Dialoog tussen Darwin en Spinoza
Een jaar geleden, vrijdag 31 augustus 2008, nam Frans Saris, decaan en hoofd van de faculteit Wiskunde en Natuurwetenschappen, afscheid van de Leidse Universiteit. Zijn afscheidscollege was geen college, maar een soort performance, waarin hij vanuit de evolutietheorie antwoord gaf op de vraag 'Waartoe wetenschap'? Saris: 'Ik denk dat het écht zo is dat volkeren die aan wetenschap doen een grotere overlevingskans hebben.' [van hier]
Saris' afscheidscollege had de titel Rondom de Leidse Beuk, dialogen over de waarde van wetenschap. Het was eigenlijk geen echt college, maar meer een performance. Saris schreef een toneeltekst, die hij samen met zijn naaste collega in het faculteitsbestuur, Jan Kijne, en twee studenten voordroeg.
Het stuk speelt in de Hortus. De studenten, die in dit stuk de liefde bezingen, studeren zowel aan de faculteit Wiskunde en Natuurwetenschappen als aan de Faculteit der Kunsten.' Het stuk gaat over de vraag 'Waartoe wetenschap?' en heeft zeven dialogen:
1. Francis Bacon en Kamerlingh Onnes ,
2. Kamerlingh Onnes Franz Kafka,
3. Albert Einstein en Franz Kafka
4. Albert Einstein en Charles Darwin,
5. Charles Darwin en Spinoza,
6. Niko Tinbergen en Spinoza,
7. Niko Tinbergen en Francis Bacon
In het kader van het Darwinjaar en in het verlengde van enige eerdere blogs over Darwin, lijkt het me wel aardig de dialoog tussen Darwin en Spinoza op dit weblog op te nemen. [Zie hier en hier blogs over Darwin]
[uit Rondom de Leidse Beuk, dialogen over de waarde van wetenschap:]
Charles Darwin: Waarde Spinoza, u komt als geroepen. Ik kwam speciaal naar Leiden om u te ontmoeten.
Spinoza: Charles Darwin, het zal mij een waar genoegen zijn u te dienen.
Charles Darwin: Bent u bekend met de evolutietheorie?Spinoza: Maar natuurlijk.
Charles Darwin: Weet u waarom ik zolang gewacht heb met het publiceren van The Origin of Species?
Spinoza: Ook dat weet ik en zoals u misschien weet stelde ik publicatie van mijn Ethica nog langer uit dan u, het verscheen pas na mijn dood, en wel om dezelfde reden als bij u.Charles Darwin: God. Ik kon mijn geloof in God toch niet zomaar en in het openbaar verloochenen.
Spinoza: Zo was het, ik besefte dat mijn werk verketterd zou worden en dat ik voor atheïst zou worden uitgemaakt, terwijl ik God ofwel de Natuur, wat voor mij ‘t zelfde is, juist zo bewonder.Charles Darwin: Ik heb mij laten vertellen dat ook hier aan de Universiteit Leiden, maar niet alleen hier, nog steeds de vraag gesteld wordt, en niet alleen door filosofen, het is een nogal retorische vraag: In wat voor God geloven degenen die in God geloven én in de evolutietheorie?
Spinoza: Die vraag is niet alleen retorisch bedoeld, hij wordt vooral gesteld door lieden die als atheïsten elke religie op een nogal fundamentalistische manier, bijna te vuur en te zwaard, bestrijden.Charles Darwin: Terwijl er een andere vraag met betrekking tot religie is die ik veel interessanter vind.
Spinoza: Is er ook een evolutionaire verklaring voor religie?
Charles Darwin: Precies.
Spinoza: De vraag stellen is hem beantwoorden.
Charles Darwin: Ik denk dat de eerste mensachtigen nog geen religie kenden, mensapen zijn toch niet gelovig?
Spinoza: Er moet dus ergens een volk geweest zijn dat religie als eerste ontdekt heeft.
Charles Darwin: Toen mensen landbouw gingen bedrijven, in plaats van jagen en verzamelen, kregen ze ook te maken met nieuwe problemen. Bij het oogsten was er de neiging zich te overeten en te bedrinken, zodat alles werd opgegeten en opgedronken. Er werden nog geen voorraden aangelegd en dus was er niet genoeg over voor de kwade dag.
Spinoza: Zo kreeg het volk behoefte aan rituelen en aan priesters om het gedrag in goede banen te leiden en aan de toekomst te denken. Zo kan religie zijn ontstaan.
