Spinoza's Staatkundige verhandeling voortreffelijk vertaald en toegelicht door Karel D'huyvetters

Vandaag leverde mijn prima Maastrichtse boekhandel de Tribune dit door de Wereldbibliotheek weer schitterend uitgegeven boek in de nieuwe Spinoza-reeks die ze begonnen met de uitgave van de hertaling van de Korte Verhandeling door Jan Knol en de Brieven over het kwaad in de vertaling van Miriam van Reijen. Nu is daar dus deze vertaling van de Tractatus Politicus bijgekomen:

Benedictus de Spinoza, Staatkundige verhandeling. Uit het Latijn vertaald en toegelicht door Karel D’huyvetters; met een inleiding van Jonathan I. Israel. Wereldbibliotheek, Amsterdam, 2014

Vanavond wordt het in Amsterdam officieel gepresenteerd, maar hedenmiddag kan ik - na lezing van 1/3e deel van het boek, op dit weblog van mijn blij verheugde leeservaring getuigen.

Het eerste dat (weer) opvalt is de fraaie vormgeving van het boek: het omslagontwerp van Bureau Beck en de vormgeving van het binnenwerk van Joost van de Woestijne mag genoemd worden; met genaaide katernen, gebonden in mooie paarsrode linnen band, met leeslint. En wat een gelukkig toeval dat na het blauwe en groene omslag nu net voor de Staatkundige verhandeling dit schitterend warme roodbruine omslag gekozen werd - een lust voor het oog. Dat wat de mooie vormgeving betreft die een werkelijk voortreffelijke inhoud begeleidt!

 

Ik benadruk het meteen aan het begin: de vertaling én de toelichting is grandioos. Karel heeft allerlei precies passende keuzes gemaakt die als effect hebben dat je de echte Spinoza krijgt in hedendaags Nederlands. Door enige mooie vondsten (ik noem er straks enige) wordt je door niets storends afgeleid en kun je meteen alle aandacht geven aan het betoog van Spinoza zelf. Zijn heldere betoog wordt nergens opgehouden door hoe-dan-ook vreemde taal - integendeel.

De linkerzijden (en wat is dit toch een mooie vormgevingsvondst) geven zowel toelichtende noten bij technische termen en naar vindplaatsen, maar ook samenvattende inhoudelijke toelichtingen, die je dus aantreft dicht bij de tekst zelf - je hoeft er niet telkens voor naar achteren te bladeren. Die toelichtingen die overwegend van Karel zelf zijn, slechts in enkele gevallen van Frank Mertens, zijn zeer to the point en zullen zeker de beginnende lezer van Spinoza helpen tot goed begrip van de tekst. Hier hebben we duidelijk méér dan een vertaling in handen - hier ligt een zodanig grondige studie van Karel aan ten grondslag, vanwaaruit hij adequate toelichtingen geeft, zodat we alles bijeen tevens een goede inleiding in Spinoza politieke filosofie in handen hebben.

De fraaie inleiding van Jonathan Israel, eveneens door Karel vertaald, geeft ons a.h.w. een samenvatting van diens trilogie over de betekenis van Spinoza voor de Radicale Verlichting en tevens brengt hij hier een samenvatting van zijn recentste studie over de betekenis van Spinoza voor het denken dat uitmondde in de Franse Revolutie - hier samengebald in het verschil in de volonté générale tussen Spinoza en de radicale filosofen als Diderot e.a. enerzijds en Rousseau anderzijds. De enige kanttekening die ik bij deze inleiding zou kunnen hebben, is dat Israel alleen vooruit kijkt en de receptie van Spinoza's politieke filosofie behandelt en niet terugkijkt, zodat hij bij Spinoza's notie van het 'gemenebest' niet aanduidt dat hij die van Franciscus van den Enden kan hebben. Heel storend is dat m.i. niet, maar het viel mij op. Overigens een prachtige introductie die de relevantie van het politieke traktaat voor huidige discussie goed aangeeft.

