Joodse intellectuelen "Meesters van de moderniteit"
Speciaal t.b.v. Mark Behets (vanwege zijn reactie op het blog over Hillel Zeitlin) hier een rijtje beroemde joodse intellectuelen. In zijn reactie noemde hij niet en ook in het rijtje hieronder staat nog niet eens Marx vermeld en George Steiner en zovelen meer niet (zelfs Spinoza niet).

Toen ik bezig was met mijn serie over "Spinoza in de joodse historiografie" kwam ik ook deze illustratie tegen in een recensie van David N. Myers van het boek van Yuri Slezkine, The Jewish Century (Princeton University Press). Die recensie kreeg de titel mee: "One Historian’s Look at How Jews Shaped the Modern Age" [hier].
Ik heb er toen verder niets mee gedaan, maar nu heb ik een mooie aanleiding om het in een blog op te nemen. Het is een onderwerp dat wel vaker aan de orde is gesteld. Het is inderdaad een opvallend rijtje. Als ook van Darwin aangetoond zou kunnen worden dat hij eigenlijk van joodse afkomst was, dan zouden alle "Meesters van de moderniteit" van joodse origine zijn: Spinoza, Marx, Darwin, Freud, Einstein en Kafka.
[De omschrijving "Meesters van de moderniteit" munt ik hierbij naar analogie van "Meesters van de achterdocht", bedacht door de Franse filosoof Paul Ricoeur (1913-2005) voor Marx, Nietzsche en Freud]
____________
Aanvulling 2 december 2013
Baruch Spinoza, Karl Marx, Georg Simmel, Emile Durkheim, Sigmund Freud, Hannah Arendt, Leo Strauss, Karl Löwith, Herbert Marcuse, Max Horkheimer, Teodor Adorno, Henry Bergson, Walter Benjamin, Ernst Bloch, Martin Buber, Erich Fromm, Elias Canetti, Isaiah Berlin, Albert Einstein, Franz Kafka, Marcel Proust, Osip Mandelstam, Philip Roth...
Het mysterie van het joodse denken - de joodse intellectuele schittering volgens George Steiner - zou te begrijpen zijn uit de conditie van veel joodse intellectuelen, n.l. de onduidelijke of niet volledige integratie in een nationale gemeenschap. Dit outsider zijn geeft ze een speciale voorziening voor hun zicht op zaken, hun analyse en oordeelsvorming. Doordat ze tegelijkertijd wel en niet burgers van hun land waren, kijken ze a.h.w. van buitenaf naar anderen, en dat geeft hun reflectie een grotere objectiviteit. Hun status van paria zijn versterkte a.h.w. hun behoefte om hun recht om anders te zijn te verdedigen. Doordat joodse denkers gezien hun historische lot van buitenstaander zijn dezelfde soort van "cursus volgden", zijn van bijzonder belang voor de politieke theorie en het sociale denken. [Cf. El misterio del pensamiento judío]
Maar dan nog, de positie van 'tussen twee stoelen' te leven, delen zij toch met zovele allochtone en andere migranten? Het blijft opvallend: waarom juist zij?
____________________
Aanvulling 13 april 2014
Michael O'Loughlin in een review van Michael Goldfarb's Emancipation: How Liberating Europe's Jews from the Ghetto Led to Revolution and Renaissance, over deze kwestie:
Some ascribe it to the tradition of Talmudic study, of lernen. After all, the Talmud is a comprehensive theory of everything, and it is easy to see this systematising energy displaced into Marx and Freud. Marx in particular came from a 1,000-year-old rabbinical elite, and his historical arrogance and intellectual self-confidence were bred in the bone. But Mahler, Freud and Einstein were the grandchildren of semiliterate, impoverished peddlers, with little learning, Jewish or otherwise. Freud’s mother barely spoke German.
Another possible explanation could be the one used by Jorge Luis Borges writing about the disproportionate achievement of the Irish in English literature. He ascribed this to the enormous imaginative freedom the artist has when he is simultaneously inside and outside a culture.


