amsterdam.

                   

Doe je best – het universum doet de rest

Ook het lezen van een ochtendblad doet soms aan Spinoza denken, ook waar niets van diens filosofie aan de orde lijkt. Vanmorgen een interviewtje over yoga met de in Canada geboren Kyrin Hall (33), die al van alles deed (filmactrice, MTV-presentatrice enz.), maar nu in Amsterdam-Zuid een yoga-studio heeft. Door yoga had ze ontdekt dat haar eerdere leven ‘een constante paniekaanval’ leek. De laatste zin luidt: “als ik mijn best doe, zorgt het universum voor de rest.”

Leuk te lezen. Hoeveel mensen zullen hun leven in verband met het universum brengen? Alleen degenen die in astrologie geloven? Ik kan me in de geciteerde passage wel vinden: het brengt het ‘ik’ (dat zelf ook wat vermag) in relatie met de totale omgeving, het universum, het al. En ik realiseer me bij het lezen meteen dat er een andere, naturalistisch-deterministische Spinoza-lezing is die - naargeestig - het idee “ik doe mijn best” als volstrekte illusie uitlegt en benadrukt dat ook daarin – in mijn doen - het universum aan het werk is: dat ik niets zelf heb of doe. Zo lees ik Spinoza niet en ik zie hem ‘ja’ knikken bij de aanbeveling: doe je best – het universum doet de rest.
Quo magis agit, eo perfectior est & plus habet realitatis.

Hoe méér iets werkt, hoe volmaakter het is & hoe meer werkelijkheid het heeft (samengesteld uit V/40 + bewijs)

               
                                  Kyrin Hall doet de Parsvottanasana

Zulke oefeningen zijn overigens niets voor mij (jammer genoeg).

Spinoza en de vrouw - een Paradijsverhaal

Het artikel van Hasana Sharp, “Eve’s Perfection: Spinoza on Sexual (In)Equality,”dat vorig jaar verscheen [in: Journal of the History of Philosophy, vol. 50, no. 4 (2012) 559–580]  is door Karel D’huyvetters in het Nederlands vertaald en vandaag op zijn website Spinoza in Vlaanderen geplaatst. Het gaat dus over de welbekende "zwarte bladzijde" aan het eind van de Tractatus Politicus.

Het is een goede zaak dat Karel aandacht vraagt voor bepaalde artikelen die hem aanspreken en er door vertaling ervan een ruimere verspreiding aan geeft. Het is een onderwerp waarover vooral door vrouwen geschreven lijkt te worden (zie dit blog van 8 aug 2011: Ongelijke uitkomst van studies over de - volgens Spinoza - ongelijkheid van de vrouw).

Hasana Sharp wil in haar artikel vooral aan de hand van hoe Spinoza schreef over Adam en zijn ega in het Paradijs aantonen dat hij daar de gelijkheid van man en vrouw wat hun vermogen betreft om hun natuur te verwezenlijken, zou hebben benadrukt. Het is een lange omweg die zij neemt, om uit te komen bij de slotconclusie: “Hoewel we onmogelijk kunnen weten of Spinoza’s uitsluiting van de vrouw uit de democratische polis een bewuste knieval was voor het conventionele, wijzen andere opmerkingen erop dat hij helemaal niet immuun was voor het seksisme van zijn tijd. Spinoza was een stoutmoedig denker en een iconoclast, en het verdient vermelding dat hij wel in staat was om in de perfectie van Eva te zien wat het betere was, maar bij het schrijven van de laatste paragrafen van de Staatkundige Verhandeling deed hij, om welke reden dan ook, wat slechter was.”

Lees verder...

Beetje eng hoe over Spinoza en de joden wordt geblogd…

Op een website, The Occidental Observer, die gewijd is aan “white identity, white interests, and the culture of the West” verschijnen nogal griezelige artikelen, wat geen verbazing wekt bij zo’n bekommernis en doelstelling.

Zo heeft ene Andrew Joyce zich gespecialiseerd in Jewish Narratives die hij onderuit wil halen, b.v. joodse mythen over de Russische Pogroms. Andrew Joyce is kennelijk bezeten van een nogal griezelig antisemitische preoccupatie. Ik zag vandaag toevallig (naar iets anders op zoek) dat hij gisteren een serie begon (deel 1 van 3): “Pariah to Messiah: The Engineered Apotheosis of Baruch Spinoza.” Daarin wil hij de vinger aan de pols leggen van “ethnic networking in efforts to establish Jewish figures in positions of scientific, academic, artistic or cultural pre-eminence.” En daarvoor neemt hij als voorbeeld “the Jewish emphasis on Spinoza as a prominent and significant Enlightenment figure” - vooral Jonathan Israel met zijn trilogie over de Radicale Verlichting en Spinoza’s centrale positie daarbinnen wordt daarop aangekeken. “As will be demonstrated during the course of this essay, the elastic nature of Spinoza’s philosophy —  its ability to be at once everything and nothing — has been most helpful to the activists working on his behalf."