Terug naar het werk van Karel. Ik had wel eens gevreesd, moet ik eerlijk zeggen, dat we misschien te vaak een in Nederland weinig gebruikt woord zouden tegenkomen. Op zijn website mag hij soms graag moeilijke woorden of ongebruikelijke (zelfs in Vlaanderen, vermoed ik) gebruiken. Maar dat is hier volstrekt niet het geval. Integendeel, waar een wat minder vaak gebruikte uitdrukking is blijven staan, was die juist duidelijk en verfrissend: 'Men zal dit standpunt gemakkelijker bijtreden' (in 3/6), 'verdoken belangstelling' (in noot 58), zijn voorbeelden hiervan. Een prima vondst vind ik dat hij Spinoza nauwelijks over staten, maar meer over 'stadstaten' laat schrijven (goed historisch toegelicht door Frank Mertens in noot 50), en ook dat hij res publica vertaalt met 'gemenebest'.

Maar de grootste vondst vind ik wel zijn weergave van sui juris met zelfgerechtigd (2/9 e.v.); ook zelfgerechtigdheid komt voor (in 2/12 - de spellingcorrector wil er niet aan, hetgeen aangeeft hoe ongebruikelijk dit is). Maar het begrip komt vaak voor in Spinoza's tekst en met precies deze vertaling is die heel helder en duidelijk te lezen. Nogmaals een zeer nuttige vondst en een verrijking van de Spinoza-literatuur.

Ik ben zeer content dat we nu eindelijk over deze uitgave beschikken en ik vermoed dat velen dat met mij zullen zijn. Eindelijk beschikt Nederland na 113 jaar weer over een volledige vertaling van de onvolledig gebleven Tractatus Politicus. Het werd tijd. En dat het deze uitgave geworden is, die er op alle fronten - qua extensio en cognitio - wezen mag, maakt de bezitter van dit boekwerk extra blij.

Bedankt Karel D'huyvetters en Wereldbibliotheek.

Stan Verdult

P.S. Op de foto laat ik op de achtergrond meteen zien dat dit boek, dat eerder voor april 2014 was aangekondigd, inmiddels ook op de markt is; ik schafte het vandaag aan en zal er binnenkort over schrijven:

Goce Smilevski, Het web van Spinoza. Vert. Roel Schuyt. Anthos, 2014  

Reacties

hartelijk dank voor je vriendelijk onthaal van ons boek, Stan.

Wim Klever doet niet meer aan reacties op dit blog, Hij geeft voorrang aan twitteren en facebooken. Daar geeft hij ook zijn reacties op dit blog. Meestal laat ik dat maar gelaten over me heen gaan. Nu haal ik iets naar hier.
Waar ik enthousiast ben over Karel's vertaalkeuze voor 'sui juris', wijst Wim die juist af. Zie zijn tweet:
"Helaas wordt in de nieuwe vertaling van Spinoza's TP 'sui juris' weergegeven met 't onmogelijke 'zelfgerechtigd' i.p.v. met 'onafhankelijk'.

En ergens op facebook (ik kan niet zien welke pagina, alleen dat daar enthousiaste links naar dit blog werden gemaakt; ik neem aan die van Karel) schreef Klever, zo liet hij me via een scan zien:

"Proficiat, Karel. Dit meen ik echt. Maar ik betreur ten zeerste dat je toch hebt vastgehouden aan de vertaling van 'sui juris' met het onmogelijke 'zelfgerechtigd' i.p.v. met 'onafhankelijk' of 'zelfstandig'. Het gaat daar immers om volksgenoten die hun eigen boontjes doppen en zichzelf met hun familie van levensonderhoud kunnen voorzien. Alleen die (en niet de van uitkering of hulp afhankelijke personen) hebben in Spinoza's model van democratie stemrecht in de volksraad."
Hij heeft dus niet eens door dat dit treffend in 'zelfgerechtigd' wordt uitgedrukt. Ik vraag me af waar "toch hebt vastgehouden" op slaat. Zou daarover eerder contact hebben plaats gehad tussen beide?

