Leo Vroman - Spinozistisch dichter (?)

Dat in Leo Vroman, wetenschapper en dichter tegelijk, iets  Spinozistisch herkenbaar zal zijn, lijkt eigenlijk vanzelfsprekend. Vroman is specialist van de bloedsomloop.

Ik weet niet of van hem bekend is dat hij Spinoza bestudeerde of dat iemand ooit studie heeft gedaan naar zijn verwantschap met Spinozisme. In "Het Vroman-effect. Over leven en werk van Leo Vroman" (schrijversprentenboek 29 onder red. van Jan Kuijper, Ben Peperkamp, Murk Salverda en G.A.M. Willems, Em. Querido's Uitgeverij, Amsterdam / Nederlands Letterkundig Museum en Documentatiecentrum, Den Haag 1990) komt Spinoza niet voor, zoals eenvoudig is na te gaan bij DBNL waar dit boek is gedigitaliseerd.
Wel kwam ik de volgende schets tegen, waarbij niet duidelijk is wie de schrijver ervan is:

"Leo Vroman (1915 -) is de dichter die het leven bezingt, die de verwondering tot kern van zijn oeuvre gemaakt heeft. Dit leidt niet tot sentimentaliteit maar tot kennis, gepaard met bewondering. Het mooie bij Vroman is hoe hij het cerebrale en het gevoelige op een ogenschijnlijk gemakkelijke manier met elkaar heeft verbonden. Hij is een zoon van de grote wijsgeer Spinoza: de wereld is één. Er wordt soms gezegd dat de wetenschap onttovert en dat wordt dan negatief geduid. Voor Spinoza en Vroman is kennis geen vermindering maar een vermeerdering. Spinoza definieerde het schone als een aangename beweging die door de zenuwen ontvangen wordt. Dit is het tegendeel van de metafysische schoonheid die als een entiteit buiten de mens gezien wordt. De mens is een onderdeel van de natuur. Hij is een apparaat. Het functioneren ervan is buitengewoon boeiend. Deze hele machinerie wordt door Leo Vroman een systeem genoemd en ook zo aangesproken. Dat laatste mag dan weer niet leiden tot de gedachte van een personalisatie. Het is veeleer een zwijgen, een tonen van onmacht: hoe kan het onderdeel het geheel begrijpen, beschrijven? Het menselijke wordt bij Vroman benadrukt door het besef van de eindigheid, het verval van het lichaam en de geest. Maar ook door het kwaad. Ondanks het wetenschappelijke licht, is het mens- en wereldbeeld van Vroman zwart: er is veel, te veel ellende en het individu heeft weinig weerwerk. In dit werk ademt een tragisch besef. Een klaagzang echter? Nee nooit." [Van hier]  

In april 2007 werden enige Spinozalezingen gehouden in Amsterdam. Een daarvan werd gegeven door Herman De Dijn die sprak over "De actualiteit/relevantie van Spinoza". [zie hier]

Daarin citeerde hij delen uit het gedicht Begrip in Leo Vromans dichtbundel Dierbare ondeelbaarheid en omschreef dat als "zeer Spinozistisch: koele ondeelbaarheid van de Natuur, die ons toch dierbaar is". Ik kan me wel vinden in de typering van dit gedicht als Spinozistisch door De Dijn, die hij eerder al had gebracht in zijn bijdrage aan het boek Filip Buekens (ed.), Wisdom and Academic Education. Tilburg, Univ van Tilburg, 2006, 76-82. [zie hier]  Want (mijn woorden), zoals in Spinoza's filosofie - die daaronder hetzelfde verstaat als wetenschap - alle begrijpen zijn eenheid met de natuur uitdrukt, zo begrijpt ook de wetenschapper in dit gedicht van Vroman zich als een deel van de natuur die hij bestudeert. 

Als ik de grens aanraak van mijn vermogen
worden mijn zolen even grondig plat
kriebelt er iets boven mijn ellebogen
en begrijp ik: nu begrijp ik wat.

Dan krijg ik wel eens tranen in mijn ogen
niet van het begrepene maar doordat
ik merk hoe kinderachtig opgetogen
ik weer ben met wat ik nooit bezat.

Lieve natuur door de natuur bedrogen
omhels ik de natuur en blijf ik pogen
in haar te baden die ik al aanbad

toen ik bijvoorbeeld zag hoe vogels vlogen
doordat ze met hun armpjes bewogen
en dat ik dergelijke armpjes had.

Vroman, Leo, Dierbare Ondeelbaarheid, Amsterdam, Em. Querido's Uitgeverij, 1989. 68 pp.