Het echte bekritiseren van Israel moet nog komen, maar om dat in te leiden schetst hij eerst de volgens hem geringe historische en wetenschappelijke betekenis van Spinoza. Dit eerste stuk geeft een idee van hoe hij te werk gaat: in de literatuur vooral negatieve en denigrerende opmerkingen bij elkaar grasduinen. Beetje eng allemaal. Maar ja, bloggen staat vrij. Net zoals het mij vrij staat op het griezelige en bezopene ervan te wijzen. Zie aldaar

[Zie ook een tweede blog na het derde en laatste deel]

Spinoza en hen kai pan - Spinoza’s filosofie is incompatibel met de Anima Mundi-(Wereldziel-)theorie

Ik heb het altijd merkwaardig gevonden hoe makkelijk – zoals Jacobi het voorstelde - Lessings Ἓν καὶ Πᾶν, Een en Alles, aanvaard werd als uiting van zijn ‘Spinozisme’ en aldus Spinoza als aanhanger van de aloude “Al-eenheid”-theorie, als filosofie over de eenheid van alle zijn, inclusief alle verscheidenheid; anders gezegd dus: eenheid van alles. Dat alleen op zich genomen typeert redelijk zijn een-substantie-leer, maar er is het risico dat allerlei vroegere connotaties meekomen die niet des Spinoza’s zijn.

 Ἓν καὶ Πᾶν heeft heel oude papieren: gaat terug op Heraclitus “uit alles een, uit een alles.” Toshimasa Yasukata heeft in “Lessing's Philosophy of Religion and the German Enlightenment”* laten zien dat Lessing drie verschillende Griekse formules hanteerde: in een eigenhandig geschreven notitie uit 1780 staat hen ego kai panta; vervolgens zoals Alexander Altmann en Erwin Quapp recent aantoonden, hen ego kai pan [Ik ben Een en Alles]. De derde formule, afkomstig van Jacobi’s rapportage, hen kai pan, duidt niet op een Spinozistisch pantheïsme maar op een panentheïsme van een meer spiritualistische aard. Het is riskant dit nog als Spinozisme te zien (het is het vertrekpunt voor Herman De Dijn om er Spinoza’s systeem als transcendent mee te typeren). Volgens Yasukata moet op filosofische en linguïstische gronden hen ego kai panta Lessing’s meest authentieke formule geweest zijn die suggereert dat de wereld (panta) en God (theos) bemiddeld worden door de eerste persoon “Ik” (ego). Op grond hiervan zou Lessings zienswijze het best getypeerd kunnen worden als “pantaentheïsme”.  

Het risico van hen kai pan met Spinoza – die die term nooit gebruikte - in verbinding brengen is hem zo te koppelen aan het hermetisme van Hermes Trismegistos aangevuld met kabbalisme en de idee van de ‘Wereldziel’, zoals het vooral door Giordano Bruno was verspreid, waarvoor de Duitse vroeg-romantici grote belangstelling hadden.  

Met vreugde ontdekte ik dat hierover recent een uitvoerig boek is verschenen van de Hongaar Miklós Vassányi die dit uitgebreid uiteenrafelt en laat zien dat Spinoza’s filosofie incompatibel is met de Anima Mundi-(Wereldziel-)theorie (jammer genoeg wel weer ‘n flink prijzig boek)

Miklós Vassányi, Anima Mundi. The Rise of the World Soul Theory in Modern German Philosophy. Springer, 2011, ISBN 978-90-481-8795-9
[books.google geeft ruim 80 hits op Spinoza]

Lees verder...

Weer zo'n boek - Richard Kraut's Against Absolute Goodness - zonder Spinoza

Zoals ik al vaker heb gezegd: ik ga niet - verontwaardigd - alle boeken van filosofen signaleren, waarin Spinoza geen enkele rol speelt (al was het maar daar verontwaardiging een kwaad, dus niet goed is). Maar bij sommige onderwerpen is het een extra schande. Dat geldt in hoge mate voor dit boek van

Richard Kraut, Against Absolute Goodness. Oxford University Press, 2011 - ISBN 9780199844463 - books.google

Weer zo'n boek van een typisch Angelsaksisch analytisch filosoof: veel Moore en desgelijken, wat Kant, Plato, Aristoteles, John Rawls & John Broome. Geen Spinoza, geen Hannah Arendt - en dat bij zo'n onderwerp! Het verdient alleen al daarom toch een dikke onvoldoende. Geen wonder dat filosofie geen vooruitgang kent als echt grote filosofen eenvoudig genegeerd kunnen worden.  