Stan, ik heb betr. het aangeroerde punt niet rechtstreeks op je blog willen reageren op je feestroes niet te verstoren. Bovendien ken ik je al langer en wist ik apriori dat discussie over 'zelfgerechtigd' uitzichtsloos zou zijn. Dit woord ken ik niet als goed nederlands. Dat is 1. Bovendien zou ik niet weten wat het moet betekenen: wat, waartoe? 3) Spinoza geeft met 'sui juris' in het Latijn weer wat bij Le Court en Van den Enden volop aan de orde is als voorwaarde voor
burgershap ofwel lidmaatschap van de volksraad: economische zelfstandigheid. Dat dit zijn bedoeling is laat zich TP-intern bewijzen.
4) ja, ik heb herhaaldelijk vanaf het begin met Karel over een en ander contact gehad en ontving van hem vóór de uigave zijn tekst. 5) En waar baseer jij het op dat ik niet meer doe aan reacties op je blog, juist nu ik eens een keer niet de eerste was? Is dat soms een wens? Of wil jij een monopolie op mijn uitlatingen hebben? FB en twitter plezieren mij evenzeer.

Wim, Ik reageer niet op je boosheid. Het was niet de eerste keer dat ik merkte dat je elders en niet hier reageert op iets wat je wel hier had opgemerkt. Wat 1 betreft, het woord is nu opgenomen in het Nederlands (een enkele keer is het al eens eerder gebruikt, google maar). De bedoeling van Spinoza wordt precies weergegeven in 'zelfgerechtigd'. Wat 4 betreft: wat goed dat Karel zich niks van je bezwaren heeft aangetrokken. Hij heeft, zoals ik al schreef, het Nederlands Spinozisme met een prima woord verrijkt en - vooral - met een prima en zeer goed leesbare vertaling van de Tractatus Politicus. Maar dat had ik al laten weten.

Ik herinner me nie t dat ik boos was. Waar haal je dat vandaan, Stan?

Ik heb je raad gevolgd, Stan. Resultaat:Behoud uit genade - Bijbelgetrouw, krachtig en praktisch onderwijs ...
www.vergadering.nu/.../wommack-les1-2-behoud-uit-genade-donkrow.ht...
We kunnen hen de zelfgerechtigden noemen, omdat dat was waar Jezus het over had toen Hij zei dat zij op al de anderen neerkeken en zeiden: 'Ik ben beter ...
Dat is inderdaad een betekenis die ik ook in eerste instantie aan 'zelfgerechtigd' zou hechten. EN DIE NIETS TE MAKEN HEEFT met spinoza's bedoeling. 'Sui juris' is evident Spinoza's Latijnse keuze voor Van den Enden's 'wel bevoegd', een term die aangeeft dat men zijn eigen levensonderhoud kan 'bescharen' door nering of koopmanschap en dat men NIET AFHANKELIJK is van hulp of uitkeringen. En al dezulken (en geen anderen) vormen in Spinoza's directe democratie tesamen de volksraad.
Karel's keuze was onjuist, noch filologisch noch historisch te rechtvaardigen.

@ Wim,
Wat je via Google vond brengt niets in tegen Karels vertaalvondst; het ging mij er alleen om ernaar te verwijzen dat je de term al kon tegenkomen. Maar die theoloog heeft uiteraard geen claim op een enig mogelijke betekenis van de term.
Verder ging ik in een nieuw blog in op de kwestie n.a.v. de scan van Facebook die je me toezond.

http://spinoza.blogse.nl/log/nogmaals-over-zelfgerechtigd-als-treffende-en-heldere-vertaling-van-sui-juris.html

Eerlijk gezegd zou ik niet weten welke betekenis ik zou moeten geven aan het 'Nederlandse' woord 'zelfgerechtigd'. Wat wil het zeggen dat iemand 'zelfgerechtigd' is? Dat hij zichzelf een recht toekent? Ik zou het niet weten. Als Stan dit woord een 'vondst' noemt zal hij toch wel voor ogen hebben wat er met het woord bedoeld wordt. Maar dat geeft hij niet aan.

