Hoe Spinozistisch was Gerrit Achterberg?

Op 14 september 2009 nam ik het gedicht Spinoza van Achterberg op in dit weblog.

Op 22 juni 2011 kreeg ik van Herman Terhorst een e-mailtje met scans van een artikel uit de Achterbergkroniek van van 1988 van neerlandicus J. Reijmerink over dit gedicht.

In zijn inleiding noemt Reijmerink Bzzlletin 121 (Spinoza en de literatuur) waar van Berkel verzucht: “Wie onderzoekt (--) eens wat Achterberg ertoe bracht zijn gedicht “Spinoza ” op papier te zetten (…) wie gaat eens de sporen van spinozisme na bij Leopold, Nijhoff, August Vermeylen of Is. Querido ”.

Reijmerink nam de uitdaging aan en analyseert het uit drie strofen bestaande Spinozagedicht op een relatie Achterberg – Spinoza. Zijn opzet is het Spinozistisch gehalte van Achterberg na te gaan. Hij geeft eerst een korte samenvatting van het gedachtegoed van Spinoza “en keert vervolgens met de stofkam het gedicht binnenstebuiten (het blijft  tenslotte een Achterbergkroniek)”, aldus Herman Terhorst.

Hoe is de kennis van Spinoza van J. Reijmerink?

Op basis van door hem daarbij gebruikte termen als "het mystieke doel" voor amor Dei intellectualis, en van het "Alene" en het "Oneindige" voor Spinoza's God kun je zien dat Reijmerink's kennis over Spinoza uit een bepaalde, wat oudere hoek stamt die dominant was in de eerste decennia van de vorige eeuw, waar een snuifje Hegel doorheen was gegaan - wat zeg ik: een hele scheut. Hij heeft het over de mens als "afsplitsingen van  het Ene". De mens is, als het goed is, volgens hem zijn hele leven bezig met terug te keren tot het Alene. De ziel gaat nooit verloren, het lichaam wel. Het lichaam is onderworpen aan de wetten van het natuurgebeuren [het denken niet dan?]. Het gaat om “opgaan van de mens in het Oneindige d.m.v. zijn denken, waarmee hij deel heeft aan die eeuwigheid.”

Voortskomt hij in de analyse van het gedicht n.a.v. "Maar beide attributen Gods / doordringen nog elkander" - zonder daar commentaar op te hebben - te spreken over de onverklaarbare wisselwerking" tussen de modi der twee attributen en over "inwerking van het denken op de stof" of de "op elkaar inwerkende attributen." Hij maakt een tegenstelling tussen Spinoza en Lavoisier volgens wiens wet het gestorven lichaam zijn massa in gewicht ook na vertering behoudt; volgens Spinoza zou het lichaam "de stoffelijkheid voorbij" gaan…

Enfin, tóch is het aardig deze analyse van het gedicht Spinoza te lezen.

Reijmerink komt (op basis van slechts deze drie strofen dus) tot de conclusie dat je Achterberg geen Spinozist kunt noemen.

Op 23 juni verzocht ik het Bestuur Stichting Genootschap Gerrit Achterberg om toestemming om het artikel te mogen herpubliceren. Die kreeg ik van de voorzitter, de heer J. Breunesse, die mijn mailtje door zou zenden naar de auteur om ook diens fiat te krijgen. Sindsdien heb ik niets meer gehoord. Drie maanden wachten vind ik wel voldoende om te concluderen: wie zwijgt stemt toe.

Vandaag heb ik voor geïnteresseerden op benedictusdespinoza.nl de scans geplaatst van: Reijmerink, J. 1988. ‘Achterberg en Spinoza’. In: Achterbergkroniek nr.12 (7e jaargang, nummer 1, maart 1988), p. 50-58.

Reacties

Waarom schreef Achterberg (eerder eventueel existentialist dan spinozist te noemen) een gedicht met de titel "Spinoza"? Bekend is dat hij "De Wijsbegeerte van Spinoza " van Vloemans las. Ook kan de Spinozavertaling van Leopold hem op het spoor van de filosoof hebben gebracht. (cf. Wim Hazeu, "Gerrit Achterberg", Een biografie. Arbeiderspers 1988) Of was het Dr. E.A.D.E. Carp, cryptospinozist, broer van J.H.Carp en psychiater van Achterberg die hem wist te inspireren? Wisselden zij van gedachten over Spinoza? (Dit is een wat onvoldragen gedachte die ik opwerp. Bewijzen zullen wel nooit meer boven water kunnen komen).

We hóeven niet te achterhalen, waarom Achterberg ertoe kwam om een (één!) gedicht aan Spinoza te wijden. Dat is erg weinig om zijn Spinozisme uit te destilleren. Maar interessant, Herman, dat je erop wijst dat zijn behandelaar in Endegeest Dr. E.A.D.E. Carp was.
Hans Wilschut heeft in zijn boek over deze Carp, "Tussen psychiatrie en filosofie" (op internet te vinden), aardig wat meegedeeld over diens min of meer 'heimelijke' Spinozisme.
Qua tijdsvolgorde is beïnvloeding door Carp mogelijk. Achterberg verbleef begin 40-iger jaren in Endegeest. Het gedicht Spinoza is gepubliceerd in 1946 - ná die betreffende opname dus.