De Jezus van Paul Verhoeven en de Christus van Spinoza
Tot gisteren had ik echt niet gedacht dat ik ooit de Jezus van Nazaret van Paul Verhoeven zou gaan lezen. Maar eergisteren kreeg ik een e-mailtje van iemand die schreef: “Ik had het vrijdag gekocht en zaterdag in een ruk uitgelezen. Ben zeer geboeid geworden door zijn fascinerende reconstructie van het leven van deze revolutionair. En omdat ik zo enthousiast ben, wil ik vrienden daarvan in kennis stellen. Onderbreek voor een dag je lectuur van Spinozana voor dit boek. September uitgekomen, Oktober al tweede druk (Meulenhoff).”Ik antwoordde, nog enigszins afhoudend: “Bedankt voor je aanbeveling. Dat had ik nooit gedacht: dat ik nog eens een boek over Jezus aangeraden zou krijgen. Ik ben niet meer van de Jezus-beweging en ook niet van de Paul Verhoeven-fankring. Uiteraard is me het nieuws over het boek niet ontgaan en heb ik het in stapels in de winkel zien liggen. Bij het zeer vele dat verschijnt ben ik vaak heel blij bij vele boeken te bedenken: "Hoef ik niet te lezen." Want ik héb al zo'n stapel boeken liggen, waar ik nog niet aan toegekomen ben. Ik weet het nog niet, maar ben benieuwd of jij m'n nieuwsgierigheid ernaar zo sterk vergroot hebt, dat ik er uiteindelijk niet aan kan weerstaan.”
De dag erop al ging ik naar de boekwinkel om het nieuwste boek van Susan Neiman aan te schaffen. En het minste wat ik aan dat vriendelijke mailtje verplicht was: ook even het boek van Paul Verhoeven inzien.
Lezing van hier en daar een stuk pakte me - toch. Hét motief om het boek (4e druk al) te kopen was: weer eens in contact komen met die wereld van mijn jeugd waarin Jezus en katholieke kerk zo’n belangrijke plaats innamen en met de tijd van mijn adolescentie waarin ik mij losworstelde uit al datgene wat ik van jongsafaan geacht werd te geloven en waartegen ik zwaar in verzet kwam. In ongeveer een jaar tijd nam ik geleidelijk aan achtereenvolgens afstand van kerk, geloof en god en werd ik door-en-door seculier en atheïst.
Ik begon er direct aan en Paul Verhoeven sleurde me met zijn onderzoek meteen zijn boek in. Wat een interesse! Wat een fanatieke deskundigheid! Wat goed, knap gebracht!
Al die verhalen uit het Nieuwe Testament waren mij uiteraard door en door bekend. Maar hier werd met gebruikmaking van een schat aan modern-bijbelwetenschappelijke literatuur, met vooral één simpel uitgangspunt (wat onmogelijk kan, is niet gebeurd – zeer rationalistisch: wonderen bestaan niet en zijn alleen maar verzonnen verhaal), met een aan verslaafdheid grenzende interesse vele, vele jaren lezen en inwerken in een netwerk van bijbelexegeten, én tenslotte maar niet het geringste: met de vakkundige verbeelding van de filmmaker... vanuit al die ingrediënten werd door Paul Verhoeven een grandioze prestatie geleverd.
Hij tovert de lezer een Jezus van Nazaret voor die zich ontwikkelt, eerst tot een navolger of opvolger van de Johannes de Doper-beweging; dan via psychische crises waarin hij zich terugtrekkend in eenzaamheid (de bergen, de woestijn) zijn ervaringen, conflicten en teleurstellingen verwerkt, waarbij hij de overtuiging krijgt dat het Koninkrijk Gods op aarde komt en dat hij daar een centrale rol in te spelen krijgt; vervolgens ontdekt hij over charismatische en exorcistische gaven te beschikken, waardoor hij almaar meer volgelingen en aanhangers krijgt die hem bevestigen in de koningsrol in dat komende Koninkrijk Gods. Maar nadat hij merkt dat dat verwachtte Koninkrijk Gods niet (uit)komt, begrijpt hij dat God van hem verlangt dat hij zich aan de autoriteiten moet overgeven om zijn vriend Lazarus te redden. Als ook die gedachte niet uitkomt, omdat Lazarus dood is, ontwikkelt hij zich tot een verzetsman en revolutionair, iemand die zijn groep opdraagt wapenen aan te schaffen om zich te verdedigen tegen degenen die hem willen oppakken en executeren. Voor hoe zo'n ontwikkeling ongeveer geschiedt, baseert Verhoeven zich op Che Guevara en Osama Bin laden.