@ Henk,
De notie van 'sui juris' is te zien als een samenvatting van de uitgebreide passage in paragraaf 2 van het 16e hoofdstuk van de TTP, waarin Spinoza zijn theorie behandelt van het samenvallen ('in de natuurstaat') van macht en recht; hij behandelt er zijn conatusbegrip. Waar iemand toe in staat is, daar heeft hij van nature ook recht op. Dit loop uit op de vaststelling in paragraaf 3: Jus itaque naturale uniuscujusque hominis non sana ratione, sed cupiditate & potentia determinatur - "het natuurlijk recht van ieder mens wordt dus niet bepaald door de gezonde rede, maar door zijn streven en door zijn kracht." Wat zijn (eigen) kracht en streven is, is ook zijn recht: dat is, samengevat, iemands zelfgerechtigdheid in Spinozistische zin.

Laat nu net vanmiddag de voorjaarscursus van de [door WK zo misprezen] VHS gaan over "Macht en recht (hfst 2 en 3) inleider: Hans Gribnau". Ik kon daar niet bijzijn daar ik last heb van m'n rug en daardoor kon ik over dit onderwerp hier reageren.

@Stan,
Dank voor de toelichting. In de betekenis die jij aangeeft, is iedereen toch 'zelfgerechtigd'? Een soort algemeen filosofisch begrip. Maar uit je citaat op het andere blog begrijp ik dat sommigen wel zelfgerechtigd (sui juris) zijn en anderen niet. Zo staat daar dat mensen die onder het gezag van iemand anders vallen niet 'sui juris' zijn. Is de vertaling 'zelfgerechtigd' (in de betekenis die jij geeft) dan nog wel adequaat?

Ja, Henk, mensen die niet meer 'sui juris' zijn (want in de burgerlijke staat van iemand anders afhankelijk), zijn dus (tijdelijk) niet meer zelfgerechtigd, maar zodra dat burgerlijke gezag of die overwicht wegvalt, zijn ze weer geheel 'sui juris'; dus onder die afhankelijkheid in de burgerlijke staat blijft die basale 'zelfgerechtigdheid' van ieder van kracht (de natuurtoestand blijft altijd gelden, alleen kan die nu even niet doorgezet worden - zoals in de natuur kleine visjes door grote worden opgegeten).

Leuke discussie. Wim Klever toont m.i. niet aan waarom Spinoza hier met "sui juris" naar een werk van Van den Enden zou verwijzen. En dus moeten we de betekenis van "sui iuris" alleen zoeken in de context van de TP. Spinoza geeft als verduidelijking aan dat personen die onder het gezag van iemand anders vallen, niet "sui iuris" zijn. Dit lijkt logisch in het kader van de TP: wie niet de vrijheid heeft om naar eigen mening een stem uit te brengen, wordt uitgesloten van deelname aan de besluitvorming. De betekenis die Wim wil geven (een soort van economische zelfstandigheid) is een interpretatie die m.i. nergens gesteund wordt door de tekst van de TP, noch direct noch indirect. En dus vind ik "zelfgerechtigd" de meest correcte vertaling.