De reviewer in de NPDR, Nomy Arpaly, schrijft: "I am reminded of Spinoza declaring that music is good to the melancholy, bad to those who mourn, and neither good nor bad to the deaf," maar dat kwam niet door maar ondanks dit boek.

Ook in Thomas Nagel's laatste boek geen Spinoza

In het verlengde van het blog “Naturalisme én teleologie in Spinoza's filosofie!” dat al diverse reactie kreeg, wijs ik – getipt door Wim Klever – op het nieuwste boek van

Thomas Nagel, Mind and Cosmos. Why the Materialist Neo-Darwinian Conception of Nature is Almost Certainly False. Oxford University Press. 2012, 144 blz. ISBN: 9780199919758

Nagel is vooral bekend van zijn beroemde essay What is it like to be a bat? (1974), waarin het hem ging om de uniciteit van individuele ervaring. En veel geciteerd – ook in dit blog – is zijn “view from nowhere”. Daarin líjkt hij iets Spinozistisch te hebben, Thomas Nagelmaar Nagel doet niets met en lijkt niets te hebben aan Spinoza. Ook in dit laatste boek van deze 75-jarige analytische filosoof komt Spinoza niet voor (zo is bij Amazon te zien - en bij books.google).

De bekommernis van Nagel is de mijne: tegengaan van eenzijdig materialistisch reductionisme (dat hij omschrijft als “the thesis that physics provides a complete explanation of everything”). De wetenschap die tot volledige verklaringen wil komen moet een nieuwe weg inslaan. Ben ik met hem eens, maar ik denk dan aan: méér Spinoza.

Lees verder...

Brieven over de 'Wederopstanding'

Gisteren was de eerste dag van de VHS Studiebijeenkomst over Spinoza’s Briefwisseling, die werd geopend door Piet Steenbakkers, van wie we – zoals we ge(ver)wend zijn – een handige handout ontvingen. Niet alles kan ik hier uiteraard aan de orde stellen. Ik kies voor dit blog de voor mij nieuwe informatie en nuttige inzichten die Steenbakkers bracht. Dat betreft dan de laatste brieven die Oldenburg en Spinoza elkaar schreven, nadat ze hun correspondentie na een pauze van een flink aantal jaren weer oppakten.

Ik heb in een blog van bijna een jaar geleden al eens voorgesteld die laatste reeks brieven aan te duiden als “Brieven over de ‘opstanding’”, want dat is hét centrale onderwerp ervan. Ik volgde daarbij de vertaling van Akkermans, maar bij nader inzien volg ik liever Steenbakkers vertaling: wederopstanding (resurrectio). Naar hetgeen Steenbakkers bracht, blijkt nóg scherper hoe dat het heikele onderwerp is waarheen die brieven culmineren.
[N.B. die typering met Brieven over de ‘Wederopstanding’ is niet van Piet Steenbakkers. *]

   
glasraam van de wederopstanding van Christus in de kathedraal van Salta in Argentinia

Lees verder...

Nog een keer: Spinoza te Paard

 

Spinoza in "Opstand!"

Er is een boek op komst waarin Spinoza deze keer niet vergeten wordt, zag ik aan een tip van Mark Weijering.

Ernst van den Hemel, Merijn Oudenampsen. Opstand! Historisch handboek voor historische weerbaarheid. Boom, Meppel, (verwacht) mei 2013, ISBN: 9789461052216

De uitgever: "Om een nationaal zelfbeeld gestalte te geven wordt vaak de geschiedenis ingezet. Zo voorziet een mythische fundering een nieuwe politieke werkelijkheid van historische legitimering. De populistische revolte van het afgelopen decennium in Nederland is daarop geen uitzondering.
Termen als de judeo-christelijke cultuur, de Hollandse tolerantie of de  ondernemersgeest worden in hedendaagse debatten maar al te vaak gepresenteerd als behorend tot een vanzelfsprekende nationale geschiedenis. Dit boek trekt die vanzelfsprekendheid in twijfel en bepleit historische weerbaarheid en een hernieuwde politieke kijk op onze geschiedenis. Immers, een volk dat zijn geschiedenis kent is weerbaarder tegen de politieke waan van de dag. De auteurs leggen met Opstand de bijl aan de vermeende wortels van ons Nederlanderschap.