Charles Darwin: Dat uitverkoren volk mét religie was beter voorbereid op slechte tijden, vond in geval van een ramp troost en hulp bij elkaar; er was een grotere cohesie en dus een grotere kans op overleven dan bij volken zonder religie. Dus verspreidde religie zich over de wereld en op den duur waren er alleen nog volken mét religie.
Spinoza: Religie gaf dus een evolutionair voordeel aan mensen, is dat nog steeds het geval?
Charles Darwin: Daar wringt de schoen, denk ik, doordat de kerken misbruik hebben gemaakt van hun machtsposities en door religieus fundamentalisme en terrorisme, wordt atheïsme in de kaart gespeeld.
Spinoza: Daar komt bij dat door de Verlichting mensen niet meer geloven in de Bijbelverhalen en in een persoonlijke God die invloed zou hebben op het leven van individuele mensen.
Charles Darwin: Daar schuilt een gevaar: als religie bijdraagt tot het overleven, kunnen mensen dan zonder geloof?
Spinoza: Nee, dat denk ik niet.
Charles Darwin: Daarom moeten we de vraag toch beantwoorden: in wat voor God geloven mensen die in God geloven én in de evolutietheorie?
Spinoza: Dat lijkt een moeilijk te beantwoorden vraag.
Charles Darwin: Een goed antwoord lijkt bijna onmogelijk. Daarom heb ik zolang gewacht met The Origin of Species.
Spinoza: Toch is het antwoord op deze vraag heel eenvoudig, bijna triviaal: God ofwel de Natuur zijn één en dezelfde.
Charles Darwin: God ís de Natuur, ja, maar hoe zit het dan met de rituelen en met de zogenaamde heilige teksten, de openbaring, hoe zit het met de moraal, kunnen we die gevoeglijk afschaffen?
Spinoza: In de Natuur als God kan je geloven terwijl je ook gelooft in de evolutie. Dan geldt er ook een moraal: dat is de overlevingsmoraal. God als de Natuur schept ook verwantschap met de natuur, God in ons. In de loop van de tijd heb ik geleerd de Bijbel en alle kerkelijke rituelen te lezen op een overdrachtelijke manier. Ze zijn in de loop van onze culturele evolutie ontstaan en hebben dus een functie, ze helpen ons te overleven.
Rondom de Leidse Beuk, dialogen over de waarde van wetenschap van Frans Saris - als pdf bij de Leidse Universiteit
Deze toneeltekst is ook gepubliceerd in het boek “Waartoe Wetenschap?” van Frans Saris, uitgegeven bij Leiden University Press (ISBN 978 90 8728 022 2).
Reacties
Goed bedacht van de scheidende hoogleraar om Spinoza een rol te geven in actuele discussies. Doch enig commentaar op de Spinoza van Saris ware zeker op zijn plaats geweest. Hij is op te veel punten ahistorisch!
Wim Klever 19-09-2009 @ 19:52
Natuurlijk kwamen bij lezing van de afscheidsperformance van Saris enige commentaarpunten bij me boven, maar ik heb niet altijd de behoefte om overal commentaar op te geven. Ik ga ervan uit dat de meeste bezoekers van dit weblog al wel iets van Spinoza weten en zelf wel merken, waar iets misschien niet helemaal precies is of een schoen wringt. Soms vind ik het gewoon leuk om een ontdekking die ik doe hier door te geven. Ik haal als een eekhoorntje allerlei voedsel naar dit weblog...
Maar goed, ik zal m'n examinator toch enige antwoorden geven.
Spinoza stelde de publicatie van de Ethica in 1675 uit en overleed in 1677. Darwin stelde publicatie van zijn Origin of Species vele tientallen jaren uit - veel langer dan Spinoza.
Spinoza zou, als hij al in termen van 'evolutionair voordeel' zou hebben gedacht, waarschijnlijk niet het accent hebben gelegd op het gemeenschappelijk zorgen voor en beheren van voorraden voor de toekomst in tijden van overschot, en veel meer het accent hebben gelegd op het sterker worden van de staat van een volk waarin gehoorzaamheid aan de wetten de sociale cohesie, de vrede en de veiligheid van die staat zou bevorderen.
Vooral in de laatste uitspraak van Spinoza steekt veel onzin. De Natuur als God is geen onderwerp van geloof, maar van kennis. Spinoza was geen gelovige. En tegen het lezen van de Bijbel op een overdrachtelijke manier, die hem door Saris wordt toegeschreven, heeft Spinoza zich juist steeds verzet.
Voorlopig wel voldoende commentaar, dunkt me.
Stan Verdult 20-09-2009 @ 13:13