Waarom een nieuw woord maken als een een bestaand woord voldoet? Dat het in deze context om zelfstandig gaat, onafhankelijk, zelf bevoegd tot handelen, lijkt evident (verwijzen naar Van den Enden is niet eens nodig). Het woord gerechtigd is een gewoon Nederlands woord en betekent: bevoegd, gemachtigd - tot iets gerechtigd zijn. Misschien loopt hier door elkaar: zelf gerechtigd (dus los van elkaar geschreven) zijn en zelf bevoegd zijn. Een neologisme "zelfbevoegd" kan men wel bedenken, maar dat is niet nodig en bestaat tot dusver ook niet. Zelfgerechtigd lijkt aardig gevonden, omdat het dicht bij het Latijn blijft en daardoor de schijn wekt een mooie simpele vondst te zijn, terwijl het zich van simpel verstaanbaar Nederlands verwijdert. Althans, dat vind ik. Bovendien gaat de connotatie, die er volgens mij ook inzit, met oude Romeinse rechtstermen (sui iuris tegenover alieni iuris) verloren door te vertalen met zelfgerechtigd, wat de kant uitgaat van eigengerechtig, wat hier zeker niet de bedoeling is. Het gaat om: zelf, als private persoon, het recht hebben om te handelen, als vrije zelfstandige persoon, niet onder het gezag van een ander staan, en daarvoor bestaat reeds het woord bevoegd, zelfstandig. Vergelijk Wikipedia:
"Sui iuris of sui juris is een Latijnse uitdrukking die letterlijk van eigen recht zijn betekent, dus zelfstandig bepaalde rechtshandelingen kunnen stellen, een rechtspersoon zijn. In het oude Rome werd ze gebruikt voor iemand die niet onderworpen was aan de potestas van een ander, in het bijzonder voor wie niet aan de patria potestas (vaderlijke macht) was onderworpen. Het omgekeerde is alieni iuris.
In een Romeinse familie was alléén de pater familias (de vader van de familie) sui iuris: zolang de pater familias leefde, waren zijn kinderen alieni iuris: onderworpen aan zijn gezag. Door emancipatio kon een vader ervoor zorgen dat zijn zoon al eerder sui iuris was.
Anno 2008 wordt het gebruikt in de betekenis van zelfstandig, onafhankelijk."

Dank, Rob van der Hoeden, voor je interessante bijdrage. Maar het bijzondere bij Spinoza is nu juist dat het vertrekpunt bij hem niet het gevestigde juridische van een samenleving is, maar dat hij de basis of ontstaansvoorwaarde ervan wil onderzoeken. En daarom begint hij bij de gelijkstelling van RECHT en MACHT (ik heb er boven al naar verwezen), waarover nogal wat te doen is geweest (en nog is). Die theorie is Spinoza niet in dank afgenomen. Doordat de vorming van het (relatief) nieuwe woord 'zelfgerechtigd' juist dit typisch Spinozistische in de kern raakt, was en blijf ik zo enthousiast over die vondst. De anomalische Spinoza had zowel lak aan Romeinse rechtstermen als aan het scholastieke natuurrecht. Hij had eigen opvattingen en het is goed dat een vertaler die zo goed mogelijk probeert te treffen.

Beste Mark, je bent een beetje te stellig in je bewering dat mijn maatschappelijk-economische interpretatie van 'sui juris' geen steun vindt in de rest van de TP. Zie daarover p. 135 van mijn DIRECTE DEMOCRATIE (op Stan's website), die precies het tegenovergestelde aannemelijk maakt. Overigens schuif je wel heel erg makkelijk de invloed van je geniale landgenoot op zijn leerling van tafel, waar toch aantoonbaar is dat de hele TP een (creatieve) verwerking van het gedachtegoed van de meester is, die wij in onze tijd plagiaat zouden noemen.
Maar ik vermoed dat er bij jou, bij Stan en bij veel anderen iets anders zit achter de onwil om de voor de hand liggende betekenis te accepteren. Het MAG niet waar zijn dat Spinoza de finale besluitvorming over reilen en zeilen in/van een staat enkel en alleen in handen legt van al (sic) degenen die het nationaal inkomen verwerven, opbouwen en in stat houden. De miskende meester toont keihard en superlogisch (door verwijzing naar de menselijke natuur) aan dat een andere invulling van democratie de ONREDELIJKHEID ZELVE is en ons naar de afgrond voert, zoals we thans in onze pseudo-democratie maar al te goed kunnen zien

Beste Wim, ik verzoek je om je idiosyncratische politieke opvattingen niet hier te spuien. Uiteraard mag je ze hebben en zelfs Spinoza voor dat karretje spannen, maar gebruik daar niet dit blog voor s.v.p.

