[Hersteld] Multatuli en Spinoza
Teruggehaald uit het cachegeheugen van Google, nadat blogse.nl alle blogs van 2½ maand gewist had.Multatuli en Spinoza
In de veelgeprezen biografie over Multatuli (Eduard Douwes Dekker, 1820 – 1887) van Dik van der Meulen, komt de naam van Spinoza slechts in één passage voor (blzn 492 en 493). Multatuli ontmoette eind mei 1864 in Deventer de vrijdenker, publicist en fanatiek-eigenzinnig Spinozakenner, hoogleraar Nederlands aan het Athenaeum Illustre Johannes van Vloten. Zij voelden zich verwante, want miskende, zielen. Via Van Vloten kwam Multatuli in aanraking met Spinoza. Van Vloten gaf hem o.a. zijn Spinoza-studie die 1862 was verschenen. Het lezen van Spinoza viel Multatuli zwaar, maar wat hij opstak verwerkte hij in zijn Ideeën. Dat is alles in de biografie. Maar vanaf de eerste bundel Ideeën springt de ‘verwantschap met de spinozisten’ in ’t oog, schrijft Siebe Thissen. En Anton Constandse typeerde Multatuli als ‘vrijwel een spinozist’. Zelf schreef Multatuli later: ‘Ik ben van Spinoza’s familie’. Multatuli vindt Spinoza overigens geen doordenker: “doordenken in de betekenis van denken tot den laatsten slotsom toe, geloof ik niet dat hy gedaan heeft.” Thissen, die dit citeert, voegt er aan toe: “Hij meent dat Spinoza bleef vasthouden aan een God waarvan hij zelf de onmogelijkheid reeds had ingezien. Daarom is Spinoza geen ‘doordenker’, ‘maar ik vind hem zoo moedig en eerlyk, dat ik ’t toeschrijf aan tydgebrek, niet aan lafheid of valsheid’. Over Multatuli zelf als denker wordt zeer verdeeld gedacht. Velen vonden hem te weinig systematisch en te weinig doordenkend. W. Meijer had hem als filosoof niet hoog en concludeerde: “Elk wijsgeer moet vrijdenker zijn, maar daarom hoeft nog niet elke vrijdenker een wijsgeer te zijn”; geciteerd door Roger Henrard (p. 62), die Multatuli’s kennis van Spinoza als ‘zeer oppervlakkig’ typeert.
In een brief aan Van Vloten van waarschijnlijk 19 juni 1864 schrijft Multatuli (en dit is wellicht het fraaiste Multatuli-Spinoza-citaat):
Ik heb Spinoza zeer lief, maar och, ik ben jaloers! Wat ’n rust! Wat ’n loisir om te arbeiden! Als ik dat bedenk vind ik dat-i weinig heeft uitgevoerd. (..) ‘Alle dingen bestaan uit de som van hare eigenschappen. God bestaat uit de som der eigenschapen a, b, c, d enz. Maar eilieve de eigenschappen a kan hy niet bezitten, laat ons die aftrekken van ’t geheel. Goed. En b … idem. En c … idem. En d … idem. Kortom, na ’t hele alfabet te hebben afgetrokken, sterft Spinoza. En hy had geen tyd voor deze conclusie: ‘Na ’t wegcyferen van al de eigenschappen die god zouden daarstellen, blyft er over … geen god. Een schip bestaat uit romp, staand want en loopend want. Ziedaar een schip onttakeld. Het loopend want is er afgenomen: rest … iets. Neem ’t staand want er uit: rest … iets. En redeneer de romp weg: rest … niets. Is ’t niet zoo? Zodra ik wat loisir heb lees ik Uw Spinoza weer, en anders. Nu geldt myn indruk nog niet. Ik lees heel moeielyk, en dat wordt hoe langer hoe erger. Maar wel heeft ’t my getroffen, dat Spinoza eene eigenaardigheid heeft in uitdrukking die ik weervind bij mezelf. Soms is dit letterlyk, vooral waarin hij beelden gebruikt. Zyn zoeken naar waarheid door ’t overbrengen van abstracte begrippen in meetkundige voorstellingen, begryp ik zo goed. |
Constandse, A.L., Multatuli en Spinoza. Geschriften van het Multatuli genootschap XV, Amsterdam 1977.
Roger Henrard, Wijsheidsgestalten in dichterwoord. Onderzoek naar de invloed van Spinoza op de Nederlandse literatuur, Van Gorcum, Assen/Amsterdam, 1977
Siebe Thissen, De Spinozisten. Wijsgerige beweging in Nederland (1850-1907), Sdu Uitgevers, Den Haag, 2000Dik van der Meulen, Multatuli. Leven en werk van Eduard Douwes Dekker, SUN, Amsterdam 2002
Reacties
Schitterende brief, die van Multituli. Ik kende deze passage niet.
Wim Klever 15-09-2008 @ 17:17