Knap is om te lezen hoe Verhoeven met allerlei zinnige argumenten (en hier en daar met zich te filmen scènes voor te stellen) diverse deelverhalen van de evangelisten op andere plaatsen ‘monteert’ of naar het rijk der fabelen verwijst of tot ‘christelijke overschilderingen’ besluit (een term die hij van theoloog Schillebeeckx overneemt).
Met deconstructie en reconstructie van oude verhaalmontages over andere verhaallijnen in de evangelieverhalen construeert Paul Verhoeven zijn eigen nieuwe verhaal over een revolutionaire Jezusfiguur die het zonder enig wonderbaarlijk en bovennatuurlijk element doet. De natuur, de ontstaanspyschologie van een revolutionair is op zich al wonderbaarlijk genoeg.
Nee, ik heb er bepaald geen spijt van dat ik dit bevriende advies heb opgevolgd. Het heeft bij mij een beetje eraan bijgedragen om achteraf iets meer te begrijpen wat er mogelijk bij het ontstaan en de vestiging van het christendom aan theologisch-politiek knutselwerk en ‘christelijke overschildering’ is geleverd.
En dan komt toch - onvermijdelijk hier - de vergelijking met Spinoza. Jan Knol overdrijft in zijn laatste boekje, waarin hij Spinoza en Jezus een gesprek laat voeren, met te vinden dat Jezus en Spinoza wat hun leven en denken aangaat "frappant op elkaar lijken en beiden vol van Gods Geest zijn." Dat laat ik verder maar rusten.
Spinoza heeft zich, m.n. in de TTP, behoorlijk veel over Christus uitgelaten ('Jezus' noemt hij hem nooit). Voor mijn gevoel heeft Spinoza zijn christelijke vriendenkring de dienst willen bewijzen om zich ook intensief bezig te houden met 'hun' Christus.
Er zijn, niet verwonderlijk bij de filosoof die zo het verschijnsel wonder onderuit haalt, een paar parallellen te trekken met Paul Verhoeven. Ik ga niet uitputtend alle plaatsen langs, maar wijs op Hfst6§ van de TTP, waarin Spinoza spreekt over "omstandigheden die Christus benutte om een blinde te genezen" hetgeen doet denken aan hoe Verhoeven daarover schrijft. Zie ook wat Spinoza in Hfs12§5 schrijft over de vier evangelisten: "ook al komen er bij de één dingen voor die bij de ander niet staan, en ook als de één vaak van nut is om de ander te begrijpen, toch kan men daaruit niet concluderen dat alles wat door de vier evangelisten verteld wordt noodzakelijk is om te weten, en dat God hen heeft uitgekozen om te schrijven opdat de geschiedenis van Christus beter zou worden begrepen. [..] Als ze nu soms door onderlinge vergelijking gemakkelijker en beter begrepen worden, geschiedt dat bij toeval en slechts op enkele plaatsen."
Hiermee, met onderling vergelijken en herplaatsen van passages is Paul Verhoeven sterk bezig in zijn boek.
Hét Christus-concept van Spinoza treffen we aan in Hfst1§18: "aan Christus zijn de besluiten Gods die de mensen tot heil brengen, zonder woorden of visioenen rechtstreeks geopenbaard.[..] In deze zin kunnen wij zeggen dat de wijsheids Gods, dat wil zeggen de wijsheid die bovenmenselijk is, in Christus menselijke natuur heeft aangenomen." en in §19 ziet hij Christus als "de enige mens die rechtstreeks van geest tot geest met God communiceerde."
Verder wilde hij (voor zijn vrienden, in mijn ogen) niet gaan (Christus had geen goddelijke natuur). Maar ik vind dat hij al erg ver ging - eigenlijk té ver, onspinozistisch ver. Hoe zou hij naturalistisch-deterministisch kunnen verklaren dat er één mens kon zijn, zoals hij Christus beschreef? Ik denk dat hij té vriendelijk heeft geprobeerd om zover mogelijk in de richting van zijn vrienden op te schuiven en dat hij a.h.w. deze concessie heeft gedaan om van Christus een heel bijzonder, een heel afwijkend iemand te maken. Wat niet meer dan 'een mening' kan zijn.