Wat mij betreft is het verhaal van Rob van der Hoeden een afdoend verhaal. Los van de vraag wat Spinoza precies bedoelt met 'sui juris' (is er literatuur dat deze uitdrukking bij Spinoza een andere betekenis zou hebben dan in de contemporaine literatuur? - ook uit de opsomming in het citaat in het andere blog van wat NIET als 'sui juris' geldt, valt af te leiden wat Spinoza met de uitdrukking bedoelt) is er het onmogelijke woord zelf. Wat kan 'zelfgerechtigd' betekenen? Misschien zoiets als 'door zichzelf gerechtigd of gemachtigd'. Spinoza zegt dan: alleen wie door zichzelf gerechtigd of gemachtigd is heeft stemrecht in de volksraad. Dit is of onzin of het is volstrekt onduidelijk wat Spinoza hier bedoelt. Een woord dat zoveel onduidelijkheid en verwarring geeft, waarvan men zich af moet vragen wat het zou kunnen betekenen, waarvan men zich moet afvragen of het überhaupt in enige context een zinvolle betekenis kan hebben, zo'n woord kan niet een treffende vertaling zijn van wat dan ook.

Stan, e.a.,
Ik ben het met Stan eens dat we Karel D'huyvetters zeer moeten danken dat hij een soepele vertaling van de TP geleverd heeft en op deze wijze de studie van dat belangrijke werk van Spinoza nieuw leven inblaast. Toch wil ik een paar kanttekeningen te plaatsen, met de restrictie dat ik tot nu toe alleen de hoofdstukken 2 en 3 over het natuurrecht bestudeerd heb (in het kader van de studiebijeenkoms-ten van de VSH):
1. 'sui juris': 'zelfgerechtigd' is op zich een fraaie term, maar past m.i. minder in een betoog met juridisch karakter. Rob v.d. Hoeden heeft dit hierboven afdoende beargumenteerd.
2. Het woord 'aristocratie': in Br84 (voorin de TP) staat in het Lat. 'aristocraticum', en in de ondertitel van de TP staat ''ubi Optimi imperant'. D'h vertaalt beide met resp. 'aristocratische' en aristocratie', terwijl de laatste in het Lat. een omschrijving is van de eerste. Dit wordt in de vertaling dus niet gedaan. Noot 2, die erbij hoort, is onbegrijpelijk.
3. In TP 2.15 in het begin wordt 'in statu naturali' niet vertaald. Hierdoor hangt de paragraaf als losse opmerking in de lucht, en wordt niet duidelijk dat ze slaat op op het sui juris-zijn in de natuurstaat.
4. 'Quae una veluti mente ducitur' (TP2.16, 3.2, 3.5): D'h. vertaalt dit met 'eenzelfde gezindheid bezield zijn (TP2.16), 'eensgezind samen' (TP3.2), 'eenzelfde gezindheid' (TP3.5). De Latijnse tekst heeft naar mijn mening een metaforisch karakter, een alsof-karakter die in de vertaling ontbreekt. Bij de vert. Meijer komt dit wel tot zijn recht. Hij vertaalt: 'als het ware door een geest geleid/bezield'. Ik vermoed dat Sp. hier voor ogen had het bijbelse beeld van de lichtende wolk die de Joden de weg wees uit Egypte.
5. Een kwestie van stijl: D'h. gebruikt in zijn voorwoord en commentaren de plechtstatige pluralis maiestatis 'wij' waar hij 'ik' bedoelt. Dit valt des te meer op omdat Spinoza zelf in de tekst de enkelvoudsvorm 'ik' gebruikt. Soms gebruikt Sp. de wij-vorm, bijv. in TP1.5 waar hij over 'onze Ethica' spreekt.