Opstand bevat zes essays:

• over Willem van Oranje en de judeo-christelijke Leitkultur;
• over Johan de Witt, Spinoza en de herkomst van ideeën van vrijheid en tolerantie;
• over boeventucht, straf en tolerantie bij Vondel en Coornhert;
• over het Wilhelmus van Joan Derk van der Capellen tot den Pol;
• over het verbod op godslastering;
• over Huizinga's Nederlands Geestesmerk en het debat over de Nederlandse identiteit Over de auteur(s): Ernst van den Hemel (1981) werkt als religie- en literatuurwetenschapper aan het Amsterdam University College en de Universiteit van Amsterdam.
Merijn Oudenampsen (1979) is als socioloog en politicoloog werkzaam aan de Universiteit van Tilburg."

Ik mag toch hopen dat de auteurs de notie "judeo-christelijke Leitkultur" toch niet echt geschikt zullen vinden voor de 16e-17e Eeuw.

Moses ben Mordecai Zacuto (ca. 1610 – 1697) kon geen medeleerling van Spinoza zijn

Hier en daar kom je in levensbeschrijvingen van Spinoza of in literaire verbeeldingen tegen dat ene Moses Zacuto een oudere medescholier van Spinoza was. Zo is Zacuto een personage in de Opera Spinoza van Ton de Kruyf op een libretto van Dimitri Frenkel Frank waarmee in 1971 het Holland Festival werd geopend [cf blog). Ik weet nog dat ik een lange uithaal op die naam na de pauze van die opera waarvan ik een deel op internet bracht (cf blog) niet kon thuisbrengen, want in Steven Nadler’s Spinozabiografie was ik over die persoon niets tegengekomen. Dus moest ik naar hem op zoek.
Zo figureert Zacuto in A. Wolf’s introductie, commentaar en ‘life of Spinoza’ bij zijn in 1910 uitgegeven SPINOZA’S SHORT TREATISE ON GOD, MAN, & HIS WELL-BEING, Mozes Zacuto als one of his senior school-fellows en vervolgens gewoon als Spinoza's schoolfellow (cf acrhive.org).

Moses ben Mordecai Zacuto was een joodse kabbalist, die een lievelingsleerling van rabbijn Morteira geweest zou zijn met wie hij ook vanuit Venetië waar hij vervolgens het grootste deel van zijn leven verbleef, correspondeerde. Hij was In Venetië als rabbijn verbonden aan de yeshivah. Hij was dichter van religieuze, mystieke poëzie; een groot dramatisch gedicht, Tofteh Arukh (1715), werd zeer populair. Hij schreef een bijbels drama in het Hebreeuws schreef, Yesod Olam, en zou daarmee de eerste zijn geweest die dat deed.

Bij het zoeken naar materiaal over Moses Zacuto viel me op dat blijkbaar z’n geboortedatum niet echt bekend is. Ik kwam de volgende data tegen: 1625 (wikipedia), 1620 (encyclopedia) en zelfs ca 1610. Bij die eerste datum zou hij nog een oudere schoolgenoot van Spinoza geweest kunnen zijn. Bij die laatste datum schelen Zacuto en Spinoza ca. 22 jaar. Die laatste datum vond ik in een meest recente bron, namelijk in Ilana Zinguer, Abraham Melamed & Zur Shalev (Eds.), Hebraic Aspects of the Renaissance, [Brill, Leiden, 2011], waarin Dvora Bregman het hoofdstuk schreef “Moses Zacuto Poet Of Kabbalah” [pp 181-193] en Allessandro Guetta in een ander hoofdstuk tot tweemaal toe als de data van Zacuto vermeldt: ca 1610 – 1697 [cf books.google]

Als dit de laatste deskundige schatting is, dan schelen Zacuto en Spinoza echt teveel in leeftijd, ca 22 jaar, om elkaar op school ontmoet te hebben. En dat nog afgezien ervan dat Spinoza waarschijnlijk helemaal niet bij Morteira is schoolgegaan. Het lijkt me dus volkomen terecht dat Steven Nadler in zijn Spinoza, a Life (1999) niets over Moses Zacuta heeft.

Niet dat ik me verbeeld dat dit blog enige invloed zou hebben, maar ik stel voor dat Zacuto geheel uit de levensbeschrijvingen en literaire verbeeldingen van Spinoza verdwijnt.

Kiron Khosla’s Spinoza

Deze kunstenaar is geboren in 1967 in Calcutta kreeg zijn kunstopleiding in Londen aan het Central St. Martin´s School of Art and Design, en leeft en werkt al jaren in Keulen. Zoals het een echte kunstenaar betaamt, heeft hij uiteraard een heel eigen stijl [zie zijn website].

In 2006 maakte hij dit schilderij van 80 x 77 cm dat hij noemde: Spinoza. Het nodigt uit tot het raden waaraan de kunstenaar zoal gedacht heeft bij het vertellen van dit beeldverhaal. Ik zal u niet met mijn associaties voor de voeten lopen.