Reacties
In het boek "Geniale geesten - 110 jaar Nobelprijzen" van Martin Hinoul vond ik volgende cijfers: de joodse gemeenschap met 12miljoen mensen of 0,2 % (twee duizendste) van de wereldbevolking heeft 180 Nobelprijzen binnengehaald of 25 % van het totaal. Als mogelijke verklaringen vermeldt Martin Hinoul het samengaan van genetische factoren met de uitzonderlijke discipline die joodse mensen zichzelf opleggen en dat gekoppeld aan een uitgesproken belangstelling voor de wetenschappen. In hetzelfde boek vraagt Mark Waer, rector van de KU Leuven zich af of de enorme (vaak gedwongen) mobiliteit van het joodse volk een element is dat hen creatiever doet zijn.
Mark Behets 16-09-2012 @ 13:06
Mooie toevoeging, Mark.
Vergeet inderdaad de discipline van het "lernen" niet: het vanjongsafaan veel studeren in de Tenach (de joodse Bijbel) en de Talmoed (de commentaren der rabbijnen). Maar of de belangrijkste factor de gedwongen mobiliteit is, betfwijfel ik. Volgens mij is die het samengaan van enerzijds de officiële emancipatie vanaf eind 18e/begin 19e eeuw, de energie die zij investeerden in hun integratie (het getto uit, eindelijk naar de universiteit kunnen), maar tegelijk het moeten opboksen tegen de sterke en almaar groeiende tegenkrachten van het venijniger wordende antisemitisme (de bevolking - het populisme - accepteerde die gelijkmaking niet), waardoor de joden a.h.w. extra hun best moesten doen om te bewijzen erbij te horen en om de verwachtingen inzake hun 'toch blijvende minderwaardigheid' te beschromen door extra inspanningen (door het glazen palfond heen). Waarbij vooral het maatschappelijk buitenstaander zijn, het er-wat-de-anderen-betreft-er-niet-bij-horen, hun een ongebondenheid en onafhankelijkheid bood die dé factor werd voor de creativiteit van de 'Meesters van de moderniteit'.
Stan Verdult 16-09-2012 @ 14:46
Heel interessant Stan dat je het historische perspectief er bij haalt. Als het klopt, impliceert het wel dat, gezien de "blijvende minderwaardigheid" nu toch quasi verdwenen is, dat het effect zou moeten afnemen en dus het aandeel van de joodse gemeenschap in de Nobelprijzen zou moeten dalen.
Mark Behets 16-09-2012 @ 16:17
Dat is een goede voorspellende, weerlegbare dus wetenschappelijke, hypothese, Mark, waarmee ik het geheel eens ben. Ik hoop dat je genoeg tijd van leven hebt om de toets mee te maken (ik zal dat waarschijnlijk niet meer beleven - en ook niet dat jij hiermee de Nobelprijs wint).
Stan Verdult 16-09-2012 @ 16:27
Mag ik het heel eerlijk zeggen: wat een onzin allemaal. Het is natuurlijk gewoon genetisch bepaald.
henk keizer 16-09-2012 @ 22:00
Henk, je mag het heel eerlijk zeggen en grote onzin uitkramen. Heb je een bewijsplaats bij je stelling? Door wie is dit onderzocht en gerapporteerd? Is dit een nieuwe rassenleer of zo? Hoe verklaar je dan de hoge concentratie 'Nobel-genen' onder de joden?
Misschien toch nuttig om ook wat geschiedenis en sociale en culturele wetenschappen te lezen.
Mark, laat je hierdoor niet uit het veld slaan!
Stan Verdult 17-09-2012 @ 07:40
Die verklaar ik juist door de genen!
Het is een feit dat er onder joden relatief veel hoogbegaafde mensen zijn. Zo mag ik jouw bijdrage toch lezen? Pogingen om dit te verklaren door 'nurture' komen op mij over als 'politiek correcte' verklaringen. Maar ik geef toe, ik heb niet gestudeerd op dat gebied.
henk keizer 17-09-2012 @ 08:15
Reageren