De Dijn lichtte dit aldus toe:
"De wetenschapper ziet zijn eigen activiteit en zijn eigen emoties hier als onderdeel van de natuur, – een onderdeel waarin die natuur tot een paradoxale zelfervaring komt. Als deel van de natuur wordt de denker deelachtig aan de vreugde van het begrijpen, maar
beseft tegelijk dat dit ‘bezit’, dit meesterschap, enigszins illusoir is. Ons begrijpen is niet echt ons begrijpen; we bezitten niet, want we zijn onderdeel, we zijn niets anders dan een onophoudelijke poging (de conatus van Spinoza !) om te leven, om te begrijpen (bijvoorbeeld). Dit besef leidt echter niet tot ontgoocheling, maar tot tedere aanvaarding van zichzelf (ik ben de “lieve natuur door de natuur bedrogen”) en tot liefde voor de natuur (“omhels ik de natuur”), - een natuur waarin ik altijd al was opgenomen (“baden”) maar waarin ik me nu dankbaar opgenomen weet (“aanbad”). Inzicht in een op het eerste gezicht enigszins ontluisterende waarheid (“ik ben maar dit”) combineert met de vreugdevolle beleving van de eigen activiteit en leidt tot een grote tederheid voor zichzelf en tot liefde voor datgene wat alles mogelijk maakt, inclusief deze paradoxale belevingen. Er bestaat effectief een soort dankbaarheid tegenover het onpersoonlijke Zijn. [Van hier]

In zijn emeritaatslezing op 17 oktober 2008 (hier te downloaden) citeerde De Dijn nog een gedicht van Leo Vroman, Voorbij de Vooruitgang, uit dezelfde bundel Dierbare Ondeelbaarheid, een gedicht over de aanvaarding van de eigen eindigheid als levend wezen, als natuurding dat de kiemen van de dood al in zich draagt:

Lieve trouwe werkelijkheid
die mij maakt en weer ontleedt
waar ik kant noch kern van weet
noch de ruimte van mijn tijd

die mij als een boot bewoont
zich als een zachte passagier
dan weer als ding en dan als dier
als onherkenbaar aan ons toont

Kanker en kruistocht planten in ons wezen
de zaden die ons vleselijk vergeven.

Ik doe niets dan genieten van het leven
maar van het leven valt niet te genezen.

Het is een heester met vertwijgde kansen
waar aan het eind wij bladeren dansen

heden meester                   morgen mest
zo gaat het               en zo gaat het best

En is het volgende geen door-en-door Spinozistisch gedicht? 

Psalm 1

Systeem! Gij spitst geen oog of baard
en draagt geen slepend kleed;
hij die in u een mens ontwaart
misvormt u naar zijn eigen aard
waar hij ook niets van weet.

Systeem, ik noem u dus geen God,
geen Heer of ander Woord
waarvan men gave en gebod
en wraak wacht en tot wiens genot
men volkeren vermoordt.

Systeem! Lijf dat op niets gelijkt,
aard van ons hier en nu,
ik voel mij diep door U bereikt
en als daardoor mijn tijd verstrijkt
ben ik nog meer van U.

Leo Vroman

[zie hier en hier, zie ook hier]

In zijn "woord vooraf" bij Twaalf psalmen schreef Vroman
Het bestaan van een meneer God, met al zijn mannelijke en vrouwelijke synoniemen, is in de loop van millennia ineengekrompen door onze pietluttige gebeden: die van vijanden om elkaar te verslaan, van zieken om te genezen, van gokkers om winst. Wel wil ik geloven in een Systeem dat onmenselijk groot is en dat ons menselijk heelal, en elk ander heelal, waarin ieder en alles een onbegrijpelijk
mooie plaats inneemt, bestuurt.
Als ons eigen heelal nu nog zwelt, en dan misschien weer ineenstort tot een enkel punt, is dat misschien wel Systeems natuurlijke ademhaling. Waar mogen we dan nog om bidden? Dat die
ademhaling nooit zal stokken.

Leo Vroman
Twaalf psalmen ((bibliofiel uitgegeven door Ser Prop te Banholt):
1995)

Reacties

Met betrekking tot De Dijn's gebruik van enkele mooie gedichten van Vroman en vooral zijn fantasierijke toelichtingen daarop, zou ik de vraag willen herhalen die Pierre-Francois Moreau stelde naar aanleiding van 18e en 19e eeuws misbruik van Spinoza: "Spinoza est-il Spinoziste?" (in C. Secretan, Tristan Dagron, Laurent Bove (eds), QU'EST-CE QUE LES LUMIERES 'RADICALES'? libertinage, atheisme et spinozisme dans le tournat philosophique de l'age classige (PARIS: EDITIONS AMSTERDAM 2007) 289-299.

Maar, Wim, wat zegt een commentaar (waar je het dus niet mee eens bent) over de becommentarieerde tekst? De Dijn zette me op het spoor, maar ik herken duidelijk Spinozistische trekken in deze gedichten van Vroman. In die Psalm 1 bespeur ik een amor intellectualis Dei. Oké Spinoza zou het Systeem nooit aanspreken met een U, maar verder...

Stan, er is iets mis met met de software die je gebruikt, want ik krijg op mijn scherm iets raars dat waarschijnlijk moet zijn 'OK, Spinoza'!
Ten tweede, ik was wellicht verleid tot mijn ondeugende opmerking omdat ik in een van je bronnen, De Dijn's Tilburgse tekst, had gelezen: "Notwithstanding his radically enlightened position Spinoza's thought does not involve a rejection of ordinary institutionalized religion. Rather, he sees religion as a social force that has to be properly channelled for political purposes". Dat voert regelrecht naar CDA of CHU of CD&V. Geen wonder dat kardinaal Danneels zijn best doet om de emeriterende jubilaris ten voorbeeld te stellen aan zijn kudde.