De Jezus van Paul Verhoeven is ook een bijzonder, geen gemiddeld mens (charismatisch, gedreven, vrijheidsstrijder, revolutionair, iemand met een afwijkende, eigenzinnige bijna idiosyncratische boodschap van liefhebben van de vijand), maar verder een gewoon, natuurlijk mens.
Spinoza gaat met zijn Christus-beeld een (onnatuurlijk) stuk verder.
Reacties
Die vriend van je heeft inderdaad een goed advies gegeven. Met belangstelling heb ik je enthousiaste reactie op het boek van Verhoeven gelezen. Zelf heb ik Jezus in mijn geschriften o.m. ook als politiek activist getypeerd. Maar hij was ook, en wel primair, leraar, 'onderwijzer'. Mij dunkt dat dit aspect bij Verhoeven te weinig uit de verf komt. Hij maakt ook wat weinig gebruik van de inhoud van de bergrede bij Matteus, die naar de overtuiging van veel kritische theologen toch wel ongeveer zal weergeven wat de kern van zijn onderwijs was. Spinoza is die mening ook toegedaan.
Enkele opmerkingen hierbij. Ten eerste: de vergelijking met figuren als Bin Laden en Che Guevara is intrigerend. Je kunt misschien ook Lenin toevoegen. Persoonlijk ben ik meer geneigd een vergelijking te trekken met onze Nederlandse politieke activist Van den Enden, die zich eveneens met al zijn krachten inzette voor een verandering van de maatschappij in de richting van een waarachtig 'gemenebest' (bonum commune), het equivalent van Jezus' 'Koninkrijk Gods'; en die tenslotte ook onderdeel werd van een gewapende actie, de samenzwering tegen de tiran Lodewijk XIV, die helaas jammerlijk mislukte en hem het leven kostte. Ik zie in hem, om een theologische term te gebruiken, een re/incarnatie van Jezus, iemand die dezelfde idealen nastreefde, even moedig en met zo mogelijk nog meer intensiteit. "Kortom", scheef hij aan het slot van een krachtige oproep, "laten wij als een vrij volk leven of op z'n Numantijns sterven". Lees eens de nummers 64-66 van mijn uitgave van zijn "Vrye politijke stellingen" (Vrijstad 2007). Mijn tweede opmerking geldt je visie dat Jezus een 'bijna idiosyncratische boodschap' had met zijn voorschrift om onze vijanden te beminnen. Ik ben het met je eens dat het een onmogelijk gebod is. Ook Verhoeven meent (helaas) dat Jezus dit gebood. Het laat zich evenwel aantonen dat Jezus dit enkel heeft geadviseerd voor de benarde situatie van de corrupte maatschappij waarin hij verkeerde. In noodsituaties, waarin men toch zijn recht niet kan krijgen, kan men beter eieren voor zijn geld kiezen. Zie sectie 5 van hoofdstuk 3 in bovengenoemd boek, waarin ik precies naga wat Spinoza in TTP7 beweert aangaande de strekking van Matteus 5/43-44. Dat is namelijk het tegenovergestelde van wat alle theologen, idealisten en ook alle andere TTP-commentatoren en CDA-ideologen (als De Dijn) daaromtrent beweren. Onze vijanden of de vijanden van onze staat beminnen is NIET een gebod van Jezus. Ten derde stel je dat Spinoza ten behoeve van zijn vrienden en om deze niet te shockeren, te ver met hen meeging en dus dingen schreef die hij niet meende. Zo zou hij Christus zien "als de enige mens die rechtstreeks van geest tot geest met God communiceerde". Maar dat beweert Spinoza niet. Hij schrijft t.p.: "Christus quidem de mente ad mentem cum Deo communicavit" (Christus communiceerde met God als ziel tot ziel). Dat doe jij ook, Stan! Als ziel participeer je aan en heb je contact met de wereldziel. Jezus had daarin de top bereikt en was daarin misschien wel een beetje uniek, slechts vergelijkbaar met andere grote filosofen als Epicurus, Parmenides, Nagarjuna, Linchi, Dogenshi, Spinoza. Maaar hij had volgens Spinoza geen andere menselijke natuur dan de onze. Zie daarover vooral 4/19 in mijn uitgave van de TTP ("Definitie van het Christendom", Delft 1999), waaruit duidelijk wordt dat Spinoza geen exclusiviteit claimt voor Jezus als filosoof. Hoe zou dat ook kunnen, gezien wat hij in Ethica 2/49 beweert?