@Adrie,
Dank voor je, zoals altijd, doordachte en zinvolle reactie. Ik ga slechts op een enkel punt in.
[1] Ik begrijp niet wat je bedoelt met "een betoog met juridisch karakter". Bedoel je dat Spinoza in de eerste hoofdstukken van de TP en in hoofdstuk 16 van de TTP een juridisch betoog houdt? Als je dat bedoelt, vrees ik dat die suggestie mogelijk ontstaan is doordat de VHS de jurist prof. Hans Gribnau als inleider over de eerste hoofdstukken aantrok. Ik denk dat Spinoza een politiek (sociologisch) betoog houdt.
[4] wellicht bleef '"als door eenzelfde gezindheid bezield" dichter bij Spinoza's tekst. Maar ik ben het niet met je eens dat het metaforisch karakter geheel verdween door Karels vertaling (maar hier kan uiteraard meespelen dat bij mij die in mijn achterhoofd altijd blijft meespelen]. Maar met die "lichtende wolk" begeef je je wel op glad ijs, als Spinoza daar zelf geen hint voor geeft (vergeet niet dat er voor Spinoza geen wegwijzende lichtende wolk bestond; hij erkent wel dat het in de Bijbel staat, maar je weet wat hij over wonderen schreef).
[5] De pluralis maiestatis heeft mij niet gestoord. Ook niet in zijn bovenstaande reactie op het "vriendelijk onthaal van ons boek". Misschien heeft Karel zijn werk ook een beetje als dat van een collectief gezien (hij had meelezers, ook Frank Mertens gaf enige toelichtingen, wellicht was er een eindredacteur van de Wereldbibliotheek). Het is zijn vertaling, waarvoor hij de verantwoordelijkheid draagt, maar misschien wil hij enige credits delen? En indien niet, wat dan nog...

Stan,
ad [1]: Hoofdstuk 2 gaat over natuurlijk recht, 3 over het recht van de overheid, 4 over over het bestuur van de staat etc. Tamelijk juridisch, althans zo heb ik het werk gelezen.
ad [4] In TTP17 geeft Sp. een weergave van hoe een staat kan ontstaan aan de hand van het ontstaan van het staatsbestel van de Hebreeën. Toen ze uit Egypte wegtrokken waren ze als in de natuurtoestand en kregen ze hun natuurlijk recht terug en droegen ze het, op advies van Mozes aan God over (TTP17.7), etc. De lichtende wolk is daarvan een fraaie metafoor.
ad [5] Pluralis majestatis doet wat gedateerd aan,komt ook wat pompeus over, vooral als het een vertaling betreft van een auteur die zelf de ik-vorm gebruikt.

Aanvulling op mijn kritiek van 10.09u:
6. In TP5.1 wordt 'agrum jure colere' vertaald met 'een akker bebouwen'. 'Jure' wordt weggelaten. Meijer vertaalt met 'de grond wettig te bebouwen'. Het lijkt wat vreemd dat de grond bebouwd kan worden. Maar de tegenstelling wettig versus optimaal in deze paragraaf slaat m.i. op TTP5.11, waar staat dat de Wet van Mozes het gehele maatschappelijke leven ritualiseerde om de joden te disciplineren. Ze moesten 'volgens een 'welomschreven voorschrift van de wet ploegen, zaaien, oogsten'. En: 'Ja absoluut niets mochten ze doen dat niet in overeenstemming was met de voorschriften en de opdrachten van de wet'. TP5.1. is dus een frontale aanval op de wet van Mozes en zijn voorschriften gaan niet over iets op de beste manier doen.
TTP5.11 is bovendien nog extra interessant omdat die paragraaf begint met de opmerking dat Mozes 'de godsdienst in de staat introduceerde' opdat het volk 'niet uit vrees doch uit vroomheid zijn plicht zou doen'. De godsdienst is dus om opportunistische redenen geconstrueerd, namelijk om het wilde volk te temmen en dient als zodanig begrepen te worden. Het gaat er niet om of je goed leeft, maar of je volgens de voorschriften van de wet leeft.