Wim Klever 23-10-2008 @ 11:07
Wat Jezus' leraarschap betreft heb je wel gelijk, hoewel Verhoeven toch wel pagina's lang uitspraken en gelijkenissen geeft die samen enig beeld van dat leraarschap geven, dunkt me.
Van wat je schreef ["In noodsituaties, waarin men toch zijn recht niet kan krijgen, kan men beter eieren voor zijn geld kiezen"] zo benaderde ook Verhoeven op minstens twee plaatsen dat Jezus meer de voorkeur gaf aan vluchten dan aan zich en z'n metgezellen te makkelijk laten overmeesteren (ter vegleijking verwees haar naar Guevara).
Wat het derde punt betreft: ik zeg niet dat Spinoza niet meende wat hij over Christus zei, maar dat het slechts 'een mening' betrof (geen bewijsbare 'eeuwige waarheid'). Ik denk dat hij dat 'mooie' beeld van Jezus schetste, omdat er voor hem geen bloed uit vloeide en hij er anderen mee plezierde. We zijn het met elkaar eens dat Spinoza Jezus 'geen andere menselijke natuur dan de onze' toeschrijft en met 'Jezus als filosoof' te zien en ook w.b. z'n eigen filosoof-zijn, niet een soort exclusiviteit claimt: alle mensen beschikken over hetzelfde verstandelijke vermogen en kunnen dat verder verbeteren en tot filosoferen komen.
Ik zie nu trouwens dat ik niet de passage zelf uit H1§ [Christus quidem de mente ad mentem cum Deo communicavit], maar wat Akkerman er in zijn inleiding over zegt: Christus als "de enige mens die rechtstreeks van geest tot geest met God communiceerde." Dat "de enige mens" heeft Akkerman er zelf aan toegevoegd. In dat interpretatieve valkuiltje tuinde ik. Maar wat jij van mij veronderstelt ["Als ziel participeer je aan en heb je contact met de wereldziel"] ervaar ik niet zo. Als mensen met elkaar communiceren en (soms) tot wederzijds begrip komen, zit daar voor mij geen 'wereldziel' tussen, wel een gedeelde rationaliteit.
Stan Verdult 23-10-2008 @ 19:38
Ter aanvulling nog dit (hoewel er niets mee wordt opgevuld):
Filosoof en ongelovige René Gudde maakt het in mijn ogen enigszins bont met in Trouw te zeggen: “Verhoeven wil uiteindelijk de godsdienst redden. Hij lijkt Jezus‘ autoriteit zonder wonderen aannemelijk te willen maken. Als hem dat lukt ga ik erin mee. Een redefundamentalist als ik moet iedere shortcut to enlightenment aangrijpen, zelfs als Hollywood het happy and levert.”
Waar Gudde dat 'godsdienst redden' als doel van Verhoeven vandaan heeft mag Joost weten. Wat verzinnen sommige filosofen soms toch een eind lukraak weg...
http://meer.trouw.nl/elftal/ondenkbare-jezus
Stan Verdult 23-10-2008 @ 19:52
Klever schrijft; “Maar dat beweert Spinoza niet. Hij schrijft t.p.: "Christus quidem de mente ad mentem cum Deo communicavit" (Christus communiceerde met God als ziel tot ziel).”
Maar dat schrijft Spinoza ook niet want de vertaling van ‘mente’ in ‘ziel’ is op niets gebaseerd. Wat Spinoza, als je het Latijn volgt, wel beweerde, en natuurlijk is het maar een mening van Spinoza die wij inderdaad ook niet heilig moeten verklaren, is het volgende; “Christus communiceerde inderdaad met de natuur als een verstand met een verstand.
Want ‘mente’ heeft helemaal niets met ‘ziel’ te maken, omdat er geen ‘ziel’ bestaat, en nooit is aangetoond, en dat dus alleen maar een verzinsel is, maar alleen met het verstand.
En als er dus iets goeds, in spinozistische termen, over Christus te zeggen zou zijn, dan is dat, dat hij inzicht had in de eeuwige oneindigheid van de natuur en dat hij begreep dat we alleen door ons verstand goed te gebruiken tot grotere volmaaktheid kunnen komen. En dat we zo onze intuïtie ontwikkelen, zodat we steeds meer, in heel korte tijd, alles begrijpen, omdat we de samenhang, de oorzaken en gevolgen, van alle dingen die ons beïnvloeden direct inzien. En dat is; ‘het koninkrijk van de natuur’.
J. Duyker 23-10-2008 